NL1002712C2 - Muntafgifte-inrichting. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Muntafgifte-inrichting

De uitvinding heeft betrekking op een muntafgifte-inrichting voorzien van een voorraadreservoir met een wand, die afhelt naar een onder een hoek met de vertikaal opgestelde, nabij zijn omtrek met meeneempennen voorziene draai-5 schijf, waarvan het radiaal buitenste ringvormige deel een ringvormig munt-geleidingskanaal vormt, dat radiaal binnenwaarts wordt begrensd door het omtreksvlak van een van het kopvlak van de draaischijf opstaande concentrische steunrichel en dat nabij het bovenste punt van de draai-10 schijf aansluit op een in hoofdzaak tangentiaal in de draairichting van de draaischijf verlopend afgiftekanaal, waarbij de steunrichel samenwerkt met een vanaf een stroomafwaarts punt van het afgiftekanaal tegen de draairichting van de draaischijf gerichte leidarm met een leidkop nabij de ingang 15 van het afgiftekanaal, welke leidkop uitloopt in een tegen de steunrichel aanliggend snavelvormig einddeel, waarbij de leidkop samenwerkt met een door een passerende munt naar buiten beweegbaar detectie-element.

Een dergelijke inrichting is bekend uit bijvoorbeeld 20 het Amerikaanse octrooischrift 4.036.242. De leidarm, die telkens een munt uit het ringvormige muntgeleidingskanaal naar het afgiftekanaal moet geleiden, is daarbij geheel uit plaatmetaal vervaardigd en betrekkelijk stijf. Een in de praktijk ondervonden nadeel is, dat het betrekkelijk stijve 25 snavelvormige einddeel vooral bij onregelmatigheden in de steunrichel of -schijf gemakkelijk in het omtreksvlak daarvan hapt, waardoor vervorming of slijtage van het snavelvormige einddeel plaatsvindt en ook slijtage van de schijf kan optreden voorts kan daarbij een toename van de belasting van 30 de aandrijfmotor van de draaischijf optreden.

Om aan deze bezwaren tegemoet te komen heeft men in de praktijk reeds een uit kunststof bestaande leidarm toegepast, waardoor met name het snavelvormige einddeel zich gemakkelijk naar eventuele onregelmatigheden in de schijven 35 kan voegen. Een nadeel van een uit kunststof bestaande 1002712 2 leidarm is echter, dat het met het onder veerspanning staande (draaibare) detectie-element, vooral bij verwerking van munten met gekartelde rand, samenwerkende oppervlak van de leidkop snel slijt. Dit kan ertoe leiden, dat afgegeven 5 munten niet door het detectie-element worden gedetecteerd, waardoor in werkelijkheid meer munten kunnen worden afgegeven dan door het detectie-element wordt geregistreerd.

De uitvinding beoogt een muntafgifte-inrichting van bovengenoemde soort te verschaffen, waarbij de bovengenoemde 10 bezwaren zijn ondervangen.

De muntafgifte-inrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat althans de leidkop en het snavelvormige einddeel van de leidarm uit kunststof bestaan en dat in het gebied van de leidkop dat samenwerkt met het 15 detectie-element een inzetstuk van slijtvast materiaal is aangebracht.

Door de leidkop van een inzetstuk van slijtvast materiaal te voorzien blijft de uitwijking van het detectie-element (schakelweg), die voor een bepaalde muntgrootte ten 20 opzichte van het bovenoppervlak van de leidkop wordt bepaald, constant, waardoor alle munten die via het afgifteka-naal worden afgegeven door het detectie-element met zekerheid worden geregistreerd, zodat de werkelijk afgegeven hoeveelheid munten ook daadwerkelijk overeenkomt met de door 25 het detectie-element geregistreerde hoeveelheid.

In een voorkeursuitvoeringsvorm ligt het naar de munt toegekeerde oppervlak van het inzetstuk een weinig verzonken ten opzichte van het bovenoppervlak van de kop en heeft het inzetstuk een dikte die een weinig kleiner is dan de klein-30 ste te verwerken muntdikte. Hierdoor zullen munten die een dikte hebben groter dan de dikte van het inzetstuk, het boven het bovenoppervlak van het inzetstuk uitstekende kunststofmateriaal doen wegslijten tot aan het bovenoppervlak van het inzetstuk en tot een breedte die overeenkomt 35 met het verschil tussen de dikte van de munt en de dikte van het inzetstuk. Hierdoor wordt een door het bovenoppervlak van het inzetstuk in diepte en door de dikte van de munt 1002712 3 vooraf bepaald kanaaltje in het bovenoppervlak van de leid-kop gevormd, waardoor de munten tevens in dwarsrichting geleid worden.

Hierna zal de uitvinding aan de hand van een in de 5 tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van de munt-afgifte-inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 toont een aanzicht van de muntafgifte-inrich-10 ting van fig. 1, waarbij het voorraadreservoir is weggelaten; fig. 3 en 4 tonen elk een aanzicht volgens fig. 2, waarin de werking van een in de muntafgifte-inrichting volgens de uitvinding toegepaste leidarm wordt toegelicht; 15 fig. 5 toont een bovenaanzicht van de in de muntafgif te-inrichting volgens de uitvinding toegepaste leidarm; en fig. 6 toont een achteraanzicht van de leidarm volgens fig. 5.

Fig. 1 toont de muntafgifte-inrichting 1 volgens de 20 uitvinding. De inrichting 1 bevat een voorraadreservoir 2, dat aan een basisplaat 11 bevestigd is, welke plaat 11 op zijn beurt bevestigd is aan een schematisch weergegeven steunframe 3. De inrichting 1 kan in zijn geheel in een gokmachine geplaatst worden, en is bedoeld om munten af te 25 geven. Verdere onderdelen van de in fig. 1 weergegeven muntafgifte-inrichting 1 worden toegelicht aan de hand van fig. 2.

Fig. 2 toont een aanzicht van de muntafgifte-inrichting 1 volgens fig. 1 waarbij het voorraadreservoir is 30 weggelaten. De muntafgifte-inrichting 1 bevat een door een niet weergegeven motor aan te drijven draaischijf 5, waarop nabij de omtrek meeneempennen of -ribben 6 zijn aangebracht, die met gelijke tussenruimten over de gehele omtrek van de schijf zijn verdeeld. Concentrisch op de draaischijf 5 is 35 een steunschijf 7 aangebracht, terwijl op deze steunschijf 7 een agitatororgaan 9 van flexibele kunststof geplaatst is, welk orgaan 9 zorgt voor het in beweging houden van de uit 1002712 4 het voorraadreservoir 2 aangevoerde munten. De steunschijf 7 en het agitatororgaan 9 zijn gezamenlijk met schroeven 8 losneembaar op de draaischijf 5 is bevestigd. Voor munten van verschillende diameters kunnen steunschijven 7 met 5 verschillende diameter gemonteerd worden. Aan de buitenomtrek van de draaischijf 5 bevindt zich een opstaande rand 10. De draaischijf 5, de steunschijf 7 en de opstaande rand 10 vormen een ringvormig geleidingskanaal voor de munten. Met het verwijzingsgetal 11 is een basisplaat aangegeven, 10 die bevestigd is aan het steunframe 3 en waaraan verschillende onderdelen van de inrichting zijn bevestigd. Aan de linker bovenzijde van fig. 2 is een afgiftekanaal 12 weergegeven, in welk kanaal een leidarm 13, zwenkbaar om een draaipunt 14, is aangebracht. De leidarm 13 bevat een leid-15 kop 15 die uitloopt in een snavelvormig einddeel 16, dat aanligt op het omtreksvlak van de steunschijf 7. De leidarm 13 bevat verder een dwarssleuf 17 en een schroef 18, waardoor de leidarm bij toepassing van steunschi jven 7 met verschillende diameter met zijn snavelvormige einddeel door 20 verdraaiing in aanligging met de steunschijf 7 gebracht en met de schroef 18 in deze stand geborgd kan worden. Boven de leidkop 15 van de leidarm 13 bevindt zich een aan een einde van een hefboom 19 draaibaar bevestigd detectiewiel 20. De hefboom 19 is in zijn midden draaibaar ondersteund door een 25 as 21 en bevat aan zijn andere einde een orgaan 22 voor het tellen van de afgegeven munten. Met het verwijzingsgetal 23 is een veegorgaan aangegeven, dat er voor zorgt dat op elkaar liggende munten van elkaar geschoven worden.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van de leidarm 13. Het 30 snavelvormige einddeel 16 bevat een vlak gedeelte 24 dat bij montage van de leidarm 13 in de inrichting 1 grenst aan de draaischijf 5 en dat een breedte heeft ongeveer gelijk aan de dikte van een munt. Het snavelvormige einddeel 16 bevat verder een naar beneden toe hellend vlak 25 dat aan de 35 bovenzijde aansluit op het vlakke gedeelte 24 en dat naar achteren toe, gezien vanaf de punt van het snavelvormige einddeel, overgaat in de dikkere leidkop 15. De leidarm 13 1002712 5 is direct achter de leidkop 15 getrapt uitgevoerd om bij in de muntafgifte-inrichting gemonteerde leidarm de meeneempen-nen 6 onder de leidarm 13 door te kunnen voeren. De leidkop 15 bevat een inzetstuk 26 van slijtvast materiaal, bijvoor-5 beeld metaal, dat met behulp van lijm in een uitsparing in de kunststof leidkop 15 is bevestigd. Met 27 is een inzetstuk van slijtvast materiaal in het direct achter de leidkop 15 gelegen gebied van de leidarm 13 weergegeven.

Fig. 4 toont een achteraanzicht van de leidarm 13 10 volgens fig. 3. Hierin is te zien dat het inzetstuk 26 in de leidkop 15 ten opzichte van het bovenoppervlak van de leidkop 15 een weinig verzonken ligt. In gebruik zal het boven het bovenoppervlak van het inzetstuk uitstekende deel van het kunststof van de leidkop 13 wegslijten tot aan het 15 bovenoppervlak van het inzetstuk 26 en over een breedte die overeenkomt met het verschil tussen de dikte van de toegepaste munten en de dikte van het inzetstuk 26, zodat er een op de toegepaste muntdikte aangepast geleidingskanaaltje ontstaat, waardoor de munten ook in dwarsrichting geleid 20 worden.

Fig. 5 en 6 tonen de werking van de muntafgifte-in-richting 1. De pijl in de fig. 5 en 6 geeft de draairichting van de draaischijf aan. Bij roterende draaischijf 5 zullen munten vanuit het voorraadreservoir in het geleidingskanaal 25 tussen de steunschijf 7 en de rand 10 op de draaischijf 5 komen te liggen en deze munten worden door de meeneemribben 6 meegevoerd. Daarbij kunnen meerdere munten op elkaar komen te liggen. Het veegorgaan 23 zorgt er echter voor dat de met de draaischijf 5 in contact staande munt van daarop liggende 30 munten wordt gescheiden en dat de munten één voor één bij het snavelvormige einddeel 16 arriveren, door welk einddeel 16 de munten van de steunschijf 7 gelicht worden en via het vlakke gedeelte 24 daarvan naar de leidkop 15 van de leidarm 13 geleid worden. De munt 30 doet vervolgens het detectie- 35 wieltje tegen veerwerking in omhoog bewegen, waardoor het aan het andere einde van de hefboom bevestigde telorgaan in werking zal treden en de afgegeven munt zal registreren. De 1002712 6 munt 30 zal bij zijn verplaatsing langs het bovenoppervlak van de leidkop 15 door het onder veerwerking staande detec-tiewieltje 20 krachtig omlaag gedrukt worden en vervolgens de leidarm direct achter de leidkop 15 treffen en via het 5 bovenoppervlak van de leidarm versneld het afgiftekanaal 12 doorlopen. Fig. 6 toont het moment waarop een afgegeven munt 30 de leidkop 15 heeft gepasseerd en de leidarm 13 op een plaats direct achter de leidkop 15 treft.

De bovenbeschreven werking van de munt-afgifteinrich-10 ting 1 laat duidelijk zien dat met name het bovenoppervlak van de leidkop en het gebied van de leidarm direct achter de leidkop 15 aan slijtage onderhevige vlakken zijn. Door deze vlakken nu te vervangen door inzetstukken van slijtvast materiaal wordt een muntafgifte-inrichting verkregen die 15 betrouwbaar werkt, dat wil zeggen dat de afgegeven hoeveelheid munten daadwerkelijk overeenkomt met de geregistreerde hoeveelheid munten.

mo?7l2

Claims (7)

1. Muntafgifte-inrichting voorzien van een voorraadreser-voir met een wand, die afhelt naar een onder een hoek met de vertikaal opgestelde, nabij zijn omtrek met meeneempennen 5 voorziene draaischijf, waarvan het radiaal buitenste ringvormige deel een ringvormig munt-geleidingskanaal vormt, dat radiaal binnenwaarts wordt begrensd door het omtreksvlak van een van het kopvlak van de draaischijf opstaande concentrische steunrichel en dat nabij het bovenste punt van de 10 draaischijf aansluit op een in hoofdzaak tangentiaal in de draairichting van de draaischijf verlopend afgiftekanaal, waarbij de steunrichel samenwerkt met een vanaf een stroomafwaarts punt van het afgiftekanaal tegen de draairichting van de draaischijf gerichte leidarm met een leidkop aan de 15 ingang van het afgiftekanaal, welke leidkop uitloopt in een tegen de steunrichel aanliggend snavelvormig einddeel, waarbij de leidkop samenwerkt met een door een passerende munt naar buiten beweegbaar detectie-element, met het kenmerk, dat althans de leidkop en het snavelvormige einddeel 20 van de leidarm uit kunststof bestaan en dat in het gebied van de leidkop dat samenwerkt met het detect ie-element een inzetstuk van slijtvast materiaal is aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inzetstuk een dikte heeft, die een weinig kleiner is dan 25 de kleinste te verwerken muntdikte.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het inzetstuk met zijn naar de munt toegekeerde oppervlak een weinig verzonken ligt ten opzichte van het bovenoppervlak van de leidkop.

4. Inrichting volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat ook het gedeelte van de leidarm direct achter de leidkop uit kunststof bestaat en van een inzetstuk van slijtvast materiaal is voorzien. 1002712

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de gehele leidarm uit kunststof bestaat.

6. Inrichting volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het slijtvaste materiaal uit metaal bestaat.

7. Leidarm kennelijk bestemd om te worden toegepast in de inrichting volgens conclusies 1-6. 1002712