NL1031736C2 - Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt. - Google Patents

Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt. Download PDF

Info

Publication number
NL1031736C2
NL1031736C2 NL1031736A NL1031736A NL1031736C2 NL 1031736 C2 NL1031736 C2 NL 1031736C2 NL 1031736 A NL1031736 A NL 1031736A NL 1031736 A NL1031736 A NL 1031736A NL 1031736 C2 NL1031736 C2 NL 1031736C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
transfer device
greenhouse
vertical
crane
Prior art date
Application number
NL1031736A
Other languages
English (en)
Inventor
Piet Kloosterhuis
Michael Somerwil
Cornelis Vreugdenhil
Jakob Van Der Linde
Original Assignee
Logiqs Agro B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Logiqs Agro B V filed Critical Logiqs Agro B V
Priority to NL1031736A priority Critical patent/NL1031736C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1031736C2 publication Critical patent/NL1031736C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/143Equipment for handling produce in greenhouses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

OVERZET- EN KASINRICHTING VOOR ROULERENDE KASTEELT
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opneeminrichting voor gebruik in roulerende gewasteelt, zoals is weergegeven in de aanhef van de navolgende conclusie 1.
Dergelijke inrichtingen zijn algemeen bekend ten gevolge van kranen voor het 10 verplaatsten van gewascontainers, bijvoorbeeld zoals bekend uit NL-1023865 ten name van Aanvraagster. Dergelijke inrichtingen hebben het voordeel dat gewashouders ofwel containers uit een rij kunnen worden opgenomen en in een andere rij kunnen worden afgelegd zonder overmatig gebruik van kasruimte zoals tot voordien het geval was. De bekende inrichting is geschikt voor de grootste en daarme 15 zwaarste containers die in de huidige kasteelt gangbaar zijn. De inrichting is daartoe zwaar uitgevoerd en steunt af op loopwielen die afrollen over een op de vloer afgesteund spoor. De bekende inrichting is voorts automatisch bediend uitgevoerd en vanuit een centrale procescomputer aanstuurbaar.
20 De onderhavige uitvinding is gericht op het, overigens eveneens binnen een systeem voor roulerende gewasteelt, verplaatsen van gewasgoten en het daarbij verder optimaliseren van het gebruik van de ruimte in een kas. Dergelijke gewasgoten zijn het uitvloeisel van een nieuwe ontwikkeling waarbij het mogelijk wordt gemaakt om bijvoorbeeld eenmalig oogstbare snijbloemen in roulerende kasteelt op te nemen. Dit 25 systeem en de bijhorende, relatief smalle en lange teeltgoten zijn bekend door het Nederlandse octrooi NL-1027094 ten name van Aanvraagster. Los van de mogelijkheden die de roulerende gewasteelt in een kas biedt, worden in dit nieuwe systeem de teeltgoten, ofwel de planten uit het gewas, gedurende het seizoen enkele malen op onderling gewijzigde afstand geplaatst. Dit leidt tot een optimaal gebruik van 30 de kasruimte en draagt bij aan de economische teelt van snijbloemen.
Als onderdeel van de onderhavige vinding is ingezien is dat de bekende overzetinrichting verder geoptimaliseerd kan worden ten aanzien van het ruimtebeslag in een kas, althans bij inzet voor relatief lichte lasten zoals kleinere gewascontainers 35 en zoals bij de voomoemde teelt in substraatgoten.
1031736 2
De onderhavige uitvinding heeft dan ook tot doel de bekende overzetinrichting verder te optimaliseren ten aanzien van het beslag op kasruimte door de inrichting, bij voorkeur daarbij rekening houdend met de wens om de bekende inrichting ook nog geschikt te maken voor gebruik in een bovenlaag van een kas.
5
Conform de uitvinding wordt dit bereikt met een constructie voorzien van de kenmerken uit conclusie 1, althans met de maatregeln dat de onderste steunwielen vrij draaibaar om een verticale as in de inrichting zijn opgenomen, in het bijzonder ten behoeve van afsteuning tegen een direct tegen het raamwerk dan wel een gevel van 10 een kas bevestigd verticaal georienteerd loopvlak, dat het eerste raamwerk voorts is voorzien van verdere, om een horizontale as draaibare draagwielen via welke de inrichting hangend aan genoemd bovenste spoordeel in de kas is of dient te worden opgenomen, waarbij het onderste spoordeel, althans het tweede raamwerk en een onderste deel van het eerste raamwerk dichter nabij genoemd raamwerk dan wel de 15 gevel van de kas is opgenomen dan het bovenste spoordeel, en waarbij de aandrijving voor het verplaatsten van de inrichting langs het genoemde spoor is opgenomen nabij ten minste één van de bovenste draagwielen.
Met de maatregelen volgens de uitvinding is een kas voorzien van een relatief licht 20 uitgevoerde, althans tegen de gevel of het geraamte van een kas aan te brengen, en daarlangs verplaatsbare overzetinrichting. Met de maatregelen volgens conclusie 1, welke in het bijzonder plaatsing tegen een gevel of geraamte van een kas mogelijk maken is de door de kraan ingenomen ruimte sterk zeer beperkt, althans kunnen de rijen zich aanmerkelijk dichter tot aan een gevel of ander geraamtedeel in een kas 25 uitstrekken zonder de in de kas op te nemen hulpmiddelen te hinderen. Met de maatregelen volgens de uitvinding is in feite bewerkstelligd dat de ruimte vereisende hulpmiddelen van de bekende inrichting als het ware boven de ruimte voor de zich in een rij bevindende containers of teeltgoten worden verplaatst. Ten einde dit mogelijk te maken is de inrichting “hangend’’ gemaakt, en zijn hiertoe aanvullende bovenste 30 wielen in de inrichting opgenomen.
De maatregelen volgens de conclusie, althans de beperktheid in diepte-afmeting van de inrichting is voorts bevorderd met verder maatregelen welke ertoe strekken de steunwielen, geleidearmen en draagarmen zo veel mogelijk binnen de door het eerste 35 raamwerk gedefinieerde verticale ruimtekolom op te nemen.
3
De uitvinding is voorts gericht op verdere optimalisatie van dit bekende systeem door het verschaffen van een voorziening die het gebruik van een zogenaamde bovenlaag ook met het nieuwe systeem met teeltgoten meer in het bijzonder op gunstige wijze mogelijk maakt, en waardoor de overzetinrichting in feite is uitgebreid met een functie 5 als kraan. Dergelijke bovenlagen kunnen voorkomen boven zogenaamde centrale bewegingsruimten, waar het gewas - na uit de rij te zijn gehaald via op zich bekende rails-systemen - een bewerking ondergaat zoals spuiten, snoeien of oogsten. Voor het toegankelijk maken van een dergelijke bovenlaag wordt doorgaans een open lift, althans plateau toegepast, is een opening van met een container of gewashouder 10 corresponderende afmeting in de vloer van de bovenlaag uitgespaard, en wordt het plateau in vier hoeken aangegrepen.
Bij de genoemde en in het navolgende beschreven maatregelen is de kraan voorzien van een mogelijkheid de opgenomen lading, dat wil zeggen een aantal teeltgoten als 15 geheel van het raamwerk af en terug te bewegen, enerzijds voor de goede aansluiting op reeds afgelegde ladingen, anderzijds om erin te voorzien dat de kraan zo nodig ruimte creëert voor het kunnen uitnemen, dat wil zeggen opwaarts bewegen van de na het afleggen van de lading, althans grotendeels in het vlak van het raamwerk verzwenkte armen. Opgemerkt zij dat de hier voor teeltgoten bedoelde kraan en de 20 het principe het van opnemen daarvan in een kasinrichting in principe ook geschikt is voor andersoortige ladingen dan teeltgoten. De uitvinding omvat dan ook tevens een overzetinrichting, ongeacht de wijze van ophanging in de kas, waarbij het eerste raamwerkdeel is voorzien van een centrale elektromotor welke een opwind- en afrolinrichting omvat voor het gelijktijdig opwinden of afrollen van een tweetal flexibele 25 trekelementen welke met het tweede raamdeel zijn verbonden en zich daartoe elk deels in tegenovergestelde richting uitstrekken, en deels in de geleiderichting van het tweede raamdeel.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een voorbeeld 30 waarin:
Figuur 1 een vanuit een perspectivisch aanzicht een kraan volgens de uitvinding illustreert, waarbij de kraan beladen is, in casu met teeltgoten
Figuur 2 is een aanzicht conform figuur 1 zonder belading;
Figuur 3 is een aanzicht conform figuur 2 met althans vrijwel in het vlak van het 35 raamwerk van de kraan verzwenkte draagarmen;
Figuur 4 illustreert vanuit eveneens perspectivisch aanzicht, meer in detail een draagarm volgens de uitvinding; 4
Figuur 5 illustreert conform figuur 4 een draagarm waarbij verschuifbare delen van de draagarm op afstand van elkaar zijn geplaatst;
Figuur 6 illustreert in een aanzicht conform figuur 5 een verzwenkte stand van in de verschuifbare delen opgenomen, om hun as draaibare nokken.
5 In de figuren zijn overeenkomstige constructieve delen met gelijke verwijzingstekens aangeduid.
Figuur 1 toont een kraan 1 volgens de uitvinding, met een raamwerk 3 dat ten opzichte van een spoor 2 verplaatsbaar is met behulp van wielen 9 en 10 en motor 8, hier in de 10 vorm van een elektromotor. De wielen 9 zijn draaibaar om een horizontale as welke is opgenomen in een met het raamwerk 3 verbonden console 7. De wielen steunen de kraan af tegen een bovenste spoordeel 2A. Ten minste en bij voorkeur 1 van de wielen 9 is aandrijfbaar opgenomen, hier door middel van de motor 8. De wieienIO zijn beide vrij draaibaar om een verticale as opgenomen en steunen het raamwerk 3 af 15 tegen een onderste spoordeel 2B, welke bij voorkeur althans vrijwel verticaal onder het bovenste spoordeel is opgenomen. Bij voorkeur zijn de wielen voor het grootste deel van hun omvang in de ruimte, in casu de diepte, van het raamwerk van de kraan opgenomen. In dit geval is de kraan bevestigd tegen een niet in de figuur weergegeven gevel van een kas, meer in het bijzonder tegen een onderligger en een 20 bovenligger daarvan.
Met het als steunende raamwerk te benoemen raamwerk 3 is een als dragen raamwerk te benoemen verder raamwerk 4 verbonden, dat ten opzichte van het steunende raamwerk 3 in verticale richting beweegbaar is. Het dragende raamwerk 4 25 is hiertoe met behulp van verticale armdelen geleid opgenomen langs verticale delen van het steunende raamwerk 3. Het dragende raamwerk 4 omvat een tweetal met de verticale armen verbonden liggers 22A, 22B, waartussen, bij voorkeur langs de “achterzijde” daarvan geleid, verbindende verticale buis- dan wel stafdelen 19 zijn opgenomen, om welke buisdelen 19, draagarmen 11 verzwenkbaar in de kraan 1 zijn 30 opgenomen. Zoals weergegeven in figuur 3 bevinden de armen 11 in hun ingeklapte toestand zich vrijwel, althans voor het grootste deel in het ruimtebeslag, hier de diepte van de kraan 1, dat wil zeggen binnen de door de liggers 22 bepaalde grens.
Het dragende raamwerk 4 is op en neer verplaatsbaar met behulp van een hier 35 centraal op een ligger uit het steunende raamwerk opgenomen motor 5, welke met behulp van een tweetal aan de motor gekoppelde windwielen een tweetal flexibele trekelementen 6 zoals kettingen en platte riemen bedient. Een trekelement 6 verloopt 5 via een overigens niet weergegeven geleide-element zoals een vrij draaiend geleidewiel naar een verticale arm van het dragende raamwerkdeel 4. Op deze wijze wordt met een enkele motor 5 het dragend raamwerkdeel 4 aan twee verticale armen gelijktijdig opgeheven en neergelaten.
5
De combinatie van maatregelen in de kraan zorgt er voor dat deze, zeker ten opzichte van de tot nu toe toegepaste “overhead” -kraan uiterst compact is en een uiterst minimaal beslag legt op de ruimte in de bovenlaag van een kas. De aanwezigheid van de kraan is des te minder storend nu deze conform een verder aspect van de 10 uitvinding aan de gevel van de kas is bevestigd. Verdere optimalisatie van de teeltruimte in de bovenlaag is verkregen door combinatie met een maatregel zoals beschreven in het eerdere, niet vóórgepubliceerde octrooi NL-1028132 ten name van Aanvraagster, waarin de ruimte voor een “liftschacht” wordt benut met behulp van een constructie voor het tijdelijk verzwenken van armen, welke na passage van de last, bij 15 voorbeeld teeltgoten of gewascontainers, in de ruimte van de schacht worden gezwenkt ten einde op deze plaats de last te kunnen plaatsen.
