NL1024113C2 - Lansinrichting met reciprocerende aandrijving. - Google Patents

Description

LANSINRICHTING MET RECIPROCERENDE AANDRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een lans inrichting 5 roet flexibele lansen, zoals bijvoorbeeld van het type, zoals bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 1012806 van dezelfde aanvraagster.

Met behulp van een dergelijke lansinrichting worden pijpenbundels van warmtewisselaars gereinigd. Een of meer 10 lansen worden in een overeenkomstig aantal pijpen van de pijpenbundel gestoken en door onder hoge druk aan de voorzijde van de lansen uittredend water wordt vuil, in de vorm van afzettingen, uit deze pijpen verwijderd.

Bij een lansinrichting met flexibele lansen omvat de 15 inrichting een aandrijving die op dë lans of lansen aangrijpt en deze naar voren, in de pijpen naar binnen kan aandrijven, en weer kan terug trekken.

Het doel van de uitvinding is een dergelijke bekende lansinrichting vérder te verbeteren.

20 Dit doel wordt bereikt door de lansen reciprocerend aan te drijven. Dat wil zeggen, de lansen worden herhaald over een kleine afstand naar voren en weer terug aangedreven. Aandrijving in de richting naar voren geschiedt over een iets grotere afstand dan de terug gaande aandrijving, zodat de 25 lans of lansen geleidelijk voorwaarts bewegen.

Gebleken is dat op deze wijze de doelmatigheid van het reinigen van de pijpen sterk wordt vergroot. Het vastlopen van de lans of lansen tégen harde afzettingen in de pijpenbundels wordt in vergaande mate voorkomen.

30 Onder reciprocerend wordt in het verband van deze aanvrage ook verstaan: pulserend, dat wil zeggen, herhaald over kleine stapjes voorwaarts aangedreven.

10241 13__

I 2 I

I Bij een geschikte uitvoeringsvorm is de tijdsduur van I

I de voorwaarts en terug gaande aandrijving instelbaar, zodat I

I een aanpassing mogelijk ie aan de omstandigheden en in het I

I bijzonder aan dè ernst van de vervuiling van de reinigen I

I 5 pijpenbundel. I

I De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de I

I hand van een beschrijving van het bijgevoegde pneumatische I

I schema van een uitvoeringsvoorbeeld. I

I In het in figuur 1 getoonde schema zijn I

I 10 genormaliseerde symbolen gebruikt, zodat dit schema voor een I

I deskundige duidelijk is en volstaan kan worden met een korte

I beschrijving van de werking. I

I In het schema van de inrichting 1 is met 2 twee I

I aandrijf motoren voor de lansaandrijf inrichting aangegeven. I

I 15 Deze motoren 2 zijn pneumatische motoren die in twee I

I richtingen kunnen werken. De werkingsrichting wordt bepaald I

I door de stand van de kleppen 6. Voor de verdere beschrijving I

I wordt de stand van de kleppen 6, overeenkomend met een eerste I

I draairichting van de motoren 2 aangegeven met A en de tweede I

I 20 stand van de kleppen 6, overeenkomend met een tweede I

I draairichting van de motoren 2, met B. I

I De motoren 2 worden gevoed met perslucht onder

I voedingsdruk via leidingen 3. Verder worden pneumatische I

I besturingsdrukken toegepast, die toegevoerd worden via de I

I 25 leidingen 4 en 7. I

I De pneumatische schakeling omvat een wisselklep 10, I

I waarmee de aandrijving op handbediening kan worden ingesteld I

I door het bedienen van de klep 11, dan wel op automatische I

I werking door het bedienen van de klep 12. Het zal duidelijk I

I 30 zijn dat door het bedienen van de klep 11 de stuurdruk uit de I

I leidingen 7, in de figuur gezien aan de rechterkant, op de I twee standen klep 13 werkt, waardoor deze de in de figuur

I weergegeven stand inneemt en de stuurdruk uit de leiding 4, I

3 via de leiding 8, doorleidt naar de leiding 14. Wanneer er stuurdruk op de leiding 14 staat, kan met behulp van de wisselklep 15 de aandrijving omgeschakeld worden van A naar B en weer terug. Wanneer het bedieningsorgaan van de wisselklep 5 15, die bijvoorbeeld als een joystick klep uitgevoerd kan zijn, zodanig worden bediend dat klep 17 wordt geopend, zal de stuurdruk via de AND poort 19 zodanig worden toegevoerd aan de stuurkleppen 6, dat de motoren 2 in de stand B worden ingeschakeld.

10 Door het bedienen van de wisselklep 15, waardoor klep 16 wordt geactiveerd, treedt de stuurdruk via de AND poort 18 naar de zijde van de stuurklep 6, waardoor de andere draairichting A van de motoren 2 wordt ingeschakeld. Aldus kan door het geschikt bedienen van de klep 15, de lans in de 15 heengaande en terug gaande richting worden aangedreven.

Wanneer de wisselklep 10 zodanig wordt bediend dat klep 12 wordt geactiveerd, met de bedoeling de automatische werkingsstand in te stellen, wordt twee standen klep 13 in de stand gezet waarbij de stuurdruk uit de stuurleidingen 17 20 toegevoerd wordt aan leiding 20. Leiding 14 wordt daarbij drukloos, waardoor het bedienen van de wisselklep 15 geen effect meer heeft, ten gevolge van de werking van de AND poorten 18, 19.

De stuurdruk in de leiding 20 plant zich via de 25 leiding 22 voort naar de twee standen klep 21. In de getekende stand van deze klep 21 zal de stuurdruk vervolgens via leiding 23 toegevóerd worden aan tijdschakelklep 24. Tegelijkertijd wordt de stuurdruk toegevoerd aan de stuurkleppen 6, zodanig dat deze in de stand A worden gezet. 30 Na verloop van de voor de tijdschakelklep 24 ingestelde tijdsduur, gaat de tijdschakelklep 24 open en wordt de stuurdruk toegevoerd aan een tweede tijdschakelklep 25. Na verloop van de. voor déze klep 25 ingestelde tijd, 10241 13

4 I

wordt de stuurdruk toegevoerd aan de twee standen klep 21, I

waardoor deze uit de getoonde stand in de naar rechts I

verschoven stand wordt gezet. I

Hierdoor wordt de stuurdruk uit leiding 20, via I

5 leiding 22, doorgeleid naar leiding 30. De stuurdruk uit I

leiding 30 komt via leiding 31 bij de tijdschakelklep 32 en I

tegelijkertijd bij de stuurkleppen 6, die daardoor I

omschakelen in de stand B, met de bijbehorende I

draairichtingsomkering van de motoren 2. I

10 Ook hier zal na verloop van de voor de I

tijdschakelklep 32 ingestelde tijd, deze klep openen en de I

stuurdruk doorleiden naar de tijdschakelklep 33, die zich na I

de voor die klep ingestelde tijd opent en de stuurdruk weer I

via leiding 35 toevoert aan de twee standen klep 21. I

15 De twee standen klep 21 schakelt hierdoor terug iri de I

getekende, uitgangsstand, waarna opnieuw de druk.toegevoerd I

wordt naar leiding 23, waardoor de stuurkleppen 6 in de stand I

A worden gezet en de bewegingsrichting van de motoren 2 weer I

omkeert. De aldus beschreven werking blijft zich herhalen I

20 totdat de klep 10 op handbediening wordt omgeschakeld of I

doordat een niet nader getoonde, in de leiding 8 opgenomen I

klep wordt gesloten. I

Het zal duidelijk zijn dat de tijdsduur waarin de I

motoren 2 in de ene richting A roteren overeenkomt met de I

25 voor de kleppen 24 en 25 ingestelde totale tijdsduur en de I

tijdsduur gedurende welke de motoren 2 in de tegengestelde I

richting B roteren, bepaald wordt door het totaal van de voor I

de kleppen 32 en 33 ingestelde tijd. I

In de hier getoonde uitvoeringsvorm kunnen I

30 respectievelijk de tijdschakelkleppen 24 en 32 worden I

overbrugd met de handbediende kleppen 26 en 34. Hierdoor I

wordt de tijdsduur voor richting A verkort tot de tijdsduur I

1024113 I

5 van klep 25 en/of de tijdsduur voor richting B verkort tot de tijdsduur van alleen klep 33.

Het zal duidelijk zijn dat door het op geschikte wijze kiezen van de schakeltijden van de kleppen 24, 25, 32, 5 33 een geschikte reciprocerende aandrijving van de flexibele lans of lansen verkregen kan worden.

Opgemerkt wordt dat aan het pneumatische schema van de inrichting 1 hier niet getoonde elementen kunnen worden toegevoegd. Eveneens zal het duidelijk zijn dat bijvoorbeeld 10 alleen een pulserende aandrijving verkregen kan worden door de klep 21 te vervangen door een aan-uitklep. Een dergelijke mogelijkheid kan uiteraard ook in het pneumatische schema van de inrichting worden geïntegreerd.

Al deze variaties liggen binnen het bereik van de 15 vakman en moeten geacht worden binnen het kader van de onderhavige aanvrage te liggen.

1024113

Claims (5)

1. Lansinrichting omvattende een gestel, met het I I gestel verbonden geleidings- en aandrijfmiddelen voor het ten I opzichte van het gestel in de langsrichting beweegbaar I geleiden en aandrijven van ten minste een flexibele lans waarbij de aandrijfmiddelen reciprocerende aandrijfmiddelen I zijn voor het stapsgewijze reciprocerend aandrijven van de lans.

2. Lansinrichting volgens conclusie 1, omvattende I I instelmiddelen voor het instellen van een stapgrootte van de I I reciprocerende aandrijving. I

3. Lansinrichting volgens conclusie 1, waarbij de I instelmiddelen een voorwaartse en een daarvan verschillende I I achterwaartse stapgrootte kunnen instellen. I

4. Lansinrichting volgens conclusie 3, waarbij de I I achterwaartse stapgrootte op nul instelbaar is. I

5. Lansinrichting volgens conclusie 2, waarbij de I I ‘ aandrijfmiddelen de lans met een constante snelheid kunnen I I aandrijven en de instelmiddelen tijdsduurinstelmiddelen zijn. I