NL1030563C2 - Drinkrietje, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en gebruik van een container. - Google Patents

Description

Titel: Drinkrietje, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en gebruik van een container

De uitvinding, heeft betrekking op een drinkrietje, dat in een eerste staat afsluitingen bij de einden omvat en is ten minste gedeeltelijk gevuld met een medium anders dan lucht, en in een tweede staat een doorlopende opening omvat.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een drinkrietje.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een container.

In US 1.254.115 is een drinkrietje beschreven, waaraan afsluitingen 10 zijn bevestigd voor het binnenhouden van in het rietje opgeslagen medium voor in een vloeistof op te lossen middelen. De afsluitingen kunnen worden losgetrokken waarna de op te lossen middelen kunnen worden geleegd en vervolgens opgelost in de vloeistof. Daarna kan de vloeistof via het geleegde drinkrietje worden ingenomen. Echter is de opslagruimte in het beschreven 15 drinkrietje in veel gevallen onvoldoende. Bovendien is het materiaal en de afsluiting niet geschikt voor een veilige afsluiting van het rietje, hetgeen ten nadele is voor de houdbaarheid en daarmee veiligheid van het opgeslagen medium. Tevens kunnen ongemakkelijke resten bevestigingsmiddel of resten van de afsluitingen op de rand van de drinkopening van het 20 beschreven rietje achterblijven.

Een doel van de uitvinding is te voorzien in een drinkrietje waarin een relatief grote hoeveelheid medium kan worden opgeslagen.

Ten minste een deel van dit doel en andere doelen worden bereikt met een drinkrietje volgens de uitvinding, dat in een eerste staat afsluitingen bij 25 de einden omvat en ten minste gedeeltelijk is gevuld met een medium anders dan lucht, en in een tweede staat een doorlopende opening omvat, 1 03 0 5 63 2 waarbij de doorlopende opening ten minste een drinkopening en een container omvat, waarbij de doorsnede van het rietje nabij de ten minste ene drinkopening kleiner is dan de doorsnede van ten minste een deel van de container.

5 Met een dergelijk drinkrietje kan door een grotere doorsnede van de container meer opslagruimte worden bereikt voor in het rietje op te slaan medium, met behoud van een comfortabele doorsnede van de drinkopening en/of lengte van het rietje. Genoemde middelen kunnen in principe elk medium omvatten ander dan lucht, bij voorkeur voor het mengen met een 10 vloeistof, bijvoorbeeld bepaalde (meng)poeders, stimulerende middelen (taurine, cafeïne) aanmaakadditieven, sterke drank, etc. Met de grote hoeveelheid opslagruimte van de container kan de gebruiker veelal een voor hem/haar meer bevredigende hoeveelheid vloeistofadditief met een vloeistof mengen met slechts één drinkrietje volgens de uitvinding. Bovendien kan 15 een verruiming van de doorsnede van het rietje, ten einde meer volume te creëren, kan tevens een communicatie functie vervullen, bijvoorbeeld kan met behulp van de vorm van de container een merk of mascotte worden gecommuniceerd. Verder kan een vergroting in de doorsnede bij het drinken een werveling in de vloeistof bewerkstelligen, zowel in het rietje als 20 daaromheen, waardoor een nog betere menging wordt verkregen.

Een rietje volgens de uitvinding kan zijn voorzien van meegevormde openmaakbare afsluitingen. Met meegevormde afsluitingen kan het aantal productie en/of assemblagestappen van het rietje voordelig worden gereduceerd. Voorts worden problemen voor het bevestigen van de 25 afsluitingen aan het rietje, bijvoorbeeld als gevolg van het dunne materiaal van het rietje, tegengegaan door de afsluitingen integraal met het rietje mee te vormen. Hiermee kan in principe op gunstige en relatief eenvoudige wijze een relatief goed afgesloten afsluiting worden bereikt. Zo wordt tevens een veiligere afsluiting bereikt waarmee bijvoorbeeld beter de houdbaarheid van 30 het medium kan worden gegarandeerd. Onder "openmaakbare afsluiting" 1030563 3 ! dient in deze beschrijving in principe te worden begrepen, een afsluiting die breekbaar, afscheurbaar, aftrekbaar, verwijderbaar, oplosbaar, etc. is. In principe zal het rietje bij de afsluitingen worden opengemaakt met behulp van de handen en/of vingers. Indien de afsluitingen oplosbaar zouden zijn in 5 de vloeistof zouden deze kunnen worden opengemaakt zonder gebruik van de vingers door de afsluitingen slechts op te lossen in water. Op eenvoudige en gebruikvriendelijke wijze kan een openmaakbare afsluiting worden geopend door de gebruiker. Het rietje kan bijvoorbeeld zijn voorzien van geïntegreerde hulpmiddelen voor het openmaken van het rietje bij de 10 afsluitingen, zoals bijvoorbeeld een plaatselijke afname van materiaal of een klemmende verbinding die kan worden opengemaakt en gesloten. De meegevormde openmaakbare afsluitingen kunnen tevens op voordelige wijze worden toegepast bij rietjes met een meer continue doorsnede.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het rietje 15 vervaardigd met behulp van een blaasvormproces (blow molding). Hiermee is het mogelijk de doorsnede van het rietje plaatselijk te vergroten, hetgeen in het algemeen moeilijker is bij algemeen bekende productiewerkwijzen van rietjes zoals wikkelen, of zelfs onmogelijk bij extruderen. Daarnaast is blaasvormen, althans een matrijs daarvoor, veelal goedkoper dan 20 alternatieve productiewerkwijzen met grote vormgevingsvrijheid zoals spuitgieten, met name omdat geen bijzondere kern(en) gebruikt hoeven te worden, zoals een inklapbare kern ("collapsible core"). Het is daarbij voordelig dat blaasvormen een reeds bewezen techniek is voor het in een container brengen van vloeistoffen en integraal aanbrengen van een 25 afsluiting, zoals bijvoorbeeld bij ampullen voor steriele stoffen. Een bekende productiewijze met betrekking hiertoe is het blaas-vul-afsluit proces ("blow-fill-seal process"). Een gewenste kunststof vorm wordt bijvoorbeeld in een matrijs geblazen en vervolgens gevuld met het medium, waarna het 'vuleinde' onder verhitting wordt dichtge zogen of geknepen, bijvoorbeeld 30 door aparte matrijsdelen. Mede doordat genoemd blaasvormproces reeds is 4 toegepast bij productie van ampullen kan het vullen en produceren van drinkrietjes volgens de uitvinding steriel geschieden. Hierbij is ten minste de binnenzijde en/of inhoud van het drinkrietje steriel hetgeen de veiligheid voor de gezondheid van de gebruiker zal verhogen. Tevens kan het 5 drinkrietje tot aan het gebruik geheel steriel worden afgeleverd, bijvoorbeeld door het, al dan niet aangrenzend of binnen het blaasvormproces, steriel te verpakken.

Met het blaasvormen kunnen de afsluitingen op gunstige wijze i afbreekbaar worden afgesloten, zoals reeds gebeurd met ampullen. Echter j 10 zijn bekende kunststof ampullen slechts bij één einde afbreekbaar afgesloten en is een ander einde permanent afgesloten waardoor deze in principe niet geschikt zijn als gebruik voor rietje. Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn bij voorkeur bij twee einde afbreekbare afsluitingen voorzien. Een blaasvormmatrijs kan daarbij bijvoorbeeld bij 15 twee zijden zijn voorzien van aparte matrijsdelen voor het afsluiten.

Derhalve kunnen met relatief geringe ontwikkelkosten de productiemiddelen voor een rietje volgens de uitvinding worden gerealiseerd.

Voorts is het blaasvormen geschikt voor het afbreekbaar verbinden 20 van meerdere containers. Derhalve kunnen de rietjes afbreekbaar (afscheurbaar, etc.) met elkaar worden verbonden in een strip van rietjes.

Dit brengt meerdere voordelen met zich mee, zoals goedkopere (massa)productie en gunstiger transport.

Voor het openmaken van de afsluiting is het voordelig indien de 25 afsluiting is voorzien van een vlak. Daarmee kunnen de vingers, bijvoorbeeld duim en wijsvinger, de afsluiting gunstig beetpakken en deze bijvoorbeeld met geringe moeite langs een rand afscheuren. Daarnaast kan het vlak op voordelige wijze worden gebruikt voor het aanbrengen van bedrukking of embossing bijvoorbeeld in de vorm van vormvariaties, 30 kleurvariaties, versiering, mascottes, reclame, informatie, etc., aangezien ^__ 5 men het oppervlak van de afsluiting hiertoe naar voorkeur kan vormen. Hiervoor is in principe elke methode geschikt, zoals bijvoorbeeld in-mould labelling. Dit geldt evenzo voor de container, waarmee op gunstige wijze ruimte is voor het aanbrengen van bedrukking of embossing.

5 Voorts is een drinkrietje volgens de uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm na opening voorzien van een ergonomische drinkrand, zodat de gebruiker op comfortabele wijze van het rietje gebruik kan maken. Bij het bekende drinkrietje met afsluiting kan een deel van de afsluitmiddelen (bijvoorbeeld lijmende substantie) aan het rietje gehecht 10 blijven, of kunnen onaangename randen of uitsteeksels bij de drinkopening worden gevormd bij het openmaken van de afsluiting. Net als bij de ampul, is het bij drinkrietjes volgens de uitvinding mogelijk een geschikt materiaal en/of geschikte vorm te kiezen voor comfortabel gebruik van het rietje. Bijvoorbeeld kan de drinkopening vlak voor een afsluiting zijn voorzien van 15 een naar binnen afgeronde drinkrand. Als de gebruiker zijn/haar mond om het rietje sluit kan daarmee aanraking met eventuele oneffenheden bij de rand worden vermeden. Andere wijzen voor het vormen van een ergonomische drinkrand, zoals bijvoorbeeld plaatselijke verzachting van materiaal, vallen uiteraard ook binnen de scope van de uitvinding.

20 In een gunstige uitvoeringsvorm van een drinkrietje volgens de uitvinding omvat de container ten minste één substantieel relatief smal deel. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk dat medium in de container blijft "hangen", ook als een onderste afsluiting van het drinkrietje wordt losgescheurd als dit bij de bovenste afsluiting nog niet het geval is. Hiervoor 25 dient de doorsnede onderaan een gevuld deel van het rietje bij voorkeur kleiner te zijn dan een mogelijk te brede doorsnede van het brede deel van de container. Met een versmald deel onderaan het rietje, dat bijvoorbeeld tussen 1 en 10 cm lang kan zijn, hoewel het niet hiertoe dient te worden beperkt, kan worden voorkomen dat het rietje niet direct na wegscheuren 30 van de onderste afsluiting leegstroomt.

6

In een gunstige uitvoeringsvorm is het drinkrietje voorzien van een koppelstuk. Hiermee kan het drinkrietje bijvoorbeeld aan een drankhouder, zoals een flesje of glas of iets dergelijks, worden bevestigd, zodat bijvoorbeeld vloeistof en additief gelijktijdig kunnen worden gepresenteerd 5 voor het gemak van de gebruiker. Dit levert derhalve op voordelige wijze presentatie en transportgemak op. Koppelstukken kunnen bijvoorbeeld ophangmiddelen, omslagmiddelen, plakmiddelen, etc. omvatten.

Bij voordelige uitvoeringsvorm van een rietje volgens de uitvinding omvat het rietje, in het bijzonder de container, meerdere compartimenten. 10 Op deze wijze kan worden voorzien in meerdere mengsels, voorkeuren en/of presentaties van het aanwezige medium.

Voorts kan de uitvinding zijn voorzien van een element om het additief en de vloeistof goed te mengen. Dit element kan bijvoorbeeld een versteviging, een extra uitstulping, een lepelvorm, een schroefje, etc.

15 omvatten. Meerdere bekende of onbekende elementen kunnen hiervoor binnen de scope van de uitvinding geschikt zijn.

Voor het beveiligen van het drinkrietje, althans, de inhoud daarvan, en/of het op temperatuur houden daarvan en/of het verlengen van de houdbaarheid van de inhoud daarvan, kan het rietje op gunstige wijze zijn 20 opgebouwd uit meerdere lagen. Dit kan tevens relatief eenvoudig worden gerealiseerd met blaasvormen.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een drinkrietje, werkwijze en gebruik volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin 25 toont: figuur 1 in schematisch vooraanzicht een drinkrietje volgens de uitvinding met een logo; figuur 2 schematisch in een aantal deelstappen het gebruik van een drinkrietje volgens de uitvinding; 7 figuur 3 een deel van een drinkrietje volgens de uitvinding met drinkopening; figuur 4 schematisch in een aantal deelstappen een blaasvormproces volgens de uitvinding; 5 figuur 5 een deel van een drinkrietje volgens de uitvinding met een afbreekrand volgens de uitvinding; figuur 6 een drinkrietje volgens de uitvinding met meerdere | compartimenten; ! figuur 7 een drinkrietje volgens de uitvinding met ophangmiddel 10 en stamperfunctie; figuur 8 een drinkrietje volgens de uitvinding met een element om te roeren; figuur 9 een drinkrietje volgens de uitvinding met heropen en hersluitbare afsluitingen; 15 figuur 10 een strip van drinkrietjes volgens de uitvinding; figuur 11 meerdere drinkrietjes volgens de uitvinding; figuur 12 een drinkrietje volgens de uitvinding met een kromme lengteas; figuur 13 een drinkrietje volgens de uitvinding met een 20 geïntegreerd hengsel in de afsluiting.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen van het drinkrietje zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins 25 beperkend te worden uitgelegd. Ook andere onderdelen van het drinkrietje kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding.

Een voorbeeld uitvoeringsvorm van drinkrietje 1 volgens de uitvinding is geïllustreerd in figuur 1. Dit rietje 1 heeft een container 2 en afsluitingen 3. Met afsluitingen 3 is container 2 afgesloten, bij voorkeur 30 hermetisch, in het bijzonder ongeveer ter plaatse van afbreekranden 4. In de 8 ruimte van de container 2 is een medium 5 opgenomen. Dit medium 5 is bijvoorbeeld bedoeld voor menging en/of oplossing in een vloeistof. Hierbij dient onder vloeistof in principe elke via een rietje 1 inneembare stof te worden begrepen, bijvoorbeeld water, frisdrank, maar ook (vloeistoffen met 5 hogere viscositeit zoals bijvoorbeeld milkshakes, etc. Medium 5 is bij voorkeur een vloeistof, bijvoorbeeld in de vorm van een smaakmaker, likeur of medicijn, maar kan ook een vaste stof omvatten, bijvoorbeeld een poeder. De uitvinding is tevens uitstekend geschikt in combinatie met stimuleringsmiddelen zoals bijvoorbeeld vitaminen, mineralen, taurine, 10 en/of cafeïne als medium. Het is tevens mogelijk een gas te voorzien in het rietje 1, zoals bijvoorbeeld lachgas (distikstofmonoxide), hetgeen bij bepaalde gelegenheden bijvoorbeeld met of naast een drankje kan worden ingenomen.

Voor het kunnen legen van het medium 5 uit drinkrietje 1 wordt 15 bijvoorbeeld eerst afsluiting 3B langs afbreekrand 4B afgescheurd. Dit afscheuren kan bijvoorbeeld geschieden door met de vingers een trekbeweging te maken, of bij voorbeeld een draai of breekbeweging. Na het afscheuren van afsluiting 3B kan medium 5 uit het drinkrietje 1 worden geleegd, bijvoorbeeld in een vloeistofhouder, of direct worden ingenomen.

20 Als het medium 5 een vloeistof omvat zal het bijvoorbeeld pas uit het rietje 1 stromen als de andere afsluiting 3A langs afbreekrand 4A van het rietje 1 ten minste deels wordt losgetrokken/losgescheurd. Dit is in stappen geïllustreerd in figuur 2. In een dergelijk geval kan na het afscheuren van de eerste afsluiting 3B het rietje 1 boven of in de vloeistofhouder worden 25 gehouden voordat de andere afsluiting 3A wordt losgescheurd, zodat het vloeistofmedium 5 op voordelige wijze rechtstreeks in de vloeistofhouder 6 wordt geleegd. Zo kan knoeien worden voorkomen. Vervolgens mengt het medium 5 zich met vloeistof zoals drank 7 die reeds in de vloeistofhouder 6 aanwezig was, of lost het daarin op, hetgeen kan worden gestimuleerd door 30 roeren.

9

Een zeer gunstig effect de toegenomen doorsnede dl van de container 2 is dat daarmee wervelingen in de vloeistof 7 en/of het medium 5 kunnen ontstaan waardoor betere mening kan optreden.

Na het openmaken en/of verwijderen van afsluitingen 3 kan het j 5 drinkrietje 1 op gebruiksvriendelijke wijze worden gebruikt als conventioneel drinkrietje 1. Andere wijzen zijn uiteraard ook mogelijk zoals bijvoorbeeld het direct vanuit het rietje 1 legen van het medium 5 in de mond.

Een afsluiting 3 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van informatie als een 10 logo, merk, versiersels, kleur, etc., 17 zoals te zien is in figuur 1. Daartoe is het gunstig als de afsluiting 3 een oppervlak omvat voor het aanbrengen van genoemde informatie. Als de afsluiting 3 daarbij ook nog redelijk vlak is, is het relatief eenvoudig beet te pakken, hetgeen gunstig is voor het losscheuren van de afsluiting 3.

15 Het rietje 1 is bij de container 2 voorzien van een vergroting van de doorsnede dl ten opzichte van de doorsnede d2 van het rietje 1 nabij de drinkopening 6, zoals te zien in figuur 1, waarmee extra opslagruimte in de container wordt gecreëerd. Hierbij strekken doorsneden dl en d2 zich loodrecht ten opzichte van een lengteas 1 van het drinkrietje 1 uit. Deze 20 lengteas 1 strekt zich in principe uit van een eindopening 8 tot aan een eindopening 8 aan de overzijde. De lengteas 1 zal bij kromme rietjes tevens krom kunnen zijn en bijvoorbeeld bij spiraalvormige rietjes in principe in het midden van de spiraal volgen. Met plaatselijke toename van de doorsnede dl kan een grotere hoeveelheid medium 5 in één rietje 1 van 25 ongeveer standaardlengte worden bereikt en kan drinkopening 8 een standaard ergonomische doorsnede d2 behouden. Daartoe zijn smalle delen 2A en/of 2B ingericht in een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding, smalle delen 2A en/of 2B hebben een minder grote doorsnede heeft als dl, zodat de gebruiker over een voor het gebruiksgemak 30 substantiële afstand zijn/haar mond om het drinkrietje 1 kan sluiten.

10

Daarbij is het zeer voordelig als het smalle deel 2B over voldoende afstand uitstrekt, aangezien dan de vloeistof in het rietje blijft "hangen" indien, zoals reeds eerder in deze tekst beschreven, tweede afsluiting 3A wordt losgescheurd. Indien een vergrote doorsnede als dl te dicht zou liggen op 5 afbreekrand 4B zal het vloeistof reeds bij losscheuren van de eerste afsluiting 3B uit het drinkrietje 1 kunnen stromen.

In een gunstige uitvoeringsvorm is rietje 1 zodanig ingericht dat drinkopening 8 geen voor de gebruiker onprettige rand 9 heeft, bijvoorbeeld door scherpe (scheur)randen die achter kunnen blijven. Zoals is 10 geïllustreerd in figuur 3 kan het rietje 1 worden voorzien van naar binnen toe gevormde ergonomische randen 9 bij de drinkopening 8. Ter illustratie is in figuur 3 tevens in stippellijnen een afsluiting 3A weergegeven.

Drinkrietjes 1 met openmaakbare afsluitingen, zoals hierboven beschreven, kunnen op zeer voordelige wijze worden geproduceerd met 15 behulp van blaasvormen (blow molding). Hiermee kunnen bij voorkeur kunststof drinkrietjes 1 in een steriele matrijs 15 worden gevormd, gevuld en hermetisch afgesloten, waarmee in feite een aantal productiestappen worden overgeslagen ten opzichte van andere algemeen bekende kunststof productiewijzen. Met blaasvormen kunnen met voor de eindgebruiker hoge 20 betrouwbaarheid op efficiënte wijze gevulde drinkrietjes 1 worden geproduceerd. Een schematisch voorbeeld van een aantal stappen van een mogelijk blaasvormproces volgens de uitvinding is getoond in figuur 4. In de volgende uitleg zullen enkele relevante aspecten worden uitgelicht en reeds bekende of minder relevante aspecten van dit proces wellicht minder 25 uitvoerig of niet worden beschreven.

Bij blaasvormen wordt een in principe holle blaasvorm 10 in een matrijs gebracht waarbij deze door verhoging van de druk in de holle blaasvorm 10 tegen matrijswanden uitzet. Veelal vindt allereerst extrusie van de blaasvorm 10 plaats. Nadat de blaasvorm 10 ter hoogte van 30 matrijsdelen 11, 12, 13 is gebracht wordt bijvoorbeeld het eind van de ^_ 11 blaasvorm 10 afgeknepen met behulp van matrijsdelen 13 zodat de druk in de blaasvorm 10 kan worden opgebouwd en de vorm 10 kan uitzetten, tegen tevens gesloten matrijsdelen 12. Met matrijsdelen 12 wordt de container 2 gevormd en met delen 11, 13 de afsluitingen 3 van het drinkrietje 1.

5 Matrijsdelen 11, 13 of apart ingerichte matrijsdelen kunnen bijvoorbeeld tevens zijn ingericht voor het op voordelige wijze vormen van afbreekranden 4 voor het drinkrietje 1, zoals bij het blaasvormproces voor ampullen. In een blaasvormproces volgens de uitvinding kunnen echter ten minste twee afsluitingen 3 met afbreekranden 4 worden gevormd. Vóór het vullen van 10 het drinkrietje 1 wordt reeds een afsluiting 3 gevormd met behulp van matrijsdelen 13. Vervolgens wordt via een doorn 14 de druk opgebouwd in het deel van de blaasvorm dat de container 2 vormt, zodat deze uitzet tegen van de wanden van matrijsdelen 12. Via genoemde doorn 14 wordt vervolgens het medium 5 in het drinkrietje 1 geleegd. Na het vullen wordt 15 de andere afsluiting 3 gevormd met behulp van matrijsdelen 11, zodat de gevulde container 2 in principe hermetisch is afgesloten. Met behulp van het blaasvormproces kunnen meerdere types afbreekbare afsluitingen 3 worden gerealiseerd zoals bijvoorbeeld scheur, breek, of draaibreekafsluitingen 3 (break-off, tear-off, twist-off closures). Met blaasvormen kunnen in principe 20 tevens op gunstige wijze hersluitbare afsluitingen worden gevormd.

Een afbreekrand 4 kan op bekende wijze worden gevormd. Zoals te zien in figuur 5, kan dit bijvoorbeeld een plaatselijke afname in materiaal zijn ter plaatse van de afbreekrand 4. Bij der gelijke afbreekranden 4 komt door aan een afsluiting 3 te draaien of trekken deze los van de container 2 25 en wordt een doorstroom of drinkopening 17 gevormd.

Voorts toont figuur 6 een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waarbij het rietje 1, of ten minste de container 2, is verdeeld in meerdere compartimenten 2A, 2B, zodat de gebruiker meerdere additieven kan mengen of eventueel zelfs apart kan legen en/of doseren. De 30 compartimenten kunnen bijvoorbeeld ongeveer dezelfde maar ook 12 verschillende volumes omvatten. Bijvoorbeeld het mengen van bepaalde drankjes kan worden vereenvoudigd aangezien de gebruiker de relatieve hoeveelheden reeds krijgt aangereikt.

Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm van een drinkrietje 1 volgens de 5 uitvinding met een koppelstuk 18. Het koppelstuk 18 omvat een soort ophangmiddel waarmee het rietje 1 bijvoorbeeld aan een glas 6 kan worden op gehangen, zodat een glas vloeistof min of meer gebundeld met een additief kan worden gepresenteerd.

Tevens is het in figuur 7 getoonde drinkrietje 1 voorzien van een 10 stamperelement 19, zodat het drinkrietje 1 tevens een stamperfunctie kan uitoefenen, bijvoorbeeld voor het stampen/persen van een deel van een citrusvrucht in een drankje. Naast een stamperfunctie kunnen meerdere gunstige functies voor drinkstoffen worden verenigd met het drinkrietje 1, zoals bijvoorbeeld een element 20om te roeren, zoals getoond in figuur 8.

15 Een dergelijk element 20 kan bijvoorbeeld een schroefje 20 omvatten, een plaatselijke versteviging van het drinkrietje 1, een lepelachtige vorm, etc.

In figuur 9 is een uitvoeringsvorm van een drinkrietje IA in doorsnede getoond met bijvoorbeeld openmaakbare en hersluitbare afsluitingen 3. Hierbij hoeft het rietje 1 niet integraal te worden gevuld met 20 medium 5.

Het is tevens gunstig inknijpbare kunststof drinkrietjes 1 te produceren, van zacht kunststof. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk vanuit het rietje 1 te doseren, bijvoorbeeld in combinatie met compartimenten 2A, 2B of in combinatie met hersluitbare drinkrietjes IA.

25 Blaasvormen is een zeer geschikte werkwijze voor het op gecontroleerde wijze vervaardigen van inknijpbare drinkrietjes 1.

In figuur 10 is een strip van drinkrietjes 1 getoond, waarbij de drinkrietjes 1 afbreekbaar met elkaar zijn verbonden via verbindingsranden 22. Een dergelijke strip is kan met behulp van één matrijs worden 30 geblaasvormd, zodat hoge productieaantallen van drinkrietjes 1 kunnen ^___ 13 worden bereikt met relatief lage kosten. Tevens kan dit transport en presentatiegemak opleveren.

In figuur 11 zijn een spiraalvormig drinkrietje 1 en een drinkrietje 1 met een O-vorm getoond. Bij deze drinkrietjes 1 is de doorsnede dl bij delen 5 van de container 2 in feite tevens groter dan de doorsnede d2 bij de (drink)opening 8, indien beide doorsneden dl en d2 zich loodrecht ten opzichte van een lengteas 1 van het drinkrietje 1 uitstrekken. Ook hierbij omvat de container 2 relatief veel opslagruimte ten opzichte van bekende drinkrietjes 1 met containers 2. Voorts kan het drinkrietje 1 met de O-vorm 10 worden gekoppeld aan bijvoorbeeld een drankhouder, zoals een flesje, zodat de O-vorm in feite een koppelstuk 18 is. De O-vorm kan bijvoorbeeld over de nek van een flesje worden getrokken waarbij de armen 24 met behulp van inkepingen 23 langs het flesje worden gelegd. Hiermee wordt presentatie en transport van de samenstelling van een drankhouder en drinkrietje 1 15 vereenvoudigd. Voorts is te zien dat het drinkrietje 1 in een verpakking 25 kan worden geleverd, bijvoorbeeld in een doorzichtige verpakking 25. Dit kan op gunstige wijze worden gecombineerd met het blaasvormproces aangezien dan het steriel geproduceerde drinkrietje 1 tevens steriel kan worden verpakt zodat de buitenkant van het drinkrietje 1 steriel kan blijven 20 tot opening van de verpakking.

In figuur 12 is een drinkrietje 1 volgens de uitvinding aangegeven met een kromme lengteas 1, bijvoorbeeld om gemakkelijker te drinken. Figuur 13 toont een drinkrietje volgens de uitvinding waarbij het afsluitsel 3B een gat 26 omvat voor aangrijping om de hals van een fles.

25 Deze en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.

1 03 0 5 63

Claims (26)

1. Drinkrietje, dat in een eerste staat afsluitingen bij de einden omvat en ten minste gedeeltelijk is gevuld met een medium anders dan lucht, en in een tweede staat een doorlopende opening omvat, waarbij de doorlopende opening ten minste een drinkopening en een container omvat, waarbij de 5 doorsnede van het rietje nabij de ten minste ene drinkopening kleiner is dan de doorsnede van ten minste een deel van de container.

2. Drinkrietje, bij voorkeur volgens conclusie 1, waarbij het rietje aan weerszijden is voorzien van een integraal meegevormde openmaakbare afsluiting.

3. Drinkrietje volgens conclusie 1 of 2, dat is gevormd door blaasvormen (blow molding).

4. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de container integraal is meegevormd.

5. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten 15 minste ene openmaakbare afsluiting afbreekbaar is.

6. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluiting is voorzien van een vlak.

7. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluiting is voorzien van een bedrukking en/of embossing.

8. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de container is voorzien van een bedrukking en/of embossing.

9. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat is voorzien van een ergonomische gevormde drinkrand.

10. Drinkrietje volgens conclusie 9, dat is voorzien van een afgeronde 25 drinkrand.

11. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de container ten minste één substantieel relatief smal deel omvat, waarbij de 1030563 doorsnede substantieel kleiner is dan genoemde doorsnede van genoemd deel van de container.

12. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat een koppelstuk omvat.

13. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat meerdere compartimenten omvat.

14. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat een stamper omvat.

15. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat is voorzien 10 van een element om te roeren.

16. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat meerdere lagen omvat.

17. Drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, dat ten minste een steriele binnenzijde heeft. j

18. Verpakt drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies. |

19. Strip van drinkrietjes volgens een der voorgaande conclusies.

20. Drinkrietje als in een der voorgaande conclusies, dat ongevuld is en waarbij de afsluitingen sluitbaar zijn.

21. Samenstel van een houder voor drank en een drinkrietje volgens 20 een der conclusies 1 - 18.

22. Werkwijze voor het vervaardigen van een drinkrietje volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het drinkrietje middels blaasvormen wordt vervaardigd.

23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij aftrekbare afsluitingen 25 integraal worden meegevormd.

24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, waarbij de inrichting tussen het vormen van twee afsluitingen wordt gevuld.

25. Gebruik van een container met ten minste een relatief lange smalle vorm, een container en openmaakbare afsluitingen aan de einden, waarbij 30 de doorsnede van de container nabij ten minste een einde kleiner is dan de doorsnede van ten minste een deel van de container gevuld met een medium anders dan lucht, als drinkrietje.

26. Gebruik van een container, bij voorkeur volgens conclusie 25, waarbij de container is voorzien van ten minste een, bij voorkeur twee aan 5 weerszijden integraal meegevormde openmaakbare afsluitingen. 1030563