NL1026372C2 - Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie. Download PDF

Info

Publication number
NL1026372C2
NL1026372C2 NL1026372A NL1026372A NL1026372C2 NL 1026372 C2 NL1026372 C2 NL 1026372C2 NL 1026372 A NL1026372 A NL 1026372A NL 1026372 A NL1026372 A NL 1026372A NL 1026372 C2 NL1026372 C2 NL 1026372C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
dough
folding
centering
rollers
side edge
Prior art date
Application number
NL1026372A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonius Wilhelmus Adrian Vugt
Original Assignee
Kaak Johan H B
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kaak Johan H B filed Critical Kaak Johan H B
Priority to NL1026372A priority Critical patent/NL1026372C2/nl
Priority to PCT/NL2005/000419 priority patent/WO2005120237A1/en
Priority to RU2007100347/13A priority patent/RU2007100347A/ru
Priority to EP05752022A priority patent/EP1776013A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1026372C2 publication Critical patent/NL1026372C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • A21C9/088Folding or bending discrete dough pieces or dough strips
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • A21C9/085Separating, spacing, orienting or aligning discrete dough pieces, e.g. after passing a cutting device

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het voor het vormen van een deegportie, en in het bijzonder voor het omslaan van twee in hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak. De 5 uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het omslaan van twee in hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zij randgebieden van een deegplak.
De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichten en werkwijze voor het centreren van een 10 deegportie, en op een samenstel voor het vormen van een deegportie omvatten een centreerinrichting en een vouwinrichting.
Voor het vormen van een deegportie, in het bijzonder voor het uitwalsen van de deegportie tot een 15 deegplak en vervolgens oprollen van de deegplak tot een deegstreng wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde opmaker. Een dergelijke opmaker omvat een kleine drukwals en een grote contrawals daaronder voor het uitwalsen van de deegportie en een in procesrichting stroomafwaarts gelegen 20 inrichting voor het oprollen van de deegplak tot een deegstreng.
Na het uitwalsen in de opmaker heeft de deegplak een ronde of ovale vorm hetgeen een aantal nadelen oplevert in de verdere bewerking.
1026372 ' 2
Enerzijds is de dikte van de deegstreng varieert over de lengte van de deegstreng; de deegstreng wordt naar zijn uiteinden toe steeds dunner door het oprollen van de ' ii' , ronde of ovale gevormde deegplak.
; · iij ; 5 Anderzijds vertonen de deegstrengen een sterk ! gekromd slot. Het slot van de deegstreng is de lijn aan de ; omtrek van de deegstreng waar het uiteinde van de deegplak aansluit bij de opgerolde deegstreng.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om in 10 ten minste één van deze aspecten verbetering te brengen.
Hiertoe voorziet de uitvinding in een vouwinrichting voor het omslaan van twee in hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak op een middengebied van de deegplak, omvattende: 15 een transportinrichting voor het transporteren van de deegplak in een procesrichting volgens een procesbaan, een eerste en tweede vouwelement die in hoofdzaak tegenover elkaar en aan weerszijde van de procesbaan 20 geplaatst zijn en elk een geleidingsbaan vormen voor het geleiden van een daarover bewegende zijrandgebied van de deegplak voor het omslaan van althans een deel dit zijrandgebied op het middengebied van de deegplak, waarbij het eerste en tweede vouwelement gevormd 25 en/of geplaatst zijn voor het ten minste ten dele in overlap brengen van de zijrandgebieden.
Door de vouwinrichting volgens de uitvinding wordt een deegplak met een min of meer ronde of ovale vorm omgevormd naar een deegplak met twee in hoofdzaak tegenover 30 elkaar gelegen rechte zijkanten. Hierdoor worden de hierboven genoemde nadelen van het oprollen van de ronde of ovale gevormde deegplak verminderd. Echter indien de zijrandgebieden smal zijn ten opzichte van het middengebied van de deegplak, met andere woorden indien de 35 zijrandgebieden niet ten minste ten delen overlappen, wordt na het oprollen een deegstreng verkregen die aan de uiteinde juist dikker is dan in het midden.
1026372 3
Door nu een vouwinrichting volgens de uitvinding toe te passen waarmee de zij randgebieden ten minste ten j, . dele in overlap gebracht kunnen worden, kan na het oprollen
‘ T
een deegstreng verkregen worden die een gunstige, in het ! . i 1 ; ! 5 bijzonder nagenoeg constante dikte heeft over de lengte van ' » i : ; de deegstreng. Bovendien vertoont deze deegstreng een beduidend minder gekromd slot; het slot wordt alhier gevormd door een licht gekromde lijn tussen de uiteinden van de deegstreng.
10 In een uitvoeringsvorm is de geleidingsbaan van het eerste vouwelement gevormd en/of geplaatst voor het, in procesrichting beschouwd, eerder omslaan van het hierover bewegend zijrandgebied ten opzichte van de geleidingsbaan van het tweede vouwelement. Hierdoor kan voorkomen worden 15 dat het omslaan van het zij randgebied door het eerste vouwelement interfereert met het omslaan van het zijrandgebied door het tweede vouwelement. In bedrijf zal aldus een eerste zijrandgebied door het eerste vouwelement omgeslagen worden op het middengebied, waarna een tweede 20 zijrandgebied door het tweede vouwelement omgeslagen wordt, waarbij het tweede zijrandgebied het eerste zijrandgebied ten minste een dele overlapt.
In een uitvoeringsvorm het eerste vouwelement ten opzichte van het tweede vouwelement, in procesrichting 25 beschouwd, bovenstrooms geplaatst. Aldus arriveert de deegplak eerder bij het eerste vouwelement en kan het eerste vouwelement het zij randgebied eerder omslaan dan het tweede vouwelement.
In een uitvoeringsvorm omvatten het eerste en 30 tweede vouwelement elk een geleidingsbaan met getordeerde configuratie. Bij voorkeur is een spoed- of hellinghoek van althans een gedeelte van het eerste vouwelement kleiner dan die van het tweede vouwelement. Met andere woorden de geleidingsbaan van het eerste vouwelement is sterker 35 gedraaid dan de geleidingsbaan van het tweede vouwelement waardoor het zijrandgebied door het eerste vouwelement over een kortere afstand, in procesrichting beschouwd, 1026372 ' 4 omgeslagen kan worden dan door het tweede vouwelement.
Bij voorkeur zijn de bovenstroomse uiteinden van de eerste en tweede vouwelementen tegenover elkaar geplaatst, waardoor de tegenover elkaar gelegen zijrand-5 gebieden van de deegplak in hoofdzaak gelijktijdig bij de beide vouwelementen arriveren. Hierdoor wordt een rustigere loop van de deegplak door de vouwinrichting verkregen.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting voorts een ten minste ten dele tussen het eerste en tweede 10 vouwelement geplaatste hulptransportinrichting, die tegenover de transportinrichting geplaatst is voor het tussen de transportinrichting en de hulptransportinrichting bepalen van een transportruimte voor het middengebied van de deegplak. Deze hulptransportinrichting is bij voorkeur 15 aan een bovenstroomse zijde van de vouwelementen geplaatst, en kan aldus het middengebied geleiden tijdens de overgang van de zij randgebieden van de transportinrichting naar de vouwelementen.
Bij voorkeur omvat de hulptransportinrichting 20 drukmiddelen voor het uitoefenen van een aandrukkracht op het middengebied van de deegplak in de transportruimte. Door deze drukmiddelen kan het middengebied in de transportruimte beter vastgehouden worden tijdens de overgang van de zijrandgebieden van de transportinrichting 25 naar de vouwelementen. Deze drukmiddelen kunnen op verschillende manieren uitgevoerd zijn.
Enerzijds kan gebruik gemaakt worden van het eigen gewicht van de hulptransportinrichting doordat de hulptransportinrichting verplaatsbaar boven de transport-30 inrichting geplaatst is en in bedrijf ten minste ten dele kan af steunen op het middengebied van de deegplak.
Anderzijds kan de hulptransportinrichting verend opgehangen zijn ten opzichte van de transportinrichting, en in bedrijf ten minste ten dele kan af steunen op het 35 middengebied van de deegplak.
Tot slot kan de hulptransportinrichting voorzien zijn aandrijfmiddelen voor het naar de transportinrichting \ 1026372 5 toe verplaatsen van de hulptransportinrichting, of althans een deel daarvan. In een eenvoudige uitvoeringvorm omvatten de aandrijfmiddelen een pneumatische aandrijving.
Bij voorkeur is de hulptransportinrichting in een 5 procesrichting in bedrijf op een hogere snelheid aandrijfbaar dan de transportinrichting. Hierdoor kan althans grotendeels voorkomen worden dat de deegplak vasthecht of vastplakt aan de hulptransportinrichting.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat de 10 hulptransportinrichting en/of de transportinrichting een bandtransporteur.
In een uitvoeringsvorm omvat de geleidingsbaan een reeks in procesrichting beschouwd in serie geplaatste draaibare rollen die elk draaibaar zijn om een in hoofdzaak 15 loodrecht op de procesrichting geplaatste rotatie-as. Bij voorkeur zijn de rollen vrij draaibaar geplaatst. Bij voorkeur zijn de rollen cilindervormig. Doordat de zij randgebieden tijdens het omslaan over de rollen wordt geleid wordt ondervinden deze zijrandgebieden een minimale 20 wrijving en kan constante omslag en een rustige loop tijdens het omslaan gerealiseerd worden.
De hoek tussen geleidingsbanen van het eerste en tweede vouwelement en het midden van de transportinrichting bij het bovenstroomse uiteinde van de vouwelementen is 25 ongeveer 180 graden, en deze hoek wordt in procesrichting beschouwd kleiner door de getordeerde vorm van de geleidingsbanen. Bij voorkeur wordt een hoek tussen het midden van de transportinrichting en de rotatie-as van de opeenvolgende rollen in de reeks in procesrichting 30 stapsgewijs kleiner.
In een uitvoeringsvorm omvatten het eerste en tweede vouwelement elk aan een in de procesrichting beschouwt, bovenstroomse zijde een oploopvlak voor het toevoeren van de zij randgebieden van de deegplak naar de 35 reeks draaibare rollen. Dit oploopvlak dient om de om te vouwen zij randgebieden uit het vlak van de transportinrichting te lichten.
1026372 1 6
Om dit oploopvlak zo kort mogelijk te houden en een goede geleiding van de zij randgebieden te waarborgen is de hoek tussen het midden van de transportinrichting en de 1,'j rotatie-as van de, in procesrichting beschouwt, aan ij’ 5 bovenstroomse zijde van de reeks geplaatste rol bij | ' voorkeur groter dan 90 graden. Hierbij vormen de reeks in serie geplaatste draaibare rollen bij voorkeur een geleidingsbaan voor het geleiden van de zijrandgebieden over een hoek die groter is dan 90 graden. Bij voorkeur 10 vormen de reeks in serie geplaatste draaibare rollen een geleidingsbaan voor het geleiden van de zijrandgebieden door een verticaal heen. Aldus worden de zijrandgebieden over nagenoeg het gehele omslagtrajeet, behalve natuurlijk bij de oploopvlakken, door de draaibare rollen geleidt.
15 In een tweede aspect voorziet de uitvinding in een werkwi j ze voor het omslaan van twee in hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak op een middengebied van de deegplak, omvattende: het transporteren in een procesrichting van een 20 deegplak middels een transportinrichting, het geleiden van de zij randgebieden van de deegplak over een eerste en tweede vouwelement die in hoofdzaak tegenover elkaar en langs de transportinrichting geplaatst zijn en die elk een geleidingsbaan vormen die de 25 daarover bewegende zijrandgebied van de deegplak geleidt voor het omslaan van althans een deel dit zij randgebied op het middengebied van de deegplak, waarbij de zij randgebieden in overlap gebracht worden.
Bij voorkeur wordt, in procesrichting beschouwd, 30 de over het eerste vouwelement bewegend zijrandgebied van de deegplak althans ten dele eerder omgeslagen dan de over het tweede vouwelement bewegende zij randgebied van de deegplak.
In een derde aspect voorziet de uitvinding in een 35 centreerinrichting voor het centreren van een deegportie, omvattende: een transportinrichting voor het transporteren 1026372 7 van de deegportie in een procesrichting volgens een procesbaan, f een vaste doorgang voor de deegportie, en ! ‘ * een eerste en tweede centreerelement die in i ' 1 ' * 5 procesrichting beschouwd bovenst rooms van de vaste doorgang 1 en in hoofdzaak tegenover elkaar en aan weerszijde van de procesbaan geplaatst zijn, waarbij de eerste en tweede centreerelementen elk één of meer draaibare rollen omvat die elk draaibaar zijn 10 om een in hoofdzaak loodrecht op de transportinrichting geplaatste eerste rotatie-as, en waarbij de eerste rotatie-as van elke rol excentrisch draaibaar geplaatst is om een tweede rotatie-as.
Een dergelijke centreerinrichting kan 15 voordeligerwijze toegepast worden voor het gecentreerd aanvoeren van een deegportie in een inrichting voor het vormen van deegportie die een in hoofdzaak gecentreerde deegportie verlangt, zoals bijvoorbeeld de hiervoor beschreven vouwinrichting.
20 In de hiervoor beschreven vouwinrichting is het wenselijk dat de aangevoerde deegplak in hoofdzaak gecentreerd is ten opzichte van de vouwelementen. Voor dit centreren kan de centreerinrichting volgens de uitvinding in procesrichting bovenstrooms ten opzichte van de 25 vouwinrichting geplaatst worden, waarbij de vaste doorgang ten opzichte van de vouwelementen van de vouwinrichting uitgelijnd wordt.
In een uitvoeringsvorm omvat de centreerinrichting een aandrijving voor het aandrijven van een 30 rotatie van de excentrisch geplaatste rollen om de tweede rotatie-as. Bij voorkeur zijn de rollen vrij draaibaar om de eerste rotatie-as. Door het aandrijven van een excentrische beweging van de rollen om de tweede rotatie-as, worden de rollen langs een cirkelvormig pad bewogen. 35 Bij het deel van dit pad waar de rollen naar het midden van de transportinrichting toe bewogen worden, kunnen zij een uit het midden gelegen deegportie meenemen en naar het 1026372 ' 8 midden toe duwen.
Bij voorkeur zijn de rollen van het eerste centreerelement ten opzichte van de rollen van het tweede centreerelement in tegengestelde richting draaibaar om de 5 eerste rotatie-as en/of excentrisch draaibaar zijn om de tweede rotatie-as. Bij voorkeur zijn de rollen van het eerste centreerelement en de rollen van het tweede centreerelement gekoppeld voor het ten opzichte van elkaar uitvoeren van een spiegelsymmetrische beweging. Met andere 10 woorden, twee tegenover elkaar gelegen rollen van deze uitvoeringsvorm van het centreerelement zullen in bedrijf in hoofdzaak gelijktijdig het deel van het pad doorlopen waar de rollen naar het midden van de transportinrichting toe bewogen worden. Hierdoor kunnen deze rollen niet alleen 15 de deegportie centreren, maar tevens, indien gewenst, ten minste ten dele samendrukken.
Bij voorkeur is een afstand tussen de tweede rotatie-as van twee tegenover elkaar gelegen rollen van het eerste en tweede centreerelement groter dan een breedte van 20 de vaste doorgang.
In een uitvoeringsvorm omvat elk van de centreerelementen een reeks in procesrichting beschouwd in serie geplaatste draaibare rollen. Bij voorkeur wordt hierbij de afstand tussen de tweede rotatie-as van twee 25 tegenover elkaar gelegen de rollen van het eerste en tweede centreerelement, in de procesrichting beschouwd, stapsgewijs kleiner. Met andere woorden, in procesrichting beschouwd, zijn de tegenover elkaar geplaatste excentrisch draaibare rollen van het eerste en tweede centreerelement 30 steeds dichter bij elkaar geplaatst. Hierdoor wordt de deegportie geleidelijk en in stappen naar het midden van de vaste doorgang gebracht.
In een uitvoeringsvorm omvat de vaste doorgang twee op vaste afstand van elkaar geplaatste rollen welke 35 vrij draaibaar geplaatst zijn voor het bepalen van een in hoofdzaak loodrecht op de procesrichting uitstrekkende doorgang. Door de afstand tussen rollen wordt tevens de 1026372 9 breedte van de deegportie die de centreerinrichting verlaat verder aangepast en/of bepaald.
( · , In een eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de rollen ' ! 1| in hoofdzaak cilindervormig.
Ij's In een vierde aspect voorziet de uitvinding in i een samenstel voor het toevoeren van een deegplak aan een inrichting voor het vormen van een deegportie, in het bijzonder voor het uitwalsen en vervolgens oprollen van de deegportie tot een deegstreng zoals bijvoorbeeld een 10 opmaker, waarbij het samenstel omvattende: een transportinrichting voor het transporteren van de deegplak in een procesrichting, en achtereenvolgens in procesrichting beschouwd, een centreerinrichting voor het centreren van de 15 deegportie, een eerste drukwals voor het tussen de eerste drukwals en de transportinrichting uitwalsen van de deegportie tot een deegplak, een vouwinrichting voor het omslaan van twee in 20 hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak op een middengebied van de deegplak, en een tweede drukwals voor het tussen de tweede drukwals en de transportinrichting walsen van de deegplak met omgeslagen zijrandgebieden.
25 Bij voorkeur omvat het samenstel een vouwinrichting zoals hiervoor beschreven. Bij voorkeur omvat het samenstel een centreerinrichting zoals hiervoor beschreven.
Het samenstel sluit aan op een toevoerinrichting 30 voor het toevoeren van een deegportie, bijvoorbeeld een min of meer bolvormige deegportie.
De deegportie wordt eerst door de centreerinrichting gecentreerd en eventueel, indien de deegportie breder is dan de vaste doorgang van de 35 centreerinrichting, smaller gemaakt. Aldus zijn de deegporties die door het samenstel gevoerd worden na de centreerinrichting allen gelijk in breedte en positie.
1026372 1 10
Vervolgens worden deze deegporties uitgewalst tot een deegplak door de eerste drukwals.
De tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van deze deegplak worden vervolgens door de vouwinrichting 5 omgevouwen om het middengebied van de deegplak waarbij deze zij randgebieden ten minste ten dele in overlap gebracht worden. Bij voorkeur wordt, in procesrichting beschouwd, de over het eerste vouwelement bewegend zijrandgebied van de deegplak althans ten dele eerder omgeslagen dan de over het 10 tweede vouwelement bewegende zij randgebied van de deegplak.
Vervolgens wordt de deegplak met omgeslagen zijrandgebieden nagewalst door middel van de tweede drukwals. Hiermee wordt een terug klappen van de omgeslagen zij randgebieden althans ten dele voorkomen.
15 De resulterende deegplak kan vervolgens toegevoerd worden aan bijvoorbeeld een bekende opmaker, waarbij de deegplak tussen een kleine drukwals en een grote contrawals verder uitgewalst wordt en vervolgens opgerold wordt tot een deegstreng.
20 In een uitvoeringsvorm met een vouwinrichting voorzien van een hulptransportinrichting met een bandtransporteur vormt de eerste drukwals een omlooprol van de transportband van de hulptransportinrichting. Bij voorkeur omvat de eerste drukwals over zijn omtrekoppervlak 25 een uitsparing waarin de transportband geplaatst is. Bij voorkeur is de diepte en de breedte van de uitsparing in hoofdzaak gelijk aan respectievelijk de dikte en de breedte van de transportband, zodat de eerste drukwals met transportband één gesloten cilindervlak bepaald voor het 30 uitwalsen van de deegportie. Dit biedt het voordeel dat het middengebied van de deegplak vanaf het uitwalsen voortduren ondersteund en geleid kan worden door de hulptransportinrichting.
In een uit voer ingvorm zijn de eerste en tweede 35 drukwals in bedrijf aan hun omtrek op een hogere snelheid aandrijfbaar dan de transportinrichting. Bij voorkeur is in bedrijf de snelheid aan de omtrek van de eerste en tweede 1026372 11 aandrukwals tussen de 5 en 20 % hoger, bijvoorkeur 10 % hoger dan de snelheid van de transportinrichting waarmee het deeg door het samenstel getransporteerd wordt. Door deze hogere snelheid wordt niet alleen voorkomen dat de 5 deegportie of deegplak aan deze eerste en tweede drukwals hecht of plakt, maar wordt tevens bereikt dat het deeg althans ten dele opgestuwd wordt, waardoor de resulterende deegplak aan zijn stroomafwaartse zijde, ook wel met de term 'voorlopende rand' aangeduid, in procesrichting 10 beschouwd, uitgerekt wordt en daardoor een sterk gekromde rand krijgt en aan zijn stroomopwaartse zijde, ook wel met de term 'nalopende rand' aangeduid, een rechtere rand krijgt. Doordat de vorm van het slot althans grotendeels door de vorm van deze nalopende rand bepaald wordt, wordt 15 aldus een deegstreng met een rechter slot verkregen.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeeld-uitvoeringsvormen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een aanzicht van een voorbeeld-20 uitvoeringsvorm van samenstel voor het toevoeren van een deegplak aan een inrichting voor het vormen van een deegportie, in het bijzonder aan een opmaker;
Figuur 2 een aanzicht van de centreerinrichting van het samenstel van figuur 1; 25 Figuur 3 een aanzicht van de eerste drukwals en de vouwinrichting van het samenstel van figuur 1;
Figuur 4 een aanzicht van de tweede drukwals en een deel van de vouwinrichting van het samenstel van figuur 1; 30 Figuren 5 en 6 een aanzicht van een voorbeeld- uitvoeringsvorm van vouwinrichting met de hulptransport-inrichting volgens de uitvinding; en
Figuur 7 een aanzicht van de vouwinrichting van figuren 5 en 6 met de eerste en tweede drukwalsen.
35 Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een samenstel 1 volgens de uitvinding. Het samenstel omvat een centreerinrichting 2 1026372 12 met een vaste doorgang 21, een eerste drukwals 3, een vouwinrichting 4 met een eerste vouwelement 41 en tweede vouwelement 42, en een tweede drukwals 5. Al deze elementen j t' zijn op één transportinrichting in de vorm van een ; 5 bandtransporteur 6 geplaatst.
Benedenstrooms van de tweede drukwals 5 wordt de i resulterende deegplak uit het samenstel 1 toegevoerd aan een verdere inrichting zoals bijvoorbeeld een opmaker 7 in deze voorbeelduitvoeringsvorm. In figuur 1 is onder andere 10 een aandrukwals 71 van deze opmaker 7 zichtbaar.
De centreerinrichting 2, zoals in detail getoond in figuur 2, is voorzien van twee cilindervormige rollen 22, 23, die tussen zich in de vaste doorgang 21 bepalen. De afstand tussen de cilindervormige rollen 22, 23, is in deze 15 uitvoeringsvorm instelbaar. Tevens is de positie van de vaste doorgang 21 instelbaar voor het uitlijnen van de vaste doorgang met de stroomafwaarts gelegen vouwinrichting 4. De cilindervormige rollen 22, 23 zijn draaibaar om de cilinder as geplaatst en zijn in tegengestelde richting ten 20 opzichte van elkaar aandrijfbaar. Hiertoe zijn de cilindervormige rollen 22, 23 door middel van tandriemen 24 gekoppeld aan een naast de centreerinrichting 2 geplaatste aandrijfinrichting 25.
Aan de bovenstroomse zijde van de vaste doorgang 25 21, in procesrichting A beschouwd strekken zich een eerste centreerelement 26 en tweede centreerelement 27 uit.
De eerste en tweede centreerelementen 26, 27 zijn elk voorzien van twee draaibare rollen 261, 262, 271, 272 omvat die elk een in excentrische draaibeweging 30 aandrijfbaar zijn. Hiertoe zijn deze vrij draaibare rollen 261, 262, 271, 272 elk respectievelijk excentrisch op een aangedreven as 263, 264, 273, 274, welke as door middel van tandriemen 28 gekoppeld is met een van de cilindervormige rollen 22, 23.
35 In de onderhavige voorbeelduitvoeringsvorm zijn de rollen 261, 262, 271, 272 en hun ophanging in hoofdzaak gelijkvormig. De onderlinge afstand tussen de aangedreven 1026372 ' 13 assen 263, 273 van de aan de bovenstoorase zijde van de centreerinrichting 2 gelegen twee tegenover elkaar gelegen ,, rollen 261, 271 is groter dan de onderlinge afstand tussen i ; J ’ de aangedreven assen 264, 274 van de andere twee tegenover
• . ' I
1 ; ! 5 elkaar gelegen rollen 262, 272, welke weer groter is dan de
't I
; onderlinge afstand van de rotatie-assen van de cilindervormige rollen 22, 23. Aldus kan een deegportie geleidelijk en in stappen door de rollen naar het midden en/of samengedrukt worden voor het verkrijgen van de 10 gewenste positie en breedte van de deegportie.
Na de vaste doorgang 21 tussen de cilindervormige rollen 22, 23 is de eerste aandrukwals 3 geplaatst zoals getoond in figuur 3. Deze aandrukwals 3 kan de gecentreerde deegportie uit de centreerinrichting 2 tot een deegplak 15 walsen.
Vervolgens is een vouwinrichting 4 geplaatst die voorzien is van een hulpbandtransporteur 43 die boven de transportband 6 geplaatst is. De aandrukwals 3 is hierbij ingericht als bovenstroomse omlooprol van de 20 hulpbandtransporteur 43 en is over zijn omtrekoppervlak voorzien van een uitsparing waarin de transportband 431 geplaatst is. De diepte en de breedte van deze uitsparing is in hoofdzaak gelijk aan respectievelijk de dikte en de breedte van de transportband 431.
25 Aan de benedenstroomse zijde is de hulptransporteur 43 voorzien van een omlooprol 432 die beweegbaar is in een richting loodrecht op het vlak van de transportband van de bandtransporteur 6.
De hulpbandtransporteur 43 is bovenst rooms van de 30 vouwelementen 41, 42 geplaatst. Deze vouwelementen 41, 42 zullen hieronder in meer detail beschreven worden.
Aan benedenstroomse zijde van de vouwelementen 41, 42 is een tweede drukwals 5 geplaatst voor het aandrukken van door de vouwelementen 41, 42 omgeslagen 35 zij randgebieden van een deegplak. Vervolgens is aan het eind van deze voorbeelduitvoeringsvorm van het samenstel 1 de benedenstroomse omlooprol (niet getoond) van de 1026372 14 bandtransporteur 6 geplaatst.
Zoals getoond in figuur 4 vormt het samenstel 1 een toevoerinrichting voor een opmaker 7 met drukwals 71 en een inrichting voor het oprollen van een deegplak 72.
5 Figuren 5, 6 en 7 tonen de vouwelementen 41, 42 van de vouwinrichting 4 in detail. Elk van de vouwelementen 41, 42 volgens deze voorbeelduitvoeringsvorm omvat in procesrichting A beschouwd, eerste een oploopvlak 411, 421 voor het uit het vlak van de transportband van de 10 bandtransporteur 6 brengen van zijrandgebieden van een deegplak. Stroomafwaarts van elk van deze oploopvlakken 411, 421 is een reeks vrij draaibaar geplaatste rollen 412, 422 (in deze uitvoeringsvorm acht) geplaatst die een getordeerde transportbaan vormen voor de zijrandgebieden 15 van een deegplak.
De transportbaan die door de rollen 412 van een eerste vouwelement 41 gevormd wordt is in tegengestelde richting gedraaid als de transportbaan die door de rollen 422 van een tweede vouwelement 42 gevormd wordt. Deze 20 transportbanen zijn als een gedeelte van een helix gevormd waarbij de spoed- of hellinghoek van het eerste vouwelement 41 verschillend is met, bijvoorbeeld kleiner is dan, die van het tweede vouwelement 42. De transportbaan van zowel het eerste vouwelement 41 als het tweede vouwelement 42 25 geleid en/of ondersteund een zijrandgebied van een deegplak vanaf een positie waarbij een hoek tussen het zijrandgebied en het middengebied van de deegplak een grote hoek α maakt, bijvoorbeeld tussen de 170 en 155 graden, tot een positie waarbij de hoek tussen het zij randgebied en het 30 middengebied van de deegplak kleiner is dan 90 graden. Aldus geleiden deze transportbanen van de vouwelementen 41, 42 de zij randgebieden door de verticaal heen.
Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding bedoeld 35 zijn als illustratie van de uitvinding en niet om de uitvinding te beperken. Een deskundige zal zeker in staat zijn om alternatieve uitvoeringsvormen te ontwerpen die 1026372 1 15 binnen de beschermingsotnvang van de bij gevoegde conclusies vallen.
In een verdere ontwikkeling zijn de centreerinrichting 2 en de aandrukwals 3 beide voorzien van 5 een eigen bandtransporteur en wordt de gecentreerde deegportie van de bandtransporteur van de centreerinrichting 2 vlak voor de aandrukwals 3 toegevoerd aan de bandtransporteur van de aandrukwals 3. Bij voorkeur heeft de bandtransporteur van de centreerinrichting 2 een andere, 10 bij voorkeur lagere, snelheid ten opzichte van de bandtransporteur van de aandrukwals 3.
Daarnaast kunnen de vouwinrichting en de centreerinrichting volgens de uitvinding ook afzonderlijk voordeligerwijze toegepast worden.
1026372

Claims (37)

  1. 2. Vouwinrichting volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsbaan van het eerste vouwelement gevormd en/of geplaatst is voor het, in procesrichting beschouwd, eerder omslaan van het hierover bewegend zij randgebied ten 20 opzichte van de geleidingsbaan van het tweede vouwelement.
  2. 3. Vouwinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste vouwelement ten opzichte van het tweede vouwelement, in procesrichting beschouwd, bovenstrooms geplaatst is.
  3. 4. Vouwinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het eerste en tweede vouwelement elk een geleidingsbaan met getordeerde configuratie omvatten.
  4. 5. Vouwinrichting volgens conclusie 4, waarbij een spoed- of hellinghoek van althans een gedeelte van het 30 eerste vouwelement kleiner is dan die van het tweede vouwelement.
  5. 6. Vouwinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting voorts een ten minste ten dele tussen het eerste en tweede vouwelement geplaatste 1026372 hulptransportinrichting omvat die tegenover de transportinrichting geplaatst is voor het tussen de transportinrichting en de hulptransportinrichting bepalen van een transportruimte voor het middengebied van de deegplak.
  6. 7. Vouwinrichting volgens conclusie 6, waarbij de hulptransportinrichting drukmiddelen omvat voor het uitoefenen van een aandrukkracht op het middengebied van de deegplak in de transportruimte.
  7. 8. Vouwinrichting volgens conclusie 6 of 7, 10 waarbij de hulptransportinrichting in een procesrichting in bedrijf op een hogere snelheid aandrijfbaar is dan de transportinrichting.
  8. 9. Vouwinrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij de hulptransportinrichting een bandtransporteur 15 omvat.
  9. 10. Vouwinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de transportinrichting een bandtransporteur omvat.
  10. 11. Vouwinrichting volgens één der voorgaande 20 conclusies, waarbij de geleidingsbaan een reeks in procesrichting beschouwd in serie geplaatste draaibare rollen omvat die elk draaibaar zijn om een in hoofdzaak loodrecht op de procesrichting geplaatste rotatie-as.
  11. 12. Vouwinrichting volgens conclusie 11, waarbij 25 de rollen vrij draaibaar geplaatst zijn.
  12. 13. Vouwinrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de rollen cilindervormig zijn.
  13. 14. Vouwinrichting volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij een hoek tussen het midden van de 30 transportinrichting en de rotatie-as van de opeenvolgende rollen in de reeks in procesrichting stapsgewijs kleiner wordt.
  14. 15. Vouwinrichting volgens conclusie 14, waarbij de hoek tussen het midden van de transportinrichting en de 35 rotatie-as van de in procesrichting beschouwd aan bovenstroomse zijde van de reeks geplaatste rol groter is dan 90 graden. 1026372 ''
  15. 16. Vouwinrichting volgens één der conclusies 11 - 15, waarbij de reeks in serie geplaatste draaibare rollen s een geleidingsbaan vormen voor het geleiden van de , ' ( zijrandgebieden over een hoek die groter is dan 90 graden. . ; : 5 17. Vouwinrichting volgens één der conclusies 11 | 1 - 16, waarbij de reeks in serie geplaatste draaibare rollen een geleidingsbaan vormen voor het geleiden van de zijrandgebieden door een verticaal heen.
  16. 18. Vouwinrichting volgens één der conclusies 11 10 - 18, waarbij het eerste en tweede vouwelement elk aan een in de procesrichting beschouwt, bovenstroomse zijde een oploopvlak omvatten voor het toevoeren van de zijrandgebieden van de deegplak naar de reeks draaibare rollen.
  17. 19. Werkwijze voor het omslaan van twee in hoo£dzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak op een middengebied van de deegplak, omvattende: het transporteren in een procesrichting van een deegplak middels een transportinrichting, 20 het geleiden van de zij randgebieden van de deegplak over een eerste en tweede vouwelement die in hoofdzaak tegenover elkaar en langs de transportinrichting geplaatst zijn eri die elk een geleidingsbaan vormen die de daarover bewegende zijrandgebied van de deegplak geleidt 25 voor het omslaan van althans een deel dit zij randgebied op het middengebied van de deegplak, waarbij de zijrandgebieden ten minste ten dele in overlap gebracht worden.
  18. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij in 30 procesrichting beschouwd, de over het eerste vouwelement bewegende zij randgebied van de deegplak althans ten dele eerder omgeslagen wordt dan de over het tweede vouwelement bewegende zijrandgebied van de deegplak.
  19. 21. Centreerinrichting voor het centreren van een 35 deegportie, omvattende: een transportinrichting voor het transporteren van de deegportie in een procesrichting volgens een 1026372 procesbaan, een vaste doorgang voor de deegportie, en p een eerste en tweede centreerelement die in ! * i procesrichting beschouwd bovenstrooms van de vaste doorgang !. j 5 en in hoofdzaak tegenover elkaar en aan weerszijde van de ! procesbaan geplaatst zijn, waarbij de eerste en tweede centreerelementen elk één of meer draaibare rollen omvat die elk draaibaar zijn om een in hoofdzaak loodrecht op de transportinrichting 10 geplaatste eerste rotatie-as, en waarbij de eerste rotatie-as van elke rol excentrisch draaibaar geplaatst is om een tweede rotatie-as.
  20. 22. Centreerinrichting volgens conclusie 21, waarbij de centreerinrichting een aandrijving omvat voor 15 het aandrijven van een rotatie van de excentrisch geplaatste rollen om de tweede rotatie-as
  21. 23. Centreerinrichting volgens conclusie 21 of 22, waarbij de rollen vrij draaibaar zijn om de eerste rotatie-as.
  22. 24. Centreerinrichting volgens conclusie 21, 22 of 23, waarbij de rollen van het eerste centreerelement ten opzichte van de rollen van het tweede centreerelement in tegengestelde richting draaibaar zijn om de eerste rotatie-as en/of excentrisch draaibaar zijn om de tweede rotatie- 25 as.
  23. 25. Centreerinrichting volgens conclusie 24, waarbij rollen van het eerste centreerelement en de rollen van het tweede centreerelement gekoppeld zijn voor het ten opzichte van elkaar uitvoeren van een spiegelsymmetrische 30 beweging.
  24. 26. Centreerinrichting volgens één der conclusies 21 - 25, waarbij een afstand tussen de tweede rotatie-as van twee tegenover elkaar gelegen rollen van het eerste en tweede centreerelement groter is dan een breedte van de 35 vaste doorgang.
  25. 27. Centreerinrichting volgens één der conclusies 21 - 26, waarbij elk van de centreerelementen een reeks in 10263721 procesrichting beschouwd in serie geplaatste draaibare rollen omvat.
  26. 28. Centreerinrichting volgens conclusie 27, waarbij een afstand tussen de tweede rotatie-as van twee 5 tegenover elkaar gelegen rollen van het eerste en tweede centreerelement in de procesrichting beschouwd stapsgewijs kleiner wordt.
  27. 29. Centreerinrichting volgens één der conclusies 21 - 28, waarbij de vaste doorgang twee op vaste afstand 10 van elkaar geplaatste rollen omvat welke vrij draaibaar geplaatst zijn voor het bepalen van een in hoofdzaak loodrecht op de procesrichting uitstrekkende doorgang.
  28. 30. Centreerinrichting volgens één der conclusies 21 - 29, waarbij de rollen in hoofdzaak cilindervormig 15 zijn.
  29. 31. Samenstel voor het toevoeren van een deegplak aan een inrichting voor het vormen van een deegportie, in het bijzonder voor het uitwalsen en vervolgens oprollen van de deegportie tot een deegstreng, waarbij het samenstel 20 omvattende: een transportinrichting voor het transporteren van de deegplak in een procesrichting, en achtereenvolgens in procesrichting beschouwd, een centreerinrichting voor het centreren van de 25 deegportie, een eerste drukwals voor het tussen de eerste drukwals en de transportinrichting uitwalsen van de deegportie tot een deegplak, een vouwinrichting voor het omslaan van twee in 30 hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak op een middengebied van de deegplak, en een tweede drukwals voor het tussen de tweede drukwals en de transportinrichting walsen van de deegplak met omgeslagen zijrandgebieden.
  30. 32. Samenstel volgens conclusie 31, omvattende een vouwinrichting volgens één der conclusies 1-18.
  31. 33. Samenstel volgens conclusie 31, omvattende 1026372 " een vouwinrichting volgens één der conclusie 9, waarbij de eerste drukwals een omlooprol van de transportband van de r . hulptransportinrichting vormt. • i’ | * j 34. Samenstel volgens conclusie 33, waarbij de 1 ' | I ! 5 eerste drukwals over zijn omtrekoppervlak een uitsparing 'i i j omvat waarin de transportband geplaatst is.
  32. 35. Samenstel volgens één der conclusies 31 - 34, omvattende een centreerinrichting volgens één der conclusies 21 - 30.
  33. 36. Samenstel volgens één der conclusies 31 - 35, waarbij de eerste en tweede drukrol in bedrijf aan hun omtrek op een hogere snelheid aandrijf baar zijn dan de transportinrichting.
  34. 37. Vouwinrichting voor het omslaan van twee in 15 hoofdzaak tegenover elkaar gelegen zijrandgebieden van een deegplak voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
  35. 38. Centreerinrichting voor het centreren van een 20 deegportie voorzien van een of meer van de in de bij- gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
  36. 39. Samenstel voor het toevoeren van een deegplak aan een inrichting voor het vormen van een deegportie, in 25 het bijzonder voor het uitwalsen en vervolgens oprollen van de deegportie tot een deegstreng voorzien van een of meer van de in de bij gevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
  37. 40. Werkwijze voor het vormen en/of centreren van een deegportie omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 35 -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/HZ 10263/2 i
NL1026372A 2004-06-10 2004-06-10 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie. NL1026372C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026372A NL1026372C2 (nl) 2004-06-10 2004-06-10 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie.
PCT/NL2005/000419 WO2005120237A1 (en) 2004-06-10 2005-06-09 Device and method for forming a dough portion
RU2007100347/13A RU2007100347A (ru) 2004-06-10 2005-06-09 Устройство и способ формирования порции теста
EP05752022A EP1776013A1 (en) 2004-06-10 2005-06-09 Device and method for forming a dough portion.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026372A NL1026372C2 (nl) 2004-06-10 2004-06-10 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie.
NL1026372 2004-06-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026372C2 true NL1026372C2 (nl) 2005-12-14

Family

ID=34969783

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026372A NL1026372C2 (nl) 2004-06-10 2004-06-10 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1776013A1 (nl)
NL (1) NL1026372C2 (nl)
RU (1) RU2007100347A (nl)
WO (1) WO2005120237A1 (nl)

Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE543512A (nl) *
NL1701C (nl) *
NL80663C (nl) *
GB191025396A (en) * 1910-11-01 1911-09-21 John Edward Pointon Improvements relating to Dough Moulding Machinery.
GB199189A (en) * 1922-04-13 1923-06-21 John Girdwood Improvements in dough moulding machines
GB223662A (en) * 1923-07-26 1924-10-27 James Porter Improvements relating to dough moulding machines
US2101621A (en) * 1936-01-24 1937-12-07 Maas Louis Jacob Philipp Dough molding machine
NL6705341A (nl) * 1967-04-14 1968-10-15
US4299550A (en) * 1976-12-16 1981-11-10 Haagse Bakkerijmachinefabriek Arnold Kalmeijer B.V. Device for making batches of dough ready for the oven
GB2088275A (en) * 1980-11-20 1982-06-09 Benier Bv Dough Folding Device
NL8300815A (nl) * 1983-03-05 1984-10-01 Root W Op T Bv Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.
EP0571089A1 (en) * 1992-04-27 1993-11-24 Rheon Automatic Machinery Co., Ltd. Method and device for aligning and bending individual round elongated dough pieces
US20040076725A1 (en) * 2002-10-18 2004-04-22 Torahiko Hayashi Apparatus and method for manufacturing bread

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE443334C (de) * 1927-04-27 Johann Kellnberger Teigwalzwerk zur Herstellung von Teigstraengen, insbesondere Brezelstraengen
DE530725C (de) * 1931-07-31 Hengler & Cronemeyer Nachf Vorrichtung zum Umschlagen beider Seitenkanten eines ausgewalzten Teigstueckes
GB469454A (en) * 1936-01-24 1937-07-26 Humidor Ltd Improvements in dough moulding machines
US2458338A (en) * 1943-09-25 1949-01-04 American Bakers Machinery Comp Dough folding machine
DE1129427B (de) * 1961-01-10 1962-05-17 Werner & Pfleiderer Broetchendrueckmaschine
IT1045079B (it) * 1971-02-20 1980-05-10 Pietro Berto Off Perfezionamento al dispositivo kiffelatore nel complesso per la formazione dei pastelli di pasta da pane

Patent Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE543512A (nl) *
NL1701C (nl) *
NL80663C (nl) *
GB191025396A (en) * 1910-11-01 1911-09-21 John Edward Pointon Improvements relating to Dough Moulding Machinery.
GB199189A (en) * 1922-04-13 1923-06-21 John Girdwood Improvements in dough moulding machines
GB223662A (en) * 1923-07-26 1924-10-27 James Porter Improvements relating to dough moulding machines
US2101621A (en) * 1936-01-24 1937-12-07 Maas Louis Jacob Philipp Dough molding machine
NL6705341A (nl) * 1967-04-14 1968-10-15
US4299550A (en) * 1976-12-16 1981-11-10 Haagse Bakkerijmachinefabriek Arnold Kalmeijer B.V. Device for making batches of dough ready for the oven
GB2088275A (en) * 1980-11-20 1982-06-09 Benier Bv Dough Folding Device
NL8300815A (nl) * 1983-03-05 1984-10-01 Root W Op T Bv Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.
EP0571089A1 (en) * 1992-04-27 1993-11-24 Rheon Automatic Machinery Co., Ltd. Method and device for aligning and bending individual round elongated dough pieces
US20040076725A1 (en) * 2002-10-18 2004-04-22 Torahiko Hayashi Apparatus and method for manufacturing bread

Also Published As

Publication number Publication date
WO2005120237A1 (en) 2005-12-22
RU2007100347A (ru) 2008-07-20
EP1776013A1 (en) 2007-04-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5280353B2 (ja) 物品を回転させるベルトコンベヤ
US8757353B2 (en) Sortation conveyor
CA2205738C (en) Method and apparatus for continuously and quantitatively supplying breaddough
US8417374B2 (en) Method and apparatus for changing speed or direction of an article
JPS6236136A (ja) 菓子生地等の延展装置
CA1255155A (en) Apparatus for stretching plastic dough
US20070295582A1 (en) Roller-belt conveyor with infeed pull-away
JP4379306B2 (ja) シート状物の延伸機
NL1026372C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie.
JPH07107896A (ja) クロワッサン生地の折り曲げ装置
EP2386512A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Transportieren von flexiblen, flächigen Produkten
JPH05132222A (ja) 輪転印刷機の折り装置の搬送装置
US5109975A (en) Segmented turning device
US20140239585A1 (en) Apparatus and method for varying speed of sheet material articles in a trimmer
JP3720705B2 (ja) 食品生地延展方法及び装置
NL2022278B1 (en) A method of operating an alignment station for articles, and an alignment station for performing said method
JP7090700B2 (ja) 食品生地片の巻き成形装置及びその方法
JPH0779602B2 (ja) ドウの成形方法及びドウ延伸装置
NL1024377C2 (nl) Lasdraadtransporteur.
NL1025386C2 (nl) Inrichting voor het positioneren van de langsas van een uivormig product.
US5137138A (en) Methods and apparatus for chain length adjustment
EP2933213A1 (en) Trimmer and method of operating a trimmer
EP3462887B1 (en) Device and method for processing dough
US11445730B2 (en) Product rolling arrangement
JPH0721504U (ja) 卵の方向整列装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110101