NL1027600C2 - Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater. Download PDF

Info

Publication number
NL1027600C2
NL1027600C2 NL1027600A NL1027600A NL1027600C2 NL 1027600 C2 NL1027600 C2 NL 1027600C2 NL 1027600 A NL1027600 A NL 1027600A NL 1027600 A NL1027600 A NL 1027600A NL 1027600 C2 NL1027600 C2 NL 1027600C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
waste water
vane
water
upper edge
Prior art date
Application number
NL1027600A
Other languages
English (en)
Inventor
Andries Visser
Original Assignee
Andries Visser
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Andries Visser filed Critical Andries Visser
Priority to NL1027600A priority Critical patent/NL1027600C2/nl
Priority to CA 2589462 priority patent/CA2589462C/en
Priority to JP2007542949A priority patent/JP2008521592A/ja
Priority to PCT/NL2005/000815 priority patent/WO2006057560A1/en
Priority to US11/791,773 priority patent/US8079573B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1027600C2 publication Critical patent/NL1027600C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F3/00Biological treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F3/02Aerobic processes
    • C02F3/12Activated sludge processes
    • C02F3/14Activated sludge processes using surface aeration
    • C02F3/16Activated sludge processes using surface aeration the aerator having a vertical axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F23/00Mixing according to the phases to be mixed, e.g. dispersing or emulsifying
    • B01F23/20Mixing gases with liquids
    • B01F23/23Mixing gases with liquids by introducing gases into liquid media, e.g. for producing aerated liquids
    • B01F23/234Surface aerating
    • B01F23/2342Surface aerating with stirrers near to the liquid surface, e.g. partially immersed, for spraying the liquid in the gas or for sucking gas into the liquid, e.g. using stirrers rotating around a horizontal axis or using centrifugal force
    • B01F23/23421Surface aerating with stirrers near to the liquid surface, e.g. partially immersed, for spraying the liquid in the gas or for sucking gas into the liquid, e.g. using stirrers rotating around a horizontal axis or using centrifugal force the stirrers rotating about a vertical axis
    • B01F23/234211Stirrers thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/05Stirrers
    • B01F27/11Stirrers characterised by the configuration of the stirrers
    • B01F27/111Centrifugal stirrers, i.e. stirrers with radial outlets; Stirrers of the turbine type, e.g. with means to guide the flow
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/05Stirrers
    • B01F27/11Stirrers characterised by the configuration of the stirrers
    • B01F27/112Stirrers characterised by the configuration of the stirrers with arms, paddles, vanes or blades
    • B01F27/1123Stirrers characterised by the configuration of the stirrers with arms, paddles, vanes or blades sickle-shaped, i.e. curved in at least one direction
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/05Stirrers
    • B01F27/11Stirrers characterised by the configuration of the stirrers
    • B01F27/115Stirrers characterised by the configuration of the stirrers comprising discs or disc-like elements essentially perpendicular to the stirrer shaft axis
    • B01F27/1152Stirrers characterised by the configuration of the stirrers comprising discs or disc-like elements essentially perpendicular to the stirrer shaft axis with separate elements other than discs fixed on the discs, e.g. vanes fixed on the discs
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W10/00Technologies for wastewater treatment
    • Y02W10/10Biological treatment of water, waste water, or sewage
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S261/00Gas and liquid contact apparatus
    • Y10S261/71Sewage aerators; rotating

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Mixers Of The Rotary Stirring Type (AREA)
  • Aeration Devices For Treatment Of Activated Polluted Sludge (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BELUCHTEN VAN AFVALWATER
5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beluchten van afvalwater, voorzien van een houder voor afvalwater en een om een in hoofdzaak verticale as roteerbare rotor waarvan het benedenwaarts gerichte gedeelte in het afvalwater kan reiken, welke rotor schoepen omvat met 10 oppervlakken die in hoofdzaak radiaal en axiaal gericht zijn, waarbij nabij de bovenrand van een schoep een in de draairichting van de rotor gebogen vlak aanwezig is. Een dergelijke inrichting is beschreven in NL-A-9201782.
15 Dergelijke zogenaamde oppervlaktebeluchters worden vaak toegepast in een beluchtingstank van een actief-slib-installatie en hebben tot doel zuurstof in het water op te lossen en daarmee de micro organismen in de beluchtingstank van zuurstof te voorzien.
20
Zuurstofoverdracht vindt in hoofdzaak plaats op het grensvlak tussen lucht en water en een optimale zuurstofoverdracht van lucht naar water wordt verkregen door dat grensvlak zo groot mogelijk te maken. Voorts wordt de zuurstofoverdracht 25 bevorderd door het zuurstofgehalte in het water nabij het grensvlak zo laag mogelijk te houden, omdat het oplossen van zuurstof in water moeilijker gaat naarmate het zuurstofgehalte van het water ter plekke van het grensvlak hoger is. Het is daarom van belang dat het water nabij het .
30 grensvlak snel wordt vernieuwd.
De hoeveelheid energie die voor het beluchten nodig is vormt het grootste deel van het energieverbruik van een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Het is daarom van groot 1 n O "7 o η n 2 belang dat de hoeveelheid zuurstof die per energie-eenheid in het water wordt opgelost (het zuurstofinbrengrendement) zo groot mogelijk is.
5 De regeling van het zuurstofinbrengend vermogen van een oppervlaktebeluchter voorzien van een rotor die het water in beroering brengt vindt plaats door wijziging van de indompeldiepte en/of het toerental van de rotor. Het dompeldieptegebied van de oppervlaktebeluchter dient 10 voldoende groot te zijn om de normale variaties in het waterniveau van een beluchtingstank aan te kunnen met behoud van een hoog zuurstofinbrengrendement. Het toerentalgebied waarbinnen een hoog zuurstofinbrengrendement wordt bereikt dient eveneens zo groot mogelijk te zijn, zodat zowel bij het 15 inbrengen van veel zuurstof als bij het inbrengen van minder zuurstof een zo hoog mogelijk zuurstofinbrengrendement wordt bereikt.
De uitvinding beoogt een snelle afbraak van afvalstoffen in 20 het water. Voorts beoogt de uitvinding een hoog en vrijwel constant zuurstofinbrengrendement over een groot dompeldieptegebied en een groot toerentalgebied.
Een ander doel van de uitvinding is het ontwikkelen van 25 voldoende stroomsnelheid en turbulentie in het afvalwater opdat het slib in zweving wordt gehouden en in contact komt met de opgeloste zuurstof.
Voorts beoogt de uitvinding het beluchten van afvalwater op 30 een zodanige wijze dat de opgewekte krachten beperkt blijven zodat de installatie betrekkelijk licht kan worden uitgevoerd.
1 n 9 7RΑΠ 3
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het beluchten van afvalwater die betrekkelijk ongevoelig is voor vervuiling, met name voor het aan de rotor hechten van in het afvalwater aanwezige stoffen, materialen 5 en stoffelijk afval.
Volgens de uitvinding maakt het gebogen vlak nabij de bovenrand een hoek met het verticale vlak van de schoep tussen 10’ en 60’. Het gebogen vlak het uitvoeringsvoorbeeld 10 in NL-A-9201782 maakt een hoek van 90’ met de schoepen, hoewel volgens de beschrijving ook daarvan afwijkende hoeken mogelijk zijn. Tests hebben echter aangetoond dat, door het water dat door de schoepen wordt opgestuwd onder een grote hoek met het wateroppervlak weg te werpen, een hogere mate 15 van zuurstofmenging wordt bereikt, en derhalve een grotere biologische activiteit en een snellere afbraak van afvalstoffen. Bij voorkeur maakt het gebogen vlak nabij de bovenrand een hoek met het verticale vlak van de schoep tussen 20’ en 40’, bij voorkeur ongeveer 30*.
20
Bij voorkeur strekken de schoepen zich niet precies in radiale richting uit, maar is de afstand tussen het verticale vlak van de schoep en de zich evenwijdig daaraan vanaf de rotatie-as van de rotor uitstrekkende radiaal tussen 0,01 en 25 0,10 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,04 keer de diameter van de rotor. Uit proeven is gebleken dat het onder een hoek zetten van de schoepen ten opzichte van de radiale richting een gunstig effect heeft op de zuurstofinbreng.
30 Bij voorkeur heeft de overgang tussen de schoep en het gebogen deel een radius die ten minste 0,02 keer, bij voorkeur ten minste 0,05 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,07 keer de diameter van de rotor is. Op die wijze wordt de i Λ Λ a a λ 4 snelheid van het opgestuwde water niet gebroken door een scherpe hoek.
Bij voorkeur is de hoogte van het gebogen deel tussen 0,03 en 5 0,10 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,05 keer de diameter van de rotor.
Bij voorkeur bestaan de schoepen, althans gedeeltelijk, uit plaatvormige delen die zich op afstand van de draaiingsas van 10 de rotor bevinden, en hebben deze delen, in radiale richting, een breedte hebben tussen 0,07 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor. Daarbij kan de breedte van de schoepen in benedenwaartse richting afnemen.
15 Bij voorkeur zijn de schoepen onderling verbonden door een in hoofdzaak horizontaal plaatvormig deel, nabij de rand waarvan de schoepen zijn bevestigd. De schoepen kunnen zich dan aan beide zijden van genoemd horizontaal plaatvormig deel uitstrekken, waarbij de hoogte van de schoepen bij voorkeur 20 tussen 0,05 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor is.
Het gebogen deel kan een geheel vormen met de schoep, maar kan ook een los onderdeel zijn dat aan het overige deel van de schoep is bevestigd.
25
De uitvinding heeft tevens betrekking op een rotor voor het beluchten van afvalwater, welke rotor in een cirkel geplaatste schoepen omvat met oppervlakken die zich in hoofdzaak radiaal en axiaal uitstrekken met een bovenrand en 30 een onderrand, waarbij nabij de bovenrand van een schoep een in de draairichting van de rotor gebogen vlak aanwezig is.
1 -Π O *7 β Λ Λ 5
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het beluchten van afvalwater, waarbij het grensoppervlak tussen lucht en afvalwater wordt vergroot door het water op te spatten en waarbij het slib in het afvalwater in zweving 5 wordt gehouden door stromingen en/of turbulentie in het water tot stand te brengen, waarbij het afvalwater in beweging wordt gebracht door een aantal in een cirkel opgestelde schoepen door het afvalwater te bewegen, welke schoepen zich in hoofdzaak radiaal en verticaal uitstrekken, waarbij de 10 bovenrand van een schoep zich boven het wateroppervlak uitstrekt, en waarbij het water door de snelheid van de schoep omhoog wordt gebracht en vervolgens zijdelings ten opzichte van zijn verplaatsingsrichting wordt weggeworpen door een schuin omhoog gerichte en in de voorwaartse richting 15 gebogen vlak van de schoep.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvoorbeeld van de rotor voor het beluchten van afvalwater worden beschreven, onder verwijzing naar de 20 figuren, waarin:
Figuur 1 een perspectiefaanzicht van een biologisch zuiveringsbassin is; 25 Figuur 2 een vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een rotor is;
Figuur 3 een bovenaanzicht van de rotor van Figuur 2 is; 30 Figuur 4 is een vooraanzicht van een schoep van de rotor van Figuur 2;
Figuur 5 een zijaanzicht van de schoep van Figuur 4 is; 1027600 6
Figuur 6 een vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een rotor is;
Figuur 7 een bovenaanzicht van de rotor van Figuur 6 is; 5
Figuur 8 een vooraanzicht van een schoep van de rotor van Figuur 6 is; en
Figuur 9 een zijaanzicht van de schoep van Figuur 8 is.
10
Figuur 1 toont een biologisch waterzuiveringsbassin 14, dat is gevuld met water dat een wateroppervlak 13 heeft. Het bassin 14 zoals getoond in Figuur 1 is een zogenaamd omloopbassin, de uitvinding heeft echter ook betrekking op 15 anderssoortige bassins, zoals vierkante of ronde bakken of andersvormige vijvers. In het bassin 14 is een aandrijving, bijvoorbeeld een motor 15 vast opgesteld, welke motor 15 een as 1 aandrijft. De rotor omvat de centraal gelegen verticale as 1 waarmee aan de onderzijde een loodrecht daarop 20 bevestigde plaat 2 is verbonden. Aan de buitenrand van plaat 2 strekken zich een aantal, in deze uitvoeringsvoorbeelden tien, schoepen 4 zich in hoofdzaak verticaal en radiaal uit. De rotor draait bij voorkeur met een zodanig toerental dat de omtreksnelheid van de schoepen tussen 3 en 7 meter/seconde, 25 meer bij voorkeur tussen 4 en 6 meter/seconde ligt, bij welke snelheden het water zal worden opgestuwd en zal opspatten. Overigens kan de rotor ook uitstekend met een omtreksnelheid tussen 1 en 3 meter/seconde worden ingezet als meng/roerinrichting om bezinking van slib te voorkomen, 30 waarvoor met name de vorm van de delen van de schoepen 4 die zich onder water uitstrekken van belang zijn.
1027600 7 Γη de figuren 2 - 5 en 6 - 9 zijn twee uitvoeringsvormen van een rotor weergegeven. De rotor is in beide uitvoeringsvormen voorzien van een centraal gelegen verticale as 1 waaraan een loodrecht daarop bevestigde plaat 2 is verbonden. Aan de 5 buitenrand van plaat 2 zijn tien in hoofdzaak driehoekige uitsparingen 3 aangebracht, waarin de schoepen 4 bevinden.
De schoep 4 volgens Figuur 4 is plaatvormig en heeft een laagste punt 5 nabij de buitenzijde van de rotor, een steil 10 schuin naar boven en naar buiten onder een hoek van 77,5 graden verlopende rand 7, die tot boven de plaat 2 doorloopt, een bovenste rand 8 die onder een hoek van 0 graden naar binnen loopt en die overgaat in een rand 10 die schuin naar beneden onder een hoek van 15 graden loopt tot aan plaat 2, 15 een rand 9 die vanaf plaat 2 steil schuin naar beneden en naar buiten onder een hoek van 65 graden loopt, en een tot op het laagste punt 5 naar buiten en schuin naar beneden onder een hoek van 15 graden verlopende rand 6.
20 De schoep 4 volgens Figuur 8 is in hoofdzaak gelijk aan de schoep 4 volgens Figuur 4, alleen strekt zich in vergelijking daarmee een in hoofdzaak driehoekig plaatvormig deel vanaf de onderzijde, dat wil zeggen vanaf rand 6 in Figuur 4, uit. Het laagste punt 5 ligt daardoor meer nabij de binnenzijde van de 25 schoep 4, en deze heeft vanaf dat laagste punt 5 een naar buiten en schuin naar boven onder een hoek van 30 graden verlopende rand 6, die overgaat in een steil schuin naar boven en naar buiten onder een hoek van 77,5 graden verlopende rand 7, die tot boven de plaat 2 doorloopt, een 30 bovenste rand 8 die onder een hoek van 0 graden naar binnen loopt en die overgaat in een rand 10 die schuin naar beneden onder een hoek van 15 graden loopt tot aan plaat 2, een rand 1n97Rnn 8 9 die vanaf plaat 2 steil schuin naar beneden en naar buiten onder een hoek van 75 graden loopt tot op het laagste punt 5.
De afstand tussen de rand 8 en het vlak van de onderzijde van 5 de plaat 2 is bij voorkeur 0,05 tot 0,13 keer de diameter van de rotor, en is in beide voorkeursuitvoeringen ongeveer 0,09 keer de diameter van de rotor. Nabij de gehele bovenrand 8 is in de draairichting 11 van de rotor een gebogen deel 12 aanwezig waarvan het vlak nabij het uiteinde, de bovenrand 8, 10 een zekere hoek met het verticale vlak van schoep 4 maakt, in de gegeven voorkeursuitvoeringen een hoek van ongeveer 30'. Bij voorkeur is deze hoek tussen 10' en 60', meer bij voorkeur is deze tussen 20' en 40'. Het gebogen deel 12 is gevormd door het plaatvormige materiaal waaruit schoep 4 is 15 vervaardigd bij rand 8 om te buigen in de rotatierichting van de rotor, waarbij de overgang tussen de schoep 4 en het gebogen deel 12 een radius heeft die bij voorkeur ten minste 0,02 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,07 keer de diameter van de rotor is. De hoogte van het gebogen deel 12 is bij 20 voorkeur tussen 0,03 en 0,10 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,05 keer de diameter van de rotor.
Het gebogen deel 12 strekt zich slechts langs een deel van de bovenzijde, het buitenste deel, van de schoep 4 uit, bij 25 voorkeur langs 30% - 70% daarvan. Dit wordt bereikt door de schuine rand 10. Hierdoor wordt aan de binnenzijde van de schoep 4 het water niet afgebogen. Doordat aan de binnenzijde de omtreksnelheid van de schoep kleiner is, veroorzaakt dit een beter, breder, spatpatroon, waardoor het rendement van de 30 rotor wordt verbeterd.
Elke schoep 4 is evenwijdig met en op afstand van, in de rotatierichting gezien vóór, de radiaal van de rotor 1 0 27 6 00 9 geplaatst. De afstand tussen het verticale vlak van de schoep 4 en de zich evenwijdig daaraan vanaf de rotatie-as van de rotor uitstrekkende radiaal is bij voorkeur tussen 0,01 en 0,10 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,04 keer de diameter 5 van de rotor.
De onderste gedeelten van de schoepen 4 van de rotor reiken in het afvalwater en door de rotor te roteren zoals aangegeven met pijl 11 wordt het afvalwater in beroering 10 gebracht. Daarbij ontstaat een opwaarts gerichte stroming tegen de schoep 4, waarbij de stroming door het gebogen deel 12 onder een zekere hoek wordt afgebogen. Op afstand van de schoep valt het water terug in het afvalwater 13. Daarbij ontstaat turbulentie waarbij luchtbellen worden gevormd 15 waardoor een sterke grensvlakvernieuwing van het water optreedt.
De vorm van de rotor met de schoepen 4 is zodanig dat het onderste gedeelte van de schoepen in het afvalwater 13 reikt, 20 terwijl het plaatvormige deel 2 dat de schoepen 4 onderling en met de rotor verbindt net onder het oppervlak van het afvalwater 13 ligt. Door de waterdruk aan de onderzijde van de plaat wordt een geleide waterstroom in het afvalwater verkregen, waardoor een rustige en trillingsarme beweging van 25 de rotor wordt bewerkstelligd. In vergelijking met een rotor waarbij de plaat 2 zich boven het wateroppervlak 13 bevindt kan het water voorts niet periodiek tegen de onderzijde van de plaat en daarover heen klotsen, ook wel cadans genoemd, waardoor grote wisselende krachten op de aandrijving 30 ontstaan. Door de rotatie van de rotor wordt het water voor de schoepen 4 omgewoeld en omhoog gestuwd, waarbij door de uitsparingen 3 het water omhoog kan ontwijken en het water goed in contact met de lucht kan worden gebracht, terwijl de 1027600 10 opwaartse druk op de plaat 2 en de lagering en de tandwielkast van de aandrijving 15 beperkt blijft.
De rotor is ongevoelig voor vervuiling en zelfreinigend door 5 de opstelling en de vorm van de schoepen. Met name de schuine rand 9 draagt bij aan het zelfreinigende vermogen van de rotor.
Uiteraard is de uitvinding niet beperkt tot het weergegeven 10 uitvoeringsvoorbeeld. Naast vele andere variaties is het mogelijk de hoek die de rand 8 van schoep 4 met plaat 2 maakt voor alle of voor een deel van de schoepen 4 verschillend te maken. Hierdoor wordt een grotere spreiding in de wateruitworp van de rotor verkregen. Ook kan de richting van 15 de schoepen 4 ten opzichte van de as 1 anders worden uitgevoerd. De in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld enigszins van de radiaal afwijkend staande schoepen 4 kunnen ook een andere van de radiale richting afwijkende stand hebben. Daarbij hoeven de schoepen niet allemaal dezelfde 20 stand in te nemen maar kunnen zij verschillend gericht zijn om een optimaal effect te bereiken. Voorts kunnen de hiervoor beschreven aspecten van de rotor op zichzelf of in diverse combinaties als aparte uitvindingen worden beschouwd.
1027600

Claims (9)

1. Inrichting voor het beluchten van afvalwater, voorzien van een houder (14) voor afvalwater en een 5 om een in hoofdzaak verticale as roteerbare rotor waarvan het benedenwaarts gerichte gedeelte in het afvalwater kan reiken, welke rotor schoepen (4) omvat met oppervlakken die in hoofdzaak radiaal en axiaal gericht zijn, waarbij nabij de bovenrand (8) van een 10 schoep (4) een in de draairichting van de rotor gebogen vlak (12) aanwezig is, met het kenmerk, dat het gebogen vlak (12) nabij de bovenrand (8) een hoek met het verticale vlak van de schoep (4) maakt tussen 10* en 60*. 15
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het gebogen vlak (12) nabij de bovenrand (8) een hoek met het verticale vlak van de schoep (4) maakt tussen 20' en 40', bij voorkeur ongeveer 30’. 20
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afstand tussen het verticale vlak van de schoep (4) en de zich evenwijdig daaraan vanaf de rotatie-as van de rotor uitstrekkende radiaal tussen 0,01 en 0,10 25 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,04 keer de diameter van de rotor is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de overgang tussen de schoep (4) en het gebogen deel 30 (12) een radius heeft die ten minste 0,02 keer, bij voorkeur ten minste 0,05 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,07 keer de diameter van de rotor is. 1027600
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 4, waarbij de hoogte van het gebogen deel (12) tussen 0,03 en 0,10 keer, meer bij voorkeur ongeveer 0,05 keer de diameter van de rotor is. 5
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 5 , waarbij het gebogen deel (12) zich slechts langs een deel van de bovenzijde, langs het buitenste deel, van de schoep (4) uitstrekt, bij voorkeur langs 10 30% - 70% daarvan.
7. Rotor voor het beluchten van afvalwater, welke rotor in een cirkel geplaatste schoepen (4) omvat met oppervlakken die zich in hoofdzaak radiaal en axiaal 15 uitstrekken met een bovenrand (10) en een onderrand (6), waarbij nabij de bovenrand (8) van een schoep een in de draairichting van de rotor gebogen vlak (12) aanwezig is, met het kenmerk, dat het gebogen vlak nabij de bovenrand (8) een hoek met het 20 verticale vlak van de schoep (4) maakt tussen 10' en 60'.
8. Werkwijze voor het beluchten van afvalwater, waarbij het grensoppervlak tussen lucht en afvalwater wordt 25 vergroot door het water op te spatten en waarbij het slib in het afvalwater in zweving wordt gehouden door stromingen en/of turbulentie in het water tot stand te brengen, waarbij het afvalwater in beweging wordt gebracht door een aantal in een cirkel opgestelde 30 schoepen (4) door het afvalwater te bewegen, welke schoepen (4) zich in hoofdzaak radiaal en verticaal uitstrekken, waarbij de bovenrand (8) van een schoep (4) zich boven het wateroppervlak uitstrekt, en 1027600 waarbij het water door de snelheid van de schoep (4) omhoog wordt gebracht en vervolgens zijdelings ten opzichte van zijn verplaatsingsrichting wordt weggeworpen door een schuin omhoog gerichte en in de 5 voorwaartse richting gebogen vlak (12) van de schoep, met het kenmerk, dat het gebogen vlak (12) nabij de bovenrand (8) een hoek met het verticale vlak maakt tussen 10’ en 60’.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de rotor draait met een zodanig toerental dat de snelheid van de schoepen (4) tussen 3 en 7 meter/seconde, bij voorkeur tussen 4 en 6 meter/seconde ligt. 1027600
NL1027600A 2004-11-26 2004-11-26 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater. NL1027600C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027600A NL1027600C2 (nl) 2004-11-26 2004-11-26 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
CA 2589462 CA2589462C (en) 2004-11-26 2005-11-28 Apparatus and method for aerating waste water
JP2007542949A JP2008521592A (ja) 2004-11-26 2005-11-28 排水を曝気するための装置および方法
PCT/NL2005/000815 WO2006057560A1 (en) 2004-11-26 2005-11-28 Apparatus and method for aerating wastewater
US11/791,773 US8079573B2 (en) 2004-11-26 2005-11-28 Apparatus and method for aerating waste water

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027600A NL1027600C2 (nl) 2004-11-26 2004-11-26 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
NL1027600 2004-11-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027600C2 true NL1027600C2 (nl) 2006-05-29

Family

ID=34974987

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027600A NL1027600C2 (nl) 2004-11-26 2004-11-26 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US8079573B2 (nl)
JP (1) JP2008521592A (nl)
CA (1) CA2589462C (nl)
NL (1) NL1027600C2 (nl)
WO (1) WO2006057560A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102007021056A1 (de) 2007-05-04 2008-11-06 EKATO Rühr- und Mischtechnik GmbH Rührorgan
CL2008003853A1 (es) * 2007-12-21 2010-02-12 Philadelphia Mixing Solutions Ltd Un conjunto impulsor para mezclar gas o liquido dentro de un liquido, incluye un eje, una pluralidad de cangilones alrededor del eje, cada cangilon con una porcion de alabe superior y una interior con bordes de ataque, bordes internos y perifericos, ambas porciones unidas por sus bordes internos, donde cada cangilon esta acoplado al eje mediante una placa central de unión de una nervadura o costilla; sistema; y metodo.
US8425109B2 (en) * 2008-03-28 2013-04-23 Daniel V. Foss Ice fishing hole maintenance system
CN102583793B (zh) * 2011-01-05 2013-11-13 金科水务工程(北京)有限公司 一种高效表曝机
JP5704928B2 (ja) * 2011-01-11 2015-04-22 株式会社環境測定サービス 水循環装置
US9297316B2 (en) 2011-11-23 2016-03-29 General Electric Company Method and apparatus for optimizing the operation of a turbine system under flexible loads
CN106082465A (zh) * 2016-08-16 2016-11-09 中冶华天工程技术有限公司 周转式曝气复氧装置
JP7287726B2 (ja) * 2021-09-22 2023-06-06 阪和化工機株式会社 撹拌構造体

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9201782A (nl) * 1992-10-14 1994-05-02 Hubert Stavoren Bv Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
JP2001062484A (ja) * 1999-08-30 2001-03-13 Mitsubishi Kakoki Kaisha Ltd 縦軸型曝気攪拌装置
JP2002001379A (ja) * 2000-06-27 2002-01-08 Sumitomo Heavy Ind Ltd 汚水処理装置及び方法
JP2002018259A (ja) * 2000-07-10 2002-01-22 Hitachi Kiden Kogyo Ltd 曝気機
US20040174769A1 (en) * 2003-03-03 2004-09-09 Spx Corporation Aeration apparatus and method

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3648989A (en) * 1969-07-24 1972-03-14 Bernhard Friehe Apparatus for the aeration of liquids
JPS4838948Y1 (nl) * 1969-10-15 1973-11-16
GB1263405A (en) * 1970-02-13 1972-02-09 Hartley Simon Ltd Improvements in or relating to aerators
JPS5117344B2 (nl) * 1972-03-10 1976-06-01
US4193951A (en) * 1976-03-18 1980-03-18 Stanley Carl F Water aerating device
GB1522874A (en) * 1976-07-08 1978-08-31 Air Prod & Chem Mechanical aerators for liquids
JPS5628793U (nl) * 1979-08-10 1981-03-18
JPS583997U (ja) * 1981-06-30 1983-01-11 住友重機械エンバイロテツク株式会社 曝気装置
US5316443A (en) * 1991-10-04 1994-05-31 Chemineer, Inc. Reversible mixing impeller
JP3908365B2 (ja) * 1997-12-04 2007-04-25 住友重機械工業株式会社 オキシデーションディッチ用エアレータ
DE19814819A1 (de) * 1998-04-02 1999-10-07 Leonhard Fuchs Kreiselbelüfter
JP3845516B2 (ja) * 1998-07-03 2006-11-15 佐竹化学機械工業株式会社 撹拌翼及びその撹拌装置
US6715912B2 (en) * 1998-09-28 2004-04-06 The Penn State Research Foundation Surface aeration impellers
JP2001252681A (ja) * 2000-03-14 2001-09-18 Sumitomo Heavy Ind Ltd オキシデーションディッチの水位制御装置
EP1581745A4 (en) * 2002-09-16 2010-12-15 Penn State Res Found RUNNING FOR A SURFACE TENSILE
US6986507B2 (en) * 2002-09-26 2006-01-17 Spx Corporation Mass transfer method
US6896246B2 (en) * 2002-12-12 2005-05-24 Spx Corporation Aeration apparatus and method
US6997444B2 (en) * 2003-04-29 2006-02-14 Spx Corporation Radial disc impeller apparatus and method
DE20307199U1 (de) * 2003-05-08 2003-07-10 Ekato Ruehr Mischtechnik Rührorgan
US6877959B2 (en) * 2003-06-03 2005-04-12 Mixing & Mass Transfer Technologies, Llc Surface aeration impellers

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9201782A (nl) * 1992-10-14 1994-05-02 Hubert Stavoren Bv Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
JP2001062484A (ja) * 1999-08-30 2001-03-13 Mitsubishi Kakoki Kaisha Ltd 縦軸型曝気攪拌装置
JP2002001379A (ja) * 2000-06-27 2002-01-08 Sumitomo Heavy Ind Ltd 汚水処理装置及び方法
JP2002018259A (ja) * 2000-07-10 2002-01-22 Hitachi Kiden Kogyo Ltd 曝気機
US20040174769A1 (en) * 2003-03-03 2004-09-09 Spx Corporation Aeration apparatus and method

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 20 10 July 2001 (2001-07-10) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2002, no. 05 3 May 2002 (2002-05-03) *

Also Published As

Publication number Publication date
CA2589462C (en) 2013-04-02
US20080053921A1 (en) 2008-03-06
CA2589462A1 (en) 2006-06-01
WO2006057560A1 (en) 2006-06-01
US8079573B2 (en) 2011-12-20
JP2008521592A (ja) 2008-06-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8079573B2 (en) Apparatus and method for aerating waste water
US7114844B2 (en) Aeration apparatus and method
KR101857869B1 (ko) 자기부상식 표면 교반기
KR100970137B1 (ko) 수처리용 교반기 임펠러
EP1792648A1 (en) Mixer
NL9201782A (nl) Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
WO2004109116A2 (en) Surface aeration impellers
WO2005099881A1 (en) Improved surface aeration impeller designs
KR101896891B1 (ko) 부상여과재의 교반장치 및 여과기
US20040113290A1 (en) Aeration apparatus and method
KR101767500B1 (ko) 소화조 교반기용 임펠러
US3904714A (en) Low-speed mechanical aerator impeller
JP2000354889A (ja) 曝気装置
JP2005296850A (ja) 低速攪拌機
JP4582808B2 (ja) 排水処理装置
JP3912683B2 (ja) 水中駆動型気液混合・溶解装置
JP3845516B2 (ja) 撹拌翼及びその撹拌装置
JP5163966B2 (ja) 浮上ろ材を用いたろ過機の攪拌装置
JP6650221B2 (ja) 撹拌装置
JP2006503687A (ja) 表面曝気羽根車
KR101900593B1 (ko) 친환경 고효율 교반기
KR101415077B1 (ko) 유동상식 생물 처리 장치
CN211358410U (zh) 潜水搅拌器
JP4326677B2 (ja) 回流式の曝気槽におけるスカムの処理方法
JP3568241B2 (ja) オキシデーションディッチにおける曝気機の設置方法

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211201