Figuur 4 toont en detail een draagarm volgens de uitvinding, in het bijzonder geschikt voor het dragen, en desgewenst in onderlinge steek veranderen van teeltgoten ten 20 behoeve van substraatteelt. Dergelijke teeltgoten zijn, zoals beschreven in het octrooi NL-1027094 ten name van aanvraagster, relatief lang en beperkt van afmeting in dwarsdoorsnede welke U-vormig is. Typerende maten zijn bijvoorbeeld 60 mm hoog en 50 mm breed. De armen 11 zijn op voor de vakman gangbare wijze verzwenkbaar om een as opgenomen met behulp van een actuator 14, bijvoorbeeld op vergelijkbare 25 wijze zoals de armen in de kraan uit het eerdere octrooi NL-1023865 ten name van aanvraagster, welke bekende kraan is uitgevoerd voor het verplaatsen van relatief grote en zware gewascontainers op de begane grond van een kas.
De arm 14 is in hoofdzaak omgekeerd U-vormig uitgevoerd en in zijn bovenvlak 30 voorzien van een of meer sleufgaten 20 waarlangs blokken 17 via een in het sleufgat 20 stekend geleidedeel verplaatsbaar zijn. De blokken 17, ook wel glijblokken genoemd, steunen zich af op het bovenvlak van de arm 11, welke hiertoe bij voorkeur is voorzien van loopvlakken in de vorm van op de arm aangebrachte glij-strips. De blokken 17 en de strips zijn hier in een goed glijdende kunststof uitgevoerd.
In de arm is een actuator 15 aangebracht, hier voor de gezamenlijke bediening van de glijblokken 17, dat wil zeggen voor het tegen elkaar aanzetten daarvan zoals in figuur 35 6 4, dan wel voor het van elkaar af plaatsen daarvan zoals in de figuren 5 en 6 is weergegeven. In de arm 11 is hiertoe een niet nader weergegeven centrale bedieningsstang opgenomen. In de onderhavige uitvoering wordt een verstelling van 50 mm naar 60 mm steek en terug uitgevoerd, maar ook andere wijzigingen kunnen 5 worden bediend. In een andere, niet weergegeven uitvoering is de verstelling op eenvoudige wijze uitgebreid naar drie verstelbare standen. Een dergelijke uitbreiding kan in principe nog verder worden uitgebreid door bijvoorbeeld de toepassing van in serie gestelde en getrapt bediende, hier pneumatisch uitgevoerde verstelcylinders, analoog aan de positieverstelling van de bedieningsarm in het niet vóórgepubliceerde 10 octrooi NL· 1030648 ten name van Aanvraagster.
In de arm 11 is verder nog een bedieningsorgaan 16 opgenomen, hier eveneens in de vorm van een pneumatische cilinder, voor het eveneens gezamenlijk verstellen van om een verticale as verstelbare, langwerpige nokken 18. De nokken 18 zijn in de 15 onderhavige uitvoering in de giijblokken 17 opgenomen en elk verdraaibaar om een as die hier gelijktijdig de geleiding van het betreffende glijblok 17 in een sleufgat 20 vormt. In de arm 11 is voor deze verstelling een niet nader weergegeven, voor de vakman gangbaar gezamenlijk verstelmechanisme met de actuator 16 verbonden. De nokken 18 hebben in bovenaanzicht gezien een grootste breedte die in afmeting 20 aanmerkelijk geringer is dan de grootste lengte van de nok. Met een verstelling waarbij de nokken met hun lengterichting evenwijdig aan de lengterichting van de op te nemen teeltgoten staan zijn de opgenomen goten niet geborgd, dat wil zeggen niet ingeklemd, terwijl verstelling met de grootste lengte naar de richting dwars op de lengterichting van opgenomen goten tot inklemming ofwel tot borging daarvan leidt. 25 Op deze wijze wordt bevorderd dat de opgenomen goten bij het transporteren of neerzetten, ook bij beroering daarvan hun bedoelde stand behouden.
De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en 30 eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.
1031736

Claims (25)

1. Overzetinrichting (1) voor het opnemen van gewashouders (21) in een kas, voorzien van onderste steunwielen (9) en bovenste, om een verticale as vrij draaibare 5 steunwielen via welke een eerste raamwerk (3) is afgesteund, en waarbij de bovenste steunwielen zijn opgenomen als geleidewielen, bestemd om af te rollen langs verticale weerszijden van een daartoe in de kas voorzien bovenste spoordeel, en voorzien van een tweede, in hoogte beweegbaar raamwerk (4) voorzien van om een verticale as verzwenkbare draagarmen (11), met het kenmerk, 10. dat het eerste raamwerk (3) voorts is voorzien van aanvullende, om een horizontale as draaibare draagwielen (10) via welke de inrichting hangend aan genoemd bovenste spoordeel (2A) in de kas is of dient te worden opgenomen, - dat de onderste steunwielen (9) vrij draaibaar om een verticale as in de inrichting (1) zijn opgenomen, in het bijzonder ten behoeve van afsteuning tegen een direct 15 tegen het raamwerk dan wel een gevel van een kas bevestigd verticaal georienteerd loopvlak, - dat het onderste spoordeel (2B), althans het tweede raamwerk (4) en een onderste deel van het eerste raamwerk (3) dichter nabij de gevel dan wel genoemd raamwerk van de kas is opgenomen dan het bovenste spoordeel (2A), en 20. dat de aandrijving (8) voor het verplaatsten van de inrichting (1) langs het genoemde spoor (2A, 2B) is opgenomen nabij ten minste één van de bovenste draagwielen (10).
2. Overzetinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede raamwerk (4) geleide-armen omvat die althans grotendeel binnen het ruimtelijke vlak 25 van het eerste raamwerk (3) zijn opgenomen.
3. Overzetinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de onderste steunwielen (9) althans voor het grootste deel binnen de diepte-afmeting van het eerste raamwerk (3) zijn opgenomen.
4. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat het bovenste spoor (2A) is af gesteund aan een bovenligger uit een gevel of geraamte van een kas.
5. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderste spoor (2B) is gevormd door een onderligger uit een gevel of het geraamte van een kas. 1031736
6. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het eerste raamwerkdeel (3) is voorzien van een centrale elektromotor (5) welke een opwind- en afrolinrichting omvat voor het gelijktijdig opwinden of afrollen van een tweetal flexibele trekelementen (6) welke met het tweede raamdeel (4) zijn verbonden 5 en zich daartoe elk deels in tegenovergestelde richting uitstrekken, en deels in de geteiderichting van het tweede raamdeel (4).
7. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de elektromotor in de bovenste helft van het eerste raamwerk (3) is opgenomen, in het bijzonder en bijvoorkeur centraal, bevestigd tegen een ligger nabij de bovenzijde van 10 het raamwerk (3).
8. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tweede raamwerk (4) ten minste een aan de verticale geleiders bevestigd horizontale ligger (22A) omvat waaraan de armen (11) van de overzetinrichting (1) zijn bevestigd.
9. Overzetinrichting volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de armen (11) in ingeklapte toestand althans voor het grootste deel binnen het verticale ruimtelijke beslag van de ligger (22A) terecht komen.
10. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het tweede raamwerk (4) twee boven elkaar geplaatse liggers (22A, 22B) omvat welke 20 onderling zijn verbonden door verticale verbindingselementen (19), in het bijzonder voor het scharnieren van de armen (11).
11. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande twee conclusies, met het kenmerk, dat de geleiding tussen het eerste (3) en tweede (4) raamwerk van zodanige lengte is, dat het tweede raamwerk (4) geschikt is voor het, vanuit een zogenaamde 25 bovenste teeltlaag of verdieping in een kas, opnemen en neerzetten van containers of teeltgoten die zich in een onderste teeltlaag of verdieping van een kas bevinden.
12. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste drie verzwenkbare armen (11) in de overzetinrichting (1) zijn opgenomen.
13. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een arm (11) is voorzien van in de lengterichting van de arm (11) verplaatsbare steunblokken (17).
14. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de arm is voorzien van activering- en bedieningsmiddelen voor het automatisch 35 individueel en/of gezamenlijk heen en weer kunnen verplaatsen van de blokken (17). 1031736
15. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat in het draagvlak van de arm een of meer sleufgaten zijn opgenomen waardoorheen de nokken verplaatsbaar zijn.
16. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de arm is voorzien van om een verticale as draaibare en verstelbare nokken (18) die gezien in bovenaanzicht een aanmerkelijk kleinere breedte dan lengte bezitten.
17. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de nokken (18) zijn opgenomen in de steunblokken (17).
18. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de blokken (17) geleid worden door samenwerking met één of meer in het bovendeel van de arm (11) opgenomen sleufgaten (20).
19. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat langs ten minste een zijde van een sleufgat (20) een in kunststof 15 uitgevoerde strip is opgenomen.
20. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de glijblokken (17) in kunststof zijn uitgevoerd.
21. Overzetinrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de verticale as voor de verstelling van de nokken (18) de geleiding van de blokken 20 (17) in een sleufgat (20) vormen.
22. Overzetinrichting (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de overzetinrichting (1) is voorzien van verplaatsingsmiddelen (15, 17) voor het op een gewijzigde steek brengen van opgenomen teeltgoten (21).
23. Opneeminrichting, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, 25 voor het opnemen en weer neerzetten van teeltgoten voor de roulerende teelt van bijvoorbeeld substraatgewassen zoals eenmalig oogstbare snijbloemen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van verplaatsingsmiddelen (15, 17) voor het op een gewijzigde steek brengen van opgenomen teeltgoten (21).
24. Opneeminrichting volgens de voorgaande conclusie, voorzien van een of 30 meer der kenmerken volgens conclusies 8 tot 16.
25. Kasinrichting voorzien van een overzet- en/of opneeminrichting volgens een der voorgaande conclusies. 1031736
NL1031736A 2006-05-03 2006-05-03 Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt. NL1031736C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031736A NL1031736C2 (nl) 2006-05-03 2006-05-03 Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031736 2006-05-03
NL1031736A NL1031736C2 (nl) 2006-05-03 2006-05-03 Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031736C2 true NL1031736C2 (nl) 2007-11-06

Family

ID=38884515

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031736A NL1031736C2 (nl) 2006-05-03 2006-05-03 Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1031736C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109319404A (zh) * 2018-11-14 2019-02-12 上海摩天农业科技有限公司 植物生长模块移动机构

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109319404A (zh) * 2018-11-14 2019-02-12 上海摩天农业科技有限公司 植物生长模块移动机构

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1019257C2 (nl) Werkwijze voor het in een kas op een eerste laag niveau aangebrachte drager kweken van in houders opgenomen gewassen.
DK2655225T3 (en) Adjustable conveyor belt
US20110197981A1 (en) Processing System for Plant Containers
NL2000417C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het opnemen/afgeven van gewashouders.
NL1031736C2 (nl) Overzet- en kasinrichting voor roulerende kasteelt.
NL1031902C2 (nl) Hijsinrichting, spreader en een daarmee uitgerust hijstoestel, alsmede werkwijze voor manipuleren van een last.
US7740083B2 (en) Sod harvesting apparatus
NL1025625C2 (nl) Stelsel en werkwijze voor het kweken/verplaatsen van gewassen.
NL2009177C2 (nl) Oogsttransportwagen.
TWI376194B (nl)
NL8120357A (nl) Pijphanteringsysteem met plaat en stapelarmen. 100981 pijphanteringssysteem met plaat en stapelarmen.
NL1031737C2 (nl) Verplaatsinrichting voor in steek te veranderen teeltgoten.
JP2008228662A (ja) 育苗箱搬送装置
JPH1087290A (ja) リフト装置
NL2003715C2 (nl) Verwerkingssyteem voor planthouders.
US4574855A (en) Tree processing machine
SK278890B6 (sk) Zariadenie na pokladanie podvalov
NL2027810B1 (nl) Mobiel bandtransporteursysteem voor planthouders en werkwijzen voor het gebruik van een mobiel bandtransporteursysteem
NL2032839B1 (nl) kwekerij-transportsamenstel
NL2024081B1 (en) Set and method for delivering roof covering panels, carrier device and stack forming means
JP3500456B2 (ja) 栽培槽による栽培方法及び栽培装置
NL1028644C2 (nl) Systeem en werkwijze voor toepassing in bijvoorbeeld een kas of warenhuis, alsmede transportinrichting.
NL2008876C2 (nl) Landbouwwerktuig.
NL2007296A (nl) Landbouwmachine.
NL1030914C2 (nl) Positioneerinrichting voor potplanten.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101201