NL1025757C2 - Positioneringslift. - Google Patents

Positioneringslift. Download PDF

Info

Publication number
NL1025757C2
NL1025757C2 NL1025757A NL1025757A NL1025757C2 NL 1025757 C2 NL1025757 C2 NL 1025757C2 NL 1025757 A NL1025757 A NL 1025757A NL 1025757 A NL1025757 A NL 1025757A NL 1025757 C2 NL1025757 C2 NL 1025757C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
positioning
upright
platform
motor
lift according
Prior art date
Application number
NL1025757A
Other languages
English (en)
Inventor
Fransiscus Petrus Mar Kolsters
Original Assignee
Fransiscus Petrus Mar Kolsters
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fransiscus Petrus Mar Kolsters filed Critical Fransiscus Petrus Mar Kolsters
Priority to NL1025757A priority Critical patent/NL1025757C2/nl
Priority to EP05075663A priority patent/EP1591402A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1025757C2 publication Critical patent/NL1025757C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/16Mobile or transportable lifts specially adapted to be shifted from one part of a building or other structure to another part or to another building or structure
    • B66B9/193Mobile or transportable lifts specially adapted to be shifted from one part of a building or other structure to another part or to another building or structure with inclined liftways

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
  • Control Of Position Or Direction (AREA)

Description

. ·
Titel: Positioneringslift
De onderhavige uitvinding heeft in zijn algemeenheid betrekking op hulpmiddelen voor het monteren van voorwerpen in of aan een gevel. De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op hulpmiddelen voor het monteren van 5 zonweringen, en de onderhavige uitvinding zal in het hiernavolgende specifiek voor dit toepassingsvoorbeeld nader worden uitgelegd. Met nadruk wordt echter opgemerkt, dat de uitvinding niet tot dit toepassingsvoorbeeld is beperkt: de uitvinding is bij voorbeeld ook geschikt voor het monteren van 10 rolluiken, garagedeuren en dergelijke in of aan een gevel.
In een uitvoeringsvorm omvat een zonwering een oprolbaar scherm (doek), dat is opgerold op een stang, terwijl het vrije uiteinde van het scherm is vastgemaakt aan een spanstaaf. Een 15 uitzetmechanisme omvat aan de spanstaaf bevestigde knikarmen. De centrale oprolstang kan gemonteerd zijn in een huis, dat het doek beschermt in de opgerolde toestand. Met "lengte" van een zonwering wordt in het hiernavolgende de horizontale afmeting, gemeten langs de gevel bedoeld, dat wil in het 20 genoemde voorbeeld zeggen de lengte van de oprolstang.
Wanneer een zonwering moet worden bevestigd aan een gevel, moet die zonwering vanaf de vloer worden opgetild tot een vooraf bepaalde hoogte, en geplaatst worden in eerder aan de gevel gemonteerde beugels. Dit is een lastig karwei, zeker 25 als de zonwering een betrekkelijke grote lengte heeft en daardoor vrij zwaar is. Zonwering die bestemd is voor kleine ramen, bijvoorbeeld met lengten kleiner dan twee meter, is nog wel door één monteur te bevestigen, maar zonwering kan gemakkelijk lengten hebben van vijf meter en meer, in welk 30 geval montage dient te geschieden door minstens twee personen. De hoogte van de plaats waar de zonwering moet komen, typisch boven ramen of deuren, en soms zelfs op een verdieping hoger dan de begane grond, is dan dermate hoog, dat de monteurs dat niet staande op de grond kunnen en met die zonwering een 1025757 I ’ 2 ladder moeten beklimmen. Dit is ongewenst, aangezien er veiligheidsrisico's mee verbonden zijn.
Er bestaat derhalve behoefte aan een positioneringshulp-middel, waarmee de zonwering gemakkelijk en zonder veilig-5 heidsrisico's naar de gewenste positioneringshoogte te brengen is.
Er bestaan thans tilhulpmiddelen die voor het genoemde doel gebruikt zouden kunnen worden, maar die zijn niet echt geschikt. Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht van een 10 tilhulpmiddel van het type "takel". In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 1 een bodem aangeduid, en is met het verwijzingscijfer 2 een gevel van een huis aangeduid. Een tilhulpmiddel 10 omvat een staander 11, die schuin tegen de gevel is geplaatst, en een hijsoog 12, dat hangt aan een kabel 13 15 die omlaag reikt vanaf het bovenste uiteinde van de staander 11. Het hijsoog 12 kan met de kabel 13 omhoog worden getrokken zoals op zich bekend en ter wille van de eenvoud niet geïllustreerd. Aan dat hijsoog 12 zou men een zonwering kunnen hangen, om aldus die zonwering langs de gevel 2 omhoog te 20 trekken. Een probleem is dan echter, dat een dergelijk systeem alleen toepasbaar is bij vlakke muren: er mogen aan die gevel dus geen obstakels aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld een buitenlamp. Voorts is het een probleem, dat de hoogste positie die het hijsoog 12 kan bereiken, altijd onder het boven-25 uiteinde van de staander 11 is gelegen; ook dit beperkt de toepassingsmogelijkheden.
Figuur 2 illustreert schematisch een zijaanzicht van een tilhulpmiddel van het type "pannenlift". Een dergelijk tilhulpmiddel 20 omvat een staander 21 en een langs die staander 30 21 verplaatsbaar platform 22. Een dergelijk tilhulpmiddel wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het transporteren van dakpannen . Zoals in figuur 2 schematisch is weergeven, wordt het platform 22 langs de staander 21 omhoog getrokken door een kabel 23, die is opgespannen rond kabelrollen 24 en wordt 35 aangedreven door een motor 25. Voor het monteren van zonweringen zou men in principe dit bekende tilhulpmiddel 20 kunnen gebruiken, maar dit heeft enkele zwaarwegende nadelen. In de eerste plaats is de bovenste extreme stand van de drager 22 gelegen onder het bovenste uiteinde van de staander 21; 1025757 I * 3 aangezien het platform 22 zich bevindt aan de van de gevel 2 af gekeerde zijde van de staander 21/ betekent dit dat men altijd de zonwering met de hand vanaf het platform 22 over het bovenuiteinde van de staander 21 moet tillen om de gevel 2 te 5 bereiken.
Voorts is met dit bekende tilhulpmiddel 20 geen nauwkeurige positionering mogelijk. Het tilhulpmiddel 20 werkt als lift met een onderste uiterste stand en een bovenste uiterste stand, en is bestemd om tussen die twee uiterste standen snel 10 verplaatst te worden. De motor 25 heeft maar één snelheid, en kan alleen worden in- of uitgeschakeld. De onderste en bovenste uiterste standen worden gedefinieerd door eind-schakelaars (ter wille van de eenvoud niet weergegeven in figuur 2). Wanneer de motor 25 wordt aangeschakeld om het 15 platform 22 omhoog te verplaatsen, gebeurt dit met een vrij grote snelheid, totdat het platform 22 de bovenste eind-schakelaar bereikt, waardoor de motor 25 wordt uitgeschakeld. Het is dan niet mogelijk om de positie van het platform 22 nog enigszins te verstellen. De motor 25 kan nu alleen nog worden 20 ingeschakeld om het platform 22 weer naar beneden te transporteren, wederom met vrij grote snelheid totdat het platform 22 de onderste eindschakelaar bereikt.
Een verder probleem van het bekende tilhulpmiddel 20 is dat het een ingewikkelde constructie heeft, en dat het 25 opbouwen van de tilhulpmiddelen daarom betrekkelijk lang duurt.
Het is aldus een doel van de onderhavige uitvinding een tilhulpmiddel te verschaffen waarbij de bovengenoemde nadelen 30 afwezig zijn althans verminderd zijn.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding heeft een positioneringslift een bestuurbare motor met variabele snelheid, welke motor bij voorkeur bestuurbaar is door middel van een afstandsbesturing. Een monteur kan 35 daardoor eenvoudig een gewenste hoogte instellen.
Volgens een ander belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding bevindt een platform zich boven de koppelmiddelen waarmee dat platform gekoppeld is aan de staander. Daardoor is het mogelijk dat het platform wordt opgetild tot boven het 1025757 • · 4 bovenuiteinde van de staander, zodat die staander geen obstakel is bij het positioneren van een zonwering.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de 5 onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een zijaanzicht toont van een bekend 10 tilhulpmiddel van het type "takel"; figuur 2 schematisch een zijaanzicht toont van een bekend tilhulpmiddel van het type "pannenlift"; figuur 3 een schematisch zijaanzicht is dat enkele belangrijke aspecten van een positioneringslift volgens de onderhavige 15 uitvinding illustreert; figuur 4 een detail van de positioneringslift volgens de onderhavige uitvinding illustreert; figuur 5 een positioneringssysteem illustreert dat meerdere positioneringsliften omvat; 20 figuur 6 een schematisch zijaanzicht is dat een variant van de positioneringslift volgens de onderhavige uitvinding illustreert; figuur 7 een schematisch zijaanzicht is dat een andere variant van de positioneringslift volgens de onderhavige uitvinding 25 illustreert.
Figuur 3 is een schematisch zijaanzicht dat enkele belangrijke aspecten van een positioneringslift 30 volgens de onderhavige uitvinding illustreert. De positioneringslift 30 30 omvat een staander 31, die in het weergegeven voorkeurs- uitvoeringsvoorbeeld is opgebouwd uit drie staandersegmenten 3IA, 31B, 31C. Bij zijn bovenuiteinde 32 heeft de staander 31 een schuin steunvlak 33 dat, in de weergegeven werkstand van de staander 31, in hoofdzaak verticaal is gericht. Dit heeft 35 tot voordeel dat, bij het plaatsen van de staander tegen een gevel 2, het schuine steunvlak 33 tevens kan fungeren als richtvlak om te beoordelen of de staander 31 een goede hellingshoek maakt met de horizontaal respectievelijk met de verticaal: wanneer het steunvlak 33 in hoofdzaak vlak ligt 1025757 5 tegen de gevel 2, is de oriëntatie van de staander 31 in hoofdzaak de juiste. Een ander voordeel van het schuine steunvlak 33 bij het bovenuiteinde 32 van de staander 31 is, dat het van de gevel 2 af gekeerde bovenoppervlak 34 van de 5 staander 31 bij het bovenuiteinde 32 van de staander 31 in hoofdzaak doorloopt tot aan de gevel 2.
De positioneringslift 30 omvat voorts een langs de staander 31 verplaatsbare objectdrager 40. De objectdrager 40 heeft een bij de in figuur 3 getoonde werkstand van de 10 staander 31, in hoofdzaak horizontaal gericht platform 41, dat gemonteerd is op een chassis 42. De objectdrager 40 bevindt zich aan de van de gevel 2 af gerichte zijde van de staander 31. Het platform 41 is aan zijn naar de drager 31 toe gerichte uiteinde vrij van obstakels. Desgewenst is het platform 41 aan 15 zijn tegenovergelegen, van de drager 31 af gerichte uiteinde voorzien van een verhoogde rand 43, om te vermijden dat op het. platform 41 geplaatste voorwerpen van het platform 41 af kunnen vallen.
De objectdrager 40 omvat voorts koppelmiddelen 44 waarmee 20 het chassis 42 gekoppeld is met de staander 31. De koppelmiddelen 44 bevinden zich onder het platform 41. Wanneer de drager 40 zich bevindt bij het bovenuiteinde 32 van de staander 31, is het aldus mogelijk dat het platform 41 zich bevindt op een niveau hoger dan het bovenuiteinde 32 van de 25 staander 31, zoals geïllustreerd in figuur 3. Het platform 41 kan aldus tot tegen de gevel 2 worden verplaatst.
De objectdrager 40 is verplaatsbaar langs de staander 31. De koppelmiddelen 44 zijn ingericht om de objectdrager 44 vast te houden ten opzichte van de staander 31, maar ook om een 30 verplaatsing langs de staander 31 uit te voeren. De koppelmiddelen worden daartoe aangedreven door een motor 45, die in het weergegeven voorbeeld geassocieerd is met de objectdrager 40 en aldus met die objectdrager 40 omhoog en omlaag beweegt langs de staander 31.
35 In een mogelijke uitvoeringsvorm omvatten de koppelmiddelen 44 een transportworm, en omvat de staander 31 een ter wille van de eenvoud niet weergegeven tandheugel. De motor 45 drijft de transportworm aan, eventueel via een transmissiestelsel. Wanneer de motor 45 niet wordt 1025757 6 aangedreven, fungeert de transportworm tevens als blokkering die de objectdrager 40 vast houdt in de dan bereikte stand.
Eventueel is het ook mogelijk, dat de staander 31 is voorzien van een schroefspindel, en dat de koppelmiddelen 44 5 van de objectdrager 40 een tandheugel omvatten. In dat geval zal de aandrijfmotor geassocieerd zijn met de staander 31 om genoemde schroefspindel te roteren. Een voordeel is dan, dat de objectdrager 40 relatief licht is, namelijk vrij is van de motor, maar een nadeel is dat het opbouwen van de staander 31 10 ingewikkelder is geworden.
De motor 45 is een bestuurbare motor met variabele snelheid. In principe is het mogelijk dat bedieningsmiddelen voor de motor 45 geassocieerd zijn met de objectdrager 40. Dit is van voordeel wanneer een monteur, staande op een ladder 15 naast de staander 31, deze bedieningsmiddelen 46 wil bedienen om de hoogte van de objectdrager nauwkeurig te verstellen. In een voorkeursuitvoeringsvorm, geïllustreerd in figuur 4, is de motor 45 op afstand bedienbaar, zodat de verplaatsing van de objectdrager 40 kan worden geregeld door een persoon die op de 20 vloer 1 bij de drager 31 staat. Daartoe zou een besturings-orgaan door middel van een draad gekoppeld kunnen zijn met de motor 45. Bij voorkeur echter, zoals geïllustreerd in figuur 4, is de motor 45 draadloos gekoppeld met een besturingsorgaan 50. Het besturingsorgaan 50 heeft daartoe een zendantenne 51, 25 en de motor 45 is voorzien van een ontvanger 47 en een ontvangstantenne 48.
Figuur 5 illustreert schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een positioneringssysteem 100 volgens de 30 onderhavige uitvinding dat bestemd is voor het positioneren van lange zonweringen en dergelijke. Figuur 5 is een schematisch vooraanzicht van een (gestippeld geschetst) huis 101, met een gevel 102 waartegen een lange zonwering 103 moet worden gemonteerd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een 35 positioneringssysteem 100 met drie onafhankelijke staanders 111, 112, 113, die elk gelijk kunnen zijn aan de in het voorgaande beschreven staander 31. Elke staander 111, 112, 113 heeft een daarmee geassocieerde objectdrager 121, 122, 123, die elk gelijk kunnen zijn aan de in het voorgaande beschreven 1025757 I · 7 objectdrager 40. Elke objectdrager 121, 122, 123 heeft een platform 131, 132, 133, waarop zonwering 103 ligt. Elke objectdrager 121, 122, 123 is voorts voorzien van een motor 141, 142, 143. Elke motor 141, 142, 143 heeft een variabele 5 snelheid, en is op afstand bestuurbaar. Een belangrijk aspect van het positioneringssysteem 100 is dat het een gemeenschappelijk besturingsorgaan 150 heeft, dat eventueel door middel van kabels maar bij voorkeur en zoals geïllustreerd draadloos alle motoren 141, 142, 143 kan aandrijven. Aldus is 10 het mogelijk dat één enkel persoon door middel van het bedienen van de gemeenschappelijke besturingseenheid 150 alledrie de positioneringsliften bedient.
De besturingseenheid 150 kan zijn ingericht om alle motoren 141, 142, 143 met gelijke snelheid te laten draaien om 15 aldus alledrie de objectdragers 121, 122, 123 met gelijke snelheid omhoog te laten bewegen langs de corresponderende staanders 111, 112, 113. Bij voorkeur echter ie het besturingsorgaan 150 ook ingericht om de motoren 141, 142, 143 individueel aan te sturen, om aldus bijvoorbeeld te 20 compenseren voor oneffenheden of hellingen in de bodem 1 om aldus een horizontale stand van de zonwering 103 te bereiken en te handhaven.
