NL9100361A - Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas. - Google Patents

Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas. Download PDF

Info

Publication number
NL9100361A
NL9100361A NL9100361A NL9100361A NL9100361A NL 9100361 A NL9100361 A NL 9100361A NL 9100361 A NL9100361 A NL 9100361A NL 9100361 A NL9100361 A NL 9100361A NL 9100361 A NL9100361 A NL 9100361A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
section
seedlings
straight
conveying
Prior art date
Application number
NL9100361A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193714B (nl
NL193714C (nl
Original Assignee
Mitsuboshi Belting Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsuboshi Belting Ltd filed Critical Mitsuboshi Belting Ltd
Publication of NL9100361A publication Critical patent/NL9100361A/nl
Publication of NL193714B publication Critical patent/NL193714B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193714C publication Critical patent/NL193714C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/143Equipment for handling produce in greenhouses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Description

Uittreksel
Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens de onderhavige uitvinding dat bestaat uit een eerste constructie voor het in een eerste voorafbepaalde baan transporteren van zaailingen teneinde de zaailingen onder een eerste groep geregelde groei-omstan-digheden te laten behandelen, een tweede constructie voor het transporteren van de zaailingen in een tweede voorafbepaalde baan teneinde de zaailingen onder een tweede groep geregelde groei-omstandigheden te laten behandelen, en een constructie voor het naar keuze afleiden van getransporteerde zaailingen op de eerste transportconstructie naar de tweede transportconstructie voor transport door de tweede transport-construct ie.
Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas. Achtergrond van de uitvinding Gebied van de uitvinding
Deze uitvinding heeft betrekking op het kweken van gewassen en meer in het bijzonder op een stelsel voor het automatisch in een geregelde omgeving brengen van zaailingen, het gestuurd door de geregelde omgeving transporteren van de zaailingen wanneer een behandeling daarop wordt uitgeoefend en het uit het stelsel afvoeren van de volgroeide zaailingen.
Achtergrond der techniek
Gewoonlijk wordt een veelvoud van gewassen in de geregelde omgeving van een kas gekweekt. Voorbeelden van op deze wijze gekweekte typen van zaailingen van gewassen zijn groenten, gewassen met wortels, fruit, bloemendragende platen, enzovoort.
Tot nu werd het kweken van deze verschillende gewassen in kassen door vijf verschillende technieken uitgevoerd: 1) een op de vloer geïnstalleerd stelsel; 2) een stelsel met een vaststaand bed; 3) een stelsel met een beweegbaar bed; 4) een kettingtransporterend beweegbaar stelsel; en 5) een speciaal bedstelsel. De bekende stelsels en hun diverse nadelen worden onder toegelicht.
In de op de vloer geïnstalleerde stelsels zijn hoofdbakken, die gewoonlijk van hout zijn gemaakt, in vierkante of rechthoekige blokken direct op de vloer van de kas geplaatst. Een blok van hoofdbakken kan bijvoorbeeld uit tien van dergelijke bakken bestaan. Binnen elke hoofdbak bevindt zich een aantal afzonderlijke kunststof-potten, gewoonlijk in de orde van grootte van 20, die de zaailingen bevatten. De hoofdbakken moeten met de hand worden opgeheven en worden getransporteerd door de tuinder of werknemers.
Eén van de hoofdnadelen van de op de vloer geplaatste stelsels is dat deze wat betreft de ruimte zeer ondoelmatig zijn. Voor het voor de tuinder bereikbaar zijn van de zaailingen teneinde het behandelen daarvan uit te voeren, zoals bemesten en beregenen, is het nodig dat er paden rond de bakken aanwezig zijn. Als gevolg hiervan is een aanzienlijke oppervlakte van de op een andere wijze bruikbare vloer van de kas louter ingenomen voor het leveren van een pad voor de tuinder/werknemer dat is gericht naar de groeiende zaailingen.
Een volgend probleem bij de op de vloer geplaatste stelsels is dat deze gewoonlijk volledig handmatige stelsels zijn. Dat wil zeggen, de tuinder/werknemer plaatst de bakken met de zaailingen met de hand, transporteert de bakken naar verschillende delen van de kas bij verschillende stadia van het volgroeien van de zaailingen en transporteert de bakken één voor één met de hand uit de kas nadat de zaailingen voldoende zijn volgroeid. Omdat de bakken op de vloer van de kas worden geplaatst, moet de tuinder bukken teneinde de bakken te pakken en op te heffen. Pijn in de rug en rugklachten komen bij tuin-ders/werknemers vaak voor.
Een volgend probleem bij de op de vloer geplaatste stelsels is dat hun effectieve werking zeer arbeidsintensief is. Het is* een arbeidsintensieve werkwijze de zaailingen te planten, te verplaatsen en het transport van de bakken naar de verschillende delen van de kassen uit te voeren waarin deze afzonderlijk worden behandeld.
In de stelsels van het bedtype worden de afzonderlijke houten bakken die de potten bevatten, op een tafel geplaatst in tegenstelling tot het bovenbeschreven op de vloer geplaatste stelsel. Het hoofdvoordeel van een tafel is dat de bakken op een prettiger werkhoogte staan en niet teneinde te worden getransporteerd vanaf het vloerniveau behoeven te worden opgeheven.
