NL1023733C2 - Verpakkingsmachine. - Google Patents

Verpakkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1023733C2
NL1023733C2 NL1023733A NL1023733A NL1023733C2 NL 1023733 C2 NL1023733 C2 NL 1023733C2 NL 1023733 A NL1023733 A NL 1023733A NL 1023733 A NL1023733 A NL 1023733A NL 1023733 C2 NL1023733 C2 NL 1023733C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
products
station
packaging
input
Prior art date
Application number
NL1023733A
Other languages
English (en)
Inventor
Seferinus Jelle Asma
Original Assignee
C F S Weert B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by C F S Weert B V filed Critical C F S Weert B V
Priority to NL1023733A priority Critical patent/NL1023733C2/nl
Priority to CL2004001589A priority patent/CL2004001589A1/es
Priority to PCT/NL2004/000447 priority patent/WO2004113172A1/en
Priority to ARP040102189 priority patent/AR044875A1/es
Application granted granted Critical
Publication of NL1023733C2 publication Critical patent/NL1023733C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/10Feeding, e.g. conveying, single articles
    • B65B35/26Feeding, e.g. conveying, single articles by rotary conveyors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/005Packaging other articles presenting special problems packaging of confectionery
    • B65B25/006Packaging other articles presenting special problems packaging of confectionery packaging of lollipops
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B35/00Supplying, feeding, arranging or orientating articles to be packaged
    • B65B35/10Feeding, e.g. conveying, single articles
    • B65B35/16Feeding, e.g. conveying, single articles by grippers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B51/00Devices for, or methods of, sealing or securing package folds or closures; Devices for gathering or twisting wrappers, or necks of bags
    • B65B51/10Applying or generating heat or pressure or combinations thereof
    • B65B51/16Applying or generating heat or pressure or combinations thereof by rotary members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B67/00Apparatus or devices facilitating manual packaging operations; Sack holders
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B9/00Enclosing successive articles, or quantities of material, e.g. liquids or semiliquids, in flat, folded, or tubular webs of flexible sheet material; Subdividing filled flexible tubes to form packages
    • B65B9/02Enclosing successive articles, or quantities of material between opposed webs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)

Description

I 1 I Verpakkingsmachine I De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het I verpakken van van een steel en een kop voorziene produk-I ten, zoals lolly's, omvattend een verpakkingsstation voor I het in verpakkingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de I 5 produkten.
I Het is bekend om dergelijke produkten te verpak-I ken tussen twee lagen folie, die in baanvorm worden aan-I gevoerd en door twee samenwerkende lasrollen op elkaar I worden gelast, onder insluiting van de kop en een 10 aansluitend deel van de steel. Het kan daarbij vooral gaan I om lolly's met een onronde, in het bijzondere platte I kopdoorsnede. Na het lassen worden de verpakte produkten I door een paar mesrollen van elkaar gescheiden.
I Het verpakkingsstation kan via een I 15 toevoertransporteur geschakeld zijn met een station waarin I de produkten vervaardigd worden. De produkten worden dan I na produktie in verenkelde toestand direct en automatisch I overgebracht naar het verpakkingstation.
Het verpakkingsstation en het produktiestation I 20 kunnen ook op afstand van elkaar gelegen zijn, zoals I bijvoorbeeld in het geval de produkten, zoals lolly's, na vervaardiging door een koelinrichting gevoerd worden. De I produkten worden dan in bulk toegevoerd naar het verpak-I kingsstation. Aldaar kunnen zij via een toevoergoot worden H 25 toegevoerd naar een samenstel van een spreidschijf en een verdeelschijf, waarbij de verdeelschijf aan de omtrek voorzien is van opneemgaten voor de koppen van de produk-H ten, waarbij de steel radiaal buitenwaarts kan reiken. De spreidschijf, die aangedreven is in een richting tegenges- 5 teld aan die van de verdeelschi jf, zorgt voor een spreiding van de op de spreidschijf neergekomen produkten, H zodat zoveel mogelijk opneemgaten gevuld zullen raken.
Beneden de omtreksrand van de verdeelschijf bevinden zich stationaire geleiders om te zorgen dat de koppen van de 10 produkten in de juiste positie in de opneemgaten blijven.
De verdeelschijf brengt de produkten naar een overbrengstation alwaar zij een voor een overgegeven worden aan de klemhouders die aangebracht zijn op een omlopende transportketting die de produkten door/langs het H 15 verpakkingsstation voert.
H Er bestaat een groep van van een kop en steel voorziene produkten die snel beschadigd kunnen raken, en daarom met omzichtigheid gehanteerd dienen te worden.
Dergelijke produkten kunnen ongeschikt zijn voor aaneen- 20 gesloten produktie/verpakking. Een voorbeeld hiervan zijn chocolade lolly's.
I In het geval van dergelijke tere produkten worden deze in bulk aangevoerd naar het verpak- kingsstation, en dan met de hand, een voor een, in de I 25 klemhouders van een toevoertransporteur geplaatst. De I toevoertransporteur moet daarbij op een lage snelheid omlopen om een juiste plaatsing van de produkten met de hand mogelijk te maken. Dit betekent echter dat de verpak- kingsfrequentie eveneens laag is.
I 30 Een doel van de uitvinding is hierin verbetering I te brengen.
Een ander doel van de uitvinding is een verpak- kingsmachine voor van een kop en een steel voorziene I produkten, zoals lolly's, te verschaffen, waarbij de I 35 produkten met de hand ingevoerd worden en toch een hoge verpakkingsfrequentie behaald kan worden.
Een verder doel van de uitvinding is een verpak-
I I
3 kingsmachine voor van een kop en een steel voorziene produkten, zoals lolly's, te verschaffen, waarbij de produkten met hun kop in juiste oriëntatie in het verpak-kingsstation binnenkomen.
5 Voor het bereiken van tenminste een van deze doelen voorziet de uitvinding in een inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, omvattend een verpakkingsstation voor het in verpakkingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de 10 produkten, een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produkten naar het verpakkingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transportrich-I ting achter elkaar gelegen produkthouders, en een in- I voerstation met middelen voor het verenkeld toevoeren naar I 15 de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation ten- I minste één invoert ransporteur omvat, die voorzien is van I opneemruimtes voor het opnemen van telkens een kop van een I produkt en geplaatst is voor transport van de produkten I naar een overbrengstation voor overdracht van de produkten I 20 aan de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation voorts een spreidtafel omvat, die zich naast de in- I voertransporteur uitstrekt en een werkoppervlak vormt voor een bedieningspersoon.
I De bedieningspersoon kan daardoor met overzicht 25 de produkten, die, ondersteund op de spreidtafel, reeds gereed liggen, in de opneemruimtes brengen. Deze handeling I is eenvoudig en kan daardoor ook met tere produkten zonder I problemen worden uitgevoerd. Het kan zelfs mogelijk zijn I dat men met afwisselend, opeenvolgend, eerst met de ene I 30 hand een produkt plaatst en dan met de ander hand een volgend produkt. Het eigenlijke in de houders plaatsen van I de produkten wordt gedaan door de invoertransporteur en de I overbrengstation, dus op automatische wijze.
I Bij voorkeur strekt de spreidtafel zich aan I 35 meerdere zijden van de invoertransporteur uit, in het I bijzonder aan weerszijden. Hierdoor wordt de tijd gedurende de bedieningspersoon de koppen van de produkten Η in de opneemruimtes kan brengen vergroot.
Bij voorkeur onrvat de invoertransporteur een om een verticale as roteerbare schijf, die aan de omtrek voorzien is van de opneemruimtes. Een dergelijke schijf H 5 biedt de bedieningspersoon een goed overzicht. De om- H lopende baan die de opneemruimtes volgen biedt de H bedieningspersoon ruime gelegenheid tot het juist plaatsen H van de produkten met hun kop in de opneemruimtes, volgens H een ononderbroken reeks.
H 10 In een voordelige uitvoeringsvorm bezit de schijf gedeelten die bodems vormen van de opneemruimtes.
Hierdoor worden de koppen van de produkten vrij van wrij- vingskrachten langs onder de opneemruimtes geplaatste geleiders getransporteerd, waardoor de kans op 15 beschadiging van de kop verlaagd wordt. Een verder voor- deel is dat wanneer de bedieningspersoon met de vingers in de opneemruimte reikt, die vingers niet tussen vaste en roterende delen terecht kunnen komen.
Nochtans kan het voordelig zijn dat de bodems 20 voorzien zijn van lokale doorgangen, zodat gruis en der- gelijke uit de opneemruimte kan vallen en geen hinder vormt voor volgende produkten.
Bij voorkeur vormt de invoertransporteur een bovenvlak, waarin de opneemruimtes gevormd zijn en dat I 25 zich op nagenoeg gelijk niveau bevindt als het oppervlak van de spreidtafel. De bedieningspersoon kan de produkten I dan vrijwel zonder oppakken, bijvoorbeeld door schuiven, I in de opneemruimtes brengen. Dit voordeel wordt vergroot I indien het bovenvlak zich op gelijk niveau danwel iets I 30 beneden het oppervlak van de spreidtafel bevindt.
Met de opzet volgens de uitvinding kan een verder verhoogde frequentie bereikt worden, indien deze I omvat een aantal invoertransporteurs die naast elkaar, I parallel geplaatst zijn. Meerdere bedieningspersonen I 35 kunnen dan invoeren voor eenzelfde toevoertransporteur.
Bij voorkeur omvat de inrichting daarbij voor I iedere invoertransporteur een eigen overbrengstation, 5 waarbij de overbrengstations op afstand langs de toevoertransporteur van elkaar geplaatst zijn. De invoer in de toevoertransporteur wordt daarmee gespreid, en is daarmee minder gevoelig voor storingen.
5 Het heeft daarbij de voorkeur, dat de inrichting voorts omvat eerste middelen voor het aandrijven van de invoertransporteur en tweede middelen voor het aandrijven van de toevoertransporteur, waarbij de eerste aandrijfmid-delen de invoertransporteur aandrijven op een snelheid die 10 1/ (aantal invoer transporteurs) x de snelheid van de toevoertransporteur bedraagt.
In een uitvoering is het overbrengstation voorzien van middelen voor het bedienen van de houders op de toevoertransporteur om deze in een ontvangststand te 15 brengen, en van middelen voor het in werking stellen van de bedieningsmiddelen op een frequentie gelijk aan de snelheid van de betreffende invoertransporteur.
Het heeft daarbij de voorkeur indien de inrichting voorts omvat richtmiddelen voor het richten van de 20 kop van het produkt in de houder in een vlak loodrecht op de steel. Hiermee wordt bereikt dat de koppen steeds in hoofdzaak gelijkgericht zijn bij binnenkomst in het ver-pakkingsstation, waardoor het verpakken zelf steeds onder dezelfde omstandigheden kan plaatsvinden. De koppen worden 25 bij voorkeur gericht evenwijdig aan de bewegingsbaan van de houders, in het bijzonder horizontaal.
Indien de richtmiddelen deel uitmaken van het overbrengstation kan het richten plaatsvinden wanneer de houders nog niet (volledig) gesloten zijn en enige rotatie 30 van de steel niet verhinderen.
Bij voorkeur omvatten de richtmiddelen een richtplaat, die een richtvlak omvat dat in de baan van de kop van een door een houder gegrepen produkt gelegen is.
Indien de richtmiddelen samen met de voomoemde 35 bedieningsmiddelen voor de houders verplaatsbaar zijn zullen zij buiten bereik kunnen blijven van de bewegings baan van de koppen van reeds eerder en elders in houders H geplaatste produkten.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, omvattend een 5 verpakkingsstation voor het in verpakkingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de produkten, een -toevoertransporteur voor het toevoeren van de produkten naar het verpak- kingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transportrichting achter elkaar gelegen produkt- 10 houders, en een invoerstation met middelen voor het veren- I keld toevoeren naar de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation tenminste één invoertransporteur omvat, die voorzien is van opneemruimtes voor het opnemen van telkens I een kop van een produkt en geplaatst is voor transport van 15 de produkten naar een overbrengstation voor overdracht van de produkten aan de toevoertransporteur, waarbij de in- I richting een aantal invoertransporteurs omvat, die paral- lel geplaatst zijn.
I Hiermee kan een zeer hoge frequentie bereikt I 20 worden, ondanks dat er sprake is van handinleg. Meerdere I bedieningspersonen kunnen dan invoeren voor eenzelfde I toevoertransporteur.
Bij voorkeur omvat de inrichting daarbij voor iedere invoertransporteur een eigen overbrengstation, 25 waarbij de overbrengstations op afstand langs de toevoertransporteur van elkaar geplaatst zijn. De invoer in de toevoertransporteur wordt daarmee gespreid, en is daarmee minder gevoelig voor storingen.
Bij voorkeur omvat de inrichting daarbij eerste 30 middelen voor het aandrijven van de invoertransporteur en tweede middelen voor het aandrijven van de toevoertransporteur, waarbij de eerste aandrijfmiddelen de invoertransporteur aandrijven op een snelheid die 1/(aantal invoertransporteurs) x de snelheid van de 35 toevoertransporteur bedraagt.
In een uitvoering is het overbrengstation voorzien van middelen voor het bedienen van de houders op de I * 7 toevoertransporteur om deze in een ontvangststand te brengen, en van middelen voor het in werking stellen van de bedieningsmiddelen op een frequentie gelijk aan de snelheid van de betreffende invoertransporteur.
5 De invoertransporteurs kunnen om een verticale as roteerbare schijven omvatten, die aan de omtrek voorzien zijn van de opneemruimtes. Elke schijf kan gedeelten bezitten die bodems vormen van de opneemruimtes, waarbij de bodems bij voorkeur zijn voorzien van lokale doorgan-10 gen.
Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een cirkelvormige schijf voorzien van een reeks opneemruimtes voor de koppen van lolly's en dergelijke van een kop en steel voorziene produkten, waarbij de schijf 15 gedeelten bezit die bodems vormen van de opneemruimtes, waarbij de bodems bij voorkeur zijn voorzien van lokale doorgangen.
Een verder doel van de uitvinding is om tussen twee vellen verpakkingsmateriaal verpakte, van een kop en 20 een steel voorziene produkten te verschaffen, die gemakkelijk te openen zijn.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding daartoe in inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, omvattend 25 een verpakkingsstation voor het in verpakkingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de produkten, een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produkten naar het verpakkingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transportrichting achter 30 elkaar gelegen produkthouders, waarbij het verpak kingsstation een paar met elkaar samenwerkende lasrollen voor het op elkaar lassen van de verpakkingsbanen, onder insluiting van althans de kop van het produkt, en een paar met elkaar samenwerkende mesrollen voor het scheiden van 35 verpakte produkten omvat, alsmede een eerste en een tweede toevoer voor toevoer van een eerste en een tweede baan verpakkingsmateriaal naar de lasrollen, waarbij de H toevoertransporteur geplaatst is voor het tussen de las- rollen en de mesrollen, opgesloten tussen beide verpak- H kingsbanen, transporteren van de produkten, waarbij het paar mesrollen voorzien is van aanvullende snijmiddelen H 5 voor het vormen van een insnijding in de verpakking. Aldus kan zonder toevoeging van een extra station het verpakte produkt voorzien worden van een mogelijkheid tot gemak- kelijk openen.
Bij voorkeur zijn de aanvullende snijmiddelen 10 geplaatst om een zich vanaf de rand van de verpakking uitstrekkende insnijding te vormen, zodat het openen reeds H is ingeleid.
I Bij voorkeur zijn de aanvullende snijmiddelen gelegen aan de van de steel afgelegen zijde van de kop, I 15 zodat het openen vergemakkelijkt wordt.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, omvattend een I verpakkingsstation voor het in verpakkingsmateriaal, zoals 20 folie, verpakken van de produkten, een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produkten naar het verpak- kingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transport richting achter elkaar igelegen produkt- I houders, en een invoerstation met middelen voor het veren- I 25 keld toevoeren naar de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation tenminste één invoertransporteur omvat, die I voorzien is van opneemruimtes voor het opnemen van telkens een kop van een produkt en geplaatst is voor transport van I de produkten naar een overbrengstation voor overdracht van 30 de produkten aan de toevoertransporteur, voorts omvattend richtmiddelen voor het richten van de kóp van het produkt I bij overbrengen daarvan in de houder in een vlak loodrecht I op de steel. Hiermee wordt bereikt dat de koppen steeds in hoofdzaak gelijkgericht zijn bij binnenkomst in het ver- 35 pakkingsstation, waardoor het verpakken zelf steeds onder I dezelfde omstandigheden kan plaatsvinden. De koppen worden I bij voorkeur gericht evenwijdig aan de bewegingsbaan van 9 de houders, in het bijzonder althans nagenoeg horizontaal.
De richtmiddelen zijn bij voorkeur opgesteld om de kop aan te grijpen voordat feitelijke overdracht aan de houder heeft plaatsgevonden. De richtmiddelen kunnen deel 5 uitmaken van het overbrengstation. In deze gevallen kan het richten plaatsvinden wanneer de houders enige rotatie van de steel niet verhinderen.
Bij voorkeur omvatten de richtmiddelen een richtoppervlak, dat in de baan van de kop van het produkt 10 bij het overbrengen daarvan in de houder gelegen is. Het richtoppervlak kan zich daarbij op eenvoudige wijze uitstrekken volgens een baan die evenwijdig is aan die van de houders.
In een eenvoudige uitvoering wordt het richt-15 oppervlak gevormd door een rand, bij voorbeeld van een plaat.
Bij voorkeur omvatten de richtmiddelen een richtplaat, die een richtvlak omvat dat in de baan van de kop van een door een houder gegrepen produkt gelegen is.
20 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvin-25 ding; figuur 2 een vooraanzicht op het verpakkingssta-tion van de inrichting volgens figuur 1; figuur 3 een vooraanzicht op een invoerstation in de inrichting van figuur 1; 30 figuren 4A, 4B vooraanzichten op een overbreng station in de inrichting van figuur 1, respectievelijk in werkzame en niet-werkzame toestand; figuur 5 een schematisch bovenaanzicht op het overbrengstation van figuren 4A, B; 35 figuren 6A en 6B een koprichtdeel in het over brengstation van figuren 4A, B en 5, respectievelijk in vooraanzicht en zijaanzicht; 1 ft 9 7 7·* 3 H figuur 7 een perspectivisch aanzicht op mesrol- len van het verpakkingsstation van de inrichting van figuur 1; H figuren 7A, B, respectievelijk een detail van 5 een insnijder op de mesrollen van figuur 7 en een detail H van een daarvoor bestemd mes; en I figuur 8 een groep met de inrichting van figuur I 1 verpakte lolly's.
I De verpakkingsinrichting 1 weergegeven in figuur I 10 1 omvat een frame 2 met een kast 60 en een daarvan naar voren reikende, horizontale tafel 70, aan de lange zijde I waarvan, op de tekening gezien rechts, plaats is voor bedieningspersonen.
I De tafel 70 bezit een horizontaal, plat werkvlak I 15 3, waarin cirkelvormige gaten 5 zijn uitgespaard, waarin in dit voorbeeld vier in de richting A roterend aangedre- ven invoerschijven 4 passend geplaatst zijn.
I Ter plaatse van de overgang tussen de tafel 70 en de kast 60 bevindt zich voor ieder van de vier invoer- I 20 schijven 4 een overbrengstation 20, dat nader weergegeven I is in de figuren 3-5. Opgemerkt wordt dat in figuur 5 de I onderdelen in transportrichting C uit elkaar geschoven I zijn, om redenen van duidelijkheid.
I Bovenlangs de overbrengstations 20 loopt een I 25 kettingtransporteur 6 om, die voorzien is van een reeks op I zich bekende stokjesklemmen 7. De ketting 6 loopt om in de I richting C, dat wil zeggen in het benedentraject van rechts naar links en in het boventraject van links naar rechts, en aansluitend volgens een neergaand traject naar I 30 het in figuur 2 weergegeven verpakkingsstation 30. De I transporteur 6 kan deels worden afgedekt door middel van I kap 8, die in figuur 1 weergegeven is in de open stand en I neergetrokken kan worden in de richting K, waarna over- I brengstations 20 en de transporteur 6 afgeschermd zijn I 35 voor de handen van bedieningspersonen die voor de tafel 70 I staan.
Door middel van verder niet weergegeven bestu- 11 ringsmiddelen is de snelheid of frequentie van de invoer-I stations 10, in het bijzonder de invoerschijven 4, de I overbrengstations 20 en de snelheid van de ketting 6 op I elkaar afgestemd.
I 5 Zoals in figuur 2 te zien is leidt de transpor- I teur 6 naar het verpakkingsstation 30. De bovenloop van de I ketting 6, bewegend in de richting C, loopt dan schuin I neerwaarts in de richting E, om vervolgens horizontaal I verder te lopen in de richting F tussen een paar lasrollen I 10 32a, 32b en een paar mesrollen 33a, 33b door. Volgens I figuur 2 is de ketting afgeschermd door plaatwerk 60, een I gleuf 61 openlatend waardoorheen stelen 41 van de lolly's I 40, die met hun stelen 41 in de klemmen 7 gehouden zijn, I kunnen reiken, met de koppen 42 binnen het behandelingsge- I 15 bied van de lasrollen 32a, b en mesrollen 33a, b.
I Het verpakkingsstation 30 is voorzien van een I bovenste voorraadrol 31a verpakkingsfolie 50a en een I onderste voorraadrol 31b verpakkingsfolie 50b, waarbij de I foliebanen 50a, 50 b afgegeven worden in de richtingen G, I 20 om samen te vallen met de baan van de lollykoppen 42, I direct bovenstrooms van de lasrollen 32a, b. Een dergelijk I verpakkingsstation 30 is op zich bekend, maar, zoals nader I besproken zal worden, de mesrollen 33a, b bezitten een extra snijvoorziening.
25 De invoerschijf 4 van het invoerstation 10 omvat een in het midden gelegen verhoogd deel 11 en een randge- I bied 12, waarin opneemruimtes 13 voorzien zijn. Deze I opneemruimtes 13 bezitten een de lollykop ondersteunende bodem, die voorzien is van plaatselijke gaten 14, waar- I 30 doorheen resten of gruis van lollymateriaal neerwaarts kunnen ontwijken. Radiaal buiten de opneemruimtes 13 is de I omtreksrand 12 voorzien van radiale gleuven 15, waarin I stokjes 41 van de lolly's 40 kunnen passen. Zoals te zien is in figuur 3 liggen de lollykoppen 42 vrijwel passend in I 35 de opneemruimtes 13. De invoerschijf 4 kan afgestemd zijn I op de vorm/het formaat van de koppen van de te vervaardi- I gen lolly's. Daartoe is schijf 4 verwijderbaar bevestigd Η in de tafel 70 door middel van bout 16.
In de figuren 1 en 3 is voorts te zien dat het werkvlak 3 van de tafel 70 vloeiend overgaat in het opper-vlak van het omtreksrandgebied 12. Bedieningspersonen H 5 kunnen aldus lolly's op het vlak 3 uitgespreid hebben liggen, en dan met de hand de lolly's 40 aan de steel 41 vastgrijpen en deze met de koppen 42 in de opneemruimtes H 13 schuiven, daarbij geleid door het werkvlak 3. Doordat de invoerschijf 4 vrijwel rondom omgeven is door het H 10 werkvlak 3 kan dit gemakkelijk van meerdere zijden af H geschieden.
Aan de van de bedieningspersonen tegengestelde H zijde van de invoerschijf 4 bevindt zich het overbrengsta- H tion 20, dat, zoals te zien is in figuur 4A, B, voorzien H 15 is van een om een horizontale rotatieas draaiend aangedre- ven overzetschijf 21, die aan diametraal tegen elkaar gelegen zijden voorzien is van een inkeping 22 voor opname van een stokje 41. In figuur 4A is het niveau van het werkvlak 3 weergegeven. Door de uitsparing 22, die een 20 nalopende rand 22a heeft die hoger reikt dan de voorlopen- de rand 22b - voor vergemakkelijking van de opname van het stokje 41 - wordt op een positie op ongeveer "half drie" een stokje 41 uit de invoerschijf 4 gelicht. Voor radiaal buitenwaartse geleiding is een scheenplaat 23 voorzien, I 25 met een gebogen geleiderand 24, die eindigt op ongeveer I "één uur" in randeind 24a. Zoals te zien is in het boven- aanzicht van figuur 5 is de overzetschijf 21 dubbel uitge- voerd, met schijven 21a, b. Evenzo is de scheenplaat 23 I dubbel uitgevoerd, met scheenplaten 23a, b, die aan weers- I 30 zijden grijpen van het overzetplatenstel 21a, b. Een I stokje 41 wordt derhalve steeds op stabiele wijze gehouden I tijdens verdraaiing van de overzetschijf 21.
I Voor het in radiale buitenwaartse richting tegenhouden van het stokje 41, nadat dit stokje voorbij 35 het randeind 24a geraakt is, is op de scheenplaat 23 een dubbele arm 25 bevestigd, welke verdraaibaar is in de I richtingen H, om as 25d, maar veerbelast is in een rich- 13 ting H die op het vlak van de tekening gezien neerwaarts is.
De dubbele arm 25 is voorzien van aanslagarmde-len 25a, die voor begrenzing van de beweging van de hef-5 boom 25 aankomen tegen een vaste aanslag 29. De lange armdelen 25b reiken, op de tekening gezien naar links, voorbij het randeind 24a, en reiken met armeind 25c tot iets voorbij de positie "twaalf uur" bij de bovenste stand van uitsparing 22, zoals weergegeven in figuur 4A. Aldus 10 wordt in de verplaatsing van de verdieping 22, met daarin opgenomen een stokje 41, het stokje 41 nog opgesloten gehouden in het traject tussen randeind 24a en de genoemde "twaalf uur"-positie.
In de figuren 4A, B is te zien dat de transport-15 ketting 6, waarop de klemmen 7 bevestigd zijn, beweegt in de richting C volgens een baan tangentiaal aan de schijven 21. Hierbij is te zien dat de stokjesklemmen 7, op bekende wijze, opgebouwd zijn uit een vast klemdeel 8, dat wil zeggen een klemdeel dat vast bevestigd is op de ketting 6, 20 en een beweegbaar klemdeel 9, dat roteerbaar bevestigd is aan vast klemdeel 8, en door middel van een veer gespannen is naar een gesloten klemstand. Het klemdeel 9 reikt tot boven de ketting 6 met bedieningseind 9a, dat in de situatie weergegeven zoals in figuur 4A aan zou komen tegen de 25 omtreksrand van bedieningsrol 26 met omtreksvlak 26b om bij passage daarlangs gedraaid te worden om de klemopening tussen de klemdelen 8 en 9 open te zetten. Dit gebeurt net benedenstrooms het randeind 24a van de rand 24. In het traject daarna zal het klemdeeleind 9a vrijkomen van de 30 rol 26, en zal de klemopening gesloten worden. De klemopening is volledig gesloten in de positie van "twaalf uur”, waar ook het lange armdeel 25b eindigt. Het stokje 41 is dan volledig geklemd in de stokjesklem 7, zodat verder transport in de richting C, op de tekening naar links, op 135 betrouwbare wijze plaats kan vinden.
Om te bewerkstelligen dat de horizontale ori- '----------------- behouden blijft tijdens de overbrenging naar de stokjes-klemmen 7 (merk op dat het verpakkingsstation 30 de koppen 42 bij voorkeur in horizontale ligging ontvangt) is een H richtplaat 27 voorzien, die bevestigd is op as 26a van H 5 bedieningsrol 26. De richtplaat 27 van figuur 4A,B is geknikt gevormd, zoals te zien is in figuur 3 en in figuur 6, en bezit plaatdeel 27a, waarmee richtplaat 27 bevestigd H is aan de as 26a, een schuin daarvan afstaand plaatdeel H 27b, en daarvan weer teruggeknikt, opstaand plaatdeel 27c.
10 In figuren 6A,B is een andere uitvoering van de richtplaat 27 weergegeven, waarvan de plaatdelen 27b,c in hetzelfde vlak liggen. Het eigenlijke richtmiddel van de richtplaat 27 is de onderrand 27d, die in lichte aangrijping kan komen met een lollykop 42.
15 In figuren 4A en 6A is schematisch weergegeven hoe de kop 42 kan draaien tijdens meevoering door de overzetschijf 21. Wanneer de voorlopende rand van de kop 42 de richtrand 27d heeft bereikt, wordt deze daardoor, onder voortgaande beweging van de lolly 40 tegen de rich- 20 ting (B) van de klok, gericht naar een horizontale stand, I overeenkomend met de stand ingenomen in de opneemruimten I 13 en, waar het om gaat, met de kettingrichting. Opgemerkt I wordt dat het hierbij om een richten in hoofdzaak gaat.
I Kleine afwijkingen hoeven niet bezwaarlijk te zijn, zoals I 25 aangegeven in sommige van de figuren.
I De bedieningsrol 26 is bevestigd op het eind van I een arm 28, die bevestigd is aan een aangedreven rol 29, welke aandrijving aangestuurd is door de centrale bestu- I ringseenheid, niet weergegeven. Door aandrijving van de 30 rol 29 zal de arm 28 op en neer kunnen bewegen in de richting I, om de rol 26 tussen de in figuur 4A weergegeven stand en de in figuur 4B weergegeven stand te bewegen. In laatstgenoemde stand is sprake van een niet actieve stand van de rol 26, waarbij het omtreksvlak boven de baan 35 van de klemdeeleinden 9a blijft. Dit is van belang, omdat in een niet actieve stand de stokjesklemmen 7 reeds voorzien zijn van een stokje die opengezet worden bij passage 15 langs het betreffende overbrengstation. De richtplaat 27 I met richtrand 27d blijft dan ook buiten bereik van de I bewegingsbaan van de koppen van veel eerder in stokjes- I klemmen geplaatste lolly's. Opgemerkt wordt dat de richt- I 5 plaat 27 in hoogte verstelbaar aangebracht is op de as I 26a, om de hoogteligging van de richtrand 27d aan te I kunnen passen aan de vorm van de lollykop 42.
I Bij wijze van voorbeeld is in figuur 3 weergege- I ven dat van elke vier stokj esklemmen er reeds twee voor- I 10 zien zijn van een lolly 40. In het weergegeven overbreng- I station 20 wordt elke derde stokjesklem 7 voorzien van een I lolly. Op het weergegeven moment bevindt de rol 26 zich I met omtreksrand 26b nog buiten bereik van de stokjesklem I 7. Wanneer de stokjesklemmen 7 met vastgehouden lolly's, I 15 die zich op dat moment ter hoogte van het overbrengstation I 30 bevinden, gepasseerd zijn, wordt de rol 26 neergelaten I om de direct daaropvolgende stokjesklem open te zetten I voor opname van een lolly 40. De betreffende lolly 40 I bevindt zich op dit moment nog vlak vóór opname in een I 20 uitsparing 22 van de overzetschij f 21. Links op de teke- I ning is een reeks van drie stokj esklemmen te zien, waarin I lolly's 40a, 40b, 40c opgenomen zijn. De nu nog lege I vierde stokjesklem zal bediend worden bij het links-vol- I gende overbrengstation 20, vooraan gelegen in de opstel- I 25 ling volgens figuur 1.
I De aldus geklemde lolly's 40 worden in het I verpakkingsstation 30 met de koppen en aansluitende steel- gedeelten opgenomen tussen de folies 50a, b, en worden de folies 50a, b op elkaar gelast bij doorgang tussen de I 30 lasrollen 32a, 32b.
Direct benedenstrooms daarvan zorgen de mesrol- I len 32a, b voor scheiding van de dubbele folie op een I plaats tussen de lolly's in, met behulp van in ribben 34 voorziene messen 34a, die samenwerken met in ribben 35 H 35 voorziene aambeelden 35a. De mesrollen draaien hierbij I (zie figuur 7) in de richtingen J.
I Aan de naar beschouwer van de tekening van figuur 2 gekeerde zijde zijn de mesrollen 32a,b elk vooraf zien van een flens 62a,b , waarop de onderdelen voor het simultaan maken van "easy-openingen", hier inkepingen, aangebracht zijn. Aldus is op mesrol 32a een reeks messen 5 36 aangebracht, en op een flens van mesrol 32b een daarmee samenwerkende reeks aambeelden 37 aangebracht.
In figuur 7A zijn deze onderdelen duidelijker H weergegeven, waarbij te zien is dat aambeeld 37 met twee bouten bevestigd is op de flens van mesrol of aambeeldrol H 10 -32b. Het mes 36 is -opgebouwd uit een meshouder 36a, die door middel van een bout 45 bevestigd is op de flens, en voorzien is van een smal gedeelte, alwaar het eigenlijke mesdeel 38 daarop bevestigd is met behulp van bouten 44a, b, die door de meshouder 36a en in de voornoemde flens 15 reiken voor bevestiging daaraan. Het mesdeel 38 is nader weergegeven in figuur 7b, en bezit twee slobgaten 43a, b en een snijrand 39. Aan de van de snijrand 39 afgekeerde zijde is een schouder 47 voorzien.
In de gemonteerde toestand weergegeven in figuur 20 7A is de snijrand 39 in benedenstroomse richting (pijl J) H gekeerd, en geldt hetzelfde voor de schouder 47. Tegen de schouder 47 steunt het ondereind van een verbrede kop van een bout 48, die reikt in een daartoe vervaardigd gat 46 I in de meshouder 36a. Verstelling van het mesdeel 38a, en I 25 daarmee van de snijrand 39 kan plaatsvinden door de bouten I 44a, 44b, enigszins te lossen en dan met behulp van een I inbus-sleutel de kop van de bout 48 te verplaatsen in het I gat 46. Door aanslag van de boutknop tegen de schouder 47 I wordt het mesdeel 38 ook verplaatst, welke verplaatsing 30 mogelijk wordt gemaakt door de slobgaten 43a, b. Wanneer I de gewenste stand bereikt is, kunnen de bouten 44a, b weer I worden vastgezet. De positie van de bout 48 kan worden I vastgelegd door middel van een geschikt middel dat reikt I in gat 49.
35 Met behulp van de snij randen 39 kunnen de inke pingen 53, weergegeven in figuur 8, worden gemaakt. Te zien is dat deze inkepingen op een kleine afstand naast de 17 scheidingslijn 52 tussen de opeenvolgende verpakkingen gelegen zijn, zodanig dat door verder laten scheuren van de inkeping 53 de scheur het niet-gelaste gebied 51, waarin zich de lollykop 42 bevindt, wordt bereikt. Weerge-5 geven zijn verder nog vlekken 54, die op gebruikelijke wijze gebruikt worden voor het in register brengen van de klemmen 7 van de transporteur 6 met eventuele afbeeldingen (logo's) op de foliebaan.

Claims (32)

1. Inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, H omvattend een verpakkingsstation voor het in verpak- H kingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de produkten, H 5 een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produk- ten naar het verpakkingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transportrichting achter elkaar gelegen produkthouders, en een invoerstation met middelen voor het verenkeld toevoeren naar de 10 toevoertransporteur, waarbij het invoerstation tenminste één invoertransporteur omvat, die voorzien is van opneem- ruimtes voor het opnemen van telkens een kop van een produkt en geplaatst is voor transport van de produkten naar een overbrengstation voor overdracht van de produkten 15 aan de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation voorts een spreidtafel omvat, die zich naast de in- voertransporteur uitstrekt en een werkoppervlak vormt voor een bedieningspersoon.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 20 spreidtafel zich aan meerdere zijden van de in- I voertransporteur uitstrekt, in het bijzonder aan weerszij- I den.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij I de invoert ransporteur een om een verticale as roteerbare I 25 schijf omvat, die aan de omtrek voorzien is van de opneem- I ruimtes.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de I schijf gedeelten bezit die bodems vormen van de opneem- I ruimtes.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de bodems voorzien zijn van lokale doorgangen. I 19
6. Inrichting volgens een der voorgaande I conclusies, waarbij de invoertransporteur een bovenvlak I vormt, waarin de opneemruimtes gevormd zijn en dat zich op I nagenoeg gelijk niveau bevindt als het oppervlak van de I 5 spreidtafel.
7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het I bovenvlak zich op gelijk niveau danwel iets beneden het I oppervlak van de spreidtafel bevindt.
8. Inrichting volgens een der voorgaande I 10 conclusies, omvattend een aantal invoertransporteurs, die I parallel geplaatst zijn.
9. Inrichting volgens conclusie 8, omvattend I voor iedere invoertransporteur een eigen overbrengstation, I waarbij de overbrengstations op afstand langs de I 15 toevoertransporteur van elkaar geplaatst zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 9, omvattend I eerste middelen voor het aandrijven van de invoertranspor- I teur en tweede middelen voor het aandrijven van de I toevoertransporteur, waarbij de eerste aandrijfmiddelen de I 20 invoertransporteur aandrijven op een snelheid die 1/(aantal invoertransporteurs) x de snelheid van de I toevoertransporteur bedraagt.
11. Inrichting volgens conclusie 8, 9 of 10, I waarbij het overbrengstation voorzien is van middelen voor 25 het bedienen van de houders op de toevoertransporteur om I deze in een ontvangst stand te brengen, en van middelen I voor het in werking stellen van de bedieningsmiddelen op I een frequentie gelijk aan de snelheid van de betreffende I invoertransporteur.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend richtmiddelen voor het richten van de kop van het produkt bij overbrengen daarvan in de houder in een vlak loodrecht op de steel, bij voorkeur I voor feitelijke overdracht aan de houder, waarbij de I 35 richtmiddelen bij voorkeur deel uitmaken van het over- I brengstation.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de Η richtmiddelen een richtoppervlak omvatten, dat in de baan van de kop van het produkt bij het overbrengen daarvan in de houder gelegen is.
14. Inrichting volgens conclusie 11 en 12 of 13, 5 waarbij de richtmiddelen met de bedieningsmiddelen ver-plaatsbaar zijn.
15. Inrichting voor het verpakken van van een H steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, H omvattend een verpakkingsstation voor het in verpak- H 10 kingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de produkten, een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produk- ten naar het verpakkingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transportrichting achter elkaar gelegen produkthouders, en een invoerstation met H 15 middelen voor het verenkeld toevoeren naar de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation tenminste één invoertransporteur omvat, die voorzien is van opneem- ruimtes voor het opnemen van telkens een kop van een produkt en geplaatst is voor transport van de produkten 20 naar een overbrengstation voor overdracht van de produkten aan de toevoertransporteur, waarbij de inrichting een aantal invoertransporteurs omvat, die parallel geplaatst zijn.
16. Inrichting volgens conclusie 15, omvattend I 25 voor iedere invoertransporteur een eigen overbrengstation, waarbij de overbrengstations op afstand langs de I toevoertransporteur van elkaar geplaatst zijn.
17. Inrichting volgens conclusie 16, omvattend I eerste middelen voor het aandrijven van de invoertranspor- 30 teur en tweede middelen voor het aandrijven van de toevoertransporteur, waarbij de eerste aandrijfmiddelen de I invoertransporteur aandrijven op een snelheid die 1/ (aantal invoertransporteurs) x de snelheid van de I toevoertransporteur bedraagt. I 35
18. Inrichting volgens conclusie 15, 16 of 17, I waarbij het overbrengstation voorzien is van middelen voor I het bedienen van de houders op de toevoertransporteur om deze in een ontvangststand te brengen, en van middelen voor het in werking stellen van de bedieningsmiddelen op een frequentie gelijk aan de snelheid van de betreffende invoertransporteur.
19. Inrichting volgens een der conclusies 15-18, waarbij de invoertransporteurs om een verticale as roteerbare schijven omvatten, die aan de omtrek voorzien zijn van de opneemruimtes.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij 10 elke schijf gedeelten bezit die bodems vormen van de opneemruimtes, waarbij de bodems bij voorkeur zijn voorzien van lokale doorgangen.
21. Inrichting volgens een der conclusies 15-20, waarbij het invoerstation voorts een spreidtafel omvat, 15 die zich naast de invoertransporteurs uitstrekt en een werkoppervlak vormt voor een bedieningspersoon.
22. Cirkelvormige schijf voorzien van een reeks opneemruimtes voor de koppen van lolly's en dergelijke van een kop en steel voorziene produkten, waarbij de schijf 20 gedeelten bezit die bodems vormen van de opneemruimtes, waarbij de bodems bij voorkeur zijn voorzien van lokale doorgangen.
23. Inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, 25 omvattend een verpakkingsstation voor het in verpakkingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de produkten, een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produkten naar het verpakkingsstation, waarbij de transporteur I voorzien is van een reeks in transportrichting achter 30 elkaar gelegen produkthouders, waarbij het verpak- I kingsstation een paar met elkaar samenwerkende lasrollen I voor het op elkaar lassen van de verpakkingsbanen, onder I insluiting van althans de kop van het produkt, en een paar met elkaar samenwerkende mesrollen voor het scheiden van I 35 verpakte produkten omvat, alsmede een eerste en een tweede toevoer voor toevoer van een eerste en een tweede baan I verpakkingsmateriaal naar de lasrollen, waarbij de Η Η toevoertransporteur geplaatst is voor het tussen de las- H rollen en de mesrollen, opgesloten tussen beide verpak- H kingsbanen, transporteren van de produkten, waarbij het H paar mesrollen voorzien is van aanvullende snijmiddelen H 5 voor het vormen van een insnijding in de verpakking.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de H aanvullende snijmiddelen geplaatst zijn om een zich vana£ de rand van de verpakking uitstrekkende insnijding te vormen. H 10
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, waarbij de aanvullende snijmiddelen gelegen zijn aan de van de steel afgelegen zijde van de kop.
26. Inrichting voor het verpakken van van een steel en een kop voorziene produkten, zoals lolly's, 15 omvattend een verpakkingsstation voor het in verpak- kingsmateriaal, zoals folie, verpakken van de produkten, een toevoertransporteur voor het toevoeren van de produk- ten naar het verpakkingsstation, waarbij de transporteur voorzien is van een reeks in transportrichting achter 20 elkaar gelegen produkthouders, en een invoerstation met I middelen voor het verenkeld toevoeren naar de toevoertransporteur, waarbij het invoerstation tenminste I één invoertransporteur omvat, die voorzien is van opneem- I ruimtes voor het opnemen van telkens een kop van een I 25 produkt en geplaatst is voor transport van de produkten I naar een overbrengstation voor overdracht van de produkten I aan de toevoertransporteur, voorts omvattend richtmiddelen I voor het richten van de kop van het produkt bij overbren- gen daarvan in de houder in een vlak loodrecht op de 30 steel.
27. Inrichting volgens conclusie 26, waarbij de I richtmiddelen opgesteld zijn om de kop aan te grijpen I voordat feitelijke overdracht aan de houder heeft plaats- gevonden. I 35
28. Inrichting volgens conclusie 26 of 27, waarbij de richtmiddelen een richtoppervlak omvatten, dat I in de baan van de kop van het produkt bij het overbrengen daarvan in de houder gelegen is.
29. Inrichting volgens conclusie 28, waarbij het richt oppervlak zich uitstrekt volgens een baan die evenwijdig is aan die van de houders.
30. Inrichting volgens conclusie 28 of 29, waarbij het richtoppervlak gevormd wordt door een rand, bij voorkeur van een plaat.
31. Inrichting volgens een der conclusies 26-30, waarbij de richtmiddelen deel uitmaken van het overbreng- 10 station.
32. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 15 -o-o-o-o-o-o-o-o- AF/AT
NL1023733A 2003-06-24 2003-06-24 Verpakkingsmachine. NL1023733C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023733A NL1023733C2 (nl) 2003-06-24 2003-06-24 Verpakkingsmachine.
CL2004001589A CL2004001589A1 (es) 2003-06-24 2004-06-23 Disposicion para empaquetar productos provistos de un cabezal y palito que comprende una estacion de empaquetamiento con productos tales como una lamina, un transportador de suministro con una serie de sujetadores.
PCT/NL2004/000447 WO2004113172A1 (en) 2003-06-24 2004-06-23 Packaging machine
ARP040102189 AR044875A1 (es) 2003-06-24 2004-06-23 Una disposicion para empaquetar productos provistos de cabezal y palito

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023733 2003-06-24
NL1023733A NL1023733C2 (nl) 2003-06-24 2003-06-24 Verpakkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023733C2 true NL1023733C2 (nl) 2004-12-28

Family

ID=33536504

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023733A NL1023733C2 (nl) 2003-06-24 2003-06-24 Verpakkingsmachine.

Country Status (4)

Country Link
AR (1) AR044875A1 (nl)
CL (1) CL2004001589A1 (nl)
NL (1) NL1023733C2 (nl)
WO (1) WO2004113172A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102005017329B4 (de) * 2005-04-14 2014-10-16 Theegarten-Pactec Gmbh & Co. Kg Verfahren und Vorrichtung zum Verpacken kleinstückiger Artikel
NL1028768C2 (nl) 2005-04-14 2006-10-17 Cfs Weert Bv Verpakkingsmachine voor lollies en andere snoepwaren.
NL1031139C2 (nl) 2005-04-14 2007-11-14 Cfs Weert Bv Inrichting voor het verpakken van artikelen.
DE602006006651D1 (de) 2006-04-20 2009-06-18 Cfs Weert Bv Einrichtung zum Vereinzeln von Lutschern
WO2007121930A1 (en) * 2006-04-20 2007-11-01 Cfs Weert B.V. Singling machine for lollipops
ATE473922T1 (de) 2006-05-22 2010-07-15 Cfs Weert Bv Verpackungsmaschine für gegenstände
EP2765082A1 (en) * 2013-02-08 2014-08-13 GEA Food Solutions Weert B.V. Lollipop with a deep drawn package
MX2016014840A (es) 2014-05-20 2017-05-30 Gea Food Solutions Weert Bv Rueda de transferencia entre una unidad de formado de paletas y una unidad de envoltura de paletas.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0036282A1 (en) * 1980-03-13 1981-09-23 Wm. Wrigley Jr. Company Machine for wrapping articles
US5450706A (en) * 1993-05-24 1995-09-19 Latini Machine Company, Inc. Single twist bunch wrapping machine
EP1283183A1 (en) * 2001-08-07 2003-02-12 EUROSICMA S.r.l. Machine to orderly feeding of lollipops
EP1310430A1 (en) * 2001-11-05 2003-05-14 AZIONARIA COSTRUZIONI MACCHINE AUTOMATICHE-A.C.M.A.-S.p.A. A method and a device for feeding confectionery products to a wrapping machine
WO2003043436A1 (en) * 2001-11-21 2003-05-30 Cfs Weert B.V. Device and method for manufacturing and packaging lollipops

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0036282A1 (en) * 1980-03-13 1981-09-23 Wm. Wrigley Jr. Company Machine for wrapping articles
US5450706A (en) * 1993-05-24 1995-09-19 Latini Machine Company, Inc. Single twist bunch wrapping machine
EP1283183A1 (en) * 2001-08-07 2003-02-12 EUROSICMA S.r.l. Machine to orderly feeding of lollipops
EP1310430A1 (en) * 2001-11-05 2003-05-14 AZIONARIA COSTRUZIONI MACCHINE AUTOMATICHE-A.C.M.A.-S.p.A. A method and a device for feeding confectionery products to a wrapping machine
WO2003043436A1 (en) * 2001-11-21 2003-05-30 Cfs Weert B.V. Device and method for manufacturing and packaging lollipops

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004113172A1 (en) 2004-12-29
CL2004001589A1 (es) 2005-06-03
AR044875A1 (es) 2005-10-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2524242C1 (ru) Устройство и способ запечатывания лотков
NL1028768C2 (nl) Verpakkingsmachine voor lollies en andere snoepwaren.
NL1023733C2 (nl) Verpakkingsmachine.
US4999977A (en) Automatic bag filler
JP2012136354A (ja) 積込みヘッドへ食品を運搬する装置および方法
SE509493C2 (sv) Förfarande och anordning för framställning av påsartiga förpackningar för speciellt tuggtobaksersättning
KR101845684B1 (ko) 장갑 포장 시스템
US12024321B2 (en) Compact applicating machine
TW562769B (en) Machine for packaging containers
US2928222A (en) Packaging machine
US7478511B2 (en) Packaging machine for packaging containers and lids
NL1026780C2 (nl) Overbrenginrichting voor lollies.
AU2006290909B2 (en) Machine for packaging articles
US20240116660A1 (en) Apparatus and method for transporting products
NL1018415C2 (nl) Toevoerder.
CA2570066C (en) Apparatus and method for transverse sealing of a packaging tube
GB2434356A (en) Packaging articles in cartons
RU2452670C2 (ru) Устройство для формирования групп упаковок
NL7807513A (nl) Inrichting voor het stapelen van zakken uit dunwandig materiaal.
EP2391546B1 (en) Convertible applicating machine
EP1497180B1 (en) An apparatus for preparing wrapper elements or wrappers
NL1037688C2 (nl) Inrichting voor het bewerken van bolvormige natuurlijke producten.
NL1039918C2 (nl) Machine voor het plaatsen van artikelen op vellen.
AU2003262104A1 (en) Method and device for the packaging of flat objects
WO2001079062A2 (en) Low-density material packaging machine

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101