Voor energievoorziening kan elke motor zijn voorzien van 25 een eigen accu of batterij. Vanwege de eenvoud is een dergelijke accu of batterij niet afzonderlijk getoond in de figuren.
In de praktijk kunnen onverhoopt storingen optreden aan de motor of aan de afstandsbesturing. Om dan toch nog in staat 30 te zijn de objectdrager 40 omhoog of omlaag te transporteren, zijn de koppelorganen 44 bij voorkeur voorzien van een handbediening, bijvoorbeeld in de vorm van een zwengelmechaniek.
Dit handbediende zwengelmechaniek kan aldus ftingeren als nood-bediening, maar kan desgewenst ook worden gebruikt voor een 35 handbediende fijninstelling van de positie van de objectdrager .
40.
Een belangrijk aspect van een goed positionerings-hulpmiddel is de mate van nauwkeurigheid waarmee dat 102575·? 8 hulpmiddel een te positioneren voorwerp kan positioneren. Als de positionering niet precies goed is, is het voor het monteren van een zonwering nog steeds nodig om de zonwering met de hand naar zijn definitieve positie te tillen. De 5 positioneringslift 30 volgens de onderhavige uitvinding biedt reeds het voordeel, dat een goede positioneringsnauwkeurigheid wordt bereikt. Het kan echter in de praktijk gebeuren, dat men een hele hoge positioneringsnauwkeurigheid wenst te bereiken, en dat die hoge positioneringsnauwkeurigheid moeilijk 10 bereikbaar is door het alleen bedienen van de motor 45, ook al is het mogelijk om die motor met zeer lage snelheid te laten draaien. Voorts kan het een probleem zijn, dat de objectdrager 40, vanwege het feit dat deze ten opzichte van de gevel 2 een schuine baan aflegt, gedefinieerd door de schuine stand van de 15 drager 31, slechts één punt van dichtste nadering tot de gevel 2 heeft, namelijk de bovenste uiterste stand van de objectdrager 40 ten opzichte van de drager 31. Die bovenste uiterste stand kan worden gedefinieerd doordat de objectdrager 40 de gevel 2 raakt, of doordat de objectdrager 40 het uiterste punt 20 van het verplaatsingsbereik langs de staander 31 heeft bereikt. Vanaf dat uiterste punt is een verdere verplaatsing van de objectdrager omhoog niet mogelijk, terwijl een verplaatsing van de objectdrager 40 omlaag langs de drager 31 steeds gepaard gaat met een toenemende afstand ten opzichte 25 van de gevel 2.
Een verdere verbetering van het positioneringssysteem volgens de onderhavige uitvinding kan dan worden bereikt, indien het platform 41 van de objectdrager 40 verplaatsbaar is ten opzicht van het chassis 42. Die verplaatsingsmogelijkheid 30 kan een verticale verplaatsingsmogelijkheid en/of een horizontale verplaatsingsmogelijkheid zijn.
Wanneer het platform 41 een verticale verplaatsingsmogelijkheid ten opzichte van het chassis 42 heeft, is het mogelijk om een op het platform 41 gedragen zonwering 35 evenwijdig aan de gevel 2 verticaal omhoog of omlaag te verplaatsen, terwijl die zonwering zich op korte afstand van de gevel 2 bevindt, en waarbij de afstand van die zonwering ten opzicht van de gevel 2 constant blijft. Voor een dergelijke verplaatsingsmogelijkheid zijn verschillende 1025757 9 constructieve oplossingen mogelijk, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.
Wanneer het platform 41 ten opzichte van het chassis 42 een horizontale verplaatsingsmogelijkheid heeft, is het 5 mogelijk een op het platform 41 liggende zonwering dichter naar de gevel 2 te brengen wanneer het platform 41 zich op de juiste hoogte bevindt. Voor het bereiken van een dergelijke horizontale verplaatsingsmogelijkheid van het platform 41 ten opzichte van het chassis 42 zijn diverse constructieve 10 oplossingen denkbaar, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.
Voor de verstelling van het platform 41 ten opzichte van het chassis 42 kan een afzonderlijke motor aanwezig zijn (ter wille van de eenvoud niet weergegeven), welke motor op afstand 15 bedienbaar kan zijn.
Het is gewenst om de hoogte van het bovenste punt 32 van de drager 31 te kunnen instellen. Daartoe is het mogelijk, dat de positioneringslift 30 meerdere segmenten heeft waaruit de 20 drager 31 kan worden samengesteld, waarbij de verschillende segmenten verschillende lengten hebben om aldus de totale lengte van de staander 31 te kunnen kiezen door het kiezen van geschikte staandersegmenten. Bijvoorbeeld, in het getoonde voorbeeld van figuur 3, zou de positioneringslift 30 één 25 ondersegment 3IA, één bovensegment 3IC, en meerdere tussen-segmenten 31B van verschillende lengten kunnen hebben.
Wanneer het gewenst is om de lengte van drager 31 te veranderen, zou dan de drager 31 moeten worden afgebroken en opnieuw opgebouwd waarbij het ene tussensegment 31B wordt 30 vervangen door een ander tussensegment 31B. Om dit te vermijden, is bij voorkeur het ondersegment 3IA van de staander 31 in lengte verstelbaar. In figuur 3 is getoond, dat het onderuiteinde van het onderste segment 3IA is voorzien van een schroefpoot 36. Door het inschroeven of uitschroeven van 35 de schroefpoot 36 kan de totale lengte van het onderste segment 3IA worden veranderd. In plaats van een schroefpoot 36 zijn uiteraard andere constructieve oplossingen denkbaar voor het verlengen of inkorten van de lengte van het onderste segment 31A, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.
1025757 10
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de positioneringslift 30 voorzien van een hulpstuk 60 dat mogelijk maakt dat de positioneringslift 30 ook bruikbaar is in situaties waar de 5 positioneringslift door de aanwezigheid van obstakels niet op de juiste positie ten opzichte van de gevel 2 geplaatst zou kunnen worden. Een dergelijke situatie is schematisch geschetst in figuur 6, waar een obstakel is aangeduid met het verwijzingscijfer 3. Het hulpstuk 60 omvat een extra staander 10 61, die bijvoorbeeld tegen de gevel 2 kan worden geplaatst en waarvan de lengte instelbaar is, en een ligger 62, die bij zijn ene uiteinde koppelbaar is met de staander 61 en die bij zijn andere uiteinde koppelbaar is met het bovenuiteinde 32 van de staander 31. Tijdens gebruik is de ligger 62 in hoofd-15 zaak horizontaal gericht. Het bovenuiteinde 32 van de staander 31 bevindt zich dan op afstand van de gevel 2, welke afstand gedefinieerd wordt door de lengte van de ligger 62. De ligger 62 kan ook in lengte instelbaar zijn, of er kan zijn voorzien in een stelsel van meerdere individuele liggers 62 met onder- 20 ling verschillende lengten.
De ligger 62 wordt zodanig gemonteerd asui het bovenuiteinde 32 van de ligger 31, dat het bovenoppervlak van de ligger 62 in hoofdzaak in het hetzelfde horizontale vlak is gelegen als het bovenoppervlak van het platform 41 wanneer de 25 objectdrager 40 zich in zijn bovenste positie bevindt. Dit is echter niet noodzakelijk, aangezien de verticale positie van de objectdrager 40 door middel van de motor 45 instelbaar is, of doordat de verticale positie van het platform 41 ten opzichte van het chassis 42 instelbaar is.
30
Tijdens gebruik wordt een zonwering 103 door de objectdrager 40 omhoog getransporteerd totdat het platform 41 in hoofdzaak op gelijke hoogte is als de ligger 62. Dan wordt de zonwering 103 van het platform 41 afgeschoven en over de 35 ligger 62 tot aan de gevel 2 geschoven.
Er zijn ook situaties denkbaar waar het niet mogelijk is om de ligger 62 te laten steunen tegen de gevel 2 en op een staander 61. Figuur 7 toont een voorkeursuitvoeringsvorm die 1025757 11 ook dat probleem oplost. In de in figuur 7 geïllustreerde voorkeursuitvoeringsvorm omvat de positioneringelift 30 een tweede staander 71, die identiek kan zijn aan de eerste staander 31, behalve dat langs de tweede staander 71 geen 5 objectdrager 40 getransporteerd hoeft te worden. De tweede staander 71 kan derhalve eenvoudiger zijn uitgevoerd dan de eerste staander 31. Desalniettemin biedt het voordeel om de tweede staander 71 identiek aan de eerste staander 31 uit te voeren, omdat die tweede staander 71 dan ook de rol van eerste 10 staander 31 kan vervullen in een situatie dat er meerdere staanders tegelijkertijd gebruikt worden, zoals geïllustreerd in figuur 5.
In deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft de positionerings-lift een ligger 72, die verbonden is tussen de bovenuiteinden 15 van de eerste staander 31 en de tweede staander 71. Op vergelijkbare wijze als in het voorgaande beschreven met betrekking tot de ligger 62 van figuur 6 wordt tijdens gebruik een te plaatsen zonwering met de objectdrager 40 omhoog getransporteerd totdat het plateau 41 in hoofdzaak op gelijke 20 hoogte is met het bovenoppervlak van de ligger 72, waarna de zonwering van het plateau 41 af wordt geschoven en op de ligger 72 wordt verschoven voor een horizontale positionering.
Zoals geschetst in figuur 7, is deze uitvoeringsvorm bijzonder geschikt voor het plaatsen van een zonwering of 25 dergelijke onder het plafond van een overhangend dakgedeelte. Daarbij is het van voordeel wanneer de staanders 31 en 71 in hoogte verstelbaar zijn, zoals schematisch met pijlen aangeduid.
Ter wille van de veiligheid zijn bij voorkeur de onder-30 uiteinden van de staanders 31 en 71 met elkaar gekoppeld door middel van een verbindingsstang, of dergelijke, welke koppelstang ter wille van de eenvoud in figuur 7 niet is weergegeven.
35 Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
1025757

Claims (22)

1. Positioneringslift (30), ingericht als montagehulp voor bijvoorbeeld het monteren van zonweringen, omvattende: een staander (31); een langs de staander (31) verplaatsbare objectdrager (40); 5 verplaatsingskoppelmiddelen (44) voor het koppelen van de objectdrager (40) met de staander (31) en voor het uitvoeren van een verplaatsing van de objectdrager ten opzichte van de staander; een motor (45) voor het aandrijven van de verplaatsings-10 koppelmiddelen (44), welke motor (45) met variabele snelheid kan worden bestuurd; besturingsmiddelen (50) voor het besturen van de motor (45) .
2. Positioneringslift volgens conclusie 1, waarbij de motor-15 besturingsmiddelen (50) geassocieerd zijn met de objectdrager (40) .
3. Positioneringslift volgens conclusie 1 of 2, waarbij de motorbesturingsmiddelen (50) zijn ingericht voor het op 20 afstand besturen van de motor (45).
4. Positioneringslift volgens conclusie 3, waarbij de motor-besturingsmiddelen (50) zijn ingericht voor het draadloos besturen van de motor (45), bijvoorbeeld door middel van 25 infraroodafstandsbediening of radioafstandsbediening.
5. Positioneringslift volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de objectdrager (40) is voorzien van een draagplatform (41), en waarbij de verplaatsingskoppelmiddelen 30 (44) zich onder dat platform (41) bevinden.
6. Positioneringslift volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de staander (31) is opgebouwd uit twee of meer staandersegmenten (31A, 31B, 31C) . 35 1025757
7. Positioneringslift volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de staander (31) aan zijn bovenuiteinde (32) is voorzien van een schuin steunvlak (33) dat in de werk-stand van de staander (31) in hoofdzaak verticaal is gericht. 5
8. Positioneringslift volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de staander (31) bij zijn onderuiteinde is voorzien van hoogteverstelmiddelen (36).
9. Positioneringslift volgens conclusie 8, waarbij de positioneringsmiddelen een draaipoot (36) omvatten.,
10. Positioneringslift volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de objectdrager (40) een chassis (42) 15 heeft en een ten opzicht van het chassis verstelbaar platform (41) .
11. Positioneringslift volgens conclusie 10, waarbij het platform (41) in verticale richting verstelbaar is ten 20 opzichte van het chassis (42).
12. Positioneringslift volgens conclusie 10 of 11, waarbij het platform (41) in horizontale richting verstelbaar is ten opzichte van het chassis (42). 25
13. Positioneringslift volgens een willekeurige der conclusies 10 tot en met 12, waarbij het platform (41) door middel van handbediening verstelbaar is ten opzichte van het chassis (42) . 30
14. Positioneringslift volgens een willekeurige der conclusies 10 tot en met 13, voorts voorzien van een platformverstelmotor voor het verstellen van het platform (41) ten opzicht van het chassis (42). 35
15. Positioneringslift volgens conclusie 14, waarbij de platformverstelmotor op afstand kan worden bediend. 1025757
16. Positioneringslift volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, voorts omvattende een hulpstaander (61; 71) en een hulpligger (62; 72), welke hulpligger bij zijn ene uiteinde koppelbaar is met het bovenuiteinde (32) van de eerste 5 staander (31) en met zijn andere uiteinde koppelbaar is met het bovenuiteinde van de hulpstaander (61; 71).
17. Positioneringslift volgens een willekeurige dér voorgaande conclusies, waarbij de verplaatsingskoppelmiddelen (44) een 10 met de objectdrager (40) geassocieerde worm en een met de staander (31) geassocieerde tandheugel omvatten.
18. Positioneringssysteem (100), omvattende een veelvoud van positioneringsliften (30) volgens een willekeurige der 15 voorgaande conclusies.
19. Positioneringssysteem volgens conclusie 18, voorzien van een gemeenschappelijk besturingsorgaan (150) voor het gemeenschappelijk besturen van de individuele motoren (141; 20 142; 143) van de individuele positioneringsliften.
20. Positioneringssysteem volgens conclusie 19, waarbij het gemeenschappelijke besturingsorgaan (150) is ingericht om alle motoren van de verschillende positioneringsliften even snel 25 aan te drijven.
21. Positioneringssysteem volgens conclusie 19, waarbij het besturingsorgaan (150) is ingericht om de verschillende motoren van de verschillende positioneringsliften met 30 onderling verschillende snelheden aan te drijven.
22. Positioneringssysteem volgens een willekeurige der conclusies 19-21, waarbij het gemeenschappelijke besturingsorgaan (150) is ingericht om de verschillende motoren van de 35 verschillende positioneringsliften draadloos te besturen, bijvoorbeeld door middel van infraroodbesturing of door middel van radiobesturing. \025757
NL1025757A 2004-03-18 2004-03-18 Positioneringslift. NL1025757C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025757A NL1025757C2 (nl) 2004-03-18 2004-03-18 Positioneringslift.
EP05075663A EP1591402A3 (en) 2004-03-18 2005-03-18 Material positioning lift

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025757A NL1025757C2 (nl) 2004-03-18 2004-03-18 Positioneringslift.
NL1025757 2004-03-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025757C2 true NL1025757C2 (nl) 2005-09-20

Family

ID=34938107

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025757A NL1025757C2 (nl) 2004-03-18 2004-03-18 Positioneringslift.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1591402A3 (nl)
NL (1) NL1025757C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8381950B2 (en) 2010-01-08 2013-02-26 Prince Castle, LLC Piston and piston rod for a rodless dispenser
US8376193B2 (en) 2010-01-08 2013-02-19 Prince Castle, LLC Rodless dispenser
US8336286B2 (en) 2010-02-10 2012-12-25 Prince Castle LLC Push chain with a bias spring to prevent buckling
KR101036906B1 (ko) 2010-11-22 2011-05-25 주식회사 리프텍 리프트 케이지의 경사 및 속도 제어장치 및 방법
KR101435376B1 (ko) 2013-08-30 2014-08-28 삼성중공업 주식회사 풍력발전기의 블레이드 설치장치

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4183423A (en) * 1976-08-12 1980-01-15 Lewis James P Ladder hoist
US5125481A (en) * 1990-09-26 1992-06-30 Hideaki Shibata Diagonal elevation apparatus
US5452774A (en) * 1993-10-25 1995-09-26 Davis; Link H. Endless roller chain drive with interlocking traction rail
JPH082843A (ja) * 1994-06-17 1996-01-09 Toyo Electric Mfg Co Ltd 遠隔設定機能付きエレベータ速度制御装置
DE102004005762A1 (de) * 2004-02-05 2005-09-01 Rema Lipprandt Gmbh & Co. Kg Deichselkopf für einen Flurförderer, Flurförderer sowie Verfahren zum Betrieb eines Flurförderers

Also Published As

Publication number Publication date
EP1591402A3 (en) 2008-11-05
EP1591402A2 (en) 2005-11-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6550081B2 (en) Lift bed with belt drive
US9834421B2 (en) System, apparatus, and method for the transport and positioning of a display
CA2678665A1 (en) Retractable awning
EP1156182A3 (en) Venetian blind with variable tilting
NL1025757C2 (nl) Positioneringslift.
US9957720B1 (en) Retractable staircase and method
US8656980B2 (en) Adjustable light shelf
NL8702908A (nl) Overkappingswerkwijze en -inrichting.
KR20090040201A (ko) 음향 반사판을 겸한 이동형 조명브리지
KR102560658B1 (ko) 포설용 말비계탑승장치
KR101836345B1 (ko) 기능성 이동식 곤도라
NL8103355A (nl) Inrichting ter regeling van licht- en/of warmtestraling onder gebruikmaking van lamellen, geschikt voor plaatsing onder een dakconstructie.
CN109113554B (zh) 一种百叶帘翻转装置以及百叶窗
US7401635B2 (en) Device for providing shade inside rooms
JP6113434B2 (ja) 採光装置
KR20200057303A (ko) 가변형 카메라 지주대 구조체
KR200497469Y1 (ko) 천장 구조물 설치용 리프팅 장치
JPH10292755A (ja) 自動ブラインド
JP6704776B2 (ja) 電動日射遮蔽装置の遮蔽体下端の高さ設定装置
NL1013178C1 (nl) Gevelafschermingsysteem.
JPH1129295A (ja) 昇降装置及び立て掛け式昇降機
CN112392210A (zh) 一种可调节的雨棚顶钢结构
KR101062714B1 (ko) 고층건물용 판유리 이송장치
CN217536428U (zh) 一种可调高度的晾衣机
KR102105278B1 (ko) 조립식 공장구조물

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101001