Alle andere nadelen van het op de vloer geplaatste stelsel zijn echter aanwezig, dat wil zeggen, de behoefte aan een grote ruimte, een langzame werking, het ongemak van het met de hand plaatsen en bewegen van de zaailingen en het arbeidsintensief zijn.
De beweegbare bedstelsels zijn soortgelijk aan de bovenbeschreven tafelbedstelsels, met de uitzondering dat er groepen rollen op de tafelbovenzijden zijn aangebracht die de afzonderlijke houten bakken gemakkelijker langs de bovenzijden van de tafels laten schuiven door rotatie van de rollen. Deze opstelling vergemakkelijkt het opnieuw plaatsen van de afzonderlijke bakken en laat gemakkelijk een werkruimte ontwikkelen rond de afzonderlijke bakken door de bakken eenvoudig ten opzichte van elkaar door het rolstelsel te verschuiven.
Hoewel de beweging van de afzonderlijke bakken wordt vergemakkelijkt blijft het gehele stelsel echter met de hand werkend. Verder wordt de beweging van de bakken op de tafel, van de tafel af teneinde plaatsen in de kas te scheiden, en de kas uit, met de hand uitgevoerd, zodat het stelsel, hoewel dit gemakkelijker werkt dan de bovenbeschreven stelsels, arbeidsintensief blijft en vrij ondoelmatig is wat betreft de tijd en de ruimte.
Bij de kettingtransporterende stelsels zijn transporteurs in serie aangebracht teneinde zaailingen door trekkassen en kweekkassen te transporteren. Er is een kweekbord bevat in een omhulsel dat met lage snelheden in een in hoofdzaak rechte baan wordt getransleerd wanneer de transporteur werkt.
In de speciale bedstelsels zijn zaailingen in openingen binnen geperforeerde panelen geplant, waarbij de perforaties stereoscopisch in een halve maan-vorm zijn aangebracht. Er wordt een voe-dingsmiddeloplossing op de zaailingen gesproeid teneinde het volgroeien uit te voeren.
De kettingtransporteur en de speciale bedstelsels benodi-gen beide een aanzienlijke hoeveelheid handwerk.
Alle bovengenoemde stelsels vereisen dat de zaailingen in een bepaalde ontwikkelingsfase op afstand van elkaar liggen teneinde vermenging van de zaailingen te voorkomen die de groeihandeling nadelig zou wijzigen. In elk bovengenoemd stelsel moet deze werkwijze met de hand worden uitgevoerd.
De kwaliteit van de verschillende gewassen is sterk afhankelijk van de groei-omstandigheden. De gewaskwaliteit varieert afhankelijk van de hoeveelheid toegevoegde voedingsmiddelen, de toestand van de lucht, de hoeveelheid zonneschijn, de omgevingstemperatuur en de hoeveelheid vocht waaraan de gewassen worden blootgesteld. Verscheidene van deze omstandigheden zijn inherent verschillend van de ene plaats op de andere in een kas. Als gevolg hiervan is er bij de bovenbeschreven stelsels gewoonlijk een aanzienlijk verschil in de kwaliteit van de gewassen van de ene plaats in de andere in de kas. Dit is een in het bijzonder ongewenst probleem dat met de bovengenoemde bekende massaproductiestelsels wordt bestreden.
Samenvatting van de uitvinding
De onderhavige uitvinding is in het bijzonder gericht op het op een nieuwe en eenvoudige wijze opheffen van de opgesomde problemen.
Het belangrijkste oogmerk van de onderhavige uitvinding is het uit voeren van automatisch kweken van gewassen in een kas door een eenvoudig stelsel dat snel en doelmatig werkt teneinde een homogeen gewas te vormen. Tegelijkertijd wordt een product met een hoge kwaliteit bereikt met een minimale hoeveelheid handwerk en met minimale ruimtebehoeften.
De onderhavige uitvinding heeft zowel betrekking op een stelsel voor het automatisch kweken van gewassen als op een werkwijze voor het uitvoeren daarvan.
Het stelsel volgens de onderhavige uitvinding bestaat uit een eerste constructie voor het in een eerste voorafbepaalde baan transporteren van zaailingen teneinde de zaailingen onder een eerste groep geregelde groei-omstandigheden te laten behandelen, een tweede constructie voor het transporteren van de zaailingen in een tweede voorafbepaalde baan teneinde de zaailingen onder een tweede groep geregelde groei-omstandigheden te laten behandelen, en een constructie voor het naar keuze afleiden van getransporteerde zaailingen op de eerste transportconstructie naar de tweede transportconstructie voor het transport door de tweede transportconstructie.
Het bovengenoemde stelsel kan worden gebruikt in een kas, waarbij verlichting, temperatuur, vochtigheid, voeding en dergelijke regelbaar zijn. De getransporteerde zaailingen die continu of stapsgewijze kunnen worden bewogen, worden gelijkmatig behandeld zodat een homogeen gewas met een hoge kwaliteit het gevolg is.
In een de voorkeur hebbende vorm werkt de tweede transportconstructie met een grotere snelheid dan de eerste transportconstructie, zodat de op de tweede transportconstructie geplaatste zaailingen op afstand van elkaar liggen, zodat er geen nadelig contact is tussen de volgroeide zaailingen op de tweede transportconstructie.
Teneinde het vormen van deze afstand verder te vergemakkelijken is het transportoppervlak dat wordt bepaald door de tweede transportconstructie breder dan het transportoppervlak dat wordt bepaald door de eerste transportconstructie. Ook heeft de afleidende constructie een divergerend transportoppervlak tussen de eerste en de tweede transportconstructie teneinde zijdelingse spreiding mogelijk te maken van de zaailingen wanneer deze op de tweede transportconstructie worden afgeleverd. Dit kan worden uitgevoerd door divergerende rollen die de zaailingen waaiervormig verspreiden wanneer deze op de tweede transportconstructie worden neergezet.
Bij voorkeur is tenminste één, en bij voorkeur zijn de eerste en de tweede transportconstructie beide uitgevoerd voor het in een gesloten lus transporteren van zaailingen. Deze opstelling maakt een doelmatig gebruik mogelijk van de ruimte van de kas.
In een de voorkeur hebbende vorm is de tenminste ene transportconstructie, en zijn bij voorkeur beide transportconstructies opgebouwd uit een aantal transportsecties voor het hebben van een eerste in hoofdzaak rechte transportsectie met een invoer-/afvoereinde en een tweede gekromde sectie met een afvoer-/invoereinde dat aangrenzend aan het invoer-/afvoereinde van de eerste transportsectie is. geplaatst, waarbij de tweede transportsectie in zijn werkstand de zaailingen laat overbrengen tussen het invoer-/afvoereinde van de; eerste rechte transportsectie en het afvoer-/invoereinde van de tweede gekromde transportsectie.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een constructie voor het ten opzichte van de eerste transportsectie naar een niet werkende stand bewegen van de tweede gekromde transportsectie teneinde het invoer-/afvoereinde van de eerste rechte transportsectie bloot te leggen voor het gemakkelijk daarvoor toegankelijk zijn.
In een de voorkeur hebbende vorm wordt de tweede transportsectie zijdelings ten opzichte van de lengte van de eerste transportsectie bewogen tussen zijn werkende en niet werkende stand.
Ook heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een verlengbare transportsectie die aan het invoer-/afvoereinde bij de eerste transportsectie behoort teneinde het overbrengen van zaailingen te vergemakkelijken tussen een plaats ter hoogte van de eerste transportconstructie en de eerste transportconstructie.
Bij voorkeur worden de zaailingen die op de tenminste ene van de eerste en de tweede transportconstructie worden getranspor teerd, regelbaar behandeld met tenminste licht, warmte, gekoelde lucht, vocht en voedingsmiddelen.
In een de voorkeur hebbende vorm hebben de eerste en de tweede transportconstructie transportoppervlakken die elk zijn uitgevoerd in een elliptische/ovale vorm waarbij de hoofdassen van de ellipsen in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van elkaar in lijn liggen en bij voorkeur in dezelfde lijn zijn.
De eerste transportconstructie bepaalt een groeilijn voor zaailingen, waarbij de tweede transportconstructie een kweeklijn bepaalt. De hoofdas van de tweede transportconstructie is bij voorkeur langer dan de hoofdas van de eerste transportconstructie, zodat de lengte en de oppervlakte van het transportoppervlak op de tweede transportconstructie groter zijn dan de lengte en de oppervlakte van het transportoppervlak op de eerste transportconstructie teneinde het bovengenoemde op afstand van elkaar brengen van zaailingen zowel in de lengte als in zijdelingse richting te vergemakkelijken.
In een de voorkeur hebbende vorm is er een derde en een vierde transportconstructie die als de eerste resp. de tweede trans-· portconstructie zijn uitgevoerd en is de afleidende constructie naar keuze beweegbaar tussen a) een eerste overbrengstand waarbij deze getransporteerde zaailingen van de eerste transportconstructie afleidt op de tweede transportconstructie en b) een tweede overbrengstand» waarbij deze getransporteerde zaailingen van de derde transportconstructie afleidt op de vierde transportconstructie.
Bij voorkeur hebben de eerste, tweede, derde en vierde transportconstructie een rechte transportsectie met op afstand van elkaar gelegen einden met een verlengbare transportsectie op het tenminste ene van de einden van elke rechte transportsectie. Elke verlengbare transportsectie vergemakkelijkt in een uitgestrekte toestand het op of van de rechte transportsectie brengen en afnemen van zaailingen.
Bij voorkeur is er ook een gekromde transportsectie die in een werkstand grenst aan het ene einde van elke rechte transportsectie voor het van of naar de rechte transportsecties overbrengen van zaailingen en is -een constructie aanwezig voor een naar een niet werkende stand bewegen van de gekromde transportsecties waarbij deze niet in contact staan met de verlengbare secties op elke transportcon- structie waarbij de verlengbare secties in hun uitgestrekte toestand zijn.
De uitvinding heeft ook betrekking op een transportstelsel voor het vergemakkelijken van het inbrengen van voorwerpen, zoals het op het stelsel brengen van zaailingen en het van het stelsel afleiden van voorwerpen, zoals zaailingen. Volgens een vorm van de uitvinding bestaat dit stelsel uit: een aantal transportsecties die een trans-portoppervlak bepalen, waarbij er een rechte transportsectie en een gekromde transportsectie zijn, waarbij de eerstgenoemde een invoer-/afvoereinde en de laatstgenoemde een afvoer-/invoereinde heeft voor het uitvoeren van het overbrengen van de voorwerpen met het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie met de gekromde transportsectie en de rechte transportsectie in hun werkstanden; en een constructie voor het bewegen van de rechte en de gekromde transportsectie ten opzichte van elkaar naar een niet werkende stand teneinde het tenminste ene van het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsec-tie en het afvoer-/invoereinde van de gekromde sectie bloot te leggen teneinde het op of van het transportstelsel brengen en afnemen van voorwerpen te vergemakkelijken.
Bij voorkeur is er een verlengbare transportsectie aanwezig aan het ene invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie en het afvoer-/invoereinde van de gekromde transportsectie.
De verlengbare sectie is naar keuze geplaatst in a) een teruggetrokken toestand waarin deze zich niet uitstrekt voorbij het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie en b) een uitgestrekte stand waarbij de verlengbare sectie zich uitstrekt voorbij het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie.
Bij voorkeur is de verlengbare sectie in hoofdzaak recht en ligt in de lijn van de rechte transportsectie met de verlengbare sectie in zijn uitgestrekte toestand.
In een de voorkeur hebbende vorm verbindt de rechte transportsectie voorwerpen aan elk einde met gekromde transportsecties, waarbij een verlengbare transportsectie aan elk einde aanwezig is.
De uitvinding heeft ook betrekking op een. afleidende constructie voor het uitvoeren van het in een rechte transportsectie overbrengen van voorwerpen.
In een de voorkeur hebbende vorm heeft het transportstel-sel een tweede rechte transportsectie die evenwijdig is aan en bestaat naast de eerste rechte transportsectie, waarbij er gekromde transport-secties zijn die de einden van de rechte transportsecties onderling verbinden teneinde daardoor een continue baan te bepalen voor het transporteren van voorwerpen.
Bij voorkeur is elke transportsectie boogvormig en strekt zich over ongeveer 180° uit.
De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze van het kweken van gewassen met de stappen van het verschaffen van een eerste transportconstructie, het op de eerste transport-constructie transporteren van zaailingen in een eerste voorafbepaalde baan teneinde de zaailingen onder een eerste groep geregelde groei-omstandigheden te laten behandelen, het verschaffen van een tweede transportconstructie, het van de eerste transportconstructie naar de tweede transportconstructie overbrengen van zaailingen, en het op de tweede transportconstructie in een tweede voorafbepaalde baan transporteren van zaailingen teneinde de zaailingen onder een tweede groep^ geregelde groei-omstandigheden te laten behandelen.
In een de voorkeur hebbende vorm is een af leidende constructie verschaft en wordt het vanaf de eerste transportconstructie naar de tweede transportconstructie overbrengen van zaailingen automa-, tisch uitgevoerd door de afleidende constructie.
Bij voorkeur kan tenminste de eerste of de tweede transportconstructie opnieuw worden gevormd teneinde a) het overbrengen van zaailingen vanaf de eerste transportconstructie naar de afleidende constructie en b) het vanaf de afleidende constructie naar de tweede transportconstructie overbrengen van zaailingen te vergemakkelijken. Dit wordt bij voorkeur uitgevoerd door de eerste en de tweede transportconstructie uit te voeren met samenwerkende transportsecties, waarbij tenminste één van de transportsecties een verlengbare transportsectie heeft die daarmee is verbonden, evenals in de bovenbeschreven constructie. De ene samenwerkende transportsectie wordt bij voorkeur ten opzichte van de andere bewogen voorafgaande aan het in zijn uitgestrekte toestand plaatsen van de verlengbare sectie.
Bij voorkeur zijn er een derde en een vierde transportconstructie aanwezig die overeenkomen met de eerste en de tweede trans- portconstructie en is een afleidende constructie aanwezig en is relatief beweegbaar tussen a) een eerste overbrengstand teneinde het överbrengen van voorwerpen vanaf de eerste transportconstructie naar de tweede transportconstructie uit te voeren en b) een tweede overbrengstand teneinde het overbrengen van voorwerpen uit te voeren vanaf de derde transportconstructie naar de vierde transportconstructie.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het overbrengen van voorwerpen, zoals zaailingen, van en naar een transportconstructie, welke werkwijze bestaat uit de stappen van: het verschaffen van een aantal voorwerptransporterende secties die samenwerkend een transportoppervlak bepalen voor voorwerpen, waarbij er een transportsectie is met een invoer-/afvoereinde en een tweede transport sect ie, waarbij de eerste en de tweede transportsectie relatief te plaatsen zijn in een werkstand waarbij voorwerpen vanaf het invoer-/afvoereinde van de eerste transportsectie van en naar de eerste transportsectie kunnen worden overgebracht; en het relatief bewegen· van de eerste en de tweede transportsectie uit hun werkstand teneinde toegang tot het invoer-/afvoereinde van de eerste transportsectie te; vergemakkelijken voor het gemakkelijker overbrengen van voorwerpen op en van het invoer-/afvoereinde van de eerste transportsectie.
Bij voorkeur is een verlengbare transportsectie aanwezig aan het invoer-/afvoereinde van de eerste transportsectie en is · beweegbaar tussen een teruggetrokken en een uitgestrekte stand, zodat de verlengbare sectie slechts in zijn uitgestrekte toestand kan zijn nadat de eerste en de tweede transportsectie uit hun werkstand zijn bewogen.
Korte beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas volgens de onderhavige uitvinding en met twee transportconstructies voor groeiende zaailingen aan de linkerzijde van figuur 1 en twee kwekende transportconstructies aan de rechterzijde van figuur 1, figuur 2 is een bovenaanzicht van het stelsel .van figuur 1 dat de transportconstructies voor groeiende zaailingen toont die in een vullende toestand zijn uitgevoerd waarbij zaailingen op geschikte wijze uit een toevoer aan de transportconstructies voor groeiende zaailingen worden geleverd, figuur 3 is een aanzicht volgens figuur 2 dat de transportconstructies voor groeiende zaailingen toont in hun werkende toestand en met zaailingen daarop, figuur 4 is een bovenaanzicht van het stelsel van figuur 1 dat de bovengelegen transportconstructie voor groeiende zaailingen en de kwekende transportconstructie toont in een overbrengende toestand voor het overbrengen van volgroeide zaailingen vanaf de transportconstructie voor groeiende zaailingen naar de kwekende transportconstructie, figuur 5 is een aanzicht als in figuur 4, waarbij de bovengelegen constructie voor het kweken en het groeien van zaailingen in hun gewone werkende toestand zijn, figuur 6 is een bovenaanzicht volgens de figuren 4 en 5, waarbij de bovengelegen kwekende transportconstructie in zijn ledigma-, kende toestand is uitgevoerd teneinde de volgroeide gewassen naar een-gewenst gebruikspunt af te voeren, figuur 7 is een perspectivisch aanzicht van een stelsel van de figuren 1-6, waarbij de bovengelegen transportconstructie voor groeiende zaailingen in zijn vultoestand, de bovengelegen kwekende, transportconstructie in zijn ledigmakende toestand en de ondergelegen transportconstructies voor het kweken en de groeiende zaailingen in hun overbrengtoestand zijn weergegeven, en figuur 8 is een aanzicht volgens figuur 7, waarbij alle transportconstructies in een gewone werktoestand zijn waarbij zaailingen continu en stapsgewijze kunnen worden getransporteerd in een elliptische baan op hun respectieve transportconstructies.
Gedetailleerde beschrijving van de tekeningen
In figuur 1 is een kas bij 10 weergegeven met een gewas-kweekstelsel volgens de onderhavige uitvinding dat daarbinnen in zijn geheel door 12 is aangeduid. De kas 10 heeft een in hoofdzaak rechthoekige uitvoering teneinde bovengelegen en ondergelegenkweeklijnen 14 resp. 16 op te nemen. Elke kweeklijn 14, 16 werkt op dezelfde wijze en daarom wordt beschrijving in de eerste plaats beperkt tot de bovengelegen kweeklijn 14.
De bovengelegen kweeklijn 14 bestaat uit de transportcon-structie bij 18 voor groeiende zaailingen en een kwekende transport-construct ie bij 20. De zaailingen (niet weergegeven in figuur 1) worden in afzonderlijke houders (niet weergegeven) ingebracht op de transportconstructie 18 en terwijl deze in een continue elliptische baan worden getransporteerd, worden deze blootgesteld aan een eerste geregelde omgeving in een behandelingszone 21 aan de linkerzijde van. de kas 10. Er zijn organen aanwezig voor het regelen van de blootstelling van de zaailingen aan licht en vocht en voor het verder regelen van de luchttemperatuur binnen de zone 21 waarbinnen de transporteur 18 voor de groeiende zaailingen werkt. De licht, warmte/koeling, en vochtregelende organen zijn schematisch bij resp. 22, 24 en 26 in figuur 1· weergegeven. Er zijn ook organen 30 aanwezig voor het behandelen van de afzonderlijke zaailingen met voedingsmiddelen, zoals mest en andere bemestingtypen, bijvoorbeeld bij de plaats 32 in figuur 1. λ
De transportsectie 18 voor de groeiende zaailingen is samengesteld uit vier elementen: een eerste en een tweede evenwijdige,, naast elkaar bestaande rechte transportsectie 34, 36 met resp. op afstand van elkaar gelegen einden 38, 40 en 42, 44; en gekromde/boog-vormige transportsecties 46, 48 aan de einden van de transportconstructie 18. De transportsectie 46 strekt zich uit over ongeveer 180° en heeft einden 50, 52 die in directe nabijheid van de einden 38 resp. 42 in lijn zijn te brengen op de rechte transport secties 34, 36. De boogvormige/gekromde transportsectie 48 heeft soortgelijke einden 54, 56 die in lijn zijn te brengen in directe nabijheid van de tegenovergelegen einden 40, 44 van de rechte transportsecties 34 resp. 36.
De transportsecties 34, 36, 46, 48 hebben respectieve vlakke transportoppervlakken 58, 60, 62, 64 die samenwerkend een continue elliptische transportbaan bepalen voor zaailingen op de transportconstructie 18. De getransporteerde zaailingen worden van de ene transportsectie 34, 36, 46, 48 naar de volgende overgebracht voor beweging in de baan zonder einde.
Wanneer de zaailingen eenmaal tot een voorafbepaalde mate zijn volgroeid, worden de zaailingen naar de kwekende transportconstructie 20 overgebracht. De transportconstructie 20 wordt bepaald door samenwerkende secties 66, 68, 70, 72. De secties 66, 68 zijn recht, evenwijdig en naast elkaar bestaand, evenals de bijbehorende secties 34, 36 op de transportconstructie 18 voor groeiende zaailingen. De réchte transportsectie 66 heeft op afstand van elkaar gelegen einden 74, 76 en de rechte transportsectie 68 heeft desbetreffende einden 78, 80.
De gekromde transportsectie 70 heeft op afstand van elkaar gelegen einden 82, 84 die bij de sectie 70 in zijn werkstand van figuur 1, in lijn liggen met einden 74 resp. 78 op de rechte secties 66 resp. 68. Het gekromde element 72 heeft einden 86, 88 die in lijn liggen met einden 76, 80 op de rechte transportsecties 66 resp. 68 met de sectie 72 in zijn werkstand van figuur 1.
De transportsecties 66, 68, 70, 72 hebben opwaarts naar elkaar toegerichte transportoppervlakken 90, 92, 94, 96 die samenwerkend een elliptische baan zonder einde bepalen voor het transporteren van zaailingen. Gedurende het transport van zaailingen op de kwekende transportconstructie 20 worden de zaailingen blootgesteld aan een geregelde omgeving in de zone 98 aan de rechterzijde van de kas 10.
Licht, warmte/koeling en vocht worden door de respectieve organen 22, 24, 26 in de zone 98 geregeld. Er worden door het orgaan 30 voedingsmiddelen aan de zaailingen toegevoegd, bijvoorbeeld bij de. plaats 100 op de transportconstructie 20.
In werking worden zaailingen in serie op de transportconstructie 18 gebracht en worden blootgesteld aan een geregelde omgeving en op een voorafbepaalde wijze gevoed. De transportconstructies worden of continu of stapsgewijze aangedreven door een aandrijforgaan 101. Omdat de zaailingen door de transportconstructie 18 worden bewogen worden deze niet bij enige plaats gehouden waarbij omstandigheden, bijvoorbeeld licht, warmte, enzovoort, zouden kunnen verschillen van die die zich voordoen bij andere zaailingen, zoals gewoonlijk plaatsheeft bij bekende bovenbeschreven stelsels. Een gelijkmatiger groei van de zaailingen is het gevolg.
Wanneer de zaailingen eenmaal tot een voorafbepaald punt zijn volgroeid worden deze overgebracht naar de kwekende transportconstructie 20 en worden weer blootgesteld aan een geregelde omgeving en gevoed teneinde een optimale groei te bevorderen.
Ook nu voorkomt het transport van de volgroeiende zaailingen op de transportconstructie 20 elk verschil in behandeling voor de zaailingen op de transportconstructie 20, hetgeen een constante opbrengst met een hoge kwaliteit tot gevolg heeft. Wanneer de zaailingen eenmaal tot een voorafbepaalde fase zijn volgroeid op de kwekende transportconstructie 20 worden deze van de transportconstructie 20 overgebracht op een geschikt verzamelpunt.
Details van de werking van de onderhavige uitvinding worden verder toegelicht aan de hand van de figuren 2-6.
In figuur 2 zijn de transportconstructie 18 voor de zaailingen en de bijbehorende transportconstructie 18' voor de zaailingen daaronder in een vullende toestand weergegeven. De vullende toestand wordt slechts aan de hand van de representatieve transportconstructie 18 beschreven.
In gewoon bedrijf bedient het aandrijforgaan 101 de transportsecties 34, 36, 46, 48 voor het transporteren van de regelmatig daarop aangebrachte zaailingen 104 in een richting tegen de klok in rond de elliptische baan die is bepaald door de transportconstruc-. tie 18, zoals aangeduid door de pijlen 103.
Teneinde het op de transportconstructie 18 brengen van de. zaailingen 102 te vergemakkelijken is de rechte transportsectie 36 voorzien van een verlengbare transportsectie 104. De transportsectie 104 is naar keuze beweegbaar door een regeling 105 tussen a) een teruggetrokken stand, weergegeven met onderbroken lijnen in figuur 2, waarbij deze onder het transportoppervlak 60 op de transportsectie 36 ligt, en b) een uitgestrekte stand waarbij deze in de lengte uitsteekt in de lijn van de rechte sectie 36, buitenwaarts naar links in figuur 2, zoals weergegeven met ononderbroken lijnen.
Voordat de sectie 104 kan worden verlengd naar de stand van figuur 2 is het nodig de gekromde transportsectie 46 uit de baan van de verlenging van de verlengbare sectie 104 te verplaatsen naar zijn niet werkende stand die in figuur 2 is weergegeven. Dit wordt uitgevoerd door een leidrail 106 te verschaffen die zich dwars van de lengte van de transportsectie 36 uitstrekt. Een aandrijforgaan 107 beweegt de transportsectie 46 vanuit zijn werkstand, weergegeven in figuur 1, naar de niet werkende stand van figuur 2, waarbij de transportsectie 46 opnieuw wordt geplaatst teneinde het einde 42 van de transportsectie 46 bloot te leggen teneinde het uitstrekken van de sectie 104 niet te benadelen.
De verlengbare sectie 104 is samengesteld uit een riem die in zijn teruggetrokken stand is gevouwen. De regeling 105 beweegt een frame (niet weergegeven) dat de riem ontvouwt en deze in de stand met de ononderbroken lijn van figuur 2 richt. De transportsectie 18 is dan in een toestand voor het vergemakkelijken van zijn vullen.
Met de transportsectie 18 in zijn vultoestand kunnen de afzonderlijke zaailingen 102 op een opwaarts gericht transportopper-vlak 108 op de verlengbare sectie 104 worden gebracht voor het als gevolg hiervan transporteren door de transportsecties 36, 48, 34, 46 totdat het opwaarts gerichte transportoppervlak dat wordt bepaald door de transportconstructie 18, met zaailingen 102 is gevuld. Wanneer het eenmaal heeft plaatsgehad wordt de verlengbare sectie 104 door de regeling 105 teruggetrokken naar de stand met de onderbroken lijnen van figuur 2 waarna de transport sect ie 46 met het gekromde einde door de aandrijving 107 terug wordt geschoven naar zijn werkstand.
De werkstand voor de transportconstructie 18 is weergegeven in figuur 3, waarbij de zaailingen 102 geheel daarop zijn gebracht .
Wanneer de zaailingen 102 op de transportconstructie 18 eenmaal tot een voorafbepaalde fase zijn volgroeid worden de volgroeide zaailingen 102 van de transportconstructie 18 afgetransporteerd en door een afleidend orgaan 112 dat in de figuren 3 en 4 is weergegeven,, overgebracht naar het kwekende transportstelsel 20.
Teneinde dit overbrengen uit te voeren wordt de transport-sectie 48 eerst vanuit zijn werkstand van figuur 2 naar zijn niet werkende stand in figuur 4 bewogen door een aandrijforgaan 113. De transportsectie 48 is door het aandrijforgaan 113 verplaatsbaar langs een leidrail 114 die zich in hoofdzaak loodrecht op de lengte van de transportsectie 36 uitstrekt teneinde het einde 44 van de transportsectie 36 bloot te leggen.
Er is een verlengbare transportsectie 116 aanwezig aan het einde 44 van de transportsectie 36 en is op dezelfde wijze als de bovenbeschreven verlengbare sectie 104 verlengbaar en terugtrekbaar, met het enige verschil dat de sectie 116 buitenwaarts van de sectie 36 naar rechts in figuur 4 wordt verlengd. Dit plaatst het.....vrije einde 118 aangrenzend aan een invoerrand 119 op een transportgoot 120.
De transportgoot 120 heeft een transporterende riem 122 daarop die door een aandrijving 124 (figuur 3) wordt bediend teneinde zaailingen 102 over te brengen naar een verlengbare transportsectie 124 die werkend is verbonden met de rechte transportsectie 68 op de transportconstructie 12 die in lijn ligt met de rechte sectie 36. De zaailingen 102 worden continu overgebracht van de transportsectie 116 naar de transportgoot 120 en op hun beurt naar de verlengbare transportsectie 124 en op de rechte transportsectie 68. De gekromde sectie 70 wordt uit zijn werkstand van figuur 3 bewogen naar zijn niet werkende stand van figuur 4 langs een leidrail 126 die evenwijdig is aan de langwerpige afmeting van de rail 114, voordat de verlengbare sectie 124 vanuit zijn teruggetrokken stand van figuur 3 naar zijn uitgestrekte stand van figuur 4 kan worden bewogen, waarbij het overbrengen tussen de transportconstructies 18, 20 kan worden uitgevoerd.
Het aandrijforgaan 101 voor de transportconstructie 18 drijft de transportoppervlakken 58, 60, 62, 64 met een grotere snelheid aan dan de transportoppervlakken 90, 92, 94, 96 op de transport-construct ie 20, zodat dé op de transportconstructie 12 overgebrachte. zaailingen op afstand van elkaar worden gebracht in een toevoerrich-ting in de lengte teneinde contact tussen de zaailingen 102 op de transportconstructie 20 te voorkomen dat anders nadelig zou zijn voor de groei van de zaailingen 102.
Teneinde de ruimtevorming van de zaailingen 102 zowel zijdelings als in de lengterichting mogelijk te maken is de breedte W2 (de figuren 3 en 4) van de transportoppervlakken 90, 92, 94, 96 op de transportsectie 20 groter dan de breedte W1 (de figuren 3 en 4) van de transportoppervlakken 58, 60, 62, 64 op de transportconstructie 18.
Het stroomafwaartse einde 130 (figuur 5) van de transportgoot 120 is breder dan het toevoereinde 118 daarop teneinde het waaiervormig spreiden van de zaailingen 102 mogelijk te maken wanneer deze op de transportconstructie 20 worden afgeleverd. De uitvinding heeft ook betrekking op het gebruik van rollen (niet weergegeven) op de transportgoot 120 met niet evenwijdige rotatie-assen teneinde de zaailingen 102 die op de transportconstructie 20 zijn afgeleverd, zijdelings uit te spreiden.
Wanneer het overbrengen van de zaailingen 102 eenmaal is utigevoerd tussen de transportconstructies 18, 20 worden de verlengba re secties 116, 124 teruggetrokken en worden de secties 48, 70 opnieuw in hun werkstanden geplaatst, zoals weergegeven in figuur 5. In figuur 5 zijn de zaailingen 102 op beide transportconstructies 18, 20 gebracht .
Wanneer de gewassen eenmaal voldoende zijn volgroeid, worden deze uit de kas 10 af gevoerd. Teneinde de af voer van de zaailingen 102 uit de transportconstructie 20 te vergemakkelijken wordt de transportsectie 72 vanuit zijn werkstand van figuur 5 naar zijn niet werkende stand van figuur 6 bewogen door een langs een rail 136 leidbaar aandrijforgaan 134. Een verlengbare transportsectie 138 die die in werking soortgelijk is aan de bovenbeschreven verlengbare secties 104, 116, 124, steekt buitenwaarts naar rechts uit in figuur 6. Door de continue werking van de transportconstructie 20 worden de zaailingen .102 achter elkaar naar het afvoereinde 140 van de transportsectie 138 aangedreven teneinde hun van de transportconstructie 20 verwijderen te vergemakkelijken.
De aangrenzende transportconstructies 18 ’, 20’ werken op dezelfde wijze als de transportconstructies 18, 20. Het is duidelijk dat de hoofdassen voor de elliptische transportbaan die zijn bepaald door de transportconstructies 18, 20 en 18', 20', in hoofdzaak in lijn liggen. Dit vergemakkelijkt het rechtlijnige overbrengen tussen de transportsectie 36 en de transportsectie 68 (figuur 4).
In de figuren 7 en 8 zijn de transportconstructies 18, 18', 20, 20' weergegeven in verschillende toestanden met een combinatie van deze toestanden met betrekking tot het stelsel 12. In figuur 7 is de transportconstructie 20 weergegeven in zijn ledigmakende toestand die overeenkomt met zijn stand van figuur 6. De transportconstructie 18 is in figuur 7 weergegeven in zijn vullende toestand die overeenkomt met die van figuur 2. De transportconstructies 18', 20' in figuur 7 zijn weergegeven in een overbrengende toestand die overeenkomt met de stand van de transportconstructies 18, 20 in figuur 4.
De transportgoot 120 is verplaatsbaar langs een leidele-ment 144 door een aandrijving 124 tussen een eerste overbrengstand, die is weergegeven in elke figuur 1-6, en een tweede overbrengstand die is weergegeven in figuur 7. in de stand van figuur 7 wordt het overbrengen tussen de transportconstructies 18', 20' op dezelfde wijze uitgevoerd door de transportgoot 120 als het uitvoeren van het over brengen door de transportgoot 120 tussen de transportconstructies 18, 20 in figuur 4.
In figuur 8 is elke transportconstructie 18, 18', 20, 20' weergegeven in zijn gewone werkstand. Zoals boven vermeld kunnen de transportconstructies 18, 18', 20, 20' continu werken met een lage snelheid wanneer de zaailingen 102 worden beregend en bemest, of dit transport kan stapsgewijze plaatshebben.
De bovengenoemde beschrijving van de specifieke uitvoeringsvormen is bedoeld ter verduidelijking van het brede concept dat is omvat door de uitvinding.

Claims (36)

1. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen, welk stelsel is voorzien van; een eerste orgaan voor het transporteren van zaailingen in een eerste voorafbepaalde baan teneinde de zaailingen te laten behandelen onder een eerste groep geregelde groei-omstandigheden; een tweede orgaan voor het transporteren van de zaailingen in een tweede voorafbepaalde baan teneinde de zaailingen onder een tweede groep geregelde groei-omstandigheden te laten behandelen; en organen voor het naar keuze afleiden van getransporteerde zaailingen op het eerste transportorgaan naar het tweede transportorr gaan voor transport door het tweede transportorgaan.
2. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 1, waarbij het stelsel binnen een kas verblijft.
3. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 1, met organen voor het met een grotere snelheid dan; het eerste transportorgaan laten werken van het tweede transportorgaan, zodat wanneer de zaailingen vanaf het eerste transportorgaan op het tweede transportorgaan worden afgeleid, een ruimte wordt gevormd tussen de zaailingen op het tweede transportorgaan teneinde schadelijk contact tussen de zaailingen op het tweede transportorgaan te voorkomen.
4. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 1, waarbij tenminste het eerste en het tweede transportorgaan zaailingen in een gesloten lus moeten transporteren.
5. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 4, waarbij het eerste en het tweede transportorgaan een aantal transportsecties hebben met een eerste in hoofdzaak rechte transportsectie met een invoer-/afvoereinde en een tweede gekromde sectie met een afvoer-/invoereinde dat aangrenzend aan het invoer-/afvoereinde van de eerste rechte transportsectie is geplaatst, waarbij de tweede transportsectie in een werkende stand staat teneinde zaailingen te laten overbrengen tussen het invoer-/afvