NL1029154C2 - Kozijnconstructie met topventilator. - Google Patents

Description

Koziinconstructie met topventilator

De uitvinding heeft betrekking op een kozijnconstructie, omvattende een in een gevelopening te monteren stelkozijn alsmede een in het stelkozijn opgenomen raamko-5 zijn dat is voorzien van een uitwendige aanslag die aanligt tegen een tegenaanslag van het stelkozijn.

Een dergelijke kozijnconstructie is bekend, en kan uit kunststof of aluminium bestaan. Bij dergelijke kozijnconstructies wordt allereerst het stelkozijn rondom de gevelopening geplaatst. Gewoonlijk bestaat de gevel uit een spouwmuur, met een bin-10 nenspouwblad en een buitenspouwblad waartussen zich de spouw bevindt. Het stelkozijn wordt dan bevestigd aan de binnenzijde van het buitenspouwblad, en strekt zich dus over de spouw uit. Gewoonlijk is het binnenspouwblad enigszins teruggetrokken ten opzichte van de buitenspouwblad, zodanig dat het stelkozijn het binnenspouwblad ook gedeeltelijk kan overlappen.

15 Het raamkozijn wordt vervolgens tegen het naar binnen wijzende eind van het stelkozijn geplaatst, zodanig dat een goede afdichting wordt verkregen. Om die reden bezit het raamkozijn rondom een naar buiten wijzende flens, welke flens een aanslag vormt die komt aan te liggen tegen de overeenkomstig naar binnen wijzende aanslag die gevormd wordt door het betreffende eind van het stelkozijn. Het stelkozijn en het 20 raamkozijn bezitten derhalve een zeer specifieke vorm, die enerzijds een goede aanlig-ging en afdichting verzekert, maar die anderzijds aanpassingen in de uitvoering van het stelkozijn of het raamkozijn lastig maakt.

Als voorbeeld van een dergelijke aanpassing wordt genoemd het aanbrengen van een zogenaamde topventilator tussen het raamkozijn en de zich daarboven bevindende 25 gevel. Bij andere typen kozijnen, bijvoorbeeld houten kozijnen, is het reeds lang gebruikelijk dergelijke topventilatoren de voorzien. In het geval van de kunststof of aluminium kozijnen zoals hiervoor beschreven, doet zich echter het probleem voor dat, zoals reeds genoemd, het raamkozijn en het stelkozijn rondom tegen elkaar aanliggen. Daardoor stuit de toepassing van een topventilator op problemen.

30 Het doel van de uitvinding is daarom, bij een kozijnconstructie bestaande uit een stelkozijn en een raamkozijn, de mogelijkheid te verschaffen om een topventilator aan te brengen. Dat doel wordt bereikt doordat zich tussen het stelkozijn en het raamkozijn een ventilatie-inrichting bevindt, en de aanslag is voortgezet over de ventilatie- 1029154- 2 inrichting. Bij de kozijnconstructie volgens de uitvinding is nu niet alleen het raamkozijn, maar ook de topventilator zelf voorzien van een aanslag. De aanslag loopt nu dus door vanaf het raamkozijn over de topventilator, waardoor toch weer een ononderbroken aanslag rondom het geheel bestaande uit raamkozijn en topventilator is verkregen.

5 Deze ononderbroken aanslag kan vervolgens dezelfde rol vervullen als de rondlopende aanslag bij het standaard-raamkozijn, waardoor een goede afdichting ten opzichte van het stelkozijn is verzekerd.

De aanslag op het raamkozijn en de ventilatie-inrichting kan op vele verschillende manieren zijn uitgevoerd. Zo kan hij bijvoorbeeld een integraal geheel vormen met 10 het huis van de ventilatie-inrichting. Indien dat niet gewenst is, omdat bij voorkeur standaarduitvoeringen van de ventilatie-inrichting gebruikt moeten worden, kan volgens de uitvinding de aanslag die zich bevindt aan de van het raamkozijn afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting, een tenminste L-vormig profiel omvatten waarvan een been is verbonden met de ventilatie-inrichting en waarvan het andere been uit-15 steekt. Het uitstekende been van het profiel kan dan gebruikt worden als aanslag die aanligt tegen het betreffende gedeelte van het stelkozijn. Omdat het profiel geen onderdeel uitmaakt van de ventilatie-inrichting, kan deze een standaard uitvoering bezitten.

Volgens een uitvoeringsvorm die de voorkeur verdient kan de aanslag die zich bevindt aan de van het raamkozijn afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting een Z-20 vormig profiel omvatten waarvan de benen loodrecht ten opzichte van elkaar zijn gericht, zodanig dat twee der benen aanliggen tegen twee bijbehorende wanden van de ventilatie-inrichting en het derde been uitsteekt. Twee van de benen van dit profiel omgeven dan het huis van de topventilator aan het naar binnen gekeerde eind daarvan, terwijl het derde been de eigenlijke aanslag vormt.

25 Verder moet de aanslag zich tevens bevinden aan de kopkanten van de ventilatie- inrichting. In dat geval zal de aanslag aan de kopkanten van de ventilatie-inrichting aansluiten op de aanslag aan de van het raamkozijn afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting. De aanslag aan de kopkanten van de ventilatie-inrichting kan op vele verschillende manieren zijn uitgevoerd, doch bij voorkeur kan die aanslag aan de kopkan-30 ten van de ventilatie-inrichting blokken omvatten. Deze blokken sluiten dan aan op de aangrenzende balken van het raamkozijn.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een kozijn-gevelconstructie, omvattende een gevel met een spouw begrensd door een binnenspouwblad en een buitenspouwblad, 1029154- 3 j ! alsmede een kozijnconstructie zoals hiervoor beschreven die zich bevindt in een gevel-opening, welke kozijnconstructie een aan het buitenspouwblad gemonteerd stelkozijn alsmede een in het stelkozijn opgenomen raamkozijn omvat dat is voorzien van een uitwendige aanslag die aanligt tegen een tegenaanslag van het stelkozijn.

5 Volgens de uitvinding is hij deze kozijn-gevelconstructie voorzien dat zich tussen het stelkozijn en het raamkozijn een ventilatie-inrichting bevindt, en dat de aanslag is voortgezet over de ventilatie-inrichting. Daarbij kan de tegenaanslag naar de ruimte binnen de gevel zijn gericht.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de 10 figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een aanzicht een doorsnede van een gedeelte van een kozijn-gevelconstructie volgens de stand van de techniek.

Figuur 2 toont een aanzicht in perspectief, en een doorsnede, van een gedeelte van de kozijn-gevelconstructie volgens de uitvinding.

15 Figuur 3 toont een gedeeltelijk aanzicht in perspectief op de hoek van een raam kozijn met ventilatie-inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont in doorsnede wederom de bovenzijde van een raamkozijn met ventilatie-inrichting volgens de uitvinding.

De in figuur 1 weergegeven kozijn-gevelconstructie volgens de stand van de 20 techniek bestaat op bekende wijze uit een gevelconstructie die is opgebouwd uit een binnenspouwblad 2, een buitenspouwblad 3 alsmede een spouw 4 tussen dat bin-nenspouwblad 2 en dat buitenspouwblad 3. Het buitenspouwblad 3 en het binnenspouwblad 2 begrenzen een gevelopening 4 waarin een raamkozijn 5 is geplaatst. Het buitenspouwblad 3 loopt enigszins verder door dan het binnenspouwblad 2, aan de 25 onderzijde waarvan zich het steunprofiel 6 bevindt. Tegen het onderste gedeelte van het buitenspouwblad 3 is het in zijn geheel met 7 aangeduide stelkozijn bevestigd. Dit stelkozijn 7 bezit een aanslagvlak 8, waartegen aan het aanslagvlak 9 van de aanslag 10, die zich rondom aan de buitenzijde van het raamkozijn 5 uitstrekt, aanligt.

Aangezien zoals hiervoor beschreven het raamkozijn 5 een zich aan de buitenzij-30 de bevindende, rondom lopende aanslag 10 bezit, is het niet direct mogelijk bij een dergelijke kozijn-gevelconstructie een ventilatie-inrichting in de vorm van zogenaamde topventilator aan te brengen. Voor dat het doel is de in de figuren 2 tot en met 4 getoonde kozijn-gevelconstructie voorzien. Bij deze kozijn-gevelconstructie volgens de 1029154- 4 uitvinding is boven het raamkozijn 5 de in zijn geheel met 11 aangeduide ventilatie-inrichting of topventilator voorzien. Deze topventilator 11 bezit een huis 12 met een zich aan de buitenzijde bevindende toevoer 13 voor ventilatielucht en een zich aan de | binnenzijde bevindende afVoer 14 voor ventilatielucht.

| 5 Tegen de binnenzijde van het huis 12 is het in zijn geheel met 15 aangeduide Z- ! vormige profiel voorzien. Dat Z-vormige profiel 15 bezit een eerste verticaal been 16, | een horizontaal been 17 alsmede een tweede verticaal been 18. De benen 16,17,18 slui ten derhalve rechte hoeken in. Zoals getoond in figuur 2 ligt het eerste verticale been 15 aan tegen de binnenzijde van het huis 12 van de ventilatie-inrichting 11, het horizontale 10 been 17 aan op de bovenzijde van het huis 12, terwijl het tweede verticale been 18 om- i hoog steekt vanaf het huis 12.

Dit tweede verticale, omhoog stekende been 18 ligt nu aan tegen het stelkozijn 7, in het bijzonder tegen de aanslag 8 daarvan. Het zal duidelijk zijn dat het verticale been 18 eveneens een aanslag 9 vormt. In de weergave in perspectief van figuur 3 is nog-15 maals het raamkozijn met de ventilatie-inrichting 11 gedeeltelijk weergegeven. Te zien is dat het verticale been 18 uitsteekt ten opzichte van het huis 12 van de ventilatie-inrichting 11. Verder is te zien dat aan de kopkant 19 van de ventilatie-inrichting 11 eveneens een aanslag 20 in de vorm van een blok te zien is. Deze blokvormige aanslag 20 sluit aan op het omhoog stekende been 18 van het profiel 15.

20 Verder sluit deze blokvormige aanslag 19 aan op de aanslag 21 die uitsteekt ten opzichte van de verticale balk 22 van het raamkozijn 5. Deze aanslag 21 vormt de stan-daard-aanslag die volgens de stand van de techniek geheel rondom aanwezig was op het standaard-raamkozijn 15. Zoals in figuur 3 te zien is, is nu deze standaard-aanslag 21 voortgezet aan de bovenzijde van het raamkozijn 5 door de blokvormige aanslag 20 25 en het verticale omhoog steken het been 18 van het profiel 15, alle gemonteerd op het huis 12 van de ventilatie-inrichting 11.

In de variant van figuur 4 is een verdere kozijn-gevelconstructie weergegeven die in grote lijnen overeenkomt met de in de figuren 2 en 3 weergegeven kozijn-gevelconstructie. Verschil is echter dat de aanslag aan de bovenzijde van het huis 12 30 van de ventilatie-inrichting 11 nu gevormd wordt door een L-vormig profiel 15’, dat slechts een horizontaal been 17 en een verticaal ten opzichte van daarvan omhoog stekend been 18 bezit. Dat verticaal omhoog stekende been 18 ligt nu via de afdichting 23 aan tegen de kopkant 8 van het stelkozijn 7.

1029154- 5

Indien het raamkozijn breed is, en derhalve de ventilatie-inrichting 11 ook een overeenkomstig lang huis 12 bezit, is het wenselijk dit huis 12 te fixeren ten opzichte van het stelkozijn 7. Daardoor kunnen uitwijking en een van het raamkozijn 5 en daarmee van de ventilatie-inrichting 11, die bijvoorbeeld zouden kunnen optreden onder 5 invloed van drukverschillen en windkracht, worden tegengegaan. Om die reden is de bevestigingsschroef 24 door het raamkozijn 5 en het huis 12 van de ventilatie-inrichting 11 tot in het stelkozijn geschroefd.

De kozijnconstructie volgens de uitvinding is niet alleen geschikt voor nieuwbouw, maar kan ook bij renovatie worden toegepast.

! j j j 1029154-

Claims (12)

1. Kozijnconstructie, omvattende een in een gevelopening (4) te monteren stelko-5 zijn (7) alsmede een in het stelkozijn (7) opgenomen raamkozijn (5) dat is voorzien van een uitwendige aanslag (9,10) die aanligt tegen een tegenaanslag (8) van het stelkozijn (7), met het kenmerk dat zich tussen het stelkozijn (7) en het raamkozijn (5) een venti-latie-inrichting (11) bevindt, en dat de aanslag (9,10,18,20) is voortgezet over de ven-tilatie-inrichting (11). 10

2. Kozijnconstructie volgens conclusie 1, waarbij de aanslag (9, 10, 18, 20) zich bevindt aan de van het raamkozijn (5) afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting (11).

3. Kozijnconstructie volgens conclusie 2, waarbij de zich aan de van het raamko zijn (5) afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting (11) bevindende aanslag (10) een tenminste L-vormig profiel (15’) omvat waarvan een been (17) is verbonden met de ventilatie-inrichting (11) en waarvan het andere been (18) uitsteekt.

4. Kozijnconstructie volgens conclusie 2 of 3, waarbij de zich aan de van het raamkozijn (5) afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting (11) bevindende aanslag een Z-vormig profiel (15) omvat waarvan de benen (16, 17, 18) loodrecht ten opzichte van elkaar zijn gericht, zodanig dat twee (16,17) der benen aanliggen tegen twee bijbehorende wanden van de ventilatie-inrichting (11) en het derde been (19) uitsteekt. 25

5. Kozijnconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aanslag (20) zich bevindt aan de kopkanten van de ventilatie-inrichting (11).

6. Kozijnconstructie volgens conclusie 5 wanneer afhankelijk van conclusie 2, 3 30 of 4, waarbij de aanslag (20) aan de kopkanten van de ventilatie-inrichting (11) aansluit op de aanslag (18) aan de van het raamkozijn (5) afgekeerde zijde van de ventilatie-inrichting (11). 1029154- Λ »

7. Kozijnconstructie volgens conclusie 5 of 6, waarbij de aanslag aan de kopkanten van de ventilatie-inrichting blokken (20) omvatten.

8. Kozijnconstructie volgens conclusie 5, 6 of 7, waarbij de aanslag (20) aan de 5 kopkanten van de ventilatie-inrichting (11) aansluit op de aanslag (21) op de bijbehorende aangrenzende balken (22) van het raamkozijn (5).

9. Kozijnconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ventilatie-inrichting (11) zich bevindt tussen twee onderling evenwijdige en zich op afstand 10 van elkaar bevindende balken van het stelkozijn (7) respectievelijk het raamkozijn (5).

10. Kozijn-gevelconstructie, omvattende een gevel (1) met een spouw (4) begrensd door een binnenspouwblad (2) en een buitenspouwblad (3), alsmede een kozijnconstructie volgens een der conclusies 1-9 die zich bevindt in een gevelopening (4), 15 welke kozijnconstructie een aan het buitenspouwblad (3) gemonteerd stelkozijn (7) alsmede een in het stelkozijn (7) opgenomen raamkozijn (5) omvat dat is voorzien van een uitwendige aanslag (9,10) die aanligt tegen een tegenaanslag (8) van het stelkozijn (7), met het kenmerk dat zich tussen het stelkozijn (7) en het raamkozijn (5) een venti- latie-inrichting (11) bevindt, en dat de aanslag (10) is voortgezet over de ventilatie- 20 inrichting (11). '

11. Kozijn-gevelconstructie volgens conclusie 10, waarbij de tegenaanslag (8) naar de ruimte binnen de gevel (1) is gericht.

12. Kozijn-gevelconstructie volgens conclusie 10 of 11, waarbij het stelkozijn (7) zich uitstrekt over de spouw (4). 1029154“