NL1026390C2

NL1026390C2 - Kiemremmend middel voor aardappelen.

Info

Publication number: NL1026390C2
Application number: NL1026390A
Authority: NL
Inventors: Robert Georg De Vries
Original assignee: Luxan Bv
Priority date: 2004-06-11
Filing date: 2004-06-11
Publication date: 2005-12-14
Also published as: ATE494781T1; ES2358395T3; DE602005025829D1; EP1604570B1; RS51728B; DK1604570T3; EP1604570A2; PL1604570T3; EP1604570A3

Description

Titel: Kiemremmend middel voor aardappelen

De uitvinding heeft betrekking op een kiemremmende samenstelling samenstelling op basis van Chloorprofam en een oplosmiddel.

Aardappelen worden na de oogst opgeslagen in afwachting van verdere verwerking (inschuren). Dit kan de opslag als pootgoed voor een 5 volgend seizoen zijn, maar ook de opslag voorafgaande aan de industriële verwerking, of de verwerking tot producten die direct voor de consument bedoeld zijn. Gedurende deze opslag is het van belang dat de kwaliteit van de aardappels over een langere periode gegarandeerd blijft. Ook is het van belang om de omstandigheden waarin de aardappels zijn opgeslagen goed in de hand 10 te houden. Het klimaat mag niet te vochtig zijn, anders treedt rotting op.

Wanner het klimaat te droog is, neemt de turgor van de aardappel af en wordt de aardappel zachter. Een probleem bij het bewaren van aardappels is dat de aardappels kunnen gaan spruiten, ook wel uitlopen genoemd. Het uitlopen van aardappels is het op gang komen van de kiemprocessen en de vorming van 15 zogenaamde uitlopers die later tot plant en wortels kunnen uitgroeien. De voedingsbodem voor de uitlopers is de aardappelknol zelf. Dit betekent dat er kwaliteitsverlies optreedt. Ook vertoont de aardappel visueel onaantrekkelijke en onsmakelijke plekken en ongewenste kleuring van het gewas.

Het uitlopen kan worden tegengegaan door de aardappels bij een 20 temperatuur van 2°C op te slaan, maar daarbij worden reducerende suikers gevormd die ervoor zorgen dat de aardappels, bij latere bakprocessen zoals frituren, een bruine kleur krijgen en zoet smaken. Om deze redenen worden aardappels meestal opgeslagen bij een temperatuur tussen 5 en 8 °C. Bij deze temperatuur treedt het probleem van de vorming van reducerende suikers niet 25 op of is aanzienlijk kleiner, maar bij langere opslag kan het uitlopen niet geheel worden tegengegaan 1026390 2

Om het uitlopen van aardappels tegen te gaan wordt in de stand van : ; de techniek gebruik gemaakt van kiemremmende middelen die op de

I I I

l aardappel worden aangebracht en zo de kiemvorming tegen gaan.

Chloorprofam (CIPC) is een bekende verbinding die veel toegepaet 5 wordt als kiemremmend middel bij aardappelen.

De toepassing van chloorprofam in vloeibare vorm voor verneveling is onder meer bekend uit het Nederlandse octrooi 1011952, waarin oplossingen en emulsies van chloorprofam met een olie beschreven staan. Tevens zijn oplossingen van chloorprofam met dichloormethaan bekend en in de handel 10 verkrijgbaar.

Een nadeel van dit product is, dat het alleen toepasbaar is in heet-vernevelings apparatuur. Bij koud verneveling treedt namelijk verstopping van de spuitkoppen op. Het zou echter een voordeel zijn als chloorprofam in koud vernevelingsapparatuur toe te passen is, gezien de nadelen van warm 15 verneveling. De apparatuur voor heetvemeveling is namelijk lawaaiig, terwijl deze apparatuur ook vrij onbetrouwbaar is, aangezien deze moeilijk te starten is en vaak tijdens gebruik afslaat.

Het is derhalve een doel van de uitvinding te voorzien in een samenstelling op basis van chloorprofam, die met succes in koude verneveling 20 toegepast kan worden.

Een belangrijke toepassing van aardappels is de productie van frites. De kwaliteit en geschiktheid van de aardappels voor frites wordt bepaald aan de hand van het bakcijfer. Voor de producent van aardappels is het derhalve van belang dat het bakcijfer van de geproduceerde aardappels zo 25 goed mogelijk is.

De uitvinding betreft een samenstelling op basis van chloorprofam, welke niet alleen het voordeel heeft dat deze koud verneveld kan worden, maar daarnaast ook nog aanleiding is tot een verbetering van het bakcijfer van de aardappels.

