NL1023678C2 - Plantvoet. - Google Patents

Plantvoet. Download PDF

Info

Publication number
NL1023678C2
NL1023678C2 NL1023678A NL1023678A NL1023678C2 NL 1023678 C2 NL1023678 C2 NL 1023678C2 NL 1023678 A NL1023678 A NL 1023678A NL 1023678 A NL1023678 A NL 1023678A NL 1023678 C2 NL1023678 C2 NL 1023678C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
plant base
groove
base
protuberance
Prior art date
Application number
NL1023678A
Other languages
English (en)
Inventor
Evert Van Zanten
Original Assignee
E Van Zanten Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by E Van Zanten Holding B V filed Critical E Van Zanten Holding B V
Priority to NL1023678A priority Critical patent/NL1023678C2/nl
Priority to NL1026254A priority patent/NL1026254C2/nl
Priority to DE602004020148T priority patent/DE602004020148D1/de
Priority to EP04076766A priority patent/EP1488688B1/en
Priority to AT04076766T priority patent/ATE426328T1/de
Priority to DK04076766T priority patent/DK1488688T3/da
Priority to DE602004020147T priority patent/DE602004020147D1/de
Priority to AT04076765T priority patent/ATE426327T1/de
Priority to DK04076765T priority patent/DK1488687T3/da
Priority to EP04076765A priority patent/EP1488687B1/en
Priority to US10/869,311 priority patent/US7263799B2/en
Priority to US10/869,316 priority patent/US7360336B2/en
Priority to CA002471409A priority patent/CA2471409A1/en
Priority to CA002471411A priority patent/CA2471411A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1023678C2 publication Critical patent/NL1023678C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/04Flower-pot saucers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B2200/00Constructional details of connections not covered for in other groups of this subclass
    • F16B2200/30Dovetail-like connections
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T403/00Joints and connections
    • Y10T403/65Scarf
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T403/00Joints and connections
    • Y10T403/65Scarf
    • Y10T403/655Mirror images

Description

>
Plantvoet i De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een plantvoet omvattende een voetdeel met een zitting voor een plantpot, waarbij de plantvoet verder omvat een 5 staartdeel, dat zich vanaf een achterzijde van het voetdeel in horizontale richting uitstrekt.
Het toepassingsgebied zal met name liggen in de tuinbouw waaronder ook vermeerdering, veredeling, kweek, handel in dergelijke producten etc.. Meer specifiek zal men de plantvoet toepassen bij die activiteiten in de tuinbouw waarbij men een 10 transportsysteem gebruikt
Een van de doelen van de in de inleiding genoemde plantvoet is dat de plantvoet tijdens transport voortdurend eenzelfde oriëntatie behoudt Dit wordt bereikt doordat het voetdeel of staartdeel tijdens transport tegen de zijwanden van het transportsysteem aanbotst, waarbij het voetdeel en het daaraan verbonden staartdeel zal roteren net 15 zolang totdat het staartdeel in hoofdzaak parallel komt te liggen aan de zijwand en dus ook parallel aan de richting van het transport, waarbij het staartdeel zich vanaf het voetdeel zal uitstrekken in een richting tegenovergesteld aan de richting van het transport. Wanneer men de plantvoet van de ene transportband verplaatst naar een andere transportband, die bijvoorbeeld loodrecht hierop is voorzien, zal dit proces zich 20 herhalen totdat de oriëntatie van de plantvoet is aangepast aan de nieuwe transportrichting. Eventueel kan men hierbij gebruik maken van een speciaal geleidingsorgaan, zoals een geleidingsstrip, dat onder een bepaalde hoek ten opzichte van de transportband is voorzien en al te grote plotselinge rotaties van de plantvoet voorkomt.
25 Het staartdeel zorgt er dus voor dat de plantvoet voortdurend eenzelfde oriëntatie aanneemt ten opzichte van de transportrichting. Dit richtingzoekend zijn is van voordeel bij bewerkingen aan een plant, of een bloem, waarbij men slechts één zijde van de plant of de bloem dient te bewerken. Verder valt te denken aan het sterker belichten van een zijde van een plant of een gewas, waar de meeste vruchten of 30 bloemen zich bevinden.
Een tweede doel van de uitvinding is dat opeenvolgende plantvoeten op zekere afstand van elkaar worden gehouden. Samen met de richtingzoekende functie van het staartdeel, zoals omschreven in de vorige alinea, zal bij het transport van een reeks 1023678 I naast elkaar geplaatste plantvoeten, het staartdeel van een plantvoet aan de achterzijde I daarvan aanliggen tegen het voetdeel van een opvolgende plantvoet. Hierdoor zullen I twee naastgelegen plantvoeten voortdurend over een afstand, die minimaal gelijk is aan I de lengte van het staartdeel, uit elkaar worden gehouden.
I 5 Een voordeel hierbij is dat naastgelegen planten niet meer met elkaar verstrikt I kunnen raken, en elkaar dus niet meer kunnen beschadigen. Dit is met name van belang I bij planten die buiten de diameter van de bijbehorende plantpot uitkomen.
I Een derde voordeel van de in de inleiding genoemde plantvoet is dat het I staartdeel voorziet in een extra stabilisering van de plantvoet tegen het omvallen van 10 een aan de plantvoet verbonden plantpot. Met name is dit het geval wanneer het I staartdeel net boven of zelfs contacterend met de transportband is voorzien. Dit zal vooral van belang zijn bij relatief hoge gewassen of planten, althans gewassen of I planten met een hoog gelegen zwaartepunt, wanneer men bijvoorbeeld bewerkingen I uitvoert aan het bovenste gedeelte hiervan.
I 15 In een voordelige uitvoeringsvorm van de plantvoet volgens de uitvinding is aan I de voorzijde van het voetdeel en de achterzijde van het staartdeel een groef/uitstulping- I samenstel voorzien, waarbij de uitstulping van de plantvoet opneembaar is in de groef I van een verdere overeenkomstige plantvoet, waarbij de groef en de uitstulping elk een I steunvlak hebben, waarbij het steunvlak van de uitstulping lager of hoger ligt dan het I 20 steunvlak van de groef zodanig dat wanneer de uitstulping van de plantvoet is I opgenomen in de groef van de overeenkomstige verdere plantvoet een van beide I plantvoeten ter plaatse van de ineengrijpende uitstulping en groef van de ondergrond I wordt opgetild.
I Het voordeel van deze uitvoering is met name van belang in het geval dat een rij I 25 plantvoeten stilstaat op een onder de plantvoeten bewegende transportband en via de transportband wordt aangevuld met nieuwe plantvoeten, doordat men de eerste I plantvoet van de rij tegenhoudt, bijvoorbeeld tegen een aanslag. Deze situatie zal zich I bijvoorbeeld voordoen tijdens het verpakken en transport klaarmaken van planten of het handmatig aanvullen van een rij planten, voordat deze in zijn geheel verder het I 30 transportsysteem ingaat. Door het van de ondergrond optillen van een van beide I plantvoeten ter plaatse van de ineengrijpende uitstulping en groef zal de wrijving tussen I de (stilstaande) plantvoet enerzijds en de bewegende transportband anderzijds worden I verminderd. Het voordeel van de verminderde wrijving is dat de kans op het slippen of I 1023678 ' ί i 3 vastlopen van de transportband eveneens vermindert. Een ander voordeel is dat de aandrijving van de transportband in een dergelijk geval minder energie zal kosten.
In een andere voordelige uitvoeringsvorm van de plantvoet, is de groef of uitstulping aan dezelfde zijde als het steunvlak van de groef respectievelijk uitstulping, 5 aan het vrije einde van de groef respectievelijk uitstulping voorzien van een inloopgeleidingsvlak. Deze uitvoering vergemakkelijkt het opnemen van de uitstulping in de groef, wanneer een over een transportband bewegende plantvoet tegen een stilstaande plantvoet aanbotst. Ongewenste bewegingen of schokken van de plantvoet worden hierbij voorkomen.
10 In een nog weer andere voordelige uitvoeringsvorm van de plantvoet volgens de uitvinding is het staartdeel aan de achterzijde voorzien van steunvoeten en is het groef/uitstulpingsamenstel voorzien zodanig dat de plaatselijk op te tillen plantvoet bij het voetdeel wordt opgetild. Het voordeel van het plaatselijk optillen van de plantvoet bij het ten opzichte van het staartdeel veel zwaardere voetdeel, is dat het effect van de 15 verminderde wrijving tussen transportband en plantvoet, zoals omschreven in de vorige alinea, veel groter is. Wanneer de steunvoeten zo ver uit elkaar geplaatst zijn dat een transportband hier tussendoor kan verlopen, is het bij opgetild voetdeel en afsteuning op de steunvoeten mogelijk het gehele contact met de transportband te verbreken. De transportband is dan niet meer belast en de plantvoet staat stabiel stil.
20 Volgens de uitvinding is het van voordeel wanneer in de langsrichting beschouwd de lengte van het staartdeel groter is dan de diameter van de zitting. Met voorkeur is de lengte van het staartdeel ten minste twee keer zo groot als de diameter van de zitting.
Bij een dergelijk verschil tussen de lengte van het staartdeel en de diameter van de zitting wordt zeker gesteld, dat opeenvolgende plantvoeten op voldoende afstand van 25 elkaar worden gehouden, zodat de planten niet in elkaar verstrikt raken, zelfs bij planten van een relatief grote omvang. Voorts is het zelfiichtend zijn aldus betrouwbaar verzekerd.
Volgens de uitvinding is het verder van voordeel wanneer in de richting dwars op de langsrichting beschouwd, de breedte van het achtereind van het staartdeel tenminste 30 50% is van de breedte van het voetdeel. Met meer voorkeur is deze breedte tenminste 70%, zoals 90% of meer, van de breedte van het voetdeel. Het voordeel van deze constructie van de plantvoet is dat het staartdeel sneller parallel aan een zijwand of een 1023678 I geleidingsorgaan van het transportsysteem zal komen te liggen, zodat de I richtingzoekende functie van de plantvoet verbetert.
I Volgens de uitvinding is het verder van voordeel wanneer de onderzijde van het I voetdeel is voorzien van sleuven voor het doorlaten van water. Een dergelijke 5 uitvoering biedt de mogelijkheid om de planten in een eb en vloed systeem, I bijvoorbeeld terwijl ze op een transportband staan, van water te voorzien. Men kan I hierbij denken aan het kweken en/of vervoeren van de planten in een transportgoot, die I van water kan worden voorzien. Een dergelijk systeem is bijvoorbeeld beschreven in WO..........
I 10 Volgens de uitvinding is het verder van voordeel wanneer de plantvoet is I voorzien van een informatiedrager, zoals een magneetstrip of een barcodestrip. Met voorkeur is deze informatiedrager van afstand uitleesbaar, bijvoorbeeld doordat de I informatiedrager elektrische signalen met een karakteristieke frequentie kan ontvangen I en weer terugzenden. Het gebruik van informatiedragers biedt de mogelijkheid om I 15 verschillende plantensoorten automatisch van elkaar te onderscheiden of planten I automatisch te onderscheiden welke een verschillend kweekproces achter de rug I hebben. Dit is bijvoorbeeld van belang bij het verpakken en transport klaarmaken van I de planten.
I Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een 20 transportband en een plantvoet volgens de uitvinding, waarbij de transportband een transportbandbreedte heeft, waarbij de transportband zich langs en over een steunvlak uitstrekt, waarbij de plantvoet steunvoeten omvat die, dwars op de staart beschouwd, een onderlinge afstand hebben groter dan de transportbandbreedte.
I De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde I 25 figuren, waarin:
Figuur 1 een zijaanzicht toont van de plantvoet in een voorkeursuitvoering;
Figuur 2 een bovenaanzicht toont van de plantvoet in een voorkeursuitvoering; I Figuur 3 in zijaanzicht en als detail vier mogelijkheden toont, waarop het groeÊ'uitstulping-samenstel van twee opeenvolgende plantvoeten in elkaar kunnen I 30 vallen.
De figuren 1 en 2 tonen een plantvoet 1 in een voorkeursuitvoering volgens de uitvinding, waarbij de plantvoet omvat een voetdeel 3 en een staartdeel 4, waarbij het I staartdeel zich vanaf een achterzijde vanaf het voetdeel 3 in horizontale richting I 1023678 5 uitstrekt. Verder is zichtbaar een zitting 2 voor een plantpot, een groef 5 voorzien aan de achterzijde van het staartdeel 4 en een uitstulping 6 is voorzien aan de voorzijde van hetvoetdeel3.
De zitting 2 van de plantvoet 1 kan van een als zodanig bekend ontwerp zijn, 5 zoals een opstaande rand of een uitsparing in het voetdeel, waarin een plantpot opneembaar is. Bij voorkeur is de uitstulping 6 voorzien aan het voetdeel 3 en is de ; groef 5 voorzien aan het staartdeel 4. Het is echter ook goed denkbaar om de groef 5 aan het voetdeel 3 te voorzien en de uitstulping 6 aan het staartdeel te voorzien.
Aan de achterzijde van het staartdeel 4 zijn steunvoeten 7 voorzien. Dit biedt 10 twee voordelen. Het eerste is dat aldus het contact oppervlak met het onderliggende oppervlak wordt verkleind. Aldus zal indien dit onderliggende oppervlak een transportband is de ondervonden wrijving bij slip geringer zijn. Het tweede voordeel is dat indien de breedte van de transportband kleiner is dan, dwars op de staart beschouwd, de afstand tussen de steunvoeten 7 en indien de plantvoet in de 15 transportbandrichting geörienteerd is, de plantvoet bij optillen van het voetdeel geheel contactloos ten opzichte van d etransportband is. Voor een voorbeeld van bruikbare transportbanden zij verwezen naar WO..........
Verder tonen de figuren 1 en 2 een diameter d van de zitting 2 voorzien aan het voetdeel 3, een breedte B en een lengte L van het staartdeel 4 en tot slot een breedte b 20 van het voetdeel 3.
In de voorkeursuitvoering van de plantvoet is de lengte L van het staartdeel 4 een aantal keren groter dan de diameter d van de zitting 2. Bij een dergelijke afmeting zullen opeenvolgende van planten voorziene plantvoeten op voldoende afstand van elkaar worden gehouden. Zelfs bij planten met een relatief brede omvang is de kans op 25 het verstrikt raken van naast elkaar staande planten zeer gering.
Verder is in een voorkeursuitvoering van de uitvinding de breedte B van het achtereind van het staartdeel 4 bij voorkeur tenminste 90% van de breedte b van het voetdeel 3. In de uitvoering zoals getoond in fig. 1 en 2 is de breedte b van het voetdeel 3 zelfs gelijk (100%) aan de breedte B van het staartdeel 4. Indien een dergelijke 30 plantvoet tijdens transport van richting moet veranderen, zal het relatief brede staartdeel makkelijker parallel komen te liggen aan een zijwand of een geleidingsorgaan van het transportsysteem en dus eerder de juiste richting aannemen.
1023678 I Een breder staartdeel 4 verbetert derhalve het richtingzoekend vermogen van de I plantvoet 1.
Figuur 3 toont in detail en in zijaanzicht het groef/uitstulpingsamenstel en dient I ter illustratie van vier mogelijkheden waarop de uitstulping in de groef opneembaar is.
I 5 In fig. 3 a en 3b is de uitstulping 6 voorzien aan het voetdeel 3 en is de groef 5 voorzien I aan het staartdeel 4. In fig. 3c en 3d is dit andersom en is derhalve de uitstulping 6 I voorzien aan het staartdeel 4 en is de groef 5 voorzien aan het voetdeel 3. De I mogelijkheden volgens fig. 3a en 3b verdienen volgens de uitvinding de voorkeur met I name in combinatie met de hier niet getoonde steunvoeten aan het achtereind van het I 10 staartdeel.
Naast de bekende onderdelen uit de fig. 1 en 2, zijn in fig. 3 verder nog zichtbaar I steunvlak 8 en 34 en een inloopgeleidingsvlak 9. Kenmerkend voor de uitvinding is dat I het steunvlak 34 van de uitstulping lager of hoger ligt dan het steunvlak 8 van de groef.
I Het inloopgeleidingsvlak 9 is voorzien aan dezelfde zijde als het steunvlak 34. In fig. 3 I 15 is het inloopgeleidingsvlak 9 voorzien aan het vrije einde van de uitstulping 6. Het is I echter ook goed denkbaar dat het inloopgeleidingsvlak 9 is voorzien aan het vrije einde I van de groef 5. Feitelijk zijn er dus 8 mogelijkheden, waarop een groef/uitstulping- I samenstel van twee opeenvolgende plantvoeten kunnen samenvallen. Voorts zij I opgemerkt dat het steunvlak 34 ook schuin kan verlopen. Het kan bijvoorbeeld het I 20 verlengde van inloopgeleiding 8 zijn. De overgang tussen inloopgeleiding 8 en I steunvlak 34 kan daarbij onzichtbaar zijn. Het steunvlakdeel zal dan beginnen waar I voetdeel of staartdeel net opgetild wordt.
I In plaats van het toepassen van een inloopgeleidingsvlak 9 aan de uitstulping 8 I zou men het inloopgeleidingsvlak ook telkens in de groef 5 kunnen voorzien. In plaats 25 van schuine inloopgeleidingsvlakken zou men ook volgens een kromme verlopende I inloopgeleidingsvlakken kunnen voorzien. Ook kunnen zowel de uitstulping als de I groef van een inloopgeleidingsvlak zijn voorzien.
I Fig. 3a toont de voorkeursuitvoering van de plantvoet volgens de uitvinding, waarbij I het steunvlak 8 van de uitstulping 6 voorzien aan het voetdeel 3, lager ligt dan het I 30 steunvlak 8 van de groef 5 voorzien aan het staartdeel 4. Indien de linker plantvoet uit I fig. 3a. in de richting aangegeven met pijl A beweegt zal de uitstulping 6 in de groef 5 I worden opgenomen, waarbij het voetdeel 3 in geringe mate van de ondergrond in een I richting aangegeven met pijl D wordt opgetild.
I 1023678 7
In de uitvoering zoals getoond in fig. 3b zal het in de figuur aan de rechterkant gelegen staartdeel 4 in een richting aangegeven met pijl C van de ondergrond worden opgetild.
Bij de uitvoeringen zoals getoond in de fig. 3c en 3d is de locatie van S respectievelijk de groef en de uitstulping omgedraaid en wordt op een overeenkomstige wijze zoals hierboven uitgelegd respectievelijk het staartdeel 4 van de bodem opgetild (fig. 3c) in de richting C en het voetdeel 3 van de bodem opgetild (fig. 3d) in de richting D.
Omdat het staartdeel 4 tijdens transport zich zal uitstrekken in de 10 tegenovergestelde richting ten opzichte van de transportrichting zal in de praktijk het voetdeel 3 bewegend in de richting A samenvallen met een stilstaand of langzamer bewegend staartdeel 4.
15 i | i 1023678 '

Claims (11)

1. Plantvoet (1) omvattende eenvoetdeel (3) meteen zitting (2) vooreen plantpot, I met het kenmerk, I 5 dat de plantvoet verder omvat een staartdeel (4), dat zich vanaf een achterzijde vanaf het voetdeel (3) in horizontale richting uitstrekt.
2. Plantvoet (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, I dat aan de voorzijde van het voetdeel (3) en de achterzijde van het staartdeel (4) een I 10 groef/uitstulpingsamenstel is voorzien; dat de uitstulping (6) van de plantvoet opneembaar is in de groef (5) van een verdere overeenkomstige plantvoet; I dat de groef (5) en de uitstulping (6) elk een steunvlak hebben; I dat het steunvlak van de uitstulping lager of hoger ligt dan het steunvlak van de I 15 groef zodanig dat wanneer de uitstulping van de plantvoet is opgenomen in de groef van de overeenkomstige verdere plantvoet een van beide plantvoeten ter plaatse van I de ineengrijpende uitstulping en groef van de ondergrond wordt opgetild.
3. Plantvoet (1) volgens der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de groef I 20 (5) of uitstulping (6) aan dezelfde zijde als het steunvlak van de groef respectievelijk uitstulping, aan het vrije einde van de groef respectievelijk uitstulping is voorzien van een inloopgeleidingsvlak.
4. Plantvoet (1) volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het I 25 staartdeel (4) aan de achterzijde is voorzien van steunvoeten (7) en het I groef/uitstulpingsamenstel is voorzien zodanig dat de plaatselijk op te tillen I plantvoet bij het voetdeel (3) wordt opgetild.
5. Plantvoet (1) volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat in de I 30 langsrichting beschouwd de lengte (L) van het staartdeel (4) groter is dan de I diameter (d) van de zitting (2). I 1023678
6. Plantvoet (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat in de langsrichting beschouwd de lengte (L) van het staartdeel (4) ten minste 2 keer zo groot is, zoals 3 keer zo groot, als de diameter van de zitting (2).
7. Plantvoet (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de richting dwars op de langsrichting beschouwd, de breedte (B) van het achtereind van het staartdeel (4) ten minste 50%, bij voorkeur ten minste 70%, is van de breedte (b) van het voetdeel.
8. Plantvoet (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderzijde van het voetdeel is voorzien van sleuven voor doorlaten van water.
9. Plantvoet (1) volgende een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plantvoet is voorzien van een informatiedrager, zoals een magneetstrip of een 15 barcodestrip of chip.
10. Plantvoet (1) volgens conclusies 9, met het kenmerk, dat de informatiedrager van afstand uitleesbaar is.
11. Samenstel van een transportband en een plantvoet volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transportband een transportbandbreedte heeft, waarbij de transportband zich langs en over een steunvlak uitstrekt, waarbij de plantvoet steunvoeten omvat die, dwars op de staart beschouwd, een onderlinge afstand hebben groter dan de transportbandbreedte. 25 1023678
NL1023678A 2003-06-17 2003-06-17 Plantvoet. NL1023678C2 (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023678A NL1023678C2 (nl) 2003-06-17 2003-06-17 Plantvoet.
NL1026254A NL1026254C2 (nl) 2003-06-17 2004-05-24 Samenstel omvattende een plantvoet en een transportsysteem, alsmede plantvoet bestemd voor een dergelijk samenstel.
EP04076765A EP1488687B1 (en) 2003-06-17 2004-06-15 Plant pot support
AT04076766T ATE426328T1 (de) 2003-06-17 2004-06-15 Pflanzentopftrager
DK04076766T DK1488688T3 (da) 2003-06-17 2004-06-15 Urtepotteunderstötning
DE602004020147T DE602004020147D1 (de) 2003-06-17 2004-06-15 Pflanzentopfträger
DE602004020148T DE602004020148D1 (de) 2003-06-17 2004-06-15 Pflanzentopfträger
DK04076765T DK1488687T3 (da) 2003-06-17 2004-06-15 Urtepotteunderstötning
EP04076766A EP1488688B1 (en) 2003-06-17 2004-06-15 Plant pot support
AT04076765T ATE426327T1 (de) 2003-06-17 2004-06-15 Pflanzentopftrager
US10/869,311 US7263799B2 (en) 2003-06-17 2004-06-16 Plant base
US10/869,316 US7360336B2 (en) 2003-06-17 2004-06-16 Plant base
CA002471409A CA2471409A1 (en) 2003-06-17 2004-06-17 Plant base
CA002471411A CA2471411A1 (en) 2003-06-17 2004-06-17 Plant base

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023678A NL1023678C2 (nl) 2003-06-17 2003-06-17 Plantvoet.
NL1023678 2003-06-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1023678C2 true NL1023678C2 (nl) 2004-12-20

Family

ID=33411903

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1023678A NL1023678C2 (nl) 2003-06-17 2003-06-17 Plantvoet.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US7360336B2 (nl)
EP (1) EP1488687B1 (nl)
AT (1) ATE426327T1 (nl)
CA (1) CA2471411A1 (nl)
DE (1) DE602004020147D1 (nl)
DK (1) DK1488687T3 (nl)
NL (1) NL1023678C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023678C2 (nl) * 2003-06-17 2004-12-20 E Van Zanten Holding B V Plantvoet.
NL1026254C2 (nl) * 2003-06-17 2005-05-02 E Van Zanten Holding B V Samenstel omvattende een plantvoet en een transportsysteem, alsmede plantvoet bestemd voor een dergelijk samenstel.
US8561345B2 (en) 2009-08-24 2013-10-22 James Vincent Armas Apparatus for displaying a plant

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2019249A (en) * 1934-10-23 1935-10-29 William T Bradley Tray
US4248014A (en) * 1978-10-27 1981-02-03 Williames Geoffrey Allan Seedling containers
FR2519246A1 (fr) * 1982-01-07 1983-07-08 Abel Dispositif pour la presentation d'articles, tels que des pots de fleurs
NL8502285A (nl) * 1985-08-19 1987-03-16 Johannes Bernardus Maria Van D Schotel voor ondersteuning van een in zijn bodem een perforatie vertonende bloempot.
US4969290A (en) * 1989-05-09 1990-11-13 Rudolph Skoretz Apparatus for even exposure of plants to sunlight

Family Cites Families (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US554661A (en) * 1896-02-18 Flower-stand
US138520A (en) * 1873-05-06 Improvement in joints for sheathing
USRE23002E (en) * 1948-05-18 Wood finishing apparatus
US1740364A (en) * 1928-07-17 1929-12-17 Maso Joseph Dal Plant support
US2022398A (en) * 1935-05-08 1935-11-26 Beyer Philipp Greenhouse bench and method of making same
US2063289A (en) * 1935-07-31 1936-12-08 Joseph G Alusas Support
US2740515A (en) * 1953-04-06 1956-04-03 Williams & Wilson Ltd Conveyor apparatus
US3265338A (en) * 1962-09-21 1966-08-09 Henderson Harry Mason Floral holder for caskets and the like
US3326504A (en) * 1966-05-05 1967-06-20 Lawrence John J St Flag and jardiniere holder
CH633063A5 (it) * 1979-04-23 1982-11-15 Giovanni Boschetti Procedimento per realizzare listelli destinati ad incastrarsi lateralmente con interspazi per le dilatazioni e listello realizzato col procedimento.
US4379375A (en) * 1981-03-19 1983-04-12 Whittaker Corporation Hydroponic growing system and method
JPH0370675A (ja) * 1989-08-11 1991-03-26 Takagi Seiko:Kk フラワーポット用パレットと運搬器
US5457911A (en) * 1993-07-19 1995-10-17 Dec-Kor, Inc. Fence mounted hanger
CA2102057A1 (en) * 1993-08-18 1995-02-19 Frank Romagna Interlocking block planter device
NL9400284A (nl) 1994-02-22 1995-10-02 Damsigt Bv Transportsysteem voor potplanten.
JP2869030B2 (ja) * 1995-10-12 1999-03-10 眞理 宮下 植木鉢受
US5687505A (en) * 1996-07-15 1997-11-18 Haufler; Robert W. Plant pen
US5941019A (en) * 1997-12-23 1999-08-24 Nursery Supplies, Inc. Nursery container with attachment device
US6010104A (en) * 1998-06-15 2000-01-04 Hanson; David S. Combined container holder and engaged seat
DE29911462U1 (de) * 1999-07-02 1999-11-18 Akzenta Paneele & Profile Gmbh Befestigungssystem für Paneele
SE518184C2 (sv) * 2000-03-31 2002-09-03 Perstorp Flooring Ab Golvbeläggningsmaterial innefattande skivformiga golvelement vilka sammanfogas med hjälp av sammankopplingsorgan
DE10031639C2 (de) * 2000-06-29 2002-08-14 Hw Ind Gmbh & Co Kg Fussbodenplatte
JP2002247920A (ja) * 2001-02-26 2002-09-03 Tokai Kasei Corp 鉢物収容ケース及び鉢物収容トレー
US20030070357A1 (en) * 2001-10-15 2003-04-17 Huang Shih Ming Floatable planting apparatus
NL1023678C2 (nl) * 2003-06-17 2004-12-20 E Van Zanten Holding B V Plantvoet.
NL1026254C2 (nl) * 2003-06-17 2005-05-02 E Van Zanten Holding B V Samenstel omvattende een plantvoet en een transportsysteem, alsmede plantvoet bestemd voor een dergelijk samenstel.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2019249A (en) * 1934-10-23 1935-10-29 William T Bradley Tray
US4248014A (en) * 1978-10-27 1981-02-03 Williames Geoffrey Allan Seedling containers
FR2519246A1 (fr) * 1982-01-07 1983-07-08 Abel Dispositif pour la presentation d'articles, tels que des pots de fleurs
NL8502285A (nl) * 1985-08-19 1987-03-16 Johannes Bernardus Maria Van D Schotel voor ondersteuning van een in zijn bodem een perforatie vertonende bloempot.
US4969290A (en) * 1989-05-09 1990-11-13 Rudolph Skoretz Apparatus for even exposure of plants to sunlight

Also Published As

Publication number Publication date
CA2471411A1 (en) 2004-12-17
ATE426327T1 (de) 2009-04-15
EP1488687A1 (en) 2004-12-22
DK1488687T3 (da) 2009-06-15
DE602004020147D1 (de) 2009-05-07
US7360336B2 (en) 2008-04-22
US20050160668A1 (en) 2005-07-28
EP1488687B1 (en) 2009-03-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1019257C2 (nl) Werkwijze voor het in een kas op een eerste laag niveau aangebrachte drager kweken van in houders opgenomen gewassen.
CA2563645C (en) Extendable conveyor system
US20090107803A1 (en) Food transport system and method
NL1011264C1 (nl) Transportsysteem voor het transporteren en accumuleren van voorwerpen.
NL1023678C2 (nl) Plantvoet.
EP1733614B1 (en) Cultivation trough and nursery provided with a multiple rail system and method for growing a crop in a cultivation trough
NL1026254C2 (nl) Samenstel omvattende een plantvoet en een transportsysteem, alsmede plantvoet bestemd voor een dergelijk samenstel.
NL9100361A (nl) Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas.
NL2000432C2 (nl) Plantpot voorzien van een label, werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk label alsmede werkwijze voor het telen van gewas.
NL2022482B1 (nl) Oogstinrichting en werkwijze voor het oogsten van aan een plant hangend fruit
NL1006427C2 (nl) Oogstinrichting.
NL1016554C2 (nl) Potuitzetmachine.
BE1017716A5 (nl) Transportinrichting voor bloempotten.
NL1010255C2 (nl) Bollenplanter.
NL1035692C2 (nl) Oogstsysteem voor het afvoeren van geoogste agrarische producten uit een kas, in het bijzonder vruchtgroenten.
EP1752068B1 (en) Transport and display tray
NL1020229C1 (nl) Trayhouder en stelsel van trayhouder en tray en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
NL2003034C2 (nl) Groep bloempotten.
NL1021282C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verenkelen van potplanten.
JP2665579B2 (ja) 園芸用トレー
NL1026120C2 (nl) Samenstel voorzien van een drager voor in kluiten opgenomen planten alsmede een dergelijke drager.
NL9201324A (nl) Takhouder.
NL194489C (nl) Werkwijze voor het handmatig oogsten van champignons, inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze en installatie voor het oogsten van champignons.
NL1016225C2 (nl) Houder voor bloembollen en dergelijke.
FR2692752B1 (fr) Procédé de manutention, culture hors sol, notamment dans des serres, transport et commercialisation de plants de légumes, de fruits ou de fleurs ainsi que module pour la mise en Óoeuvre de ce procédé.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20230616