NL1019510C2 - Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten. - Google Patents

Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten. Download PDF

Info

Publication number
NL1019510C2
NL1019510C2 NL1019510A NL1019510A NL1019510C2 NL 1019510 C2 NL1019510 C2 NL 1019510C2 NL 1019510 A NL1019510 A NL 1019510A NL 1019510 A NL1019510 A NL 1019510A NL 1019510 C2 NL1019510 C2 NL 1019510C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coin
coins
bend
upper wall
guide channel
Prior art date
Application number
NL1019510A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Martinus Suverein
Leonardus Albertus Pa Suverein
Edwin Andre Rodenburg
Original Assignee
Suzo Internat Nl B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Suzo Internat Nl B V filed Critical Suzo Internat Nl B V
Priority to NL1019510A priority Critical patent/NL1019510C2/nl
Priority to EP02783853A priority patent/EP1451779A1/en
Priority to US10/496,749 priority patent/US7207881B2/en
Priority to EA200400776A priority patent/EA005724B1/ru
Priority to AU2002347675A priority patent/AU2002347675B2/en
Priority to PCT/NL2002/000793 priority patent/WO2003049045A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019510C2 publication Critical patent/NL1019510C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D1/00Coin dispensers
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D9/00Counting coins; Handling of coins not provided for in the other groups of this subclass
    • G07D9/008Feeding coins from bulk

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Pinball Game Machines (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
  • Feeding Of Articles To Conveyors (AREA)
  • Slot Machines And Peripheral Devices (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting zoals omschreven in het eerste gedeelte van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooi-publicatie 0311320. Volgens deze octrooipublicatie bestaat met name 5 in het bochtstuk van het trogvormige muntgeleidingskanaal het gevaar van vastklemmen of vastlopen van een vervormde (gekromde) munt onder invloed van de door een stroomafwaarts gelegen munt of stroomopwaarts gelegen munt erop uitgeoefende druk c.q. tegendruk, wanneer het trogvormige muntgeleidingskanaal ter plaatse van het bochtstuk -10 overeenkomstig figuur 9 van de publicatie - vanaf beide zijden gedeeltelijk door een bovenwand(deel) is overdekt. De vervormde munt zou dan met een randdeel tussen de kanaalbodem en een bovenwand(deel) geklemd kunnen raken. Men gaat daarbij kennelijk uit van de veronderstelling, dat de inwendige afstand tussen de kanaalbodem en 15 de bovenwand(delen) betrekkelijk nauwkeurig aan een bepaalde muntdikte is aangepast.
In de in bovenstaande publicatie voorgestelde muntafgifte-inrichting nu bestaan de middelen voor het vermijden van vastklemmen resp. vastlopen van munten in het bochtstuk daarin, dat het munt-20 geleidingskanaal in het bochtstuk althans aan de buitenbochtzijde van boven geheel open is (dus niet door een bovenwand(deel) wordt overdekt) en dat de aan de buitenbochtzijde gelegen zijwand van het muntgeleidingskanaal een ten opzichte van de kanaalbodem naar buiten toe hellende stand inneemt, terwijl het muntgeleidingskanaal aan de 25 binnenbochtzijde hetzij (in een eerste uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 3 van de publicatie) "op normale wijze" gedeeltelijk door een vast bovenwanddeel wordt overdekt, dan wel (overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm volgens fig. 8 van de publicatie) van boven eveneens geheel open is en de aan de binnenbochtzijde gelegen zijwand van het 30 muntgeleidingskanaal tegen veerwerking in een weinig in stroomopwaartse c.q. stroomafwaartse richting om het kromtemiddelpunt van die zijwand kan uitwijken. In het tweede geval zou de hoogte van - 2 - de zijwand aan de buitenbochtzijde van het muntgeleidingskanaal bij voorkeur kleiner zijn dan de dikte van een munt.
Voor beide bekende uitvoeringen zou gelden, dat een vervormde munt", die "normaal" zou vastlopen, thans eenvoudig door een 5 aangrenzende munt aan de buitenbochtzijde van het muntgeleidingskanaal wordt uitgeworpen.
Een nadeel van de beide zojuist beschreven uitvoeringen is, dat naarmate de zekerheid van uitwerpen van een vervormde munt groter is, de kans op het ongewild uitwerpen van een "normale" munt 10 toeneemt. Ook bij het verwerken van uitsluitend gave munten is namelijk in het bochtstuk van het muntgeleidingskanaal sprake van een onregelmatig krachtenspel, dat zich kenmerkt door zowel in richting als in grootte sterk variërende druk- en tegendrukkrachten. Het gevolg hiervan is een schoksgewijs transport van de munten door het 15 bochtstuk, waarbij vooral in het bovenste gedeelte van het bochtstuk opeenvolgende munten afwisselend uit elkaar bewegen en weer op elkaar botsen. Onder dergelijke omstandigheden geraakt ook een gave munt gemakkelijk los van de kanaalbodem, en bestaat - bij voldoende uitwijkmogelijkheid in een richting loodrecht op de kanaalbodem zoals 20 bij de hierboven besproken uitvoeringsvormen - de kans dat opeenvolgende munten in onderling overlappend verband geraken en aldus een bedrijfsstoring teweegbrengen.
De uitvinding nu beoogt een verbeterde muntafgifte-inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen, en wel meer in 25 het bijzonder de muntloop in het bochtstuk van het muntgeleidingskanaal te verbeteren en daarmede de bedrijfszekerheid van de inrichting te verhogen, zonder dat daarbij munten terzijde worden geworpen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door het in het 30 tweede gedeelte van conclusie 1 genoemde kenmerk.
Doordat het volgens de uitvinding voorgestelde bovenwanddeel ten opzichte van de kanaalbodem kan meegeven, zal een vervormde (gekromde) munt niet meer kunnen vastlopen en dus "normaal" in de muntstroom kunnen worden meegenomen, terwijl het meegevende wanddeel 35 anderzijds een waarborg tegen "uitbreken" van gave munten biedt.
Het ten opzichte van de kanaalbodem meegevende bovenwanddeel maakt met munttransport door het muntgeleidingskanaal voorts minder gevoelig voor verschillen in dikte tussen overigens gave munten.
- 3 -
Opgemerkt dient te worden, dat de Europese octrooipublicatie 0469886 een muntafgifte-inrichting van de in de aanhef omschreven soort openbaart, waarbij althans een der zijwanden van het muntgeleidingskanaal over de gehele hoogte (lengte), d.w.z. met 5 inbegrip van het bochtstuk, wordt gevormd door een reeks conische pennen, die met hun assen loodrecht op de kanaalbodem staan en verend ten opzichte van de kanaalbodem kunnen uitwijken (zie de uitvoeringen volgens fig. 9 en 12). Deze bekende uitvoeringen met conische pennen zijn echter in de eerste plaats bedoeld om overlapping tussen 10 opeenvolgende munten te voorkomen op een hoger gelegen plaats van het muntgeleidingskanaal, waar de kanaalbodem van een met de hellingshoek van de draaiende bodemplaat van het reservoir corresponderende hellende stand overgaat in een verticale stand. Over de specifieke problematiek met betrekking tot het onregelmatige krachtenspel in het 15 bochtstuk wordt in deze publicatie niet gesproken. Voor die problematiek bieden de voorgestelde conische pennen geen oplossing, omdat de munten daarbij niet constant met een conische pen in aanraking zijn en de conische pennen in het bochtstuk dus geen waaborg tegen ongewild "uitbreken" van al dan niet vervormde munten 20 kunnen vormen.
Voorts is in het Amerikaanse octrooischrift 4.978.322 een muntafgifte-inrichting van een soortgelijk type als die volgens de Europese octrooipublicatie 0311320 geopenbaard, waarbij de munten die tijdens bedrijf aanliggen op het hoogst liggende randgedeelte van de 25 hellende bodemplaat, door middel van een volgens een koorde boven dat randgedeelte aangebracht staafvormig element plat tegen de bodemplaat worden gehouden. Over het muntverloop in het bochtstuk van het muntgeleidingskanaal in de opvoerinrichting wordt echter in het geheel niet gesproken.
30 Een praktische uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat het meegevende bovenwanddeel zich vanaf de binnenbochtzijde over ten minste een deel van de breedte van het geleidingskanaal uitstrekt.
In een voorkeursuitvoering is het meegevende bovenwanddeel 35 uitgevoerd in de vorm van een schijf, welke om een nabij de binnenbochtzijwand gelegen as draaibaar is. Deze uitvoering heeft het voordeel dat, wanneer de meegevende schijf door een passerende munt gedwongen wordt in de hoogterichting uit te wijken, de daardoor op de - 4 - betreffende munt uitgeoefende remwerking beperkt blijft, doordat het schijfvormige wanddeel tevens in de munttransportrichting kan "meegeven".
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is onder het 5 bijvoorbeeld uit rubber bestaande schijfvormige bovenwanddeel een stel om de as van het bovenwanddeel draaibare, zich in hoofdzaak radiaal ten opzichte van die as naar buiten gerichte meeneemarmen aangebracht, welke armen in bedrijf tussen de opeenvolgende munten in het rauntgeleidingskanaal reiken, waarbij de aan de binnenbochtzijde 10 gelegen zijwand van het muntgeleidingskanaal over een met de diameter van de door de meeneemarmen beschreven bewegingsbaan corresponderende afstand is uitgespaard. De meeneemarmen kunnen daarbij één geheel met de schijfvormige bovenwand vormen en met die bovenwand meegeven.
Een bijzondere uitvoering bestaat daarin, dat de meeneemarmen 15 de tanden c.q. schoepen vormen van een afzonderlijk tand- c.q. schoepenwiel, dat synchroon met de draaibare bodemplaat van het muntverzamelreservoir aandrijfbaar is. Met een dergelijk tand- c.q. schoepenwiel, dat synchroon met de draaibare bodemplaat van het muntverzamelreservoir wordt aangedreven, worden de munten in het 20 bochtstuk door de ronddraaiende armen c.q. schoepen in een zeer gelijkmatige stroom "de bocht om" geleid en wordt de aandrijfmotor van het systeem minimaal belast.
Daarbij dient te worden opgemerkt dat een synchroon met de draaibare bodemplaat van een muntverzamelreservoir aangedreven 25 schoepenwiel op zichzelf bekend is bij een muntafgifte-inrichting volgens de Europese octrooipublicatie 0204405. Bij deze bekende muntafgifte-inrichting reikt het schoepenwiel met zijn schoepen in de baan van de draaibare bodemschijf om munten uit die baan af te leiden en naar een hoger gelegen locatie te transporteren. Van geleiding van 30 munten in het bochtstuk van een opvoertransporteur is daarbij geen sprake.
Bij de inrichting volgens de uitvinding kan het op het bochtstuk volgende opgaande deel van het muntgeleidingskanaal met voordeel vanaf één zijde met een aan de kanaalzijde met borstelharen 35 bezette afdekstrip worden overdekt, zoals omschreven in de Europese octrooipublicatie EP 0950989.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
'1 ·.
- 5 -
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van de complete inrichting volgens de uitvinding, bestemd voor toepassing in een speelautomaat; fig. 2A is een aanzicht in perspectief op grotere schaal van 5 het bochtstuk tussen de muntopvoertransporteur (escalator) en het muntstukreservoir (hopper); fig. 2B is een aanzicht als weergegeven in fig. 2A, doch na verwijdering van de afdekschijf; fig. 2C is een aanzicht in perspectief van een bochtstuk als 10 weergegeven in fig. 2A en 2B, doch waarbij als alternatief een afzonderlijk schoepenwiel is toegepast, dat onder een in deze figuur niet getoonde buigzame afdekschijf komt te liggen; en fig. 3 is een aanzicht in perspectief van een detail van het bovenste eindstuk van de muntopvoertransporteur.
15 De in fig. 1 weergegeven inrichting is een combinatie van een muntvoorraad- c.q. -verzamelreservoir A en een muntopvoertransporteur B met daartussen een overgangsbochtstuk C.
Het muntreservoir A - ook wel "hopper" genoemd - is van een op zichzelf bekend type; het is gemonteerd op een voetstuk Al en heeft 20 een hellend opgestelde bodemplaat a, die - gezien in de tekening -tegen de wijzers van een uurwerk in aandrijfbaar is door middel van een niet nader weergegeven aandrijfmotor. De bodemplaat a heeft een ringvormig buitenste deel al en een centraal gelegen schijfvormig deel a2 van kleinere diameter, dat zich over een afstand in de orde 25 van grootte van de dikte van de te verwerken munten boven het vlak van het ringvormige bodemplaatdeel al uitstrekt en voorts een stervormige muntbeweger a3 draagt. Het buitenste ringvormige bodemplaatdeel al is bezet met in de omtreksrichting verdeeld liggende meeneempennen a4.
30 In bedrijf, bij (gedeeltelijk) met munten gevuld reservoir A
en linksom (zie fig. 1) draaiende bodemplaat a, vormt zich (mede) onder invloed van de muntbeweger a3 onderin een ring van tussen de meeneempennen a4 plat op het buitenste ringvormige bodemplaatdeel al liggende munten. De munten uit deze ring van munten worden aan de 35 rechterzijde van het reservoir door de meeneempennen a4 mee naar boven genomen en komen in het bovenste rechterkwadrant met hun omtreksranden op de als steunrichel fungerende omtreksrand van het centrale bodemplaatdeel a2 te rusten. In het bovenste kwadrant links - 6 - in fig. 1 is een afstrijkmes a5 werkzaam. De in de hoogste positie op het buitenste ringvormige bodemplaatdeel al aangekomen munten worden door dit mes a5 van de steunrichel (omtreksrand) van het centrale bodemplaatdeel a2 "afgestreken" en over de althans in hoofdzaak 5 horizontaal verlopende bovenrand van dit mes gerangschikt tot een althans nagenoeg horizontaal en tangentiaal ten opzichte van de steunrichel van het centrale bodemplaatdeel a2 gerichte muntstroom. Deze muntstroom verlaat het muntreservoir A via een door een plaatselijke onderbreking van de reservoirwand gevormde muntuitlaat-10 opening en wel onder invloed van de door de meeneempennen a4 op de munten in die muntstroom uitgeoefende drukkracht. De het muntreservoir A aldus verlatende muntstroom wordt daarbij allereerst over een hoek van ongeveer 90° in het vlak van het ringvormige bodemplaatdeel al naar boven toe omgebogen alvorens via de muntopvoer-15 transporteur B verder in opwaartse richting naar de afgiftelocatie X te worden gestuwd.
Het over een hoek van 90° ombuigen van de muntstroom uit het muntreservoir A vindt plaats in het bochtstuk C, dat hieronder nader worden beschouwd. Daarbij wordt allereerst verwezen naar fig. 2B, 20 waarin een volkomen open bochtstuk is te zien, doordat de buigzame, schijfvormige afdekwand volgens de uitvinding daarvan is verwijderd. Fig. 2B toont het moment, waarop de munt M, die het muntreservoir A vrijwel heeft verlaten, op het punt staat het contact met de meeneempen a4 te verliezen, daardoor niet langer individueel wordt 25 opgestuwd en derhalve op het punt staat in de richting van de eerstvolgende munt Ml terug te vallen. Het zal duidelijk zijn, dat deze neiging tot terugvallen wordt versterkt door het gewicht van de munt M2, die in een eerdere fase van zijn meeneempennen is losgekomen, reeds vrijwel "door de bocht" is bewogen en met zijn 30 omtreksrand tegen die van de munt M aanligt. Het gevolg is, dat de munten schoksgewijs door het bochtstuk C heen worden opgevoerd, waardoor de kans aanwezig is, dat een munt van zijn ondergrond loskomt, zoals dit in het bovenstaande reeds in vermeld. Deze kans op "opwippen" van een munt in het bochtstuk C is daarbij groter, 35 naarmate de muntdiameter groter is en de snelheid waarmede de munten door de meeneempennen a4 uit het muntreservoir A worden afgevoerd, hoger ligt.
- 7 -
Het bochtstuk C heeft een bodem c met een daarvan opstaande buitenbochtwand cl, welke de munten naar de opvoertransporteur B (fig. 1) geleidt. Om de bovenbeschreven neiging tot "opwippen" tegen te gaan is volgens de uitvinding op een afstand boven de bodem c een 5 afdekwand c2 aangebracht, die de door het bochtstuk C bewegende munten met de bodem c van het bochtstuk C in contact houdt. De hoogte van de afdekwand c2 boven de bochtstukbodem c is aangepast c.q. instelbaar op de kleinste muntdikte, terwijl gekromde munten of munten met een grotere dikte kunnen passeren, doordat de afdekwand c2 10 door zijn buigzamaheid kan meegeven. Om wrijving tussen de schijfvormige afdekwand c2 en de door het bochtstuk C bewegende munten zoveel mogelijk te beperken, is deze afdekwand in de uitvoerignsvorm volgens fig. 2A om een as c3 draaibaar gemonteerd. Daarbij is het van voordeel de buigzame schijf c2 aan te drijven met 15 een snelheid, die is aangepast aan de snelheid waarmede de munten door het bochtstuk C heen bewegen. In de in fig. 2A en 2B weergegeven uitvoeringsvorm is hiertoe de bodem c van het bochtstuk C voor een deel uitgevoerd als tandwiel c4, dat in een passende overbrehgings-verhouding wordt aangedreven door het van een buitenomtreksvertanding 20 voorziene buitenste ringvormige deel al van de bodemplaat a van het muntreservoir A. Een door het bochtstuk C bewegende munt wordt daarbij in feite opgesloten tussen twee meebewegende delen, namelijk het tandwiel c4 en de afdekschijf c2. Aldus wordt de in het bochtstuk C te overwinnen wrijvingsweerstand tot een minimum beperkt.
25 Zoals in fig. 2A met streeplijnen is aangegeven, kunnen aan de onderzijde van de draaibare afdekschijf c2 schoepvormige verhogingen c5 zijn aangebracht, die zich over een deel van de hoogte van de tussenruimte tussen de bochtstukbodem c en de afdekschijf c2 uitstrekken. Met behulp van dergelijke schoepen kan een volkomen 30 gelijkmatige doorstroming van munten via het bochtstuk C naar de opvoertransporteur B plaatsvinden. Als alternatief kunnen de schoepen c5 als een afzonderlijk schoepenwiel c5' zijn uitgevoerd zoals in fig. 2C is aangegeven, dan wel als schoepvormige verhogingen op het tandwiel c4 zijn gevoerd.
35 In elk der in fig. 2A, 2B en 2C weergegeven gevallen wordt de van de bochtstukbodem C opstaande buitenbochtwand Cl verkregen door op een vlakke ondergrond, waarvan de bochtstukbodem C deel uitmaakt, - 8 - een plaatstuk c6 aan te brengen, dat in het getoonde voorbeeld een geheel vormt met het afstrijkmes a5.
De opvoertransporteur B is bij voorkeur van het in de Europese octrooipublicatie EP 0 950 989 beschreven type, voorzien van een 5 muntgeleidingskanaal met een bodem en daarvan opstaande zijwanden, welk kanaal door een met borstelharen bezette afdekstrook wordt overdekt.
In fig. 1 is een uit secties samengestelde afdekstrook b toegepast, waarvan de naar de kanaalbodem van de opvoertransporteur B 10 gerichte borstelharen uiteraard in de tekening niet zichtbaar zijn.
De afdekstrook is in dwarsrichting (zie pijlrichting) verstelbaar en bevat de aan de linkerzijde aanwezige, van de kanaalbodem opstaande kanaalzijwand. De afdekstrook b wordt overeenkomstig de diameter van de te verwerken munten ingesteld en sluit met zijn verstelbare 15 kanaalzijwand op de buitenbochtwand cl van het bochtstuk C aan.
Met de beschreven combinatie van het muntreservoir A, de opvoertransporteur B en het overgangsbochtstuk C daartussen wordt de muntvoorraad uit het muntreservoir A verwerkt tot een gelijkmatig via het bochtstuk C en de opvoertransporteur B naar het afgiftepunt X 20 lopende muntstroom. Eventuele dikteverschillen, bijvoorbeeld als gevolg van vervorming doen daarbij aan de gelijkmatigheid van de munstroom geen afbreuk. Van belang is uiteraard dat die gelijkmatigheid zich aan het boveneinde van de opvoertransporteur B, waar zich een eindstuk D met een opzij daarvan uitmondende afgiftesleuf dl 25 bevindt, voortzet. In het eindstuk D (zie fig. 3) is daartoe een paar licht conische uitwerprollen d2, d3 toegepast, waarvan de ene rol d2 vast en de andere rol d3 tegen veerwerking in in de richting van de geleidesleuf d4 kan uitwijken. Met name door de coniciteit van de rollen d2 en d3 worden de munten met de ondergrond in het eindstuk D 30 in contact gehouden en wordt stagnatie in de afgifte voorkomen.
'lij * r ’ v.. ·._

Claims (9)

1. Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals 5 munten, omvattende een muntvoorraadreservoir met een hellend opgestelde, draaibare bodemplaat en voorzien van een in hoofdzaak tangentiaal ten opzichte van het hoogst liggende gedeelte van de bodemplaat gerichte muntuitlaatopening, waarbij de bodemplaat is ingericht om de munten 10 in het reservoir te rangschikken tot een continue stroom van opeenvolgende, platliggende munten en om de munten uit die stroom vanaf het hoogst liggende gedeelte van de draaiende bodemplaat volgens een in hoofdzaak rechte baan in in hoofdzaak horizontale richting stuk voor stuk naar en door de muntuitlaatopening te 15 drukken, alsmede een transporteur voor het opvoeren van de munten vanaf het niveau van de muntuitlaatopening van het reservoir naar een hoger gelegen afgiftelocatie, welke transporteur een in hoofdzaak door een bodem en twee overstaande zijwanden begrensd trogvormig 20 muntgeleidingskanaal bevat, welk kanaal aan zijn benedeneinde een op de muntuitlaatopening van het reservoir aansluitend bochtstuk heeft, dat de in bedrijf door de muntuitlaatopening van het reservoir heen naar buiten tredende stroom munten in een plat op de kanaalbodem liggende positie opneemt en de muntstroom vervolgens haaks dan wel 25 nagenoeg haaks ombuigt naar het opvoerende deel van het geleidingskanaal, waarbij middelen aanwezig zijn om klemmen of vastlopen van munten in het bochtstuk van het trogvormige muntgeleidingskanaal tegen te gaan, met het kenmerk, dat genoemde middelen een op munthoogte boven het muntgeleidingskanaal gelegen, 30 ten opzichte van de kanaalbodem meegevend bovenwanddeel omvatten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het meegevende bovenwanddeel zich vanaf de binnenbochtzijde over ten minste een deel van de breedte van het muntgeleidingskanaal in het bochtstuk uitstrekt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ten opzichte van de kanaalbodem meegevende bovenwanddeel schijfvormig is. - 10 -
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het schijfvormige bovenwanddeel om een nabij de binnenbochtzijwand van het bochtstuk gelegen as draaibaar is.
5. Inrichting volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het 5 meegevende bovenwanddeel uit rubber of soortgelijk buigzaam materiaal bestaat.
6. Inrichting volgens conclusies 3-5, met het kenmerk, dat zich onder het schijfvormige bovenwanddeel een stel om de as van het bovenwanddeel draaibare, zich in hoofdzaak radiaal ten opzichte van 10 die as naar buiten gerichte meeneemarmen bevindt, welke armen in bedrijf tussen de opeenvolgende munten in het muntgeleidingskanaal reiken, waarbij de aan de binnenbochtzijde gelegen zijwand van het muntgeleidingskanaal over een met de diameter van de door de meeneemarmen beschreven bewegingsbaan corresponderende afstand is 15 uitgespaard.
7. Inrichting volgens conclusie 6, voorzover terug verwijzend naar conclusie 4, met het kenmerk, dat de meeneemarmen één geheel met de schijfvormige bovenwand vormen en met die bovenwand kunnen meegeven.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 20 meeneemarmen de tanden c.q. schoepen vormen van een afzonderlijk band- c.q. schoepenwiel, dat synchroon met de draaibare bodemplaat van het muntverzamelreservoir aandrijfbaar is.
9. Muntopvoertransporteur, meer in het bijzonder voor toepassing in de inrichting volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het 25 muntgeleidingskanaal daarvan uitloopt in een bovenste eindstuk met een tweetal onder c.q. tegen veerwerking uit elkaar beweegbare uitwerprollen, welke een in de richting van de kanaalbodemzijde taps toelopende vorm hebben.
NL1019510A 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten. NL1019510C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019510A NL1019510C2 (nl) 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
EP02783853A EP1451779A1 (en) 2001-12-06 2002-12-05 A device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
US10/496,749 US7207881B2 (en) 2001-12-06 2002-12-05 Device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
EA200400776A EA005724B1 (ru) 2001-12-06 2002-12-05 Устройство для выдачи дискообразных объектов, таких как монеты
AU2002347675A AU2002347675B2 (en) 2001-12-06 2002-12-05 A device for dispensing disc-shaped objects, such as coins
PCT/NL2002/000793 WO2003049045A1 (en) 2001-12-06 2002-12-05 A device for dispensing disc-shaped objects, such as coins

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019510 2001-12-06
NL1019510A NL1019510C2 (nl) 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019510C2 true NL1019510C2 (nl) 2003-06-10

Family

ID=19774371

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019510A NL1019510C2 (nl) 2001-12-06 2001-12-06 Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US7207881B2 (nl)
EP (1) EP1451779A1 (nl)
AU (1) AU2002347675B2 (nl)
EA (1) EA005724B1 (nl)
NL (1) NL1019510C2 (nl)
WO (1) WO2003049045A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7934980B2 (en) 2002-06-05 2011-05-03 Shuffle Master Gmbh & Co Kg Chip stack cutter devices for displacing chips in a chip stack and chip-stacking apparatuses including such cutter devices
AT6405U1 (de) 2002-06-05 2003-10-27 Card Casinos Austria Res & Dev Chipsortiervorrichtung
US6976589B2 (en) 2003-02-03 2005-12-20 Streamline Innovations Gmbh Apparatus for sorting articles
US8336699B2 (en) 2009-11-02 2012-12-25 Shuffle Master Gmbh & Co Kg Chip sorting devices, components therefor and methods of ejecting chips
US9836909B2 (en) 2016-04-06 2017-12-05 Shuffle Master Gmbh & Co Kg Chip sorting devices and related assemblies, components and methods
US10096192B1 (en) 2017-08-30 2018-10-09 Shuffle Master Gmbh & Co Kg Chip sorting devices and related assemblies and methods

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5066261A (en) * 1990-02-21 1991-11-19 Parham Michael O Coin hopper assembly
US5125493A (en) * 1989-11-02 1992-06-30 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Outlet device for coin payout hoppers
US5181881A (en) * 1990-11-15 1993-01-26 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Outlet device for coin payout hoppers
EP0612041A1 (en) * 1993-02-05 1994-08-24 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Coin dispensing apparatus

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2154782C3 (de) * 1971-11-04 1974-10-31 National Rejectors Inc. Gmbh, 2150 Buxtehude Anordnung zum Führen von Münzen in einer Münzprüfvorrichtung
US4407312A (en) * 1980-05-28 1983-10-04 General Railway Signal Company Fare collection system and components thereof
USRE32799E (en) * 1980-07-08 1988-12-13 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Coin counting and dispensing apparatus
US4544058A (en) * 1984-04-04 1985-10-01 Nathan Choderker Coin acceptor
JPS61281385A (ja) * 1985-06-07 1986-12-11 旭精工株式会社 硬貨投出装置
US5190495A (en) * 1991-02-14 1993-03-02 Bally Manufacturing Corporation High capacity coin hopper for a gaming machine
US5688166A (en) * 1996-07-10 1997-11-18 Chen; Chih-Nan Apparatus for counting coins
US6283267B1 (en) * 1998-10-09 2001-09-04 Asahi Seiko Co., Ltd. Coin selector assembly
ES2182660B1 (es) * 2000-02-15 2004-07-16 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Selector de monedas del tipo de rodadura.
US6709324B1 (en) * 2000-04-27 2004-03-23 Igt Size adjustable coin escalator for use in gaming apparatus

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5125493A (en) * 1989-11-02 1992-06-30 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Outlet device for coin payout hoppers
US5066261A (en) * 1990-02-21 1991-11-19 Parham Michael O Coin hopper assembly
US5181881A (en) * 1990-11-15 1993-01-26 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Outlet device for coin payout hoppers
EP0612041A1 (en) * 1993-02-05 1994-08-24 Asahi Seiko Kabushiki Kaisha Coin dispensing apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
EP1451779A1 (en) 2004-09-01
EA200400776A1 (ru) 2004-12-30
WO2003049045A1 (en) 2003-06-12
AU2002347675A1 (en) 2003-06-17
US20050176358A1 (en) 2005-08-11
US7207881B2 (en) 2007-04-24
AU2002347675B2 (en) 2007-06-14
EA005724B1 (ru) 2005-06-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4474197A (en) Coin transfer apparatus
NL1019510C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
AU2020350684B2 (en) Rotary filling machine
JP2013522141A (ja) パッケージカリングコンベヤシステム及び方法
US7147552B2 (en) Apparatus for separating coins
NL8202141A (nl) Inrichting voor het afvoeren van vellen.
NL1019509C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van schijfvormige voorwerpen zoals munten.
USRE32872E (en) Apparatus for depositing sheets in a pile
JPH0815942B2 (ja) 真空ビーム製品単一化装置
NL8203705A (nl) Inrichting voor het richten van eieren.
NL192300C (nl) Silo voor het opslaan van stortmateriaal.
NL8002967A (nl) Inrichting voor het selectief bepalen van de gerichtheid van stukken deeg.
JPH11510279A (ja) コイン送出し装置
EP2500154A1 (en) Cutting device
EP2800071A1 (en) Coin conveyor for coin processing machines
SE509407C2 (sv) Medbringar - och avlastningssystem för galgar
NL1032614C2 (nl) Sorteerinrichting.
US10351380B2 (en) Diverter conveyor
US4934982A (en) Apparatus for the individual separation of disk-shaped items, in particular coins
EP3118143B1 (fr) Dispositif centrifuge destine a organiser des produits en vrac
NL1030742C1 (nl) Systeem van twee onder een hoek op elkaar aansluitende transportbanden en productdrager voor toepassing in dat systeem.
NL1002712C2 (nl) Muntafgifte-inrichting.
NL1022267C2 (nl) Toevoerinrichting.
NL1033156C2 (nl) Inrichting voor het snijden van langwerpige producten zoals groenten of fruit.
NL1025386C2 (nl) Inrichting voor het positioneren van de langsas van een uivormig product.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120701