1026390 3 » ·

De uitvinding wordt derhalve gekenmerkt, door de toepassing van ? ten minste één C6-C10-alkyl ester van een C14-C18 vetzuur van minerale of ' dierlijke of plantaardige oorsprong als oplosmiddel voor chloorprofam.

Als oplosmiddel, zoals gebruikt in de samenstelling volgens de 5 uitvinding, past men esters van vetzuren van minerale of dierlijke of plantaardige oorsprong toe. Het heeft de voorkeur om het oplosmiddel in een hoeveelheid van 1,0 - 95,0 gew. %, betrokken op het totaal gewicht van de samenstelling volgens de uitvinding te gebruiken, bij voorkeur 5,0 - 75,0 gew. %, bij hogere voorkeur 35,0 - 70,0 gew. %.

10 Als alkyl component kunnen worden gebruikt verzadigde, al dan niet vertakte, alkanen met 6 tot 10 koolstofatomen.

Als vetzuur component in de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding kan elk vetzuur van minerale, plantaardige of dierlijke oorsprong worden gebruikt, zoals verzadigde of (meervoudig) onverzadigde vetzuren. De 15 vetzuren hebben een ketenlengte van 14 tot 18 C-atomen.

Bij voorkeur gebruikt men esters van stearine zuur, adipine zuur, laurine zuur, myristine zuur of palmitine zuur; zoals butyl stearaat, di-isopropyl adipaat, decyl oleaat, di-2-ethyl hexyl adipaat, isocetyl stearaat, isopropyl laureaat, isopropyl palmitaat en 2-ethyl hexyl palmitaat.

20 Als oplosmiddel, zoals gebruikt in de samenstelling volgens de uitvinding, kunnen naast esters van vetzuren van zowel minerale, plantaardige als dierlijke oorsprong ook worden gebruikt mengsels van esters van vetzuren met oliën.

1026390 4

Als olie component in de samenstelling volgens de onderhavige uitvinding kan elke olie van plantaardige, minerale of dierlijke oorsprong worden gebruikt, zoals verzadigde of (meervoudig) onverzadigde oliën bestaande uit een vetzuur en een polyalcohol zoals glycol of glycerol, al dan 5 niet geheel of gedeeltelijk verzeept, en elke combinatie hiervan. Het is ook mogelijk om mengsels van dergelijke verbindingen te gebruiken of mengsels van plantaardige, dierlijke en/of minerale oorsprong. Bij voorkeur gebruikt men lijnzaadolie, raapzaadolie, sojaolie of derivaten daarvan, bij hoge voorkeur sojaolie of raapzaadolie.

10 Verdere geschikte oplosmiddelen die in combinatie met de volgens de uitvinding toegepaste vetzure alkylester toegepast kunnen worden, zijn bijvoorbeeld oplosmiddelen van minerale oorsprong, zoals alle alifatische en aromatische oplosmiddelen, alcoholen, esters, ethers, ketenen, aldehyde en polyalcohol ethers. Deze oplosmiddelen kunnen al dan niet (meervoudig) 15 gechloreerd zijn. Voorbeelden van deze oplosmiddelen zijn xyleen, alcoholen zoals glycerolen (bijvoorbeeld polyethyleen glycol) of polyethyleenglycolethers en polypropyleenglycolethers met als ether groep methyl, ethyl of willekeurig welke alkyl of derivaten of mengsels daarvan.

Tevens zijn geschikte oplosmiddelen esters van het type lactaat, 20 zoals butyl lactaat en ethylhexyl lactaat.

Daarnaast zijn geschikte oplosmiddelen lactams en lactonen, waaronder poly alkyl vinylpyrrolidon.

Een typische component is l-methyl*2-pyrrolidon of gamma butyrolactam in een hoeveelheid van 1,0 - 25,0 gew. % betrokken op het totaal 25 gewicht van de samenstelling volgens de uitvinding, bij voorkeur 2,0 -15,0 gew. %, bij hogere voorkei» 2,5 - 10,0 gew. %.

Chloorprofam is onder normale omstandigheden een vaste sto£ die bij ongeveer 40°C smelt en kan daarmee bij temperaturen boven 40°C zonder verdere verdunners of andere toevoegingen worden gebruikt. Een 30 voorkeurssamenstelling volgens de uitvinding omvat tussen 1,0 en 50,0 gew. % 1026390 5 chloorprofam, betrokken op het totaalgewicht van de samenstelling volgens de uitvinding, bij voorkeur tussen de 20,0 en 40,0 gew. % en verder ook nog oplosmiddelen, verdikkingsmiddelen, oppervlakte actieve stoffen en andere gebruikelijke toevoegingen.

5 De samenstelling kan ook in de vorm van een emulsie gebruikt worden. Hiertoe kunnen emulgatoren worden toegevoegd. Deze emulgatoren kunnen kationische, anionische of non-ionische oppervlakte actieve substanties zijn of mengsels daarvan. De emulgatoren kunnen van minerale, dierlijke of plantaardige oorsprong of mengsels daarvan zijn. Voorbeelden zijn 10 calcium dodecylbenzeen-sulfonaten, nonyl phenol polyglycolethers, geëthoxyleerde vetzuuralcoholen of amines of derivaten of combinaties daarvan.

Het is gebruikelijk om aardappelen op te slaan in bulk of in grote partijen of in cellen, dozen of kisten in een opslagruimte. Door middel van 15 ventilatiesystemen kan koele lucht door de aardappelen geblazen worden, eventueel kan de lucht extra gekoeld worden. Opslag van aardappels buiten kan naast de bovenbeschreven wijzen, ook plaats vinden in een kuil of een hoop, en de onderhavige uitvinding is ook hierop van toepassing.

In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt het 20 middel verdeeld over de aardappelen door versproeien of vernevelen met behulp van daarvoor op zichzelf in de techniek bekende middelen zoals neveldoppen en zgn. spraydisks. Dit vernevelen van de oplossing kan in elke fase na de oogst plaatsvinden. Op elk moment van het opslag proces is het mogelijk om het middel aan te brengen op de aardappelen. Het middel is zo 25 samengesteld dat geen extra tijd vereist is om te drogen. Het besproeien van de aardappelen kan derhalve bijvoorbeeld gebeuren tijdens het transport op een transportband of aan het einde van de transportband wanneer de aardappelen op een opslagberg of in een kist vallen. Ook kan op een verder willekeurige plaats in de volgorde van handelingen tussen oogst en opslag of 30 tijdens de opslag de behandeling met dit middel plaatsvinden.

1026390 6

Voor een fijnere verdeling van de actieve stof kan ook een verdunde , samenstelling gebruikt worden. Hiertoe wordt de samenstelling volgens de • r 1 ; onderhavige uitvinding verdund met een geschikt verdunningsmiddel en , i daarna gehomogeniseerd, optioneel door toepassing van een emulgator.

5 De hoeveelheid verdunner die gebruikt wordt om de oplossing te verdunnen is zodanig dat, wanneer de oplossing versproeid wordt over de aardappelen, de verdunner gemakkelijk kan verdampen. Wanneer als verdunner water gebruikt wordt dient dit in een dusdanig hoeveelheid te gebeuren dat wél een goede verdeling van het middel over de aardappelen 10 wordt verkregen zonder dat het vochtgehalte van de aardappelen, dan wel het vochtgehalte in de ruimte waar de aardappelen worden bewaard, dusdanig verhoogd wordt dat rottingsprocessen op kunnen gaan treden.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding past men koude verneveling toe. De daartoe benodigde apparatuur is bekend.

1& Verrassenderwijs is gebleken, dat volgens de uitvinding een verbetering van het bakdjfer voor frites verkregen wordt, in vergelijking met de gangbare hete verneveling.

Tevens ie gebleken, dat bij een maandelijkse toepassing, of in elk geval toepassing met vrij grote tussenpozen, zoals ten minste 16 dagen, zoals 20 vier weken, nog een extra verbetering van het bakdjfer verkregen wordt, in vergelijking met dagelijkse toepassing.

De uitvinding wordt toegelicht, maar geenszins beperkt, door het volgende voorbeeld: 25 Voorbeeld:

Een oplossing wordt bereid, die bestaat uit: 32,35 gew. % chloorprofam 97,5% 62,65 gew. % C6-Cl0*alkyl ester van een C14-C18 vetzuur 30 5,00 gew. % lacton 1026390 7

De dosering bedraagt 60 ml per 1000 kg aardappelen en kan ! afhankelijk van de gebruikte apparatuur zowel door heetvemeveling (fogging) lij als koudvemeveling worden toegepast.

Na toepassing is met het blote oog zichtbaar, dat de actieve stof als 5 kleine kristalletjes gelijkmatig over de aardappel is verdeeld.

De aardappelen lopen niet of nauwelijks uit en hebben onder de gebruikelijke opslagcondities een goede houdbaarheid.

Nadat op de op deze wijze behandelde en bewaarde aardappelen een bakproef wordt uitgevoerd, wordt een uitstekend resultaat verkregen.

10 Zoals blijkt uit de navolgende tabel en de bijbehorende figuur, levert koud verneveling, en in het bijzonder met langere tussenpozen een duidelijk betere kwaliteit product op voor de boer en de aardappelverwerkende industrie.

15 1026390 8 -TTU—Π—M'sra'sra—§j si £j sm g 5 II co co co co co co’ <o’ ri n w oi n'

e K

s | ---a~J---35Ί3Ί3Ί3Ί5Ί3--S"a 1513^15 " s li 0 11] ---^ 4?---“o ~S ~o o ~<5 S"5“5"5 o“5 ----F5---Pï “P5 TSf ~ ~0 ~PS-~a ~B ~B ~0 ~C5

----W tb “® Tï N Tt N“8 r oö K 'i W

----=F---BS ~G ~ ~P5 ~0--K5 ~® “F ~TS ~S5 “35 T- ^ ^ r·

.....—— — — ö ^ CNI ~ ▼“ "<y> ™ co U5 ™N ™W i/ï c6 ίο N

-------¢5-S-- 0 ----0---S"^“ï--?5 Ί5Τ5 "75 “«5 1 g _ g g

---“ —“ P'WWnFTB TB |~5= Tï “Pï ~BS ~BS

c 0 ____£_______________ 1 I 1 . i i 8

| iii i I I

_.____ik___at__a__sa___a__a__3_ α e o o o o

s g Ï3 3 g =8 S

i til lil ____I__j_J_J__ ll I fggfg! I | I | | | gf llllll llfgfg ----2___HL# J8l_i8 _<ÉI 5 _ fll Ê 51 <S al 5 i _ s *1 2 11 i

Issrfiü Iftsaiftsfi llllll U h jSïSfg , f? I?

laaejlsl I I al I5g| I I |gg| I I

1 « I MMMNNNCMMCM

. . \ ' I | --&-G-&sss~ss-a --;= ~s ~s ~

~~~ "T3 ~S “35 "“N "SS ~*F W ~B> ~ W

T· ^

“p “TB"® T- 'O O rt r~ ~N

T— T— r* T- t· --e> Tq-r= ”® uï "W “w “’f --Z5 ~Z5 S5 ~Ύ5 ~G ~CS ~15 --25 ~TS S ~Ö "Ο "β ~TS "S “5 F 1*5 TB “TB Γ- T5 O) 2 2 as tsr »

φ Φ S

-£ ·£ 1 1 s 1 __at___st___a__

O O

g 3 « f | jjj EEEEEEEEE iq η ιο iq n » iq η n --ol T-1 cJ OI T-ι fj ΟΊ T-1 fj i κ eo o

£ N N N

CO

li

lil 1 1 I

1026390

Claims

1. Samenstelling voor gebruik als kiemremmend middel bij aardappelen, omvattende een combinatie van chloorprofam en als oplosmiddel een C6-C10-alkyl ester van een C14-C18 vetzuur van minerale, dierlijke of plantaardige oorsprong.

2. Samenstelling volgens conclusie 1, waarbij de samenstelling oplosmiddel bevat in een hoeveelheid van 1,0 - 95,0 gew. %, betrokken op het totaalgewicht van de samenstelling.

3. Samenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de samenstelling nog een tweede oplosmiddel omvat.

4. Samenstelling volgens conclusies 1-3 , waarbij het tweede oplosmiddel lacton of een lactam is, in een hoeveelheid van 1,0 - 25,0 gew. %, betrokken op het totaalgewicht van de samenstelling.

5. Samenstelling volgens de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat chloorprofam aanwezig is in een hoeveelheid van 1,0 - 50,0 gew. %, betrokken 15 op het totaalgewicht van de samenstelling.

6. Werkwijze voor het beschermen van aardappelen tegen voortijdig ontkiemen door de aardappelen te behandelen met een samenstelling volgens conclusiesl-5 volgens de techniek van heetverneveling of volgens de techniek van koudverneveling.

7. Toepassing van een samenstelling als omschreven in conclusies 1-5 voor het beschermen van aardappels tegen voortijdig ontkiemen.

8. Werkwijze voor het beschermen van aardappelen tegen voortijdig ontkiemen door de aardappelen te behandelen met een samenstelling volgens de conclusies 1-5 volgens koudverneveling of heetverneveling leidend tot 25 aardappelen, die na de behandeling met een samenstelling volgens de conclusies 1-5 een uitstekende bakkwaliteit hebben. 1026390 . »

9. Toepassing van een samenstelling volgens de conclusies 1-5 voor het beschermen van aardappelen tegen voortijdig kiemen, die na behandeling met ' » 1 1 1 een samenstelling volgens de conclusies 1-5 leiden tot aardappelen, die uitstekende bakeigenschappen hebben. 1026390