NL1030308C2 - Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject. - Google Patents

Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject. Download PDF

Info

Publication number
NL1030308C2
NL1030308C2 NL1030308A NL1030308A NL1030308C2 NL 1030308 C2 NL1030308 C2 NL 1030308C2 NL 1030308 A NL1030308 A NL 1030308A NL 1030308 A NL1030308 A NL 1030308A NL 1030308 C2 NL1030308 C2 NL 1030308C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
adjusting
assembly
foundation
sleepers
bars
Prior art date
Application number
NL1030308A
Other languages
English (en)
Inventor
Theo Winter
Peter Rudolf Kambach
Original Assignee
Konink Bam Groep Nv
Pfleiderer Infrastrukturt Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konink Bam Groep Nv, Pfleiderer Infrastrukturt Gmbh filed Critical Konink Bam Groep Nv
Priority to NL1030308A priority Critical patent/NL1030308C2/nl
Priority to PCT/NL2006/050272 priority patent/WO2007053020A1/en
Priority to CNA2006800453607A priority patent/CN101321917A/zh
Priority to EP06812731A priority patent/EP1943387A1/en
Priority to KR1020087013255A priority patent/KR20080075852A/ko
Application granted granted Critical
Publication of NL1030308C2 publication Critical patent/NL1030308C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B1/00Ballastway; Other means for supporting the sleepers or the track; Drainage of the ballastway
    • E01B1/002Ballastless track, e.g. concrete slab trackway, or with asphalt layers
    • E01B1/004Ballastless track, e.g. concrete slab trackway, or with asphalt layers with prefabricated elements embedded in fresh concrete or asphalt
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B29/00Laying, rebuilding, or taking-up tracks; Tools or machines therefor
    • E01B29/05Transporting, laying, removing, or renewing both rails and sleepers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B1/00Ballastway; Other means for supporting the sleepers or the track; Drainage of the ballastway
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B29/00Laying, rebuilding, or taking-up tracks; Tools or machines therefor
    • E01B29/02Transporting, laying, removing, or renewing lengths of assembled track, assembled switches, or assembled crossings

Description

Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraiect.
De uitvinding heeft in de eerste plaats betrekking op een werkwijze voor het aanleggen van een spoortraject dat een spoorbaan omvat alsmede een fundatie waarop de 5 spoorbaan is ondersteund. Deze werkwijze omvat de op zich bekende stappen van: -het verschaffen van de fundatie, -het verschaffen van een samenstel uit een reeks dwarsliggers alsmede staven door middel waarvan de dwarsliggers onderling evenwijdig en op afstand van elkaar worden gehouden, 10 -het verschaffen van een stelinstallatie, -het stellen van het samenstel door middel van de stelinstallatie, -het door middel van secundaire steunmiddelen, zoals spindels, ten opzichte van de fundatie ondersteunen van het samenstel in de door de stelinstallatie verschafte positie, 15 -het verwijderen van de stelinstallatie, -het storten van een verhardbare specie tussen de reeks dwarsliggers van het samenstel en de fundatie, -het doen verharden van de verhardbare specie ter verschaffing van een verbinding tussen de reeks dwarsliggers van het samenstel en de fundatie, 20 -het uitvoeren van het storten en doen verharden van de verhardbare specie ter wijl de dwarsliggers samenwerken met de staven en nadat de stelinstallatie is verwijderd.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-1.039.033. Bij deze bekende werkwijze wordt allereerst een fundatie vervaardigd, die 25 onder afschot gelegd is afhankelijk van de bochtstralen van het betreffende gedeelte van het spoorbaantraject. Op de aldus vervaardigde fundatie worden vervolgens dwarsliggers achter elkaar geplaatst, op welke dwarsliggers de spoorstaven worden bevestigd. Het gaat daarbij om spoorstaven met een grote lengte, die verkregen kunnen zijn door middel van aan elkaar lassen van spoorstaven met standaard lengte die nog te 30 transporteren zijn door een aantal achter elkaar geschakelde wagons.
De fundatie bestaat gewoonlijk uit beton, doch ook andere materialen zijn mogelijk. In het bijzonder kan het daarbij gaan om zogenaamde hydraulisch gebonden materialen, waarvan beton slechts een voorbeeld is. Een dergelijke fundatie is in het bijzon- 1 η x η x n 2 der geschikt voor spoorbaantrajecten die bestemd zijn om bereden te worden met hoge snelheden. Onder dergelijke omstandigheden zijn traditionele spoorbaantrajecten, waarbij de dwarsliggers zijn opgenomen in een bed van stortgoed, in het bijzonder steenslag, kiezel zijn dergelijke, niet geschikt. Vanwege de hogere snelheden waarmee 5 de spoorbaantrajecten worden bereden, moeten de spoorstaven zeer nauwkeurig gepositioneerd worden en ook in die nauwkeurig gepositioneerde toestand gehouden worden. Daarvoor zijn de traditionele fundaties met stortgoed niet geschikt. Door middel van een betonnen fundatie kan in dat verband een nauwkeuriger positie van de spoorstaven gegarandeerd worden. Deze nauwkeurigheid betreft zowel de plaats van de spoorstaven 10 in dwarsrichting als een hoogterichting.
Bij de hierboven genoemde bekende werkwijze worden de dwarsliggers met de daaraan verbonden spoorstaven min of meer grof gepositioneerd op de betonnen fundatie geplaatst. Vervolgens worden de dwarsliggers met de spoorstaven fijn gepositioneerd en gesteld, en door middel van steunmiddelen, in het bijzonder spindels die op de 15 betonnen fundatie steunen, in de gewenste posities in hoogterichting en dwarsrichting gehouden. Het stellen van de spoorstaven met de daaraan bevestigde dwarsliggers geschiedt door een aparte stelinstallatie, die verrijdbaar is over de fundatie. In de aldus verkregen nominale positie worden de spoorstaven en dwarsliggers vervolgens door middel van spindels ondersteund ten opzichte van de fundatie, in welke toestand de 20 stelinstallatie verwijderd kan worden terwijl de nominale positie van de spoorstaven en dwarsliggers behouden blijft. Tenslotte wordt tussen de aldus in de nominale positie opgetild gehouden dwarsliggers en de fundatie beton gestort. Nadat de aldus gestorte beton verhard is, moeten de spoorstaven zich in een nauwkeurig bepaalde positie bevinden. Tenslotte kunnen de gebruikte spindels verwijderd worden in verband met her-25 gebruik.
Bij deze bekende werkwijze worden de spindels gebruikt voor het stabiliseren van de fijnafstelling van de spoorstaven. Dit betekent dat de spindels een bepaalde slag moeten kunnen maken. Deze slag van de spindels is bij de bekende werkwijze echter beperkt. Dit vloeit voort uit het feit dat de dwarsliggers met de spoorstaven min of meer 30 evenwijdig verlopen aan het oppervlak van de fundatie, inclusief het afschot daarvan. Daardoor blijft de na de fijnafstelling verkregen afstand tussen dwarsliggers en fundatie relatief klein en gelijkmatig.
103030 3
In bepaalde omstandigheden is het echter wenselijk een fundatie toe te passen waarvan het oppervlak in dwarsrichting min of meer horizontaal is, ook ter hoogte van de gekromde delen van het spoorbaantraject. Een dergelijke fundatie bezit derhalve geen of weinig afschot. De spoorstaven met de dwarsliggers moeten in die gekromde 5 delen van het spoorbaantraject echter wel onder afschot komen te liggen, in verband met de stabiliteit van de trein die immers ook in de bochten een bepaalde gewenste hoge snelheid moet kunnen bereiken. Dit betekent dat in bepaalde gebieden van het spoorbaantraject de afstand tussen dwarsliggers en fundatie relatief groot is, vooral aan : de zijde van de buitenbochten. Bij een dergelijke werkwijze is de gang van zaken zoals 10 beschreven in de Europese octrooiaanvrage 1.039.033 minder wenselijk. In de praktijk blijkt dat bij een dergelijke manier van aanleggen van het spoorbaantraject, dat wil zeggen met een vlakke fundatie waarvan het oppervlak in dwarsrichting min en meer horizontaal is, de werkwijze volgens de Europese octrooiaanvrage 1.039.033 niet tot de gewenste resultaten leidt.
15 Een van de problemen die zich voordoet is dat de spindels in een dergelijke bui tenbocht moeten worden ingesteld met een vrij grote slag, hetgeen tijdrovend is. Dit probleem doet zich vooral voor bij de buitenbochten van het traject, waar de afstand tussen de onder afschot gelegde dwarsliggers en de vlakke fundatie relatief groot is. Ook blijkt dat de lange spoorstaven waaraan grote reeksen dwarsliggers zijn bevestigd, 20 het verkrijgen van een nauwkeurige positie bemoeilijken. Doel van de uitvinding is daarom een werkwijze te verschaffen voor het nauwkeurig leggen van een spoorbaantraject dat in het bijzonder geschikt is voor hoge snelheden, waarbij de hiervoor beschreven nadelen van de stand van de techniek vermeden kunnen worden. Dat doel wordt bereikt door de stappen van: 25 -het aanvankelijk toepassen van staven anders dan de definitieve spoorstaven, -het van de reeks dwarsliggers van het samenstel verwijderen van de staven nadat de specie is verhard, -het daarna op de reeks dwarsliggers van het samenstel aanbrengen van spoorstaven.
30 Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden de dwarsliggers gesteld terwijl zij verbonden zijn aan een paar staven die als vervanging fungeren van de eigenlijke, later aan te brengen spoorstaven. Dit paar staven bezit een hoge nauwkeurigheid, zodanig dat de dwarsliggers nauwkeurig ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de fundatie 1030308 4 gepositioneerd kunnen worden. Bovendien bezit het paar staven bij voorkeur een beperkte lengte, bij voorbeeld ter grootte van 20 tot 30 achter elkaar geplaatste dwarsliggers. Gevolg daarvan is dat telkens een beperkt aantal dwarsliggers gepositioneerd wordt, zonder dat deze beïnvloed worden door de reeds gepositioneerde dwarsliggers 5 die in een vorige fase zijn gesteld, en ook niet de door de volgende reeks dwarsliggers die nog niet gepositioneerd is.
Volgens de uitvinding wordt dus per keer door middel van de vervangende staven van beperkte lengte een beperkte reeks dwarsliggers gesteld, en in die gestelde positie gestabiliseerd door bijvoorbeeld op zich bekende spindels. Nadat een dergelijke reeks 10 dwarsliggers aldus gereed is om verbonden te worden aan de fundatie door middel van bijvoorbeeld beton, wordt de volgende reeks dwarsliggers gesteld. Daarbij wordt natuurlijk aansluiting gezocht bij de reeds gestelde reeks dwarsliggers, zodanig dat een vloeiend verloop van het uiteindelijke spoorbaantraject verzekerd kan worden. De staven van de volgende reeks hoeven daarbij echter niet tegen de staven van de reeds ge-15 legde reeks dwarsliggers aan te komen.
Deze werkwijze volgens de uitvinding kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Allereerst kan elke reeks dwarsliggers, telkens direct nadat deze nauwkeurig is gepositioneerd, bevestigd worden aan de fundatie door middel van beton. Volgens een tweede mogelijkheid echter kunnen meerdere reeksen dwarsliggers op die 20 hiervoor beschreven wijze achter elkaar gesteld worden, waarna vervolgens alle reeksen aansluitend bevestigd worden aan de fundatie door middel van beton. Verder kan de werkwijze volgens de uitvinding de stappen omvatten van: -het achtereenvolgens leggen van meerdere samenstellen uit reeksen dwarsliggers en staven, 25 -het van de reeksen dwarsliggers verwijderen van de staven, -het op de samenstellen aanbrengen van continue spoorstaven.
Het aanbrengen van de continue spoorstaven kan op elk gewenst moment geschieden nadat de dwarsliggers zijn bevestigd aan de fundatie. Dat kan dus worden uitgevoerd geruime tijd nadat de dwarsliggers zijn bevestigd, maar bijvoorbeeld ook 30 direct aansluitend daarop.
Deze continue spoorstaven kunnen bijvoorbeeld verkregen worden door het aan elkaar lassen van spoorstaafdelen. In verband met het verzekeren van de gewenste 1030508_ L ____ 5 nauwkeurigheid van het uiteindelijke spoorbaantraject kan de werkwijze volgens de uitvinding tevens de volgende stappen omvatten: -het meten van de positie van het samenstel, -het uit de gemeten positie van het samenstel en de vooraf bepaalde positie aflei-5 den van positie-correctiewaarden, -het door middel van de stelinstallatie stellen van het samenstel op basis van de positie-correctiewaarden.
Een verdere verbetering ten opzichte van de werkwijze volgens de stand van de techniek kan worden verkregen door het toepassen van de stap van het doen aangrijpen 10 van gescheiden secundaire steunmiddelen die elk op een en slechts een der staven aangrijpen. Daarbij wordt een grotere nauwkeurigheid van de positie van elke spoorstaaf afzonderlijk mogelijk dan bij de werkwijze volgens de stand van de techniek. Volgens die laatste worden telkens beide spoorstaven tegelijkertijd ondersteund door spindels die onderling verbonden zijn door dwarsdragers, waardoor een onafhankelijke instel-15 ling van de spoorstaven minder goed mogelijk is. Door middel van de secundaire steunmiddelen die elk op een bijbehorende staaf aangrijpen kan zowel een instelling in hoogterichting als in dwarsrichting worden verzekerd.
Een verdere vergroting van de positienauwkeurigheid kan worden verkregen door het tevens uitvoeren van de stappen van: 20 -het secundair meten van de positie van het samenstel nadat het samenstel door de stelinstallatie is gesteld, -het uit de secundaire gemeten positie van het samenstel en de vooraf bepaalde positie afleiden van secundaire positie-correctiewaarden, -het door middel van de secundaire steunmiddelen stellen van het samenstel op 25 basis van de gemeten secundaire positie-correctiewaarden.
Het werk op de bouwplaats kan op voordelige manier gunstig worden uitgevoerd door de stelinstallatie te ondersteunen op de staven. Deze staven zelf zijn door middel van de secundaire steunmiddelen ondersteund. Daarna kan de stelinstallatie door verrijden over de staven worden verwijderd. In dat geval rijdt de stelinstallatie van de betref-30 fende staven af tot op de fundatie. Op die fundatie ligt reeds de volgende reeks dwarsliggers, onderling verbonden door wederom een paar staven, gereed in verband met de stelwerkzaamheden. De stelinstallatie rijdt dus op deze manier tot de boven en deze 1050308_ 6 nog te leggen reeks dwarsliggers met staven, waarna de cyclus in verband met het stellen van deze reeks kan aanvangen.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding kunnen verschillende stelinstallatie worden toegepast, doch de voorkeur gaat uit naar een stelinstallatie die uit tenminste twee j 5 stelwagens bestaat, welke stelwagens elk zijn voorzien van stelmiddelen die elk aangrijpen op het samenstel. Als voorbeeld wordt genoemd een stelinstallatie met bijvoorbeeld vier stelwagens, door middel waarvan een samenstel met bijvoorbeeld 20 tot 30 dwarsliggers in één keer kan worden behandeld. De nauwkeurigheid van de uiteindelijke positie van het samenstel wordt gunstig beïnvloed indien de stelwagens simultaan 10 functioneren bij de stelhandelingen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een stelinstallatie voor gebruik bij de hiervoor beschreven werkwijze voor het ten opzichte van een fundatie stellen van een samenstel uit een reeks dwarsliggers alsmede staven door middel waarvan de dwarsliggers onderling evenwijdig en op afstand van elkaar worden gehouden. Deze stelinstal-15 latie omvat een grijpinrichting voor het grijpen van de staven van het samenstel, een hefïnrichting voor het op en neer bewegen van het gegrepen samenstel, een verrijdbaar onderstel, alsmede stelmiddelen voor het stellen van het samenstel ten opzichte van de fundatie van de spoorbaan.
Een dergelijke stelinstallatie is eveneens bekend uit de Europese octrooiaanvrage 20 1.039.033. Volgens de uitvinding is voorzien dat het onderstel van de stelinstallatie zowel verrijdbaar is over het samenstel als over de fundatie. In het bijzonder kan daarbij zowel een apart onderstel voor het verrijden over het samenstel zijn voorzien alsmede een apart onderstel voor het verrijden over de fundatie. De stelmiddelen kunnen zijn uitgevoerd voor het richten van het spoorbaandeel in hoogterichting en dwarsrichting 25 alsmede in draairichting rond de langshartlijn.
De stelinstallatie bezit bij voorkeur tenminste twee onderling gekoppelde stelwagens die elk bijbehorende stelmiddelen bezitten. In dat verband is tevens een centrale stuurinrichting is voorzien voor het besturen van de stelmiddelen, welke stelmiddelen bijvoorbeeld radiografisch kunnen zijn gekoppeld.
30 Verder kan de stelinstallatie ten minste een meetrichting omvatten welke een op het spoorbaandeel ondersteunbare drager omvat. Deze drager bezit bij voorkeur van flenzen voorziene rolorganen die afrolbaar zijn over de spoorstaven. De drager moet een nauwkeurig bepaalde positie ten opzichte van de staven bezitten, om te verzekeren 1 0 3 0 3 0 8_ 7 dat ook de positie van de staven op hun beurt nauwkeurig kan worden bepaald. In dat verband kan een nauwkeurige positie van de drager, en daarmee van de meetinrichting, ten opzichte van de staven worden verkregen indien volgens een voorkeursuitvoeringsvorm voorspanmiddelen zijn voorzien voor het onder voorspanning aangedrukt houden 5 van de flenzen van de rolorganen tegen telkens één en dezelfde spoorstaaf.
Met iedere stelwagen is een dergelijke eigen, aparte meetinrichting gekoppeld. Omdat nu steeds de drager aangedrukt gehouden wordt tegen dezelfde staaf, is de positie van de meetinrichting ten opzichte van die staaf, en daarmee ook ten opzichte van de andere staaf, steeds gegarandeerd. De metingen kunnen derhalve niet meer worden 10 verstoord doordat de drager en niet goed gedefinieerde positie in dwarsrichting ten opzichte van de staven zou bezitten. De drager is bij voorkeur verbonden met tenminste een der stelwagens.
Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
15 Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een spoorbaangedeelte met een stelinstallatie volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht op een samenstel uit dwarsliggers en staven, alsmede de stelinstallatie.
Figuur 3 toont een eerste aanzicht in perspectief van een stelwagen behorende bij 20 de stelinstallatie volgens de figuren 1 en 2.
Figuur 4 toont een tweede aanzicht in perspectief van de stelwagen van Figuur 3.
Figuren 5a-e tonen verschillende stappen bij het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.
In Figuur 1 is een spoorbaantraject 1 weergegeven, waarop de in zijn geheel met 25 2 aangeduide stelinstallatie voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding is weergegeven. Het spoorbaantraject 1 omvat een reeks dwarsliggers 4, die door middel van spoorstaven 27 aan elkaar zijn verbonden. De stelinstallatie 2 omvat, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, een viertal stelwagens 5, alsmede een gemotoriseerde trekker 6 voor het verplaatsen van de stelinstallatie 2. Door middel van de kop-30 pelstangen 7 zijn de trekker 6 en de stelwagens 5 onderling verbonden.
In Figuur 1 is de stelinstallatie 2 weergegeven op een gereed, reeds gebetonneerd spoorbaangedeelte 1. Dit betekent dat op de dwarsliggers 4 reeds de permanente spoorstaven kunnen zijn aangebracht, maar dat kunnen eventueel ook tijdelijke staven zijn.
1030308 8
In het bovenaanzicht van Figuur 2 daarentegen is het in zijn geheel met 8 aangeduide samenstel weergegeven, dat bestaat uit een dertigtal dwarsliggers 4 met daaraan verbonden de staven 3. Bij deze staven 3 gaat het niet om permanente spoorstaven zoals in Figuur 1, doch om nauwkeurig gevormde elementen die ten doel hebben een nauwkeu-5 rige onderlinge positie van het dertigtal dwarsliggers 4 te verschaffen. Deze staven 3 vormen dus als het ware ijkmiddelen of mallen die slechts een rol spelen bij het aanbrengen van het dertigtal dwarsliggers 4 in de gewenste positie.
Het samenstel 8 is in zijn geheel ondersteund door het viertal stelwagens 5 van de stelinstallatie 2 zoals weergegeven in figuur 1. Hoewel in het weergegeven uitvoe-10 ringsvoorbeeld een dertigtal dwarsliggers 4 in het samenstel 8 is getoond, kunnen natuurlijk ook andere aantallen dwarsliggers worden behandeld voorzover dat valt binnen de reikwijdte van de stelinstallatie 2.
De stelwagens 5 zijn in verschillende aanzichten in perspectief weergegeven in de figuren 3 en 4. Ook weergegeven zijn de staven 3. Elke stelwagen 5 omvat een ge-15 stel 10, voorzien van een eerste onderstel 11 met loopwielen 12 die afrolbaar zijn over de staven 3. Verder bevat elke stelwagen 5 en tweede onderstel 13 met loopwielen 14 die afrolbaar zijn over een fundatie waarop de dwarsliggers 4 moeten worden bevestigd, zoals zal worden toegelicht onder verwijzing naar figuur 5. Het onderstel 13 is ten opzichte van het gestel 10 op en neer beweegbaar door middel van de actuatoren 15. In 20 de in de figuren 3 en 4 weergegeven toestand is het onderstel 13 in de onwerkzame, opgetilde toestand weergegeven.
Bij elke stelwagen 5 behoort tevens een eigen meetinrichting 16, die een drager 17 omvat voorzien van een viertal rollen 18 die afrolbaar zijn over de staven 3. Op de drager 17 is een stijl 19 gemonteerd, welke een meethulpmiddel 20 draagt die gedetec-25 teerd kan worden door een vast opgesteld meetinstrument, zoals een teodoliet. Een dergelijk op zich bekend meetinstrument valt buiten de omvang van deze aanvrage en zal daarom niet verder worden beschreven.
De rollen 18 bezitten elk een flens 21; door middel van een voorspaninrichting worden de flenzen 21 telkens tegen een der staven 7 aangedrukt gehouden, zodanig dat 30 de positie van de drager 17 en daarmede van het meethulpmiddel 20 nauwkeurig is bepaald. Daardoor is steeds verzekerd dat de positie van beide staven 3 op nauwkeurige wijze kan worden bepaald.
1030308 9
De wijze waarop volgens de uitvinding een spoorbaantraject wordt aangelegd, is weergegeven in de figuren 5a-d. In deze figuren zijn de verschillende stappen weergegeven op de bouwplaats. Daarbij is allereerst een fundatie 22 gelegd, gewoonlijk bestaande uit beton en met een oppervlak 23 dat in dwarsrichting in wezen horizontaal is, 5 maar noodzakelijk is dat niet. Dit betekent dat het oppervlak 23 niet altijd een afschot of verkanting hoeft te hebben, zoals dat elders gebruikelijk is in de gebogen gedeelten van spoorbaantraject. Met betrekking tot figuur 5a is op de fundatie 22 in een voorafgaande werkwij zestap het samenstel 8’ geplaatst en aan de fundatie bevestigd door middel van beton 24. Overigens kan dit samenstel 8’ ook door andere middelen zijn 10 ondersteund ten opzichte van de fundatie 22, bijvoorbeeld op tijdelijke wijze door middel van vijzels.
Volgend op het samenstel 8’ is een samenstel 8 op het oppervlak 23 van de fundatie 22 neergelegd en ruw gepositioneerd. Over dit samenstel 8 is vervolgens de stel-installatie 2 geplaatst. Daarbij is het onderstel 13 van de stelwagens 5 naar de werkza-15 me positie verplaatst, zodanig dat de rolorganen 14 van dat onderstel 13 afrolbaar zijn over het oppervlak 23 van de fundatie 22. Door bediening van de actuatoren 15 laat men het gestel 10 van de stelwagens 5 vervolgens zakken, zodanig dat het onderstel 11, en in het bijzonder de rolorganen 12 daarvan, in contact komen met de staven 3. Door J middel van de klauwen 25 worden de staven 3 vervolgens gegrepen.
20 In de volgende werkwijzestap worden de actuatoren 15 weer bekrachtigd, zoda nig dat het samenstel 8 vanuit de positie waarin de dwarsliggers 4 op het oppervlak 23 van de fundatie 22 rusten, wordt opgetild naar de in Figuur 5b getoonde positie. Onder gebruikmaking van de meetinrichtingen 16 worden de staven 3 daarbij in de nauwkeurige gewenste positie in hoogterichting en dwarsrichting gepositioneerd. In die toestand 25 wordt de positie van het samenstel 8 vastgelegd door middel van de in Figuur 5b getoonde spindels 26. Nadat aldus de positie van het samenstel 8 is vastgelegd, wordt de stelinstallatie verwijderd, waarbij de rolorganen 12 van het onderstel 11 afrollen over de staven 3. Geleidelijk aan wordt daarbij de ondersteuning van de stelwagen 5 overgenomen door het onderstel 13 dat op de fundatie 22 steunt.
30 In de volgende werkwijzestap zoals getoond in Figuur 5c wordt nu een betonmas- sa 24 gestort tussen de dwarsliggers 4’, 4 en het oppervlak 23 van de fundatie 22. Na verharden van die betonmassa 24 is de positie van de staven 3 van het samenstel 8 nauwkeurig vastgelegd. Nadat aldus een aantal samenstellen 8’, 8 achter elkaar op de 1 Ü 3 Q X (1 S_ 10 fundatie 22 is bevestigd, worden de staven 3’, 3 verwijderd en zoals weergegeven in Figuur 5d. In die toestand bevindt zich op de fundatie 22 een reeks dwarsliggers 4’, 4 nauwkeurig gepositioneerd achter elkaar. In de laatste werkwijzestappen, zoals getoond in Figuur 5e, worden op deze dwarsliggers 4’, 4 de definitieve spoorstaven 27 beves-5 tigd door middel van de op zich bekende bevestigingsorganen 28.
Hoewel in het voorgaande de uitvinding is beschreven aan de hand van een uitvoeringsvorm waarbij de fundatie in dwarsrichting een in wezen horizontaal oppervlak heeft, is de uitvinding ook toepasbaar bij fundaties met een schuin oppervlak onder afschot.
1030308

Claims (27)

1. Werkwijze voor het aanleggen van een spoortraject (1) met een spoorbaan (4, 27) alsmede een fundatie (22) waarop de spoorbaan is ondersteund, omvattende de 5 stappen van: -het verschaffen van de fundatie (22), -het verschaffen van een samenstel (8) uit een reeks dwarsliggers (4) alsmede staven (3) door middel waarvan de dwarsliggers (4) onderling evenwijdig en op afstand van elkaar worden gehouden, 10 -het verschaffen van een stelinstallatie (2), -het stellen van het samenstel (8) door middel van de stelinstallatie (2), -het door middel van secundaire steunmiddelen (26) ten opzichte van de fundatie (22) ondersteunen van het samenstel (8) in de door de stelinstallatie (2) verschafte positie, 15 -het verwijderen van de stelinstallatie (2), -het storten van een verhardbare specie (24) tussen de reeks dwarsliggers (4) van het samenstel (8) en de fundatie (22), -het doen verharden van de verhardbare specie (24) ter verschaffing van een verbinding tussen de reeks dwarsliggers (4) van het samenstel en de fundatie (22), 20 -het uitvoeren van het storten en doen verharden van de verhardbare specie (24) terwijl de dwarsliggers (4) samenwerken met de staven (3) en nadat de stelinstallatie (2) is verwijderd, gekenmerkt door -het van de reeks dwarsliggers (4) van het samenstel (8) verwijderen van de staven (3) nadat de specie (24) is verhard, 25 -het op de reeks dwarsliggers (4) van het samenstel aanbrengen van spoorstaven (27).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stappen van: -het achtereenvolgens leggen van meerdere samenstellen (8, 8’) uit reeksen 30 dwarsliggers (4,4’) en staven (3, 3’), -het van de reeksen dwarsliggers (4,4’) verwijderen van de staven (3, 3 ’), -het op de samenstellen (8,8’) aanbrengen van continue spoorstaven (27). 1 0 3 0 308_
3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende de stap van het vervaardigen van continue spoorstaven (27) door het aan elkaar lassen van spoorstaafdelen. i
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van het 5 verschaffen van een fundatie (22) met een oppervlak (23) dat over in wezen de gehele lengte van het spoortraject (1) in dwarsrichting in wezen horizontaal is.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van: -het meten van de positie van het samenstel (8), 10 -het uit de gemeten positie van het samenstel (8) en de vooraf bepaalde positie afleiden van positie-correctiewaarden, -het door middel van de stelinstallatie (2) stellen van het samenstel (8) op basis van de positie-correctiewaarden. 15
6 . Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van: -het doen aangrijpen van gescheiden secundaire steunmiddelen (26) die elk op een en slechts een der staven (7) aangrijpen.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van: 20 -het verschaffen van secundaire steunmiddelen (26) die instelbaar zijn in hoogte- richting.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van: -het verschaffen van secundaire steunmiddelen (26) die instelbaar zijn in dwars- 25 richting.
9. Werkwijze volgens conclusies 7 en 8, omvattende de stappen van: -het secundair meten van de positie van het samenstel (8) nadat het samenstel (8) door de stelinstallatie (2) is gesteld, 30 -het uit de secundaire gemeten positie van het samenstel (8) en de vooraf bepaal de positie afleiden van secundaire positie-correctiewaarden, -het door middel van de secundaire steunmiddelen (26) stellen van het samenstel (8) op basis van de gemeten secundaire positie-correctiewaarden. 1 0 3 0 3 0 8
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het verwijderen van de secundaire steunmiddelen (26) na het doen verharden van de verhardbare specie (24). 5
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: -het ondersteunen van de stelinstallatie (2) op het door middel van de secundaire steunmiddelen (26) ondersteunde staven (3), 10 -het verwijderen van de stelinstallatie (26) door verrijden daarvan over de staven (3).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, omvattende het verwijderen van de stelinstallatie (2) door het van de door middel van de secundaire steunmiddelen (26) onder- 15 steunde staven (3) afrijden van de stelinstallatie (2) tot op de fundatie (22).
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, omvattende de stappen van: -het aanbrengen van een samenstel (8) op de fundatie (22) direct volgend op een door middel van de secundaire steunmiddelen (26) ondersteund voorafgaand samenstel 20 (8’), alsmede -het verplaatsen van de stelinstallatie (2) vanaf dat voorafgaande samenstel (8’) tot op de fundatie (22) boven dat volgende samenstel (8).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, omvattende: 25 -het ter hoogte van het voorafgaande samenstel (8’) verrijden van de stelinstalla tie (2) over dat voorafgaande samenstel (8’), alsmede -het ter hoogte van het volgende samenstel (8) verrijden van de stelinstallatie (2) over de fundatie (22).
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het toepassen van een stelinstallatie (2) die uit tenminste twee stelwagens (5) bestaat, welke stelwagens (5) elk zijn voorzien van grijpmiddelen (25) die elk aangrijpen op het samenstel (8)· 1030308
16. Werkwijze volgens conclusie 15, omvattende het simultaan doen functioneren van de grijpmiddelen (25) en/of stelmiddelen (28-31) der stelwagens (2).
17. Stelinstallatie (2) voor gebruik bij de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies voor ten opzichte van een fundatie van een spoorbaan stellen van een samenstel (8) uit een reeks dwarsliggers (4) alsmede staven (3) door middel waarvan de dwarsliggers (4) onderling evenwijdig en op afstand van elkaar worden gehouden, omvattende een grijpinrichting (25) voor het grijpen van de staven (3) van het samenstel 10 (8), een hefinrichting voor het op en neer bewegen van het gegrepen samenstel, een verrijdbaar onderstel (11, 13), alsmede stelmiddelen (28-31) voor het stellen van het samenstel (8) ten opzichte van de fundatie (22) van de spoorbaan, met het kenmerk dat het onderstel (11, 13) zowel verrijdbaar is over het samenstel (8) als over de fundatie (22). 15
18. Stelinstallatie (2) volgens conclusie 17, waarbij zowel een onderstel (11) voor het verrijden over het samenstel (8) is voorzien alsmede een apart onderstel (13) voor het verrijden over de fundatie (22).
19. Stelinstallatie (2) volgens conclusie 17 of 18, waarbij de stelmiddelen (28-31) zijn uitgevoerd voor het richten van het spoorbaandeel in hoogterichting en dwarsrich-ting alsmede in draairichting rond de langshartlijn.
20. Stelinstallatie (2) volgens een der conclusies 17-19, waarbij tenminste twee 25 onderling gekoppelde stelwagens (5) zijn voorzien die elk bijbehorende stelmiddelen (28-31) bezitten.
21. Stelinstallatie (2) volgens conclusie 20, waarbij een centrale stuurinrichting is voorzien voor het besturen van de stelmiddelen (28-31). 30
22. Stelinstallatie (2) volgens conclusie 21, waarbij de stuurinrichting en de stelmiddelen (28-31) radiografisch zijn gekoppeld. | i ! 1030308
23. Stelinstaiiatie (2) volgens een der conclusies 17-22, waarbij een meetrichting (16) is voorzien welke een op het spoorbaandeel ondersteunbare drager (17) omvat.
24. Stelinstaiiatie (2) volgens conclusie 23, waarbij de drager (17) van flenzen 5 (21) voorziene rolorganen (18) bezit die afrolbaar zijn over de staven (3).
25. Stelinstaiiatie (2) volgens conclusie 24, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien voor het onder voorspanning aangedrukt houden van de flenzen (21) van de rolorganen (18) tegen telkens één en dezelfde staaf (3). 10
26. Stelinstaiiatie (2) volgens conclusie 24 of 25 wanneer afhankelijk van een der conclusies 20-22, waarbij de drager (17) is verbonden met tenminste een der stelwagens (5).
27. Stelinstaiiatie (2) volgens conclusies 23, 24, 25 of 26, waarbij elke stelwagen (5) is gekoppeld met een eigen, aparte meetinrichting (16). 103030
NL1030308A 2005-10-31 2005-10-31 Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject. NL1030308C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030308A NL1030308C2 (nl) 2005-10-31 2005-10-31 Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject.
PCT/NL2006/050272 WO2007053020A1 (en) 2005-10-31 2006-10-31 Method and adjusting installation for producing a stretch of railway
CNA2006800453607A CN101321917A (zh) 2005-10-31 2006-10-31 用于生产铁路段的方法和调节机构
EP06812731A EP1943387A1 (en) 2005-10-31 2006-10-31 Method and adjusting installation for producing a stretch of railway
KR1020087013255A KR20080075852A (ko) 2005-10-31 2006-10-31 소정 범위의 철도를 형성하기 위한 방법 및 조정 설비

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030308 2005-10-31
NL1030308A NL1030308C2 (nl) 2005-10-31 2005-10-31 Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030308C2 true NL1030308C2 (nl) 2007-05-03

Family

ID=36406000

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030308A NL1030308C2 (nl) 2005-10-31 2005-10-31 Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP1943387A1 (nl)
KR (1) KR20080075852A (nl)
CN (1) CN101321917A (nl)
NL (1) NL1030308C2 (nl)
WO (1) WO2007053020A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2453754A (en) * 2007-10-17 2009-04-22 W & D Mcculloch Apparatus and methods for handling railway rails and ancillary components
FR2952656B1 (fr) * 2009-11-16 2012-12-14 Geismar Ancien Ets L Procede et systeme de prolongation d'une voie de chemin de fer
CN101812818B (zh) * 2010-05-13 2012-02-08 四川省成都普什机电技术研究有限公司 移动式轨道板精确调整装置
CN102535277B (zh) * 2012-02-28 2013-11-20 孙晓伟 铁路道岔整体移动装置
ES2561928B1 (es) * 2014-04-11 2017-01-04 Ferrovial Agroman, S.A. Procedimiento de montaje de vías de ferrocarril
FI128160B (en) * 2018-12-05 2019-11-29 Kallion Raide Oy APPARATUS AND METHODS FOR PUTING SLEEVE LOGS ON SHREDDER FOR RAILWAY BUILDING

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2546925A1 (fr) * 1983-06-03 1984-12-07 Matisa Materiel Ind Sa Machine ferroviaire pour la pose et la depose de troncons ou d'appareils de voie montes
EP0971071A1 (fr) * 1998-07-10 2000-01-12 Fassetta Mecanique Procédé et dispositif de pose d'élément de voie par des lorries à chenilles
EP1039033A1 (de) * 1999-03-19 2000-09-27 GSG Knape Gleissanierung GmbH Verfahren zur Herstellung einer festen Fahrbahn für Schienfahrzeuge und Richtsystem zur Verwendung bei einem solchen Verfahren

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2546925A1 (fr) * 1983-06-03 1984-12-07 Matisa Materiel Ind Sa Machine ferroviaire pour la pose et la depose de troncons ou d'appareils de voie montes
EP0971071A1 (fr) * 1998-07-10 2000-01-12 Fassetta Mecanique Procédé et dispositif de pose d'élément de voie par des lorries à chenilles
EP1039033A1 (de) * 1999-03-19 2000-09-27 GSG Knape Gleissanierung GmbH Verfahren zur Herstellung einer festen Fahrbahn für Schienfahrzeuge und Richtsystem zur Verwendung bei einem solchen Verfahren

Also Published As

Publication number Publication date
EP1943387A1 (en) 2008-07-16
WO2007053020A1 (en) 2007-05-10
KR20080075852A (ko) 2008-08-19
CN101321917A (zh) 2008-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030308C2 (nl) Werkwijze en stelinstallatie voor het vervaardigen van een spoorbaantraject.
JP4624242B2 (ja) 桁の架設工法
EP2133469B1 (en) Machine for unloading and positioning rails on crossties in railway tracks
KR101582611B1 (ko) 횡방향이 이동이 가능한 프리캐스트 슬래브단차조절장치 및 이를 이용한 교량시공방법
KR101400302B1 (ko) 교량 가설용 높이 가변형 트랜스포터
EP1941102A1 (en) Method for pouring sleepers and formwork used therefore
KR102161144B1 (ko) 교량 가설용 트랜스포터 및 이를 이용한 교량 가설 공법
CN108708292A (zh) 一种工字型钢混组合梁混凝土叠合施工装置及施工方法
KR20060127329A (ko) 교량의 상부구조 시공장치, 및 그를 이용한 교량의상부구조 시공방법
KR20170001392A (ko) 높이 조절이 가능한 철제 거푸집
JP2021173051A (ja) 高架橋構築工法及び高架橋構築装置
RU2151230C1 (ru) Способ изготовления или установки в точном положении опорных точек рельсов и машина для осуществления способа
DE19753747C2 (de) Verfahren zur Herstellung einer festen Fahrbahn für schienengebundenen Verkehr
KR101372842B1 (ko) 더블체인 구동 방식을 이용한 유도상 철도 교량의 보수 장치 및 그 방법
AT413551B (de) Verfahren zum herstellen einer festen fahrbahn für schienenfahrzeuge
JPS62233312A (ja) 型枠装置移動用走行台車
JPS649407B2 (nl)
JPH049903B2 (nl)
JPH08134843A (ja) プレキャストブロック工法用架設ガーダー
JPH0455569A (ja) 走行式型枠支保工
JPH049901B2 (nl)
JPH0745773B2 (ja) 並列する複数の高架橋スラブの移動式型枠工法
CN116537066A (zh) 一种用于预制梁的横向滑移装置及方法
JPS62206161A (ja) 高架橋スラブの移動式型枠工法
NL1012408C1 (nl) Bouw van een baan, zoals een baan voor rail- of wegverkeer, en liggertransportinrichting voor gebruik bij deze bouw.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100501