NL1026478C2 - Toevoerinrichting. - Google Patents

Toevoerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1026478C2
NL1026478C2 NL1026478A NL1026478A NL1026478C2 NL 1026478 C2 NL1026478 C2 NL 1026478C2 NL 1026478 A NL1026478 A NL 1026478A NL 1026478 A NL1026478 A NL 1026478A NL 1026478 C2 NL1026478 C2 NL 1026478C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
distribution disc
slits
downstream
upstream
disc
Prior art date
Application number
NL1026478A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1026478A1 (nl
Inventor
Johannes Hendricus Fransi Hoof
Mattheus Verolme
Original Assignee
Cfs Weert Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cfs Weert Bv filed Critical Cfs Weert Bv
Priority to NL1026478A priority Critical patent/NL1026478C2/nl
Publication of NL1026478A1 publication Critical patent/NL1026478A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026478C2 publication Critical patent/NL1026478C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/02Devices for feeding articles or materials to conveyors
    • B65G47/04Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles
    • B65G47/12Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles
    • B65G47/14Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding
    • B65G47/1407Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding the articles being fed from a container, e.g. a bowl
    • B65G47/1442Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding the articles being fed from a container, e.g. a bowl by means of movement of the bottom or a part of the wall of the container
    • B65G47/1457Rotating movement in the plane of the rotating part
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/005Packaging other articles presenting special problems packaging of confectionery
    • B65B25/006Packaging other articles presenting special problems packaging of confectionery packaging of lollipops
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/06Separating single articles from loose masses of articles
    • B65B35/08Separating single articles from loose masses of articles using pocketed conveyors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/56Orientating, i.e. changing the attitude of, articles, e.g. of non-uniform cross-section

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Feeding Of Articles To Conveyors (AREA)

Description

Toevoerinrichting
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het naar een verder bewerkingsstation, zoals een verpakkingsmachine, toevoeren van van een kop en een steel voorziene artikelen, zoals lolly's.
5 Voor de verdere bewerking kan het gewenst zijn de lolly's op zekere wijze te houden om de bewerking op de lolly op betrouwbare wijze te doen plaatsvinden. Zo kunnen vastgehouden lolly's voorzien worden van een coating of verpakt worden in een folie, bijvoorbeeld een zogenoemde 10 bunch wrap. Het is hierbij nodig om de lolly's van een ongeordende aanvoerstroom (afkomstig van bijvoorbeeld een koelmachine of bulk-aanvoer) om te zetten in een geordende stroom.
Voor het aldus ordenen van de lolly's worden deze 15 doorgaans gestort op een samenstel van een buitenste, in transportrichting naar een afvoerstation draaiende verdeel-schijf, die aan de omtrek voorzien is van gaten voor opname van telkens een lollykop, en een daarbinnen gelegen, tegengesteld aangedreven spreidschijf. De spreidschijf 20 draait enigszins sneller dan de verdeelschijf, zodat de lolly's zich niet ophopen. Tussen beide stations is een schot voorzien, dat zich echter niet tot boven de gaten in de verdeelschijf uitstrekt. De verdeelschijf is aan de omtrek voorzien van spleten voor opname van de stelen van 25 de lolly's wanneer de koppen van de lolly's in de gaten zijn opgenomen. Verder zijn vaste staven voorzien voor het 1026478 2 in de spleten dwingen en radiaal buitenwaarts gericht neerhouden van de stelen. Beneden het gatengebied van de verdeelschijf kan een aangedreven rol opgesteld zijn, om de onderzijde van de in de gaten opgenomen koppen aan te 5 grijpen om daarop een radiaal binnenwaartse kracht uit te oefenen.
Ter plaatse van het afvoerstation, waar de stelen horizontaal van de verdeelplaat, radiaal buitenwaarts gericht zijn, is een verdere transporteur opgesteld die 10 voorzien is van een reeks klemmetjes die elk op gesynchroniseerde wijze een lollysteel vast kunnen pakken en de betreffende lolly's dan uit de verdeelschijf lichten en transporteren naar een op afstand gelegen punt van afgifte aan de verpakkingsmachine of andere bewerkingsmachine.
15 Een nadeel van de bekende toevoerinrichting is dat bij het naar de spleten toe dwingen van de lollystokjes deze stokjes over de spleet heen kunnen slaan. Daar elk verkeerd georiënteerd stokje een gebrekkige of geen vulling van de inpakfolie of wikkel betekent kan dit leiden tot een 20 aanzienlijke vermindering van de productierendement en verspilling van verpakkingsmateriaal.
Een doel van de uitvinding is een toevoerinrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die hierin verbetering brengt.
25 Hiertoe voorziet de uitvinding in een inrichting volgens conclusie 1.
In een uitvoeringsvorm van de inrichtingen volgens de uitvinding, zijn de spleten zodanig gericht dat de stelen gelegen zijn volgens lijnen die door het middelpunt 30 van de verdeelschijf gaan. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de artikelen in een stabiele ligging geplaatst kunnen worden waarbij de stelen zuiver radiaal ten opzichte van de verdeelschijf uitsteken. Met de bekende ligging van het middelpunt van de verdeelschij f is ook de 35 precieze ligging van de stelen in de toevoerinrichting bekend, waardoor de grijpers en dergelijke voor verder transport van de lolly's precies werkzaam kunnen zijn.
1026478 3
Deze toestand kan in deze uitvoeringsvorm verkregen worden door de koppen van de artikelen tegen de benedenstroomse randdelen van de gaten aan te laten liggen eh de.stelen tegen de bovenstroomse rand van de spleten.
5 De dimensionering van de spleten en daarmee van de verdeelschijf is hierbij afgestemd op de uitvoering van de betreffende te verwerken lolly's. De juiste positie van de spleten is onder andere afhankelijk van de afmetingen van de verdeelschij f, waaronder de afmetingen van de gaten 10 en de spleten, en de afmetingen van de artikelen, waaronder de afmetingen van de koppen en de stelen.
De stabiele ligging kan bijvoorbeeld verkregen worden door de koppen van de artikelen tegen de beneden-stroomse randdelen van de gaten aan te laten liggen, en de 15 stelen tegen de bovenstroomse rand van de (relatief ruime) spleten. Deze toestand wordt op een natuurlijke wijze bereikt in een toevoerinrichting voorzien van vaste staven voor het in de spleten dwingen en radiaal buitenwaarts gericht neerhouden van de stelen. Daar de vaste staven 20 aangrijpen op de stelen van de artikelen worden de stelen van de artikelen aan de omtrek van de verdeelschijf geremd ten opzichte van de rotatie van de verdeelschijf. Hierdoor komen de stelen tegen de bovenstroomse rand van de spleten en worden de koppen in benedenstroomse richting tegen 25 randdelen van de gaten geduwd.
Een dergelijke positie kan bijvoorbeeld verkregen worden wanneer, bij ten opzichte van de steel ruime onderste gedeelten van de spleten, de spleten onder een hoek β staan ten opzichte van de radiaal aan de omtrek van 30 de verdeelschijf aldaar, en/of in benedenstroomse richting over een afstand s, parallel aan de radiale lijn door het middelpunt van de corresponderende gaten en/of een radiale lijn door het middelpunt van de verdeelschijf, verschoven zijn.
35 Bij deze uitvoeringsvorm liggen de spleten schuin en/of verzet ten opzichte van radialen door het middelpunt van de verdeelschij f en eventueel de middelpunten van de 1026478 4 corresponderende gaten. De afstand s en de hoek β is onder andere afhankelijk van de afmetingen van de verdeelschijf, waaronder de afmetingen van de gaten en de spleten, en de dimensies van de artikelen, waaronder de afmetingen van de 5 koppen en de stelen.
Bij voorkeur is de verplaatsing s of de hoek β zodanig gekozen dat de opening van de spleten aan de buitenrand van de verdeelschijf in een benedenstroomse richting gelegen zijn ten opzichte van een middellijn van 10 de verdeelschijf die door het middelpunt van de corresponderende gaten loopt.
In een verder aspect voorzie de uitvinding in een inrichting volgens de aanhef, omvattende:
een toevoerstation voor de artikelen in een 15 ongeordende stroom, I
een afvoerstation voor afgifte van de artikelen in een geordende stroom, een op het toevoerstation en het afvoerstation aansluitende verdeelschijf die in een draairichting ro- ' 2 0 teerbaar is en die een reeks aan de omtrek daarvan gelegen gaten voor opname van de koppen van de artikelen omvat, waarbij de bovenzijde van de verdeelschijf spleten omvat voor opname van de stelen, welke spleten zich uitstrekken vanaf de gaten tot in de buitenrand van de verdeelschijf en 25 waarbij de spleten een bodem en vanaf de bodem omhoog reikende respectievelijk aan een benedenstroomse zijde en bovenstroomse zijde van de spleet, in de draairichting beschouwd, gelegen randen omvat, waarbij de benedenstroomse rand althans nagenoeg in een verticaal vlak en althans 30 nagenoeg tot in de bovenzijde van de verdeelschijf loopt, en de bovenstroomse rand althans een bovenste gedeelte wijkt ten opzichte van de benedenstroomse rand in bovenstroomse richting.
Daar de bovenstroomse rand in de inrichting 35 volgens de uitvinding wijkt in een bovenstroomse richting, is de breedte van de opening van een spleet aan de bovenzijde van de verdeelschijf, groter. Deze opening dient 1026478 5 onder meer voor het vangen van stelen van de voorwerpen. Een bredere opening levert het voordeel op dat een steel gemakkelijker in de spleet terecht kan komen of op een meer betrouwbare wijze in de spleet gedwongen kunnen worden.
5 Hierdoor wordt de kans dat een steel over een spleet heen slaat gereduceerd. De benedenstroomse rand vormt daarbij een aanslag voor een steel die via de bovenstroomse zijde de spleet in beweegt en door de hierboven beschreven opening van een spleet aan de bovenzijde van de verdeelschijf 10 gevangen wordt. Deze aanslag stopt de, ten opzichte van de verdeelschijf tangentieel gerichte component van de beweging van de steel, waardoor voorkomen wordt dat steel over de spleet heen kan slaan. De steel zal steeds in de spleet terechtkomen, waardoor de vullinggraad van de verdeelschijf 15 optimaal kan zijn, en daarmee het verdere bewerkingsproces.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het naar een verder bewerkings-station, zoals een verpakkingsmachine, toevoeren van van een kop en een steel voorziene artikelen, zoals lolly's, 20 omvattende: een toevoerstation voor de artikelen in een ongeordende stroom, een afvoerstation voor afgifte van de artikelen in een geordende stroom, een op het toevoerstation en het afvoerstation aansluitende verdeelschijf die in een draairichting roteerbaar is en die 25 een reeks aan de omtrek daarvan gelegen gaten voor opname van de koppen van de artikelen omvat, waarbij de bovenzijde van de verdeelschijf spleten omvat voor opname van de stelen, welke spleten zich uitstrekken vanaf de gaten tot in de buitenrand van de verdeelschijf en waarbij de spleten 30 een bodem en vanaf de bodem omhoog reikende respectievelijk aan een benedenstroomse zijde en bovenstroomse zijde van de spleet, in de draairichting beschouwd, gelegen randen omvat, waarbij de benedenstroomse rand althans nagenoeg in een verticaal vlak en althans nagenoeg tot in de bovenzijde 35 van de verdeelschijf loopt, en de bovenzijde van de verdeelschijf aan de bovenstroomse zijde van de spleet voorzien is van een uitsparing, die overgaat in de spleet.
1026478 6
Door de uitsparing zal de bovenstroomse rand van een spleet wijken en wordt de spleet aan de bovenzijde van de verdeelschijf verbreed.
Bij voorkeur zijn de uitsparingen minder diep dan 5 de spleten. De spleet volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm combineert een brede opening door de spleet met uitsparing aan de bovenzijde van de verdeelschijf met een niet-ver-breed gedeelte onder in de spleet. Vanuit de brede opening kan een steel op een betrouwbare wijze in de het niet 10 verbrede gedeelte onder in de spleet gedwongen worden, welke niet verbreed gèdeelte de stelen in een stabiele ligging, en in een gewenste, gedefinieerde oriëntatie kan plaatsen.
De uitsparingen kunnen verschillende vormen 15 bezitten. Bij voorkeur worden de uitsparingen in bovenstroomse richting begrensd door een schuin randgedeelte. Het schuin randgedeelte zorgt voor een geleiding van de stelen in de richting van de bodem van de spleet. Een steel kan in de uitsparing volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm, 20 langs het schuin randgedeelte rollend en/of glijdend op een natuurlijke wijze op de bodem van de spleten belanden.
Bij voorkeur sluit het schuin randgedeelte aan de van de spleet afgekeerde zijde van de uitsparing althans nagenoeg aan aan de bovenzijde van de verdeelschijf. Hier-25 door kunnen stelen vanaf de bovenzijde van de verdeelschijf op een continue wijze via de uitsparing naar de spleet bewegen, hetgeen zorgt voor een rustige loop van de stelen naar de spleten toe.
In een gat aan de omtrek van de verdeelschij f 30 wordt de kop van een artikel opgenomen en de steel van het artikel steekt uit het gat. Om de steel op zijn weg naar de bodem van de spleet te geleiden op een zodanige wijze dat de kop in het gat blijft, loopt het schuin randgedeelte, bij voorkeur, tevens af naar het gat toe. Deze voorkeurs-35 uitvoeringsvorm levert een verbetering in de rustige loop van de stelen naar de spleten.
Bij voorkeur is een beschrijvende lijn van het 1026478 7 schuin randgedeelte naar het midden van het gat gericht. Het schuin randgedeelte loopt uit in een gat. Indien een artikel in het gat geplaatst is zal de steel althans nagenoeg naar het midden van het gat gericht zijn, net als de 5 beschrijvende lijn volgens deze voorkeursuitvoeringsvorm. Het schuin randgedeelte zal de steel optimaal geleiden en ondersteunen, indien de steel van een voorwerp in het gat bij voorkeur raakt aan de beschrijvende lijn. Zo kan de beschrijvende lijn ter plaatse van het schuin randgedeelte 10 overeenkomen met de althans nagenoeg rechte lijn die de steel van een voorwerp dat in het gat ligt vormt. Hierdoor zal de steel over een zo groot mogelijke lengte door het schuin randgedeelte ondersteund worden, ook tijdens de inloopbeweging.
15 Bij voorkeur omvat de beschrijvende lijn een, vanaf de bovenzijde van de verdeelschijf gezien, convexe welving. Hierdoor zal de steel bij voorkeur op één plaats ondersteund worden waardoor minder wrijving optreedt tussen het schuin randgedeelte en de steel, en zal de steel gemak-20 kelijker in de richting van de bodem van de spleet bewegen.
Bij voorkeur omvat een doorsnede van het schuin randgedeelte in een richting nagenoeg tangentieel aan de verdeelschijf een, vanaf de bovenzijde van de verdeelschijf gezien, concave welving.
25 Opgemerkt wordt dat de genoemde verplaatsing s en/of verdraaiing β ook met voordeel kan worden toegepast op een gebruikelijke verdeelschijf, zonder de wijkende spleetranden.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 30 van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een schematische weergave van een toe-voerinrichting omvattende een verdeelschijf volgens de stand van de techniek; 35 figuur 2 een schematische weergave van een boven aanzicht van een verdeelschijf volgens de uitvinding; figuur 3 een schematische weergave van een detail 1026478 8 van de verdeelschijf van figuur 2; en figuur 4 een afbeelding in perspectief van de rand van de verdeelschijf volgens de uitvinding.
In de hier als voorbeeld beschreven inrichting 5 volgens de stand van de techniek zijn de artikelen in dit geval lolly's 30, die een kop 31 en een steel 32 bezitten (zie figuur 1). De lolly's komen in een ongeordende stroom van een toevoerstation op een toevoerrooster 11 dat eindigt boven de toevoerder 20 die respectievelijk een 10 spreidschijf 21 en een daaromheen gelegen verdeelschijf 22 omvat. Verder is een schot 25 weergegeven, dat de lolly's in draairichting van de schijven tegenhoudt.
In figuur 1 is aangegeven dat de verdeelschijf 22 met het bovenoppervlak aansluit op het bovenoppervlak van 15 de spreidschijf 21. De verdeelschijf 22 is aan de omtrek voorzien van een reeks gaten 23, die in dit voorbeeld doorgaand zijn. De gaten 23 bezitten zodanige afmetingen, dat de koppen 31 van de lolly's 30 daar zonder klemming inpassen. Aan de bovenrand zijn de gaten 23 voorzien van 2 0 een spleet 26, die zich radiaal naar buiten toe uitstrekt, om te openen in de omtreksrand van de verdeelschijf 22.
Het schot 25 vormt een begrenzing van de spreid-ruimte op de spreidschijf 21.
Benedenstrooms van het schot 25 is een staaf 29 25 aangebracht, die zich boven de verdeelschijf 22 uitstrekt en in omtreksrichting meeloopt en neerwaarts helt en zorgt voor het naar buiten kantelen van de stelen. Benedenstrooms daarvan bevindt zich een tweede staaf 35, die plaatsvast bevestigd is aan een vaste houder 37, en zich eveneens in 30 omtreksrichting uitstrekt, en in het eerste, bovenstroomse gedeelte schuin neerwaarts gericht is. De staaf 35 eindigt ter plaatse van eind 36, waar verdere middelen op aan kunnen sluiten voor een stuk voor stuk geordend transport van de lolly's 30 voor verdere bewerking, zoals 35 bijvoorbeeld verpakking in een verpakkingsinrichting.
Direct benedenstrooms van het schot 25 is beneden de verdeelschijf 22 nog een rol 27 opgesteld, die roteert 1026478 9 in de richting D en met het oppervlak langs het ondereind van de gaten 23 beweegt.
In bedrijf worden de lolly's 30, komend uit het toevoerstation, over rooster 11, geleid door schot 28, op 5 het samenstel van spreidplaat 21 en verdeelplaat 22, in de richting A, aangevoerd. De verdeelschijf 22 loopt hierbij om in de richting B, en de spreidplaat 21 loopt met een hogere snelheid maar wel tegengesteld om in de richting C, om de lolly's 30 op een zo vloeiend mogelijke manier met de 10 koppen 31 daarvan in de gaten 23 te brengen. In dat traject, tot aansluiting op de rol 27, zijn de gaten 23 neer waarts afgeschermd met randplaat 40, om de koppen 31 van de lolly's 30 in de gaten 23 te houden.
De stelen 32 kunnen dan nog een lukrake positie 15 bezitten. Zij worden radiaal naar buiten gedwongen door de staaf 29 en door de invloed van de rol 27, die de onder zijde van de koppen 31 aangrijpt en deze radiaal binnenwaarts dwingt, waardoor de steel 32 radiaal naar buiten kantelt. De staaf 29 geleidt hierbij de stelen 32 totdat 2 0 zij - althans bijna - in de spleten 26 terechtkomen. De volgende staaf 35 voltooit deze beweging van de stelen 32, zodat zij horizontaal en radiaal buitenwaarts reiken ten opzichte van de verdeelschijf 22. De staaf 35 houdt hierbij in het gedeelte aansluitend op het schuin neerwaarts 25 reikende gedeelte daarvan de stelen 32 in die positie, door daarop een neerwaartse kracht E uit te oefenen.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een verdeel-schijf 22 vólgens de uitvinding. De verdeelschijf 22 is cirkelvormig met middel- en rotatiepunt Ml en omvat een 30 reeks aan de omtrek daarvan gelegen gaten 23, welke gaten elk voorzien zijn van een spleet 26 die zich uitstrekt vanaf het gat tot in de buitenrand van de verdeelschijf 22. De verdeelschijf zoals getoond in figuur 2 is ingericht om geroteerd te worden in een draairichting B.
35 Figuur 4 toont dat de spleet 26 een bodem 50 omvat, en vanaf de bodem 50 omhoog reikende respectievelijk aan een benedenstroomse zijde en bovenstroomse zijde van de 1026478 10 spleet 26 gelegen randen 51, 52. De benedenstroomse rand 51 loopt althans nagenoeg in een verticaal vlak en althans nagenoeg tot in de bovenzijde van de verdeelschijf 22 loopt, en de bovenstroomse rand 52 wijkt tenminste ten dele 5 in een bovenstroomse richting (in tegengestelde richting van de draairichting B). De bovenstroomse rand 52 omvat een schuin randgedeelte 53 dat naar de spleet 26 toe afloopt. Figuur 4 toont dat in deze voorbeeld-uitvoeringsvorm het schuine vlak 53 niet tot op de bodem 50 van de spleet 26 10 doorloopt. Onder in de spleet 26 omvat de bovenstroomse rand daardoor één althans nagenoeg in verticaal vlak en althans tot aan het schuine randgedeelte 53 lopende rand 54. De vertikale rand 54 reikt tot een niveau dat hoger is dan het niveau op een afstand 1/2 D van de kop van de 15 lollie boven onderkant gaten 23. Het bodemdeel van de spleet 26 dat begrensd wordt aan de bovenstroomse zijde door rand 54 en aan de benedenstroomse zijde door rand 51, en voorts door bodem 50 is wat breder dan de steel, zodat de steel gemakkelijk invalt in het bodemdeel en daaruit ook 20 weer makkelijk verwijderd kan worden. In deze voorbeeld-uitvoeringsvorm zijn de rand 54 en benedenstroomse rand 51 van de spleet in een verticaal vlak beschouwd in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar.
Verder toont figuur 4 dat ook de gaten 23 voor-25 zien zijn van een, vanaf de bovenzijde van de verdeelschijf 22 gezien, concave welving 55. Bij voorkeur loopt deze concave welving 55 ter plaatse van het schuine vlak 53 door. Het schuin randgedeelte 53 gaat nabij het gat 23 over in de concave welving 55. Hierdoor zal het schuin rand-30 gedeelte 53 niet alleen naar de spleet 26 toe aflopen, maar tevens naar het gat 23 toe. Bij voorkeur is een beschrijvende lijn van de concave welving 55 en het schuin randgedeelte 53 naar het midden van het gat 23 gericht.
In de voorbeelduitvoeringsvorm zoals getoond in 35 figuur 2, zijn de spleten 26 gedraaid over een hoek β ten opzichte van de radiaal 60 van de verdeelschijf 22. De spleten 26 zijn in een benedenstroomse richting gedraaid 1026478 11 (in de richting van pijl B) rond het gat 23.
Een alternatieve uitvoeringsvorm is getoond in figuur 3. Hierin ,zijn de spleten parallel verschoven over een afstand s ten opzichte van de radiaal 61 door het 5 middelpunt M2 van het gat 23. De spleet 26 is in een benedenstroomse richting verschoven (in de richting van pijl B).
Beide hiervoor genoemde voorbeelduitvoeringsvor-men zorgen voor een stabiele ligging van de artikelen, 10 waarbij de stelen 32 opgenomen zijn in spleten 26, die ook in hun bodemgebied ruimer zijn dan de dikte van de steel, zuiver radiaal ten opzichte van de verdeelschijf 22 uitsteken. Deze toestand is geschetst in figuur 3. Figuur 3 toont de kop 31 van een lolly die zich in een gat 23 be- 15 vindt, en die voorzien is van een steel 32 in een spleet 26. De kop 31 van de lolly ligt tegen de benedenstroomse oppervlakdelen 56 van het gat 23 aan, terwijl de steel 32 tegen het bovenst roomse oppervlak 54 van de spleet 26 aanligt. De afmetingen van de gaten 23 en de spleten 26, en 20 de oriëntatie van de spleten 26 op de verdeelschij f zijn zodanig gekozen dat de steel 32 van de lolly op tijdens de rotatie van de verdeelschijf 22 stabiele wijze, zuiver radiaal ten opzichte van de verdeelschijf 22 uitsteekt in de getoonde toestand van de lolly in figuur 3.
25 Beide hiervoor genoemde voorbeelduitvoerings- vormen kunnen ook gecombineerd worden, waarbij de spleten verschoven en gedraaid zijn voor het verkrijgen van een stabiele ligging van de artikelen.
1026478

Claims (16)

1. Inrichting voor het naar een verder bewer-kingsstation, zoals een verpakkingsmachine, toevoeren van van een kop en een steel voorziene artikelen, zoals lolly's, omvattende: 5 een toevoerstation voor de artikelen in een ongeordende stroom, een afvoerstation voor afgifte van de artikelen in een geordende stroom, een op het toevoerstation en het afvoerstation 10 aansluitende verdeelschijf die in een draairichting roteerbaar is en die een reeks aan de omtrek daarvan gelegen gaten voor opname van de koppen van de artikelen omvat, waarbij de bovenzijde van de verdeelschijf spleten omvat voor opname van de stelen, welke spleten zich uitstrekken 15 vanaf de gaten tot in de buitenrand van de verdeelschijf en waarbij de spleten een bodem en vanaf de bodem omhoog reikende respectievelijk aan een benedenstroomse zijde en bovenstroomse zijde van de spleet, in de draairichting beschouwd, gelegen randen omvat, en waarbij de spleten onder 20 een hoek β staan ten opzichte van een radiaal aan de omtrek van de verdeelschijf aldaar, en/of parallel verschoven zijn over een afstand s ten opzichte van een radiale lijn door het middelpunt van de corresponderende gaten en/of een radiale lijn door het middelpunt van de verdeelschijf.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de opening van de spleten aan de buitenrand van de verdeel-schijf in een benedenstroomse richting verzet gelegen is ten opzichte van een middellijn van de verdeelschijf die door het middelpunt van de corresponderende gaten loopt.
3. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, waarbij de spleten in benedenstroomse richting parallel verschoven 1026478 zijn over een afstand s ten opzichte van een radiale lijn door het middelpunt van de corresponderende gaten en door het middelpunt van de verdeelschijf.
4. Inrichting volgens conclusies 1 of 2, waarbij 5 de spleten onder een hoek β staan ten opzichte van een radiale lijn door het middelpunt van de verdeelschijf en door het middelpunt van de corresponderende gaten, waarbij de spleten met de draairichting van de verdeelschij f mee gedraaid zijn.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in spleten in hun bodemgebied ruimer zijn dan de dikte van de stelen van de artikelen, en waarbij de spleten en de gaten geplaatst zijn voor een in hoofdzaak radiaal uit de rand van de verdeelschij f uit-15 steken van deze stelen, waarbij de kop aanligt tegen een in hoofdzaak benedenstroomse zijde van het gat en de steel aanligt tegen de bovenstroomse zijde van de spleet.
6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de benedenstroomse rand althans 2. nagenoeg in een verticaal vlak en althans nagenoeg tot in de bovenzijde van de verdeelschijf loopt, en de bovenstroomse rand in althans een bovenste gedeelte wijkt ten opzichte van de benedenstroomse rand in bovenstroomse richting.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de bovenzijde van de verdeelschijf aan de bovenstroomse zijde van elke spleet voorzien is van een uitsparing, die overgaat in de spleet.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de 30 uitsparingen minder diep zijn dan de spleten.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de uitsparingen in bovenstroomse richting begrensd worden door een schuin randgedeelte.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij het 35 schuin randgedeelte aan de van de spleet afgekeerde zijde van de uitsparing althans nagenoeg aansluit aan de bovenzijde van de verdeelschijf. 1026478
11. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij het schuin randgedeelte tevens naar het gat toe afloopt.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij een beschrijvende lijn van het schuin randgedeelte naar het 5 midden van het gat gericht is
13. Inrichting volgens conclusies 12, waarbij de beschrijvende lijn een, vanaf de bovenzijde van de verdeel-schijf gezien, convexe welving omvat.
14. Inrichting volgens conclusie 9 - 13, waarbij 10 een doorsnede van het schuin randgedeelte in een richting nagenoeg tangentieel aan de verdeelschijf een, vanaf de bovenzijde van de verdeelschijf gezien, concave welving omvat.
15. Inrichting voorzien van een of meer van de in 15 de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij- gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
16. Verdeelschijf voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij -gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-ó-o-o-o-o-o- BP/MB 1026478
NL1026478A 2004-06-22 2004-06-22 Toevoerinrichting. NL1026478C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026478A NL1026478C2 (nl) 2004-06-22 2004-06-22 Toevoerinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026478A NL1026478C2 (nl) 2004-06-22 2004-06-22 Toevoerinrichting.
NL1026478 2004-06-22

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1026478A1 NL1026478A1 (nl) 2004-12-20
NL1026478C2 true NL1026478C2 (nl) 2006-09-06

Family

ID=34075164

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026478A NL1026478C2 (nl) 2004-06-22 2004-06-22 Toevoerinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1026478C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3285199A (en) * 1962-09-22 1966-11-15 Rose Brothers Ltd Production of lollipops or like sweets
US3829262A (en) * 1971-10-27 1974-08-13 C Aquarius Apparatus for forming lollipops
US5450706A (en) * 1993-05-24 1995-09-19 Latini Machine Company, Inc. Single twist bunch wrapping machine
EP1283183A1 (en) * 2001-08-07 2003-02-12 EUROSICMA S.r.l. Machine to orderly feeding of lollipops
WO2004007322A1 (en) * 2002-07-12 2004-01-22 Cfs Weert B.V. Suplier

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3285199A (en) * 1962-09-22 1966-11-15 Rose Brothers Ltd Production of lollipops or like sweets
US3829262A (en) * 1971-10-27 1974-08-13 C Aquarius Apparatus for forming lollipops
US5450706A (en) * 1993-05-24 1995-09-19 Latini Machine Company, Inc. Single twist bunch wrapping machine
EP1283183A1 (en) * 2001-08-07 2003-02-12 EUROSICMA S.r.l. Machine to orderly feeding of lollipops
WO2004007322A1 (en) * 2002-07-12 2004-01-22 Cfs Weert B.V. Suplier

Also Published As

Publication number Publication date
NL1026478A1 (nl) 2004-12-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4091915A (en) Machine for packaging dispensing spoons and method
CN102510832B (zh) 物品分配和分类系统
EP3498638B1 (fr) Dispositif d'alimentation d'accumulation
NL2006649C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het overzetten van longitudinaal aangevoerde langwerpige voedselproducten.
NL8006243A (nl) Met een verpakkingsmachine verbonden inrichting voor het vormen van stapeltjes van schijfvormige voorwerpen.
US6199683B1 (en) High speed revolving board singulator with retracting shoe and variable dwell duckers
US4830172A (en) Rotary feeder
CA2907600A1 (fr) Procede et systeme de transfert d'objets
FR3063984A1 (fr) Realisation de lots de produits en vue d'une palettisation par couches
NL1026478C2 (nl) Toevoerinrichting.
WO2014207582A2 (en) System for conveying objects
NL1022267C2 (nl) Toevoerinrichting.
NL9001737A (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke.
US20080264760A1 (en) Vibratory feeder
NL1024299C2 (nl) Transportinrichting.
EP0806382B1 (en) A product aligner device, in particular for items fed to a manufacturing machine
NL1026780C2 (nl) Overbrenginrichting voor lollies.
NL8002715A (nl) Inrichting voor het pellen van bol- of knolgewassen.
NL1012876C2 (nl) Transportinrichting voorzien van een keerstation, alsmede motorophanging voor een transportinrichting.
NL1008515C2 (nl) Worstpakmachine.
NL1018415C2 (nl) Toevoerder.
NL1019510C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
NL8303540A (nl) Eierweegmiddel.
JPS6127856Y2 (nl)
EP2019056B1 (en) Device for conveying round objects

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20060501

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070701