NL1031677C2 - Spanraam voor in het bijzonder schildersdoek. - Google Patents

Description

- 1 -

Spanraam voor in het bijzonder schiidersdoek.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een spanraam 5 voor schiidersdoek, gebruikmakend van 90 graden haakse verbindingsstukken voor de montage van een metalen raamwerk, bestaande uit vier, in doorsnede gelijkvormige, in verstek of eventueel in een andere hoekvorm, op elkaar aansluitende metalen raamdelen, aan de achterzijde voorzien van houten montage lijst, waarover en waarop het doek gespannen en vastgezet wordt, welk raamdelen zijn gekenmerkt door een hol 10 profiel, aan de buitenzijde voorzien van flexibele wanden, bestaande uit een of meerdere delen, welke als onderdeel van het gemonteerde spanraam langs een as parallel aan de rand van het doek, zowel naar binnen als naar buiten kunnen kantelen, hetgeen het mogelijk maakt, dan wel automatisch, dan wel middels schroefverstelling, de maat van het spanoppervlak, in vergrotende dan wel verkleinende zin, vanuit deze 15 kantelende, dan wel verplaatsende beweging, het oppervlak van het doek aan te passen aan de maatverandering van het weefsel, welke kan zijn ontstaan door wijzigingen in de vochtigheidsgraad van het weefsel, dan wel door gebrek aan voldoende spanning na het opspannen. De vinding voorziet in een spanraam constructie waarbij de vaste hoekverbinding over een opening beschikt, welke de 20 mogelijkheid biedt om de overtollige stof van de hoekomslag door deze opening af te monteren op de achterzijde of binnenzijde van het raamwerk.

De conventionele en nog algemeen gangbare werkwijzen om het slap hangen van schiidersdoek te herstellen, maken gebruik van het zogenaamde spieraam, of meer 25 algemeen, stelraam, waarbij de vier houten of deels metalen lijstdelen aan de uiteinden zijn voorzien van verstelbare hoekconstructies met stel mogelijkheden, welke uitsluitend tot doel hebben het spanraam zelf in totale maat te vergroten of verkleinen. Deze methode bestaan alle uit een verstelbare constructievorm, waarbij de individuele raamdelen los, dan wel verplaatsbaar, in de hoekconstructie zijn 30 opgenomen.

Dergelijke werkwijzen zijn bekend uit het Franse Octrooi nummer 439638 (Vidal) en het Europese Octrooi nummer 0102922 (Staro), welke beide systemen zich echter beperken tot het strakker spannen van een slaphangend doek, terwijl een groot deel 1031877 -2- van de problemen wordt veroorzaakt door krimp in het doek, en daarnaast het Nederlands Octrooi nummer 9202248 (Schotel), waarin de spie verstelling is vervangen door een verstelbare metalen hoekconstructie.

5 Concrete bezwaren van alle bekende systemen zijn vooral de structurele zwakte van de hoekverbindingen en het gebrek aan mogelijkheden om een reeds opgespannen slap hangend doek in zijn geheel, dan wel plaatselijk, te stellen, zonder de raamconstructie los te maken en daarmee de stabiliteit aan te tasten.

10 Bijkomend nadeel van het losmaken van de hoeken in een bestaande spanraam constructie, om zo het doek strakker of losser te spannen, is dat in niet alle gevallen men hiervoor handmatig voldoende kracht kan zetten en de benodigde handkracht vooraf niet is in te schatten, waardoor onomkeerbare schade kan worden veroorzaakt aan het weefsel en zijn behandeling.

15

Van alle bestaande systemen is er geen welke zonder tussenkomst van het handmatig aanpassen, uit zichzelf door flexibiliteit, al in staat is een deel van de verandering van de spanning op het doek te neutraliseren. De flexibele wanden van de onderhavige constructie maken het wel mogelijk, om zowel plaatselijk als over het gehele raam, 20 deze rek of krimp te absorberen in de constructie, en waar deze flexibiliteit onvoldoende blijkt, kan men de wanden handmatig deels of in zijn geheel bijstellen, zonder dat de raamconstructie wordt los gemaakt in de hoekverbindingen tussen de afzonderlijk raamdelen, waarmee de constructie tijdelijk zou worden verzwakt en waarbij niet in alle gevallen de onderbroken spanning op het doek en de 25 hoekconstructie kan worden hersteld.

In alle bestaande systemen gaat men uit van de traditionele wijze van het afmonteren van doek op de hoeken, waarbij het doek langs de rand naar opzij of naar achteren wordt om en weg gevouwen, waardoor over de buitenkant van het doek een 30 blijvend zichtbare en storende ophoping van doek ontstaat. In onderhavig systeem is de hoekconstructie voorzien van een opening, waar doorheen het doek, naar de achterkant in een nette lijn buiten het zicht wordt weg gevouwen en afgemonteerd en zo de ophoping van doek op de buitenkant van het raamwerk word voorkomen.

-3-

Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van tekeningen.

5

Figuur 1 geeft het volledige spanraam weer versterkt met tussendelen en kruisvorm vanaf de voorkant gezien zonder doek, alsmede de posities van details en *.Λ- doorsneden welke beschreven worden in de andere figuren, waarbij in detail A en B als voorbeeld twee verschillende hoekconstructies in hetzelfde raamwerk zijn 10 opgenomen.

Figuur 2 toont een longitudinale doorsnede volgens het vlak dat loopt over de lijn x-x’ in figuur 1 en toont een raamprofiel van het spanraam ter plaatse van de hoekconstructie. De hoekverbinder (6) wordt in railkamer (3) naast profielkamer (7) 15 van het metalen raamdeel (1) geschoven, waarbij het H-vormig profiel van hoekverbinder (6) over railwand (4) en door railgat (5) schuift. De hoekverbinder (6) heeft een draadgat (10) en kan door een stelschroef (9), binnen een grens van enkele centimeters, op ieder gewenst punt ten opzichte van de hoek worden vastgezet tegen het raamdeel (1). De stelschroef (9) heeft daarbij een vergrendelingsfunctie door de 20 hoekverbinding (6) te vergrendelen in railkamer (3). Het raamdeel (1) is voorzien van een houten montagelijst (2) en heeft een flexibele wand (15), die mee veert om de veranderingen in de spanning van het doek te absorberen.

Figuur 3 tot en met figuur 8 tonen longitudinale doorsneden van diverse vorm 25 variaties van raamdeel (1), volgens het vlak dat loopt over de lijn z-z’ in figuur 1 ter plaatse van stelschroef (18), en toont een raamprofiel van het spanraam zoals in figuur 2, met het profielvlak (13) als buitenkant van de profielkamer (7), welke aansluit op hoeken (14), welke al dan niet meermaals omslaat en doorloopt in flexibele wand (15), die eindigt in de geleidende hoek (16), waarlangs het op te spannen doek het 30 profiel als eerste raakt voordat het naar de achterzijde wordt omgeslagen. Ruimte (17) vormt de ruimte welke het profiel heeft om middels het naar binnen buigen, dan wel kantelen, dan wel uitschuiven, van flexibele wand (15) en geleidende hoek (16), de spanning op het doek te variëren door de flexibiliteit in de vorm en het verstellen van -4- stelschroef (18). Stelschroef(18) kan flexibele wand (15) en daarmee geleidende hoek (16) naar buiten drukken dan wel naar binnen laten vieren, en daarmee de overtollige of ontbrekende spanning van het doek compenseren, en wel op iedere gewenste positie, bepaald door de keuze van de positionering van deze stelschroeven (18), 5 omdat de draadgaten van posities (19) en (20) voorzien zijn van schroefdraad en hun posities in het profiel naar behoefte kunnen worden bepaald, dan wel door de flexibiliteit van wand (15) over de lengte richting van het raamdeel.

Figuur 9 toont een uitgesneden hoekfragment volgens een hoek als in detail A, 10 welke zicht geeft aan de achterzijde en binnenzijde van een raamdeel constructie in gemonteerde vorm, waarbij het doek in een plooi (3Q) door hoekomslagruimte (11) wordt getrokken.

Figuur 10 toont een detail als in figuur 9, waarbij plooi (30) middels vouw 15 (29) op en aan houten montagelijst (2) wordt gemonteerd.

Figuur 11 toont een opengewerkt, drie-dimensionaal detail A uit figuur 1 van een hoekconstructie van het spanraam. De hoekverbinder (6) wordt in railkamer (3) van het metalen raamdeel (1) geschoven. De hoekverbinder (6) heeft een draadgat 20 (10) en kan door een stelschroef (9), binnen een grens van enkele centimeters, op ieder gewenst punt worden vastgezet met het raamdeel (1). De stelschroef (9) heeft daarbij een vergrendelingsfunctie door de hoekverbinder (6) te vergrendelen in railkamer (3). De hoeken van twee met elkaar te monteren raamdelen zijn verstek gezaagd in een hoek (28) groter dan 45 graden, waardoor tijdens de montage van de 25 onder 90 graden staande hoekverbinder (6) met de raamdelen, deze aan de buitenkant van de hoek niet volledig op elkaar aansluiten, waardoor aan de buitenzijde van de hoekconstructie van het raamwerk in deze hoek een hoekomslagruimte (11) ontstaat. De grootte van de opening kan door de verandering van hoek (28) worden bepaald, en hiermee gelijk gesteld aan de ruimte nodig om het overtollige doek naar de achterkant 30 of binnenkant uit het zicht weg te geleiden, alwaar het tevens buiten zicht kan worden afgemonteerd. In het opengewerkte fragment uit deze figuur is te zien waar de houten montagelijst is bevestigd en hoe stelschroef (18) langs railwand (4) en door railgat (5) in en door draadgat (19) en (20) stuit tegen de flexibele wand (15), en door in- of -5- uitdraaien van deze stelschroef (18), de positie van flexibele wand (15) vanuit hoeken (14) kan kantelen ten opzichte van de rest van de vorm van raamdeel (1), waarmee de spanning op het opgespannen doek kan worden veranderd. Wanneer stelschroef (18) los is van flexibele wand (15) heeft deze wand de mogelijkheid om vanuit hoeken 5 (14), door flexibiliteit van het materiaal, kleine spanningswijzigingen in het doek uit zichzelf op te vangen.

Figuur 12 toont een opengewerkt, drie-dimensionaal detail B uit figuur 1 van een hoekconstructie van het spanraam. De hoekverbinder (6) wordt in railkamer (3) 10 van het metalen raamdeel (1) geschoven. De hoekverbinder (6) heeft een draadgat (10) en kan door een stelschroef (9), binnen een grens van enkele centimeters, op ieder gewenst punt worden vastgezet met het raamdeel (1). De stelschroef (9) heeft daarbij een vergrendelingsfunctie door de hoekverbinder (6) te vergrendelen in railkamer (3). Aan de hoekverbinder (6) is onder 45 graden een blokkeerplaat (8) 15 aangebracht, welke in positie gelijk is aan het raakvlak dat zou ontstaan als de profieldelen onder een 90 graden hoek aan elkaar zouden worden gemonteerd. Blokkeerplaat (8) voorkomt dat de profieldelen elkaar raken en creëert een hoekomslagruimte (11), welke nagenoeg gelijk zo groot is als de dikte van blokkeerplaat (8). De grootte van de opening kan door een wisseling in de dikte van 20 blokkeerplaat (8) worden bepaald, welke gelijk is aan de ruimte nodig om het overtollige doek door hoekomslagruimte (11) naar de achterkant of binnenkant weg te geleiden, alwaar het buiten zicht kan worden afgemonteerd. In het opengewerkte fragment uit deze figuur is te zien, waar de houten montagelijst (2) is bevestigd en hoe stelschroef (18) langs railwand (4) en door railgat (5) in en door draadgat (19) en (20) 25 stuit tegen de flexibele wand (15), en door in- of uitdraaien van deze stelschroef (18), de positie van flexibele wand (15) vanuit hoeken (14) kan kantelen ten opzichte van de rest van de vorm van raamdeel (1), waarmee de spanning op het opgespannen doek kan worden veranderd. Wanneer stelschroef (18) los is van flexibele wand (15) heeft deze wand de mogelijkheid om vanuit hoeken (14), door flexibiliteit van het 30 materiaal, kleine spanningswijzigingen in het doek uit zichzelf op te vangen door mee te veren.

-6-

Figuur 13 toont een longitudinale doorsnede volgens het vlak dat loopt door lijn y-y’ uit figuur 1, van het punt waar het metalen kruisprofiel (21) met het raamprofiel (1) wordt verbonden. Daartoe wordt op de gewenste plaats een kruisprofielverbinder (22) met de langszijde over het railgat (5) van raamdeel (1) 5 geplaatst en met de zelftapschroeven (12) aan raamprofiel (1) vastgezet. Over de beide opstaande montage armen (23) en (24) van de kruisprofielverbinder (22) wordt het kruisprofiel (21) geschoven en vastgezet met stelschroeven (9), welke kan -in en uitdraaien in het schroefdraad van draadgaten (25) op kruisprofielverbinder (22), en drukt op de wand tussen railkamer (3) en profïelkamer (27), hiermee 10 kruisprofielverbinder (22) verklemmend met kruisprofiel (21).

Figuur 14 toont een opengewerkt, drie-dimensionaa! detail C uit figuur 1 van een hoekconstructie van het spanraam, waar het metalen kruisprofiel (21) met het raamprofiel (1) wordt verbonden. Daartoe wordt op de gewenste plaats een 15 kruisprofielverbinder (22) met de langszijde over het railgat (5) geplaatst en met de zelftapschroeven (12), door gat (26) in de kruisprofielverbinder (22), in de binnenwand tussen railkamer (3) en profïelkamer (7) van het raamprofiel (1) vastgezet. Over de beide opstaande montage armen (23) en (24) van de kruisprofielverbinder (22) word het kruisprofiel (21) geschoven en vastgezet met 20 stelschroeven (9), welke zich vergrendelen in het schroefdraad van draadgaten (25) op kruisprofielverbinder (22), hiermee deze verklemmend met railkamers (3) van kruisprofiel (21).

Deze onderdelen, hun karakteristieken en hun onderlinge plaatsing binnen het 25 raamwerk, maken de volgende functies mogelijk:

Het uitzetten van vier raamdelen om zodoende het spanraam op te zetten waarover het doek kan worden opgespannen, vindt plaats door het raamdeel waarop hoekverbinder (6) moet worden gemonteerd, vast te zetten door stelschroef (9) aan te draaien, welke zich vastklemt in raamprofiel (1). Twee haaks aangrenzende raamdelen kunnen op 30 dezelfde wijze aan hoekverbinder (6) worden gemonteerd. De stelschroeven (18) langs alle zijden maken het mogelijk ieder type doek, ook anders dan alleen haaks geweven, te gebruiken, omdat vervorming plaatselijk kan worden gecorrigeerd. Wanneer het handmatig opvangen van krimp noodzakelijk blijkt regelt men deze -7- spanning door het verstellen van stelschroeven (18), ongeacht de richting van de kettingbaan in het weefsel. Eventuele afwijkingen in de gewenste haakse richting van het op te spannen doek kunnen door stelschroeven (18) en het daarmee kantelen van wand (15) gecorrigeerd worden. Men brengt het doek tijdens het opspannen op de 5 gewenste spanning waarna vanuit de flexibele hoeken (14) eventuele krimp automatisch kan worden opgevangen door de flexibiliteit van het materiaal welke hoek (14) doet mee veren, dan wel door de aangebrachte stelschroeven in deze richting gedoseerd te verstellen.

10 15 20 25 30 1 03 1 677

Claims (12)

1. Spanraam voor schildersdoek, gebruikmakend van een metalen raamwerk, bestaande uit vier, in doorsnede gelijkvormige in verstek of eventueel in een andere hoekvorm, op elkaar aansluitende metalen raamdelen (1) uit één of 5 meer delen, met een aan de achterzijde van de raamdelen bevestigde houten montagelijst (2), waarover en waarop het doek gespannen en vast gezet word en het gebruik van hoekverbindingsstukken (6), waarbij de raamdelen gekenmerkt zijn door een hol profiel uit een of meer delen, aan de buitenzijde voorzien van een flexibele wand (15) ter plaatsen van de buitenzijde van het 10 spanraam, welke als onderdeel van het gemonteerde spanraam langs een as parallel aan de rand van het doek en daarmee parallel aan de langs richting van geleidende hoek (16), zowel naar binnen als naar buiten te kunnen kantelen, dan wel verplaatsen, hetgeen het mogelijk maakt, dan wel automatisch, dan wel middels stelschroeven (18), de maat van het 15 spanoppervlak, in vergrotende dan wel verkleinende zin, aan te passen aan de maatverandering van het doek, welke kan ontstaan door wijzigingen in de vochtigheidsgraad van het weefsel, dan wel het gebrek aan voldoende spanning na het opspannen.

2. Spanraam volgens conclusie 1 met het kenmerk dat vier raamdelen middels 20 onder 90 graden staande hoekverbinders (6) aan elkaar worden bevestigd, door stelschroef (9) in draadgat (10) van de hoekverbinder (6), die schuifbaar opgesloten is in railkamer (3), aan te draaien en daarmee te verklemmen en zodoende de montage van de hoeken te realiseren.

3. Spanraam volgens conclusie 1, 2 met het kenmerk dat het buitenste gedeelte 25 van twee met elkaar te monteren raamdelen verstek worden gezaagd, waardoor tijdens de onder 90 graden montage van de hoekverbinder (6) blokkeerplaat (8) voorkomt dat beide delen elkaar in de hoek kunnen raken, zodat hierdoor aan de buitenzijde van het raamwerk in deze hoek een hoekomslagruimte (11) ontstaat. 30

4) Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3 met het kenmerk dat het buitenste gedeelte van twee met elkaar te monteren raamdelen verstek worden gezaagd, in een hoek groter dan 45 graden elk, waardoor tijdens de montage van de onder 90 graden staande hoekverbinder (6) met de raamdelen, deze aan de buitenkant 1 03 1 6 77 -9- van de hoek niet volledig op elkaar aansluiten, waardoor aan de buitenzijde van het raamwerk in deze hoek een hoekomslagruimte (11) ontstaat.

5. Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3,4 met het kenmerk dat de hoek omslagruimte (11) in grote variabel is en daarmee aan te passen aan de ruimte 5 nodig om in deze hoek om het doek buiten het zicht af te monteren en daarmee een strakke hoeklijn te realiseren.

6. Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3,4, 5 met als kenmerk dat het opgespannen doek, aan de binnenzijde of achterzijde van het spanraam door hoekomslagruimte (11) afgemonteerd kan worden, zonder het overtollige doek 10 in de hoeken permanent zichtbaar te moeten omslaan of dubbel vouwen langs de buitenkanten van het spanraam.

7. Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6 met het kenmerk dat de vorm van het profiel van de raamdelen over een of meerdere flexibele wanden (15) beschikt, welke bedoeld zijn, dan wel tijdelijk, dan wel blijvend, de 15 veranderende spanning in het doek op te vangen, middels de flexibiliteit van het materiaal en het daardoor mee veren met de spanning wisselingen van het doek.

8. Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5,6, 7 met het kenmerk dat een of meerdere flexibele delen (15) mechanisch verstelbaar dan wel regelbaar zijn. 20

9) Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 met het kenmerk dat het profiel uit meerdere delen bestaat, welke uitschuivend, mechanisch verstelbaar dan wel regelbaar zijn.

10. Spanraam volgens conclusie 1,2, 3,4, 5, 6, 7, 8,9 met het kenmerk dat het profiel is voorzien van een ronde geleidende hoek (16) waarlangs het doek vrij 25 kan verschuiven zonder te worden beschadigd.

11. Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3,4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 opgespannen met doek of schildersdoek.

12. Spanraam volgens conclusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 met het kenmerk dat ten behoeve van grotere maten, het raam wordt versterkt door kruisprofielen 30 (21), welke enkelvoudig dan wel meervoudig, al dan niet in kruisverband, binnen het raamwerk van het spanraam kunnen worden geplaatst. 1031677