NL9201782A - Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater. Download PDF

Info

Publication number
NL9201782A
NL9201782A NL9201782A NL9201782A NL9201782A NL 9201782 A NL9201782 A NL 9201782A NL 9201782 A NL9201782 A NL 9201782A NL 9201782 A NL9201782 A NL 9201782A NL 9201782 A NL9201782 A NL 9201782A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
blades
plate
waste water
blade
Prior art date
Application number
NL9201782A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Hubert Stavoren Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hubert Stavoren Bv filed Critical Hubert Stavoren Bv
Priority to NL9201782A priority Critical patent/NL9201782A/nl
Priority to MYPI93001992A priority patent/MY109860A/en
Priority to EP19930924033 priority patent/EP0664772B1/en
Priority to DK93924033T priority patent/DK0664772T3/da
Priority to BR9307352A priority patent/BR9307352A/pt
Priority to DE1993607530 priority patent/DE69307530T2/de
Priority to PCT/EP1993/002789 priority patent/WO1994008906A1/en
Priority to PL93308229A priority patent/PL172505B1/pl
Priority to ES93924033T priority patent/ES2099485T3/es
Priority to AT93924033T priority patent/ATE147712T1/de
Priority to RU95112469/25A priority patent/RU95112469A/ru
Priority to JP50960794A priority patent/JPH08504660A/ja
Priority to US08/135,170 priority patent/US5522989A/en
Publication of NL9201782A publication Critical patent/NL9201782A/nl
Priority to FI951787A priority patent/FI951787A/fi
Priority to GR970400708T priority patent/GR3023041T3/el

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F3/00Biological treatment of water, waste water, or sewage
    • C02F3/02Aerobic processes
    • C02F3/12Activated sludge processes
    • C02F3/14Activated sludge processes using surface aeration
    • C02F3/16Activated sludge processes using surface aeration the aerator having a vertical axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/05Stirrers
    • B01F27/11Stirrers characterised by the configuration of the stirrers
    • B01F27/112Stirrers characterised by the configuration of the stirrers with arms, paddles, vanes or blades
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F23/00Mixing according to the phases to be mixed, e.g. dispersing or emulsifying
    • B01F23/20Mixing gases with liquids
    • B01F23/23Mixing gases with liquids by introducing gases into liquid media, e.g. for producing aerated liquids
    • B01F23/234Surface aerating
    • B01F23/2342Surface aerating with stirrers near to the liquid surface, e.g. partially immersed, for spraying the liquid in the gas or for sucking gas into the liquid, e.g. using stirrers rotating around a horizontal axis or using centrifugal force
    • B01F23/23421Surface aerating with stirrers near to the liquid surface, e.g. partially immersed, for spraying the liquid in the gas or for sucking gas into the liquid, e.g. using stirrers rotating around a horizontal axis or using centrifugal force the stirrers rotating about a vertical axis
    • B01F23/234211Stirrers thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/05Stirrers
    • B01F27/11Stirrers characterised by the configuration of the stirrers
    • B01F27/115Stirrers characterised by the configuration of the stirrers comprising discs or disc-like elements essentially perpendicular to the stirrer shaft axis
    • B01F27/1152Stirrers characterised by the configuration of the stirrers comprising discs or disc-like elements essentially perpendicular to the stirrer shaft axis with separate elements other than discs fixed on the discs, e.g. vanes fixed on the discs
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W10/00Technologies for wastewater treatment
    • Y02W10/10Biological treatment of water, waste water, or sewage

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Aeration Devices For Treatment Of Activated Polluted Sludge (AREA)
  • Gas Separation By Absorption (AREA)
  • Physical Water Treatments (AREA)
  • Biological Treatment Of Waste Water (AREA)
  • Mixers Of The Rotary Stirring Type (AREA)
  • Excavating Of Shafts Or Tunnels (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BELUCHTEN VAN AFVALWATER
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting, een rotor en een werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
De inrichting is voorzien van een houder voor afvalwater en een om een in hoofdzaak verticale as roteerbare rotor waarvan het benedenwaarts gerichte gedeelte in het afvalwater kan reiken.
Dergelijke, zogenaamde oppervlaktebeluchters, zijn bekend. Ze worden vaak toegepast in een beluchtingstank van een actief-slib-installatie en hebben tot doel zuurstof in het water op te lossen en daarmee de micro organismen in de beluchtingstank van zuurstof te voorzien.
Zuurstofoverdracht vindt in hoofdzaak plaats op het grensvlak tussen lucht en water en een optimale zuurstofoverdracht van lucht naar water wordt verkregen door dat grensvlak zo groot mogelijk te maken. Voorts wordt de zuurstofoverdracht bevorderd door het zuurstofgehalte in het water nabij het grensvlak zo laag mogelijk te houden, omdat het oplossen van zuurstof in water moeilijker gaat naarmate het zuurstofgehalte van het water ter plekke van het grensvlak hoger is. Het is daarom van belang dat het water nabij het grensvlak snel wordt vernieuwd.
De hoeveelheid energie die voor het beluchten nodig is vormt het grootste deel van het energieverbruik van een afvalwaterzuiveringsinstallatie. Het is daarom van groot belang dat de hoeveelheid zuurstof die per energie-eenheid in het water wordt opgelost (het zuurstofinbrengrendement) zo groot mogelijk is.
De regeling van het zuurstofinbrengend vermogen van een oppervlaktebeluchter voorzien van een rotor die het water in beroering brengt vindt plaats door wijziging van de indompeldiepte en/of het toerental van de rotor. Het dompeldieptegebied van de oppervlaktebeluchter dient voldoende groot te zijn om de normale variaties in het waterniveau van een beluchtingstank aan te kunnen met behoud van een hoog zuurstofinbrengrendement. Het toerentalgebied waarbinnen een hoog zuurstofinbrengrendement wordt bereikt dient eveneens zo groot mogelijk te zijn, zodat zowel bij het inbrengen van veel zuurstof als bij het inbrengen van minder zuurstof een zo hoog mogelijk zuurstofinbrengrendement wordt bereikt.
De uitvinding beoogt het beluchten van afvalwater, waarbij het zuurstofinbrengrendement hoog is. Voorts beoogt de uitvinding een hoog en vrijwel constant zuurstofinbreng-rendement over een groot dompeldieptegebied en een groot toerentalgebied.
Een ander doel van de uitvinding is het ontwikkelen van voldoende stroomsnelheid en turbulentie in het afvalwater opdat het slib in zweving wordt gehouden en in contact komt met de opgeloste zuurstof.
Voorts beoogt de uitvinding het beluchten van afvalwater op een zodanige wijze dat de opgewekte krachten beperkt blijven zodat de installatie betrekkelijk licht kan worden uitgevoerd.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting voor het beluchten van afvalwater die betrekkelijk ongevoelig is voor vervuiling, met name voor het aan de rotor hechten van in het afvalwater aanwezige stoffen, materialen en stoffelijk afval.
Hiertoe omvat, volgens de uitvinding, de inrichting voor het beluchten van afvalwater, een rotor die schoepen omvat met oppervlakken die in hoofdzaak radiaal en axiaal gericht zijn, waarbij deze oppervlakken althans gedeeltelijk onder de delen van de rotor liggen die de schoepen onderling verbinden, zodat deze verbindingsdelen in hoofzaak niet tot in het afvalwater reiken.
Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kunnen de schoepen, althans gedeeltelijk, bestaan uit plaatvormige delen die zich op afstand van de draaiingsas van de rotor bevinden, en kunnen deze delen, in radiale richting, een breedte hebben tussen 0,07 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor. Daarbij kunnen de plaatvormige delen van de schoepen in benedenwaartse richting afnemen.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding kunnen de schoepen onderling verbonden zijn door een in hoofdzaak horizontaal plaatvormig deel, nabij de rand waarvan de schoepen zijn bevestigd. De schoepen kunnen zich dan aan beide zijden van genoemd horizontaal plaatvormig deel uitstrekken, waarbij de hoogte van de schoepen 0,05 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor kan zijn.
Volgens de uitvinding kan voorts het plaatvormige deel van de schoep aan de bovenzijde overgaan in een in de rotatie richting van de schoep omgebogen deel, dat in buitenwaartse richting schuin omhoog verloopt. Ter versteviging kan het omgebogen deel aan de radiaal binnenwaarts gerichte zijde verbonden zijn met de verbindingsdelen die de schoepen onderling verbinden, bijvoorbeeld het horizontale plaatvormige deel. Met "omgebogen deel" wordt een deel van de schoep bedoeld dat onder een hoek staat met het plaatvormige deel van de schoep. Het omgebogen deel kan een los onderdeel zijn dat aan het overige deel van de schoep is bevestigd.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het beluchten van afvalwater, waarbij het grensoppervlak tussen lucht en afvalwater wordt vergroot door het water met schoepen op te spatten en waarbij het slib in het afvalwater in zweving wordt gehouden door stromingen en/of turbulentie in het water tot stand te brengen, waarbij het afvalwater in beweging wordt gebracht door een aantal in een cirkel opgestelde schoepen zodanig door het afvalwater te bewegen dat de verbindingsdelen, die de schoepen onderling verbinden, in hoofdzaak niet in het afvalwater reiken.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de rotor voor het beluchten van afvalwater worden beschreven.
Fig. 1 is een bovenaanzicht van een rotor,
Fig. 2 is een doorsnede volgens II-II in fig. 1, en Fig. 3 is een aanzicht volgens de lijn III-III in fig. 1.
In de figuren is een rotor voor het beluchten van afvalwater slechts schetsmatig weergegeven. De rotor is voorzien van een centraal gelegen as 1 waaraan een loodrecht daarop bevestigde plaat 2 is verbonden. De as 1 kan aan de bovenzijde verbonden worden met de aandrijfmiddelen van de rotor. Aan de buitenrand van plaat 2 zijn een aantal, in dit uitvoeringsvoorbeeld 12, uitsparingen 3 aangebracht, waarin zich schoepen 4 bevinden. Schoep 4 is plaatvormig en heeft een laagste punt 5, een naar buiten en schuin naar boven verlopende rand 6, die overgaat in een verticale rand 7, die tot boven de plaat 2 doorloopt, een rand 8 die naar binnen en beneden loopt tot aan plaat 2, een rand 9 die vanaf plaat 2 verticaal naar beneden loopt en een rand 10 die naar beneden en naar buiten loopt tot op het laagste punt 5.
Langs de gehele bovenrand 8 is in de draairichting 11 van de rotor een plaatje 12 bevestigd dat een zekere hoek met schoep 4 maakt, in het gegeven uitvoerings-voorbeeld een hoek van 90°. Het plaatje 12 kan ook gevormd worden door het plaatvormige materiaal waaruit schoep 4 is vervaardigd bij rand 8 om te buigen in de rotatie-richting van de rotor.
Ter versteviging van de bevestiging van de schoep aan het plaatvormige deel 2 kan het plaatje 12 bij de rand 14 zijn vastgelast of op andere wijze zijn bevestigd aan het plaatvormige deel 2, zodat een stijve en sterke verbinding tussen de schoep en het plaatvormige deel 2 wordt verkregen.
De onderste gedeelten van de schoepen 4 van de rotor reiken in het afvalwater en door de rotor te roteren zoals aangegeven met pijl 11 wordt het afvalwater in beroering gebracht. Daarbij ontstaat een opwaarts gerichte stroming tegen de schoep 4, waarbij de stroming door het plaatje 12 onder een zekere hoek wordt afgebogen. Op afstand van de schoep valt het water terug in het afvalwater 13. Daarbij ontstaat turbulentie waarbij luchtbellen worden gevormd waardoor een sterke grensvlakvernieuwing van het water optreedt.
De vorm van de rotor met de schoepen 4 is zodanig dat het onderste gedeelte van de schoepen in het afvalwater 13 reikt, terwijl het plaatvormige deel 2 dat de schoepen 4 onderling en met de rotor verbindt op een niveau ligt boven het oppervlak van het afvalwater 13, zodanig dat dit plaatvormige gedeelte .2 niet of nauwelijks met dit afvalwater in contact komt. Daarmee wordt de voor de rotatie benodigde energie verlaagd, zodat een hoger zuurstofinbrengrendement wordt verkregen. Bovendien worden hiermee extra krachten op de rotor vermeden, met name bovenwaarts gerichte krachten die zouden ontstaan wanneer de rotor zodanig zou zijn gevormd dat het horizontale plaatvormige gedeelte dat de schoepen verbindt zich op of in het water bevindt. Dergelijke ongewenste krachten zouden worden doorgegeven via de as van de rotor naar de tandwielkast die de rotor aandrijft, welke tandwielkast dan extra zwaar uitgevoerd zou moeten worden. Doordat plaatvormig gedeelte 2 zich boven het wateroppervlak 13 bevindt, kan de aandrijving van de rotor lichter worden uitgevoerd en wordt de levensduur van deze aandrijving vergroot. Bij voorkeur is de afstand tussen het wateroppervlak en het plaatvormige deel 2 tenminste 0,025 keer de diameter van de rotor.
De rotor is ongevoelig voor vervuiling en zelfreinigend door de opstelling en de vorm van de schoepen en doordat een zo klein mogelijk gedeelte van de rotor in het afvalwater reikt.
Uiteraard is de uitvinding niet beperkt tot het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Naast vele andere variaties is het mogelijk het plaatje 12 niet op iedere schoep 4 aan te brengen, maar bijvoorbeeld om de andere schoep 4. Hierdoor wordt een grotere spreiding in de wateruitworp van de rotor verkregen. Een soortgelijk effect kan worden bereikt door de hoek die de rand 8 van schoep 4 met plaat 2 maakt voor alle of voor een deel van de schoepen 4 verschillend te maken. Ook kan de richting van de schoepen 4 ten opzichte van de as 1 anders worden uitgevoerd. De in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld radiaal staande schoepen 4 kunnen ook enigszins tangentiaal gericht zijn of een andere van de radiale richting afwijkende stand hebben. Daarbij hoeven de schoepen niet allemaal dezelfde stand in te nemen maar kunnen zij verschillend gericht zijn om een optimaal effect te bereiken.

Claims (27)

1. Inrichting voor het beluchten van afvalwater, voorzien van een houder voor afvalwater en een om een in hoofdzaak vertikale as roteerbare rotor waarvan het benedenwaarts gerichte gedeelte in het afvalwater kan reiken, welke rotor schoepen omvat met oppervlakken die in hoofdzaak radiaal en axiaal gericht zijn, waarbij deze oppervlakken althans gedeeltelijk onder de delen van de rotor liggen die de schoepen onderling verbinden, zodat deze verbindingsdelen in hoofdzaak niet tot in het afvalwater reiken.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde oppervlakken van de schoepen gevormd worden door plaatvormige delen die zich op afstand van de draaiingsas van de rotor bevinden.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de plaatvormige delen in radiale richting een breedte hebben tussen 0,07 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de plaatvormige delen van de schoepen in benedenwaartse richting afneemt.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsdelen zijn voorzien van een horizontaal plaatvormig deel, nabij de rand waarvan de schoepen zijn bevestigd.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de plaatvormige delen van de schoepen zich aan beide zijden van genoemd horizontaal plaatvormig deel uitstrekken.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatvormige deel van de schoep een hoogte heeft (in axiale richting) tussen 0,05 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatvormige deel van de schoep aan de bovenzijde overgaat in een in de rotatierichting van de schoep omgebogen deel, dat in buitenwaartse richting schuin omhoog verloopt.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het omgebogen deel verbonden is met de verbindingsdelen die de schoepen onderling verbinden.
10. Rotor voor het beluchten van afvalwater, welke rotor in een eerste axiale richting in het afvalwater kan reiken, en welke roter schoepen omvat met oppervlakken die in hoofdzaak radiaal en axiaal gericht zijn, waarbij deze oppervlakken, althans gedeeltelijk, in genoemde eerste axiale richting voorbij die delen van de rotor liggen die de schoepen onderling verbinden, zodat deze verbindingsdelen niet tot in het afvalwater zullen reiken.
11. Rotor volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat genoemde oppervlakken van de schoepen gevormd worden door plaatvormige delen die zich op afstand van de draaiingsas van de rotor bevinden.
12. Rotor volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de plaatvormige delen in radiale richting een breedte hebben tussen 0,07 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor.
13. Rotor volgens een der conclusies 10 tot 12, met het kenmerk, dat de breedte van de plaatvormige delen van de schoepen in genoemde eerste axiale richting afneemt.
14. Rotor volgens een der conclusies 10 tot 13, met het kenmerk, dat de verbindingsdelen zijn voorzien van een loodrecht op de draaiingsas staand plaatvormig deel, nabij de rand waarvan de schoepen zijn bevestigd.
15. Rotor volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de plaatvormige delen van de schoepen zich aan beide zijden van genoemd, loodrecht op de draaiingsas staande plaatvormige deel uitstrekken.
16. Rotor volgens een der conclusies 10 tot 15, met het kenmerk, dat het plaatvormige deel van de schoep in axiale richting een afmeting heeft tussen 0,05 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor.
17. Rotor volgens een der conclusies 10 tot 16, met het kenmerk, dat het plaatvormige deel van de schoep aan de axiale richting tegengesteld aan genoemde eerste axiale richting overgaat in een in de rotatierichting van de schoep omgebogen deel, dat in radiaal binnenwaartse richting schuin in eerstgenoemde axiale richting verloopt.
18. Rotor volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het omgebogen deel verbonden is met de verbindingsdelen die de schoepen onderling verbinden.
19. Werkwijze voor het beluchten van afvalwater, waarbij het grensoppervlak tussen lucht en afvalwater wordt vergroot door het water met schoepen op te spatten en waarbij het slib in het afvalwater in zweving wordt gehouden door stromingen en/of turbulentie in het water tot stand te brengen, waarbij het afvalwater in beweging wordt gebracht door een aantal in een cirkel opgestelde schoepen zodanig door het afvalwater te bewegen dat de verbindingsdelen, die de schoepen onderling verbinden, in hoofdzaak niet in het afvalwater reiken.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk dat de schoepen zijn verbonden met een om een in hoofdzaak vertikale as roterende rotor.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk dat de rotor draait met een zodanig toerental dat de snelheid van de schoepen tussen 2 en 7 meter/sec. ligt.
22. Werkwijze volgens conclusie 20 of 21, met het kenmerk dat de breedte van de schoepen, in horizontale richting, tussen 0,07 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor ligt.
23. Werkwijze volgens een der conclusies 20-22, met het kenmerk dat de breedte van de schoepen in benedenwaartse richting afneemt.
24. Werkwijze volgens een der conclusies 20-23 met het kenmerk dat, de hoogte van de schoepen, in vertikale richting, tussen 0,05 en 0,3 keer de buitendiameter van de rotor ligt.
25. Werkwijze volgens een der conclusies 19.24, met het kenmerk dat het water door de schoep omhoog wordt gebracht en vervolgens zijdelings ten opzichte van zijn verplaatsingsrichting wordt weggeworpen door een schuin omhoog gerichte en in de voorwaartse richting omgebogen rand van de schoep.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, met het kenmerk dat de in een cirkelbaan bewegende schoepen het water buitenwaarts wegwerpen.
27. Werkwijze volgens een der conclusies 20-26 met het kenmerk dat het niveau van het afvalwater tenminste 0,025 keer de buitendiameter van de rotor onder de verbindingsdelen ligt.
NL9201782A 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater. NL9201782A (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201782A NL9201782A (nl) 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
MYPI93001992A MY109860A (en) 1992-10-14 1993-09-30 A method and a device for aerating waste water
PL93308229A PL172505B1 (en) 1992-10-14 1993-10-11 Sewage aerating method and apparatus
AT93924033T ATE147712T1 (de) 1992-10-14 1993-10-11 Verfahren und vorrichtung zur abwasserbelüftung
BR9307352A BR9307352A (pt) 1992-10-14 1993-10-11 Aparelho rotor e método para aeração de água residual
DE1993607530 DE69307530T2 (de) 1992-10-14 1993-10-11 Verfahren und vorrichtung zur abwasserbelüftung
PCT/EP1993/002789 WO1994008906A1 (en) 1992-10-14 1993-10-11 A method and a device for aerating waste water
EP19930924033 EP0664772B1 (en) 1992-10-14 1993-10-11 A method and a device for aerating waste water
ES93924033T ES2099485T3 (es) 1992-10-14 1993-10-11 Metodo y dispositivo para airear aguas residuales.
DK93924033T DK0664772T3 (da) 1992-10-14 1993-10-11 Fremgangsmåde og apparat til luftning af spildevand
RU95112469/25A RU95112469A (ru) 1992-10-14 1993-10-11 Ротор, устройство и способ аэрации сточных вод
JP50960794A JPH08504660A (ja) 1992-10-14 1993-10-11 排水を曝気する方法及び装置
US08/135,170 US5522989A (en) 1992-10-14 1993-10-12 Device for aerating waste water
FI951787A FI951787A (fi) 1992-10-14 1995-04-13 Jäteveden ilmastusmenetelmä ja -laite
GR970400708T GR3023041T3 (en) 1992-10-14 1997-04-04 A method and a device for aerating waste water.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201782A NL9201782A (nl) 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
NL9201782 1992-10-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201782A true NL9201782A (nl) 1994-05-02

Family

ID=19861379

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201782A NL9201782A (nl) 1992-10-14 1992-10-14 Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US5522989A (nl)
EP (1) EP0664772B1 (nl)
JP (1) JPH08504660A (nl)
AT (1) ATE147712T1 (nl)
BR (1) BR9307352A (nl)
DE (1) DE69307530T2 (nl)
DK (1) DK0664772T3 (nl)
ES (1) ES2099485T3 (nl)
FI (1) FI951787A (nl)
GR (1) GR3023041T3 (nl)
MY (1) MY109860A (nl)
NL (1) NL9201782A (nl)
PL (1) PL172505B1 (nl)
RU (1) RU95112469A (nl)
WO (1) WO1994008906A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027600C2 (nl) * 2004-11-26 2006-05-29 Andries Visser Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0713978B1 (en) * 1994-11-25 1999-08-04 Fujikoki Mfg. Co., Ltd. Drainage pump
JP3910665B2 (ja) * 1996-10-11 2007-04-25 株式会社不二工機 排水ポンプ
US5785899A (en) * 1997-03-24 1998-07-28 Dbs Manufacturing, Inc. Aerating rotor with submersible planetary gearbox
US6560461B1 (en) 1997-08-04 2003-05-06 Mundi Fomukong Authorized location reporting paging system
US6715912B2 (en) * 1998-09-28 2004-04-06 The Penn State Research Foundation Surface aeration impellers
US6860631B2 (en) 1998-09-28 2005-03-01 The Penn State Research Foundation Surface aeration impeller designs
US20040188334A1 (en) * 1998-09-28 2004-09-30 Mcwhirter John R. Novel biochemical oxidation system
EP1776999A1 (en) * 2005-10-21 2007-04-25 Abb Research Ltd. A mixing device
JP2010042411A (ja) * 2009-09-25 2010-02-25 Penn State Research Foundation 表面曝気羽根車
US8843338B2 (en) 2011-07-29 2014-09-23 Nokia Corporation Processing Data for Calibration
JP2020203256A (ja) * 2019-06-18 2020-12-24 セイコーエプソン株式会社 攪拌装置

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3154601A (en) * 1959-08-06 1964-10-27 Glatfelter Co P H Aerator
US3360460A (en) * 1965-01-11 1967-12-26 Roy F Weston Surface aerator
NL6903806A (en) * 1969-03-12 1970-09-15 Agitator for gas/liquid reactor for ferment - ation processes
GB1263405A (en) * 1970-02-13 1972-02-09 Hartley Simon Ltd Improvements in or relating to aerators
US4151231A (en) * 1976-01-10 1979-04-24 Simon-Hartley Limited Rotary surface aerators
NL169165C (nl) * 1976-05-31 1985-04-16 Dhv Raadgevend Ing Oppervlaktebeluchter.
GB1522874A (en) * 1976-07-08 1978-08-31 Air Prod & Chem Mechanical aerators for liquids

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027600C2 (nl) * 2004-11-26 2006-05-29 Andries Visser Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
WO2006057560A1 (en) * 2004-11-26 2006-06-01 Andries Visser Apparatus and method for aerating wastewater

Also Published As

Publication number Publication date
DK0664772T3 (da) 1997-07-21
FI951787A0 (fi) 1995-04-13
FI951787A (fi) 1995-04-13
BR9307352A (pt) 1999-06-01
JPH08504660A (ja) 1996-05-21
PL308229A1 (en) 1995-07-24
ATE147712T1 (de) 1997-02-15
US5522989A (en) 1996-06-04
DE69307530D1 (de) 1997-02-27
GR3023041T3 (en) 1997-07-30
PL172505B1 (en) 1997-10-31
MY109860A (en) 1997-09-30
EP0664772A1 (en) 1995-08-02
WO1994008906A1 (en) 1994-04-28
RU95112469A (ru) 1997-01-10
ES2099485T3 (es) 1997-05-16
DE69307530T2 (de) 1997-07-17
EP0664772B1 (en) 1997-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3341450A (en) Gasification apparatus and method
NL9201782A (nl) Inrichting en werkwijze voor het beluchten van afvalwater.
US4681711A (en) Method and apparatus for aeration of wastewater lagoons
US8079573B2 (en) Apparatus and method for aerating waste water
KR101857869B1 (ko) 자기부상식 표면 교반기
JP5307812B2 (ja) 活性汚泥用撹拌装置
RU2005126730A (ru) Подкачивающая крыльчатка для содержащих суспензию реакторов и резервуаров
US6712958B2 (en) Method and apparatus for recovery of a slick floating on the surface of a liquid
RU2005131955A (ru) Вспомогательная мешалка для флотационного устройства
KR20100112138A (ko) 혼합 방법 및 혼합 장치
JPH0747113B2 (ja) 液体と気体との攪拌混合装置
US3452873A (en) Aerator for sewage treatment systems
JP4716039B2 (ja) 矩形の攪拌反応槽
KR100398490B1 (ko) 가압 부상조
US3904714A (en) Low-speed mechanical aerator impeller
US6406617B1 (en) Scum extraction
JP2000354889A (ja) 曝気装置
JP2005296850A (ja) 低速攪拌機
JP3912683B2 (ja) 水中駆動型気液混合・溶解装置
KR200245294Y1 (ko) 가압 부상조
JP6650221B2 (ja) 撹拌装置
JP3863247B2 (ja) 沈砂槽における下水の処理方法
TWM564488U (zh) Soil oil floatation device
JP3446638B2 (ja) 好気性処理装置
JP4326677B2 (ja) 回流式の曝気槽におけるスカムの処理方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed