NL8300815A - Inrichting voor het opmaken van brooddeeg. - Google Patents

Inrichting voor het opmaken van brooddeeg. Download PDF

Info

Publication number
NL8300815A
NL8300815A NL8300815A NL8300815A NL8300815A NL 8300815 A NL8300815 A NL 8300815A NL 8300815 A NL8300815 A NL 8300815A NL 8300815 A NL8300815 A NL 8300815A NL 8300815 A NL8300815 A NL 8300815A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
belt
rollers
dough
collecting
Prior art date
Application number
NL8300815A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Root W Op T Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Root W Op T Bv filed Critical Root W Op T Bv
Priority to NL8300815A priority Critical patent/NL8300815A/nl
Publication of NL8300815A publication Critical patent/NL8300815A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C3/00Machines or apparatus for shaping batches of dough before subdivision
    • A21C3/02Dough-sheeters; Rolling-machines; Rolling-pins
    • A21C3/022Laminating or undulating a continuous dough sheet, e.g. by folding transversely or longitudinally onto a moving surface
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21CMACHINES OR EQUIPMENT FOR MAKING OR PROCESSING DOUGHS; HANDLING BAKED ARTICLES MADE FROM DOUGH
    • A21C9/00Other apparatus for handling dough or dough pieces
    • A21C9/08Depositing, arranging and conveying apparatus for handling pieces, e.g. sheets of dough
    • A21C9/088Folding or bending discrete dough pieces or dough strips

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Manufacturing And Processing Devices For Dough (AREA)

Description

% * —— -* W. Op 't Root B.V. te Neer 5 Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor j i het opmaken van brooddeeg, waarbij voorgerezen deegbollen door een stel walsen tot een deegplak uitgewalst worden en waarbij 10 een transporteur de deegplakken, nadat de kanten daarvan over elkaar zijn toegeslagen, naar een volgende bewerkingspositie voert.
Zowel bij het met de hand als bij het met de machine verwerken van brooddeeg tot brood is het gebruikelijk uit te 15 gaan van voorgerezen deegbollen welke tot een deegplak uitgerold worden en deze deegplakken zogenaamd toe te slaan. Daaronder wordt verstaan dat de kanten, in het algemeen de korte kanten van de deegplak, op het middendeel van de deegplak over elkaar gelegd worden; op deze wijze ontstaat een drielaags 20 deegplak met geringere afmetingen. Deze deegplak wordt dan uitgerold, meestal in de richting dwars op de overlapnaden.
De zo verkregen deeglap kan dan nogmaals aan een zelfde bewerking, dat wil zeggen toeslaan en uitrollen onderworpen worden of ook direkt tot een deegrol opgerold worden, welke deegrol, 25 al of niet in broodvormen, in de oven tot brood gebakken worden.
Het uitwalsen van deegbollen tot een deegplak kan op zeer eenvoudige wijze gemechaniseerd worden door het gebruik van walsen waar de deegbol doorgewalst wordt; men kan daarbij 30 gebruik maken van een enkel paar walsen of een aantal boven elkaar geplaatste walsstellen.
Veel groter is het probleem van het mechaniseren van het zogenaamde toeslaan. Er zijn voor deze fase van het brood-fabrikageproces dan ook verschillende zeer uiteenlopende voor-35 stellen gedaan. De ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7602376 beschrijft een machine voor het mechanisch toeslaan. Bij deze bekende inrichting wordt het eerste deel van 8300815 t i - 2 - een uit een stel walsen komende deegplak opgevangen op een - plaat die zich ongeveer horizontaal heen en weer kan verplaatsen in een richting ongeveer loodrecht op de assen van de walsen. Deze opvangplaat maakt deel uit van een zogenaamde trans-5 porteur, bijvoorbeeld een transportband, die de heen en weer gaande beweging van de opvangplaat bewerkstelligt. De transporteur zelf voert de toegeslagen deegplakken in een richting ongeveer evenwijdig aan de assen van de walsen. Het toeslaan van de kanten van de deegplak gebeurt op verschillende wijzen.
10 Het eerste op de plaat opgevangen deel wordt op het middendeel van de deegplak omgekanteld doordat de opvangplaat bij de langs-beweging loodrecht op de assen van de walsen door samenwerking van een ronsel en een tandheugel, omgeklapt wordt bij de heengaande slag van de transporteur en de daaraan verbonden opvang-15 plaat. Bij de teruggaande slag wordt het tegenoverliggende einde van de deegplak tegen een nok gedrukt en daar omgeklapt totdat dit deel over het eerst omgeklapte deel ligt. De transporteur verschuift vervolgens met de toegeslagen deegplak nog verder en voert deze daarna af in een richting evenwijdig aan de 20 walsassen. Deze bekende inrichting vergt een tamelijk gekompli-ceerde mechanische samenwerking tussen de verschuivende transporteur, het tandwiel en de tandheugel. Daardoor is het instellen van de slag van de transporteur en de daaraan verbonden opvangplaat niet eenvoudig; een dergelijke instelling is echter 25 wel gewenst om daardoor plakken van verschillende lengte behoorlijk te kunnen verwerken. Ook is het gebleken dat in de praktijk het omklappen van het eerste gedeelte van de deegplak vaak leidt tot breuk waardoor delen van de deegplak in de machine op ongewenste plaatsen terecht komt en de resulterende 30 deegplak een minder fraaie homogene vorm heeft. De uitvinding heeft in het bijzonder ten doel aan deze bezwaren tegemoet te komen waardoor mede een snellere verwerking van deegplakken verkregen kan worden.
Een inrichting volgens de uitvinding voor het opmaken 35 van brooddeeg is eveneens voorzien van een stel walsen voor het uitwalsen van voorgerezen deegbollen tot een deegplak en van een onder de walsen gelegen transporteur·die de deegplakken, 8300815 * — fir - 3 - nadat de kanten daarvan over elkaar zijn toegeslagen, naar een volgende bewerkingspositie voert in een richting die praktisch evenwijdig is aan de assen van de walsen waarbij de posities van de walsen en de transporteur ten opzichte van elkaar ge-5 wijzigd kunnen worden in een horizontale richting welke praktisch loodrecht staat op de walsassen. Het kenmerkende van de uitvinding is dat zich in een vlak tussen de walsen en de transporteur een, in een horizontaal vlak opgestelde opvang- en toe-slagband bevindt die zelf in een richting, praktisch loodrecht 10 op de assen van de walsen, verschuifbaar is en gedragen wordt door een gestel dat eveneens in deze richting kan verschuiven. j
Waar hier en in de volgende beschrijving gesproken wordt van horizontaal vlak of horizontale richting wordt daarmee bedoeld een richting die niet meer dan een kleine hoek met de 15 horizontaal insluit.
De hierboven genoemde volgende bewerkingspositie kan een positie zijn waarin praktisch het gehele proces van walsen en opnieuw toeslaan herhaald wordt maar kan eveneens bestaan uit een gedeelte van de machine waarin de toegeslagen deegplak op- 2-0 gerold wordt.
De boven vermelde wijziging van de posities van de walsen en de transporteur ten opzichte van elkaar kan uiteraard verkregen worden door, evenals in de bovenvermelde ter visie gelegde Nederlandse octrooiaanvrage, de transporteur in zijn 25 geheel te verschuiven. Het is echter bijzonder voordelig wanneer de transporteur vast opgesteld is en het walsenstelsel kan verschuiven. De transporteur moet immers de deegplakken aan een volgend deel van de inrichting afleveren en een vaste aflever-plaats is daarbij voordelig.
30 De tussen de walsen en de transporteur gelegen opvang en toeslagband is bij voorkeur een eindloze band welke om geleiders, bijvoorbeeld rollen, kan draaien. Daar het niet noodzakelijk is dat deze band gedurende het gehele proces loopt, kan echter ook gebruik gemaakt worden van een niet eindloze 35 band, welke aan één zijde opgerold en aan de andere zijde afgewikkeld kan worden. Zoals hier later uiteengezet zal worden is het namelijk slechts noodzakelijk dat de band gedurende een 8300815 - --
V
- 4 - bepaalde fase van de gehele bewerkingscyclus in één richting kan bewegen.
De opvangband kan bijvoorbeeld bestaan uit een ruw tex-tielweefsel; hetzelfde geldt voor de transporteur. De deeg-5 plakken hechten weinig aan een dergelijke band maar anderzijds heeft de band voldoende greep op de plakken om ze zonder vervorming te transporteren.
De werking van een inrichting volgens de uitvinding zal nu kort samengevat worden en later aan de hand van een tekening 10 in detail worden toegelicht.
Bij het begin van het proces wordt een deegbol tussen de walsen gebracht en daardoor uitgewalst tot een deegplak welke ongeveer vertikaal naar beneden beweegt. Zodra het einde van deze deegplak in aanraking komt met de opvang- en toeslag-15 band, welke geheel boven de transporteur ligt, gaat het gestel waarop deze opvang- en toeslagband zich bevindt verschuiven.
Het is daarbij niet noodzakelijk, hoewel mogelijk, dat de opvang- en toeslagband ook zelf nog beweegt en wel in dezelfde richting als het gestel waardoor de band gedragen wordt. Bij 20 voorkeur echter staat de band zelf stil om ongewenste rek in de deegplak te voorkomen.
Nadat ongeveer een derde deel van de deegplak op de opvang- en toeslagband is neergevlijd stopt de beweging van het gestel van de opvang- en toeslagband en gaat de walskombinatie 25 bewegen in een richting welke tegengesteld is aan die die de opvang- en toeslagband juist voltooid heeft. Daar de transporteur zich in een vaste positie onder de walsen bevindt zal bij het bewegen van de walskombinatie het volgende deel van de deegplak, nu de transporteur geheel vrijgekomen is door het 30 wegschuiven van de opvang- en toeslagband, op de transporteur gelegd worden. De rand van de transporteur bevindt zich daarbij ongeveer onder de uitloopopening van de walskombinatie. Nadat de bewegende walskombinatie ongeveer een volgende derde deel van de deegplak op de transporteur gelegd heeft, keert 35 de richting van de walskombinatie om en legt het laatste derde deel over het tweede deel dat zich op de transporteur bevindt. Wanneer de walskombinatie weer in de uitgangspositie 8300815 ............ ''i? - 5 - teruggekeerö is stopt de beweging daarvan en begint het gestel dat de opvang- en toeslagband draagt te bewegen in een zin tegengesteld aan de eerst gemaakte beweging. Daarbij begint tevens de band zelf te bewegen in dezelfde richting namelijk op 5 de transporteur toe en daar over heen. Daarbij wordt het deel van de deegplak dat zich op de opvang- en toeslagband bevindt als het ware afgerold over de op de transporteur liggende dub-belgeslagen deegplak. Uiteindelijk liggen dan de drie delen van de deegplak over elkaar.
10 Zodra het laatste deel van de deegplak de opvang- en toe slagband verlaten heeft kan de transporteur gaan bewegen. Daar op dit moment zowel de walskombinatie als de opvang- en toeslagband zich weer in de uitgangspositie bevinden kan een nieuwe deegplak door de walsen toegevoerd worden. Met een inrichting 15 volgens de uitvinding kan mede daardoor een grotere snelheid bereikt worden dan met de bekende inrichtingen. Daar de randen van de deegplak niet omgeslagen worden maar neergevlijd worden hetzij op de opvang- en toeslagband hetzij op de transporteur wordt het gevaar van breken van de deegplak en het vervuilen 20 van de inrichting vermeden.
Zoals uit de bovenstaande korte beschrijving blijkt moet er, in de tijd,een korrelatie bestaan tussen de bewegingen van de verschillende delen van een inrichting volgens de uitvinding. Deze korrelatie kan eventueel op bekende wijze tot 25 stand gebracht worden met behulp van mechanische en/of elektrische koppelingen. Als zodanig mogen hier genoemd worden het gebruik van nokken, vrijlopen en van schakelaars, bijvoorbeeld mikro-schakelaars.
De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van 30 een tekening waarin de figuren 1, 2, 3, 4 en 5 opeenvolgende fasen weergeven bij het maken van een toegevouwen deegplak.
In deze figuren zijn dezelfde onderdelen met dezelfde verwij-zingscijfers aangeduid.
In Fig. 1 bevindt zich in een trechter 1 een deegbol 2 35 die door middel van de walsen 3 tot een plak wordt uitgewalst.
Onder deze walskombinatie bevindt zich de opvang- en toeslagband 4 en onder deze band bevindt zich de transporteur 5 die 8300815 - 6 - de plakken uiteindelijk in een richting loodrecht op het vlak van de tekening afvoert. In fig. 1 bevindt de band 4 zich in de uitgangspositie. Nadat de deegplak die uit de walsen komt ongeveer de band 4 bereikt heeft gaat deze band, welke gedra-5 gen wordt door een niet nader weergegeven gestel, naar links verschuiven en vangt daarbij de uit de walskombinatie komende deegplak op. Het bovenvlak van de band 4 kan daarbij in dezelfde richting bewegen als de verschuiving van het gehele gestel dat de band 4 draagt. Noodzakelijk is dit echter niet.
10 In fig. 2 is de fase weergegeven waarbij ongeveer één derde van de te fabriceren deegplak op de band 4 is aangekomen. Op dat moment stopt de beweging van het gestel dat de band 4 draagt en begint de gehele walskombinatie naar rechts te bewegen. Inmiddels is de· transporteur geheel vrijgekomen 15 en het volgende deel van de deegplak wordt, omdat de band 4 stilstaat op de transporteur gevlijd. De walskombinatie beweegt zich zo ver naar rechts dat een volgend derde deel van de deegplak op de transporteur gelegd wordt. Dan is dus een situatie ontstaan als in fig. 3 is weergegeven. Vervolgens 2o keert de beweging van de walskombinatie om waardoor het, ongeveer vertikaal lopende deel van de deegplak, zoals in fig.
3 is weergegeven, over het reeds op de transporteur aanwezige deegplakdeel gelegd wordt. De situatie die dan ontstaat is weergegeven in fig. 4. De walsen bevinden zich in deze 25 figuur weer in de uitgangspositie en op dit moment begint opnieuw het gestel dat de band 4 draagt te bewegen maar nu naar rechts. Tevens wordt daarbij de band aangedreven zodat het bovenvlak daarvan ook een beweging naar rechts uitvoert.
Door deze gekombineerde beweging, waarbij de walsen stil 30 blijven staan, wordt het eerste deel van de deegplak nu over het het laatst neegevlijde deel geschoven. De deegplak rolt daarbij als het ware af van de band 4. Tenslotte ontstaat de situatie zoals in fig. 5 is weergegeven.Daarbij bevinden de walsen zich in de uitgangspositie evenals de opvang- en toe-35 slagband 4. Op de transporteur ligt de in drie lagen gevouwen toegeslagen deegplak. Nu kan de transporteur de plak afvoeren in een richting loodrecht op het vlak van tekening en kunnen ' 8300815 - 7 - de walsen weer gaan draaien en de band 4 naar links verschuiven.
In fig. 6 is een meer konstruktieve tekening gegeven van een deel van een inrichting volgens de uitvinding. Ook in 5 deze figuur zijn dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in de figuren 1 tot en met 5.
Zoals aan het begin van de beschrijving reeds opgemerkt werd kan bij een andere uitvoeringsvorm bij een inrichting volgens de uitvinding de walskombinatie stilstaan en de transpor-10 teur bewegen. Bij een dergelijke inrichting zijn de in fig. 1 en 2 weergegeven fasen gelijk. Na de in fig. 2 weergegeven fase bewegen zowel de transporteur 5 als de band 4 naar links. Daardoor ontstaat dezelfde situatie als weergegeven in fig. 3 maar de transporteur 5 en de band 4 zijn meer naar links ver-15 schoven. Vervolgens bewegen de transporteur en de band zich gelijktijdig naar rechts. Het laatste derde deel van de deeg-plak wordt daarbij over het tweede, op de transporteur rustende , deel gevlijd. Vervolgens beweegt de opvang- en toeslag-band zich verder naar rechts en legt het eerste deel van de 20 deegplak over het derde deel en bereikt op deze wijze tevens zijn uitgangspositie.
Waar in het voorafgaande en in de konklusies sprake is van deegbollen is hieronder ook te verstaan deegstukken van » een willekeurige gewenste vorm.
25 Het grote voordeel van de inrichting volgens de uitvin ding is de regelbare lengte van de toegevouwen deegplak en de hoge snelheid die bereikt kan worden doordat de deegplak als het ware wordt neergevlijd.
30 Bladel, 4 maart 1983 8300815

Claims (11)

1. Inrichting voor het opmaken van brooddeeg voorzien van een stel walsen voor het uitwalsen van voorgerezen deeg-bollen tot een deegplak en van een, onder de walsen gelegen, 5 transporteur die de deegplakken, nadat de kanten daarvan over elkaar zijn toegeslagen, naar een volgende bewerkingspositie voert in een richting die praktisch evenwijdig is aan de as-riohting van de walsen en waarbij de posities van de walsen en van de transporteur ten opzichte van elkaar in een hori-10 zontale richting, welke praktisch loodrecht staat op de bewegingsrichting van de uit de walsen komende deegplak, gewijzigd kunnen worden, met het kenmerk, dat zich in een vlak tussen de walsen en de transporteur een, in een horizontaal vlak opgestelde, opvang- en toeslagband bevindt die zelf in 15 een richting, praktisch loodrecht op de assen van de walsen, verschuifbaar is en gedragen wordt door een gestel dat eveneens in deze richting kan verschuiven.
2. Inrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de transporteur een vaste positie heeft en de walsen kun- 20 nen verschuiven.
3. Inrichting volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tussen de walsen en de transporteur gelegen opvang- en toeslagband een eindloze band is welke om geleiders, bijvoorbeeld rollen, kan draaien.
4. Inrichting volgens konklusie 3,met het kenmerk, dat de band bestaat uit een ruw textielweefsel.
5. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3 of 4 , met het kenmerk, dat de transporteur een uit ruw textielweefsel bestaande transportband is.
6. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat in de uitgangspositie de opvang- en toeslagband geheel boven de transporteur ligt en zich onder de uit-loopopening van de walsen bevindt.
7. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5 of 6, 35 met het kenmerk, dat in de uitgangspositie een langskant van de transporteur ongeveer onder de uitloopopening van de walsen bevindt. 8300815 ~ — > V * - 9 -
8. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat in de uitgangspositie de opvang- en toe-slagband zich onder de uitloopopening van de walsen bevindt en zodanige mechanische of elektrische koppelingen aanwezig 5 zijn dat het draaggestel van de band gaat verschuiven op het moment dat een deegplak afgeleverd wordt en het gestel voortschuift tot ongeveer éénderde deel van de deegplak op de opvang- en toeslagband rust en bij het voortschuiven de transporteur langzamerhand vrijgeeft voor het opvangen van de rest 10 van de deegplak, waarbij de transporteur stil staat.
9. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat zodanige mechanische en/of elektrische koppelingen aanwezig zijn dat op het moment dat de transporteur praktisch geheel vrijgekomen is de beweging van het ge- 15 stel met de opvang- en toeslagband stopt en het samenstel van de walsen gaat bewegen in een richting tegengesteld aan die van het gestel met de opvang- en toeslagband, daarbij een volgend derde deel van een deegplak neervlijend op de transporteur, vervolgens van richting omkeert en het laatste der-2o deel van de deegplak over het tweede deel legt, waarna zo wel het draaggestel van de opvang- en toeslagband als de band zelf gaan bewegen in een richting tegengesteld aan die bij het opvangen van het eerste deel van de deegplak, waardoor het op de opvang- en toeslagband rustende deel van de deeg-25 plak over het derde, op de transporteur liggende, deel van de deegplak neergevlijd wordt.
10. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat zodanige elektrische en/of mechanische koppelingen aanwezig zijn dat de transporteur eerst 30 in beweging komt nadat het derde deel van de deegplak op de transporteur neergevlijd is.
11. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat de lengte van de verschuiving van de opvang- en toeslagband en/of van het samenstel 35 van de walsen variabel is.
NL8300815A 1983-03-05 1983-03-05 Inrichting voor het opmaken van brooddeeg. NL8300815A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300815A NL8300815A (nl) 1983-03-05 1983-03-05 Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300815 1983-03-05
NL8300815A NL8300815A (nl) 1983-03-05 1983-03-05 Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300815A true NL8300815A (nl) 1984-10-01

Family

ID=19841507

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300815A NL8300815A (nl) 1983-03-05 1983-03-05 Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8300815A (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026372C2 (nl) * 2004-06-10 2005-12-14 Kaak Johan H B Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie.
ITMI20102229A1 (it) * 2010-12-02 2012-06-03 Minipan S R L Macchina per la piegatura di un impasto alimentare.
EP3479697A1 (en) * 2017-11-06 2019-05-08 Minipan S.r.l. Dough processing assembly

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026372C2 (nl) * 2004-06-10 2005-12-14 Kaak Johan H B Inrichting en werkwijze voor het vormen van een deegportie.
ITMI20102229A1 (it) * 2010-12-02 2012-06-03 Minipan S R L Macchina per la piegatura di un impasto alimentare.
WO2012072371A1 (en) * 2010-12-02 2012-06-07 Minipan S.R.L. Machine for folding an edible dough
EP3479697A1 (en) * 2017-11-06 2019-05-08 Minipan S.r.l. Dough processing assembly

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5469688A (en) Method for wrapping silverware in a napkin
US4067458A (en) Apparatus for the unstacking and transportation of blanks
EP0212023A1 (en) Method for arraying and conveying rows of products
US3331516A (en) Apparatus for stacking copies of folded newspapers, periodicals or other similar articles
NL8204648A (nl) Inrichting voor het in een doos plaatsen van kegels.
US4651635A (en) Apparatus for making pastries
US4109569A (en) Dough makeup line for the selective production of different kinds of bread
US4049260A (en) Apparatus for feeding sheets
NL8000895A (nl) Inrichting voor het uit een deegbaan produceren van een aantal trapezoidale stukken deeg met dezelfde gerichtheid.
EP0734950A1 (en) Method and apparatus for conveying loaves
US3821452A (en) Process for the continuous production of multi-layered food material
US4710117A (en) Apparatus for placing confectionery wafer pieces into molding depressions of casting molds
US3191553A (en) Dough rolling apparatus
US3861291A (en) Rolling apparatus
NL8300815A (nl) Inrichting voor het opmaken van brooddeeg.
US2973678A (en) Cutting and transfer mechanism for gelatinous treating apparatus
US2358283A (en) Material handling mechanism and method
EP0670114A1 (en) Machine for making croissants
US4027873A (en) Sheet handling apparatus
NO169632B (no) Fremgangsmaate for avlegging av en kontinuerlig ekstrudertformasjon paa en kontinuerlig drevet transportoer og apparat for bruk ved utoevelse av fremgangsmaaten.
US3780193A (en) Production of waffles and like food products
US2801728A (en) Article transfer and grouper apparatus
US3859018A (en) Apparatus for making coffee rings
US3360097A (en) Bread cooling apparatus
CA1260971A (en) Conveying apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed