NL1028170C2 - Kas. - Google Patents

Kas. Download PDF

Info

Publication number
NL1028170C2
NL1028170C2 NL1028170A NL1028170A NL1028170C2 NL 1028170 C2 NL1028170 C2 NL 1028170C2 NL 1028170 A NL1028170 A NL 1028170A NL 1028170 A NL1028170 A NL 1028170A NL 1028170 C2 NL1028170 C2 NL 1028170C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crop
type
suspension
hooks
wire
Prior art date
Application number
NL1028170A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Hubertus Ema Malschaert
Wilhelmus Hendricus Jo Delisse
Original Assignee
Maurice Kassenbouw B V
W D Products B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maurice Kassenbouw B V, W D Products B V filed Critical Maurice Kassenbouw B V
Priority to NL1028170A priority Critical patent/NL1028170C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1028170C2 publication Critical patent/NL1028170C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/126Wirespool supports

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

Korte aanduiding: Kas.
BESCHRIJVING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem 5 voor het ophangen van gewasdraad in een kas voor het telen van gewas, het systeem omvattende zich in horizontale richting uitstrekkende spanten van een kasconstructie waaraan tussen bevestigingspunten een gewasdraad door middel van ophangmiddelen is opgehangen, welke gewasdraad zich dwars op de richting van de spanten uitstrekt voor het aan de gewasdraad kunnen 10 hangen van steundraden voor het ondersteunen van planten van het gewas voor het langs de steundraden omhoog laten groeien van de planten.
Dergelijke systemen zijn algemeen bekend en worden gebruikt in kassen voor het daarin telen van bijvoorbeeld tomaten-, komkommer- en paprikaplanten. Om te zorgen dat de planten recht omhoog kunnen groeien 15 worden de planten bevestigd aan zogenaamde steundraden die zijn opgehangen aan zogenaamde gewasdraden die zich boven in de kas bevinden. De gewasdraad is gespannen tussen twee gordingen die zich ieder aan een andere zijkant van de kas bevinden. Om te voorkomen dat de gewasdraad als gevolg van het gewicht van de planten via de steundraden (te) ver gaat 20 doorhangen zijn de gewasdraden door middel van haken bevestigd aan spanten die zich dwars op de richting van de gewasdraden over de kas uitstrekken. Daarbij is aan iedere spant één haak onder in de spant bevestigd. De haken worden gebruikt omdat een gewasdraad daar zeer snel, en dus weinig arbeidsintensief, aan kan worden opgehangen. De afstand 25 tussen twee naburig spanten, en dus tussen twee naburige haken bedraagt in praktijk ongeveer 5 meter en het is niet ongebruikelijk dat kassen een breedte hebben van 200 meter, waardoor de gewasdraad zich via 39 haken, één aan ieder spant, van de ene draadgording naar de andere draadgording uitstrekt. Tussen de spanten (haken) hangt de gewasdraad enigszins door. 30 Hierdoor zijn de krachten die door de steundraden en gewasdraden op de kasconstructie worden overgebracht beperkt. Wanneer de gewasdraad verder 10281 70 2 wordt gespannen om doorhangen van de gewasdraad te voorkomen, leidt dat tot een relatief forse toename van die krachten. Om die krachten op veilige wijze door de kasconstructie op te kunnen vangen zou bij een strakker gespannen gewasdraad een buitengewoon stevige kasconstructie 5 nodig zijn, waardoor de kosten voor een dergelijke kas buitenproportioneel zouden zijn. In praktijk zal de gewasdraad tussen twee naburige haken enigszins doorhangen en daarom heeft een gewasdraad niet een lengte die overeenstemt met de afstand tussen beide draadgordingen, in dit geval 200 meter, maar is de gewasdraad ongeveer 1% 10 langer dan de kas, in dit geval 202 meter. Een nadeel van een dergelijke constructie is dat wanneer de trekkrachten in een bepaald vak (de ruimte tussen twee spanten en dus tussen twee haken) behoorlijk groter is dan in andere vakken dit ertoe kan leiden dat de doorhang in dit vak veel groter is dan in andere vakken. Wanneer de doorhang niet in alle vakken gelijk 15 is heeft dit een nadelige invloed op de verdeling van het klimaat in de kas en op de groei van de planten. In de praktijk komt het er vaak op neer dat een teler de gewasdraad handmatig aantrekt en aan één van de spanten fixeert bijvoorbeeld door de gewasdraad aan een haak te brengen. Hierdoor wordt de krachtverdeling verstoord en is het alsnog mogelijk dat 20 lokaal onverwacht hoge krachten op de kas worden uitgeoefend op plaatsen waar de gewasdraad strakker is gespannen dan op basis van een gelijke gewichtsverdeling mag worden aangenomen. Dit leidt tot de kans op breuk van de gewasdraad en zelfs tot instortingsgevaar van (een deel van) de kas. Dit levert op de eerste plaats een veiligheidsrisico op voor 25 medewerkers die in de kas werkzaam zijn, maar leidt zeker tot schade aan de kas en het gewas.
Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om een systeem te verschaffen dat de hierboven genoemde nadelen ondervangt, of althans in grote mate reduceert, en waarbij het risico op het in extreme 30 mate doorhangen van de gewasdraad in één of enkele vakken wordt voorkomen. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt doordat 1028170 3 de ophangmiddelen zijn uitgerust voor het tussen twee naburige spanten verschaffen van extra ophangpunten voor de gewasdraad. Door het vergroten van het aantal ophangpunten voor gewasdraden met ten minste een factor 2 kan de doorhang tussen twee naburige ophangpunten aanzienlijk worden 5 verminderd. Door deze constructie is minder extra lengte van de gewasdraad nodig, zodat die lengte zich dichter bevindt bij de afstand tussen de gordingen en alleen al hierom kan de gewasdraad plaatselijk minder ver doorhangen dan bij een systeem voor het ophangen van gewasdraad volgens de stand van de techniek.
10 Het heeft de voorkeur dat de ophangmiddelen zijn bevestigd aan de spanten. De spanten zijn immers reeds aanwezig in de kas en bieden de mogelijkheid om de ophangmiddelen op eenvoudige wijze daaraan te bevestigen.
Het heeft verder de voorkeur dat ophangmiddelen een zelfde 15 horizontale richtingscomponent hebben als de gewasdraden, en het heeft bovendien de voorkeur dat de ophangmiddelen zich recht boven de gewasdraden uitstrekken. Bij een dergelijke oriëntatie van de ophangmiddelen ten opzichte van de gewasdraden blijft de oorspronkelijke oriëntatie van de gewasdraden ten opzichte van de daaronder groeiende 20 gewassen gehandhaafd wanneer zij aan de ophangmiddelen worden opgehangen.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvatten de ophangmiddelen langwerpige ophangorganen van een eerste type en langwerpige ophangorganen van een tweede type die onderling zijn gekoppeld. Hierdoor kunnen afzonderlijk ophangorganen worden verschaft 25 voor enerzijds het verschaffen van ophangpunten voor de gewasdraad en anderzijds voor het bevestigen van de ophangpunten aan de spanten.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding strekt zich tussen twee naburige spanten vanaf elk van de naburige spanten een langwerpig ophangorgaan van het eerste type uit naar 30 en grijpt dat aan op een langwerpig ophangorgaan van het tweede type. Zo kan op eenvoudige wijze een modulair ophangsysteem worden aangebracht 10281 70 4 tussen steeds twee naburige spanten.
Het heeft verder de voorkeur dat de langwerpige ophangorganen en van het eerste type aan beide uiteinden zijn voorzien van haken voor het bij toepassing door middel van die haken bevestigen 5 van de langwerpige ophangorganen van het eerste type aan enerzijds een spant en anderzijds een langwerpig ophangorgaan van het tweede type. Het onderling in elkaar haken en aan de spanten haken van de ophangorganen biedt de mogelijkheid de ophangmiddelen voor de gewasdraad op een weinig tijd-intensieve manier en zonder de noodzaak aan extra constructieve 10 voorzieningen in de kas te bevestigen.
Bij voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft het langwerpig ophangorgaan van het tweede type een omgekeerd U-vormig profiel met een relatief lang horizontaal gedeelte en is het aan de uiteinden van de poten voorzien van haken voor het bij toepassing daaraan 15‘ ophangen van de gewasdraad. Op deze wijze wordt door slechts één ophangorgaan van het tweede type een tweetal ophangpunten gecreëerd tussen de twee naburige spanten en is het mogelijk een oorspronkelijk vak van 5 meter te verdelen in drie ongeveer gelijke vlakken. Hierdoor wordt het aantal ophangpunten ten opzichte van de oorspronkelijke situatie 20 verdrievoudigd, hetgeen een nog kleinere doorhang mogelijk maakt dan een vertweevoudiging, waardoor de totale lengte van de gewasdraad nog verder kan worden gereduceerd. Hierdoor worden de eerder genoemde voordelen nog verder versterkt.
Het heeft de voorkeur dat één van de haken van het 25 langwerpig ophangorgaan van het eerste type een oog is dat bij toepassing ter plaatse van de overgang tussen het horizontaal deel en een poot van het U-vormig profiel om een langwerpig ophangorgaan van het tweede type grijpt. Bij een U-vormig profiel zoals eerder beschreven bieden oogvormige haken een zeer eenvoudige, doch solide verbinding, aangezien 30 de poten van het U-vormig profiel naar beneden hangen en de (gesloten) ogen voorkomen dat het U-vormig profiel kan losraken uit de aangrijping 1028170 5 door een ophangorgaan van het eerste type. Door een langwerpig ophangorgaan van het tweede type zo tussen twee langwerpige ophangorganen van het eerste type op te hangen wordt bovendien een stevige trekverbinding gevormd.
5 De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een kas voor het telen van gewas, omvattende een systeem voor het ophangen van gewasdraad volgens één van de voorgaande conclusies. De voordelen van een dergelijke kas komen overeen met de voordelen die eerder zijn besproken met betrekking tot het systeem voor het ophangen van 10 gewasdraad.
De onderhavige uitvinding zal nu verder worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in de bijgaande figuren wordt weergegeven, waarbij dient te worden opgemerkt dat de beschrijving en de figuren slechts ter verduidelijking zijn 15 opgenomen en geen enkele beperkende invloed hebben op de beschermingsomvang van de uitvinding die wordt bepaald door de conclusies.
Figuur la is een dwarsdoorsnede door een kas met gewasdraad volgens de stand van de techniek; 20 Figuur lb is een dwarsdoorsnede door een kas met gewasdraad volgens de onderhavige uitvinding; en
Figuur 2 is een perspectivisch aanzicht van een deel van een gewasdraad opgehangen tussen spanten van een kas volgens onderhavige uitvinding.
25 Figuur la toont schetsmatig een schets van een dwarsdoorsnede door een kas 1 waarbinnen een gewasdraad 2 volgens de stand van de techniek is opgehangen. De gewasdraad 2 is door middel van haken (niet getoond) ter plaatse van spanten 3 opgehangen aan de spanten 3 die zich onder een dak 4 van de kas uitstrekken, en wel loodrecht op 30 het vlak van de tekening. Aan de gewasdraad 2 zijn steundraden 5 opgehangen die dienen voor de ondersteuning van planten 6 zodat die langs 1028170 6 die steundraden 5 omhoog kunnen groeien. De gewasdraad 2 hangt enigszins door tussen twee naburige spanten om te voorkomen dat het gewicht van planten 6 die via de steundraden 5 aan de gewasdraad 2 trekken een (te) grote kracht uitoefenen op de constructie van de kas 1. Omdat de 5 gewasdraad 2 door middel van haken is opgehangen, en langer is dan de afstand die door de gewasdraad 2 wordt overbrugd, kan de gewasdraad lokaal ten opzichte van haken verschuiven.
Figuur lb toont schetsmatig een dwarsdoorsnede door een kas 11 waarin een gewasdraad 12 volgens onderhavige uitvinding is opgehangen 10 aan spanten 13a, 13b die zich loodrecht op het vlak van de tekening uitstrekken. Aan de gewasdraad 12 zijn ook hier weer steundraden 15 opgehangen voor het ondersteunen van planten 16 zodat die via de steundraden 15 omhoog kunnen groeien. De gewasdraad 12 is nu echter niet alleen ter plaatse van de spanten 13a, 13b aan de spanten 13b opgehangen 15 zoals bij de stand van de techniek (vergelijk figuur la spant 3), maar de gewasdraad 12 is nu opgehangen door middel van haken 17, 18, 19 waarvan slechts de haken 17 zich ter plaatse van de spanten 13a, 13b bevinden. De haken 18, 19 zijn additioneel voorzien ten opzichte van de stand van de techniek, en zij zorgen ervoor dat het aantal ophangpunten voor een 20 gewasdraad is verdrievoudigd ten opzichte van de stand van de techniek.
Figuur 2 toont een perspectivisch detail aanzicht van twee paar spanten 13a, 13b waaraan door middel van haken 17, 18, 19 een gewasdraad 12 is opgehangen. Haken 17 hangen daarbij recht naar beneden vanaf spanten 13b. Vanuit spanten 13a strekken zich steeds twee haken 18 25 (waarvan er hier per spant slechts één is weergegeven) aan weerszijden van de spanten 13a, 13b schuin naar beneden uit in de richting van een verdere haak 19. De haak 19 wordt door de haken 18 in positie gehouden en is aan beide zijden voorzien van haakvormige uiteinden 20. In de haken 17 en de haakvormige uiteinden 20 is een gewasdraad 12 opgehangen. Uit de 30 figuren blijkt duidelijk dat het aantal ophangpunten 17, 20 voor een gewasdraad 12 bij een inrichting volgens de uitvinding is verdrievoudigd 1028170 7 ten opzichte van de het aantal ophangpunten 3 (zie figuur 1) volgens de stand van de techniek.
Bovendien wordt de kracht die door planten 6 via de steundraden 5 op de gewasdraad 2 respectievelijk 12 wordt uitgeoefend 5 volgens de stand van de techniek geheel overgebracht naar de onderste spant 3 (vergelijkbaar met spant 13b), terwijl die kracht bij een inrichting volgens de uitvinding wordt verdeeld over de spanten 13a en 13b. Hierdoor is het mogelijk om het neerhangen van de gewasdraad 12 volgens de onderhavige uitvinding te beperken ten opzichte van de mate 10 van neerhangen bij de gewasdraad 2 volgens de stand van de techniek. Dit heeft tot gevolg dat de lengte van gewasdraad 12 korter kan worden uitgevoerd dan de lengte van gewasdraad 2 en dit heeft vervolgens tót gevolg dat het risico dat de gewasdraad 12 volgens de uitvinding tussen twee ophangpunten 17, 20 respectievelijk 20, 20 relatief ver doorhangt 15 beperkt blijft. De reden hiervoor is tweeledig. Op de eerste plaats is de extra lengte van de gewasdraad 12 aanzienlijk gereduceerd ten opzichte van de extra lengte van gewasdraad 2 en bovendien is het aantal delen gewasdraad dat tussen twee ophangpunten 17 en 20 respectievelijk 20 en 20 uitstrekt verdrievoudigd. Hierdoor zullen de krachten die op de 20 verschillende delen gewasdraad worden uitgeoefend statisch gezien een kleinere spreiding vertonen.
De hulpmiddelen voor het verschaffen van de extra ophangpunten 20, de haken 18 en 19, kunnen eenvoudig aan elkaar en aan de spanten 13a worden gehaakt. Dit wordt gerealiseerd door de haken 18 aan 25 één uiteinde uit te voeren in een vorm die aansluit op de omtreksvorm van een spant, en het andere uiteinde van haken 18 uit te voeren in de vorm van een oog waardoorheen een haak 19 kan worden gevoerd en opgehangen. Hierdoor is de constructie relatief eenvoudig aan te brengen, zijn de investeringskosten voor een dergelijke inrichting relatief laag en wegen 30 die makkelijk op tegen het risico dat een gewasdraad of een spant breekt, vermenigvuldigd met de kosten die een dergelijke breuk met zich 1028170 8 meebrengt.
In het voorafgaande is slechts ter verduidelijking van de onderhavige uitvinding een beschrijving gegeven van één uitvoeringsvoorbeeld daarvan.. Het is niet de bedoeling van de figuren of 5 de beschrijving de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies, te beperken. Het moge duidelijk zijn dat er voor de gemiddelde vakman alternatieve uitvoeringsvormen denkbaar zijn die onder de beschermingsomvang van de uitvinding vallen. Zo is bijvoorbeeld de zeer specifieke vorm van de 10 haken 18, 19 zeer voordelig maar er zijn verschillende constructies denkbaar om het aantal ophangpunten op voordelige wijze te verhogen.
15 1028170"'

Claims (10)

1. Systeem voor het ophangen van gewasdraad in een kas voor het telen van gewas, het systeem omvattende zich in horizontale richting 5 uitstrekkende spanten van een kasconstructie waaraan tussen bevestigingspunten een gewasdraad door middel van ophangmiddelen is opgehangen, welke gewasdraad zich dwars op de richting van de spanten uitstrekt voor het aan de gewasdraad kunnen hangen van steundraden voor het ondersteunen van planten van het gewas voor het langs de steundraden 10 omhoog laten groeien van de planten, met het kenmerk, de ophangmiddelen zijn uitgerust voor het tussen twee naburige spanten verschaffen van extra ophangpunten voor de gewasdraad.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ophangmiddelen zijn bevestigd aan de spanten.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ophangmiddelen een zelfde horizontale richtingscomponent hebben als de gewasdraden.
4. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de ophangmiddelen zich recht boven de gewasdraden uitstrekken.
5. Systeem volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ophangmiddelen langwerpige ophangorganen van een eerste type en langwerpige ophangorganen van een tweede type omvatten die onderling zijn gekoppeld.
6. Systeem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat zich 25 tussen twee naburige spanten vanaf elk van de naburige spanten een langwerpig ophangorgaan van het eerste type uitstrekt naar en aangrijpt op een langwerpig ophangorgaan van het tweede type.
7. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de langwerpige ophangorganen van het eerste type aan beide uiteinden zijn 30 voorzien van haken voor het bij toepassing door middel van die haken bevestigen van de langwerpige ophangorganen van het eerste type aan 1028170 enerzijds een spant en anderzijds een langwerpig ophangorgaan van het tweede type.
8. Systeem volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het langwerpig ophangorgaan van het tweede type een omgekeerd U-vormig 5 profiel heeft met een relatief lang horizontaal gedeelte en is het aan de uiteinden van de poten voorzien van haken voor het bij toepassing daaraan ophangen van de gewasdraad.
9. Systeem volgens conclusie 7 en conclusie 8, met het kenmerk, dat één van de haken van het langwerpig ophangorgaan van het 10 eerste type een oog is dat bij toepassing ter plaatse van de overgang tussen het horizontaal deel en een poot van het U-vormig profiel om een langwerpig ophangorgaan van het tweede type grijpt.
10. Kas voor het telen van gewas, omvattende een systeem voor het ophangen van gewasdraad volgens één van de voorgaande conclusies. 15 10281 70'
NL1028170A 2005-02-02 2005-02-02 Kas. NL1028170C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028170A NL1028170C2 (nl) 2005-02-02 2005-02-02 Kas.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028170 2005-02-02
NL1028170A NL1028170C2 (nl) 2005-02-02 2005-02-02 Kas.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028170C2 true NL1028170C2 (nl) 2006-08-03

Family

ID=34974964

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028170A NL1028170C2 (nl) 2005-02-02 2005-02-02 Kas.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1028170C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1039148C2 (nl) * 2011-11-01 2013-05-06 Klimrek I E B V Oplossing voor het ophangen van slangen en/ of kabels tijdens werkzaamheden.
EP2767156A1 (en) * 2013-02-18 2014-08-20 Eterpol BV A method to cut wires grown over with plants in a crop wire hoisting system and an apparatus for applying the method

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1518628A (fr) * 1966-06-23 1968-03-29 échafaudage pour houblon
GB1553382A (en) * 1976-11-19 1979-09-26 Mcfarland I M G Suspending thermally insulating membranes in glasshouses

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1518628A (fr) * 1966-06-23 1968-03-29 échafaudage pour houblon
GB1553382A (en) * 1976-11-19 1979-09-26 Mcfarland I M G Suspending thermally insulating membranes in glasshouses

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1039148C2 (nl) * 2011-11-01 2013-05-06 Klimrek I E B V Oplossing voor het ophangen van slangen en/ of kabels tijdens werkzaamheden.
EP2767156A1 (en) * 2013-02-18 2014-08-20 Eterpol BV A method to cut wires grown over with plants in a crop wire hoisting system and an apparatus for applying the method

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6409031B1 (en) Ceiling mounted rack
DK2937485T3 (en) Hanging load support
US20020023888A1 (en) Ceiling mounted rack
NL1028170C2 (nl) Kas.
US8783189B2 (en) Hoist combination
US6591528B2 (en) Suspension device for a sheet-shaped information medium
NL2016830B1 (nl) Inrichting voor het beschermen van gewassen tegen weersinvloeden
JP2000504591A (ja) 大きい表面、例えば、ガラス面又はその類似物を覆う装置、及び、そのような覆い装置を設置する方法
NL2000317C2 (nl) Ophangstelsel voor buisfolie.
NL9200389A (nl) Inrichting voor het tegen weers- en zoninvloeden afschermen van een stuk teelgrond.
NL1029362C2 (nl) Scherminstallatie voorzien van verbeterde draadklemmen.
NL8902036A (nl) Inrichting voor het in een warenhuis ophangen van planten, in het bijzonder tomatenplanten.
BE1017831A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het weven van poolweefsels met verbeterde garentoevoer.
NL9201324A (nl) Takhouder.
US776764A (en) Bracket.
CN108025897A (zh) 一种塔式起重机
NL2028623B1 (nl) Scherminrichting met Afhang voor een Kas of Warenhuis
EP0478899B1 (de) Dachhaken zum Befestigen einer Leiter und anderer Halte- und Fangvorrichtungen auf einer Dacheindeckung
NL1019079C2 (nl) Werkwijze voor het plaatsen van ruiten in een kas.
NL2028013B1 (nl) Stabilisatieinrichting voor een kweekblokstabilisator of voor een kweekblok
AU2010219365B2 (en) A Bracket, System Including Same and Method of Use
NL1036609C2 (nl) Productdrager.
NL9000479A (nl) Beugel en profiel bestemd voor het bevestigen van een horizontaal scherm in een kas of warenhuis.
NL2000698C2 (nl) Kas- of warenhuis met buitenscherm.
CN216819285U (zh) 用于线筐的吊架支承架及线筐系统

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: WDP DRAADBEWERKING B.V.

Effective date: 20091002

Owner name: MAURICE KASSENBOUW B.V.

Effective date: 20091002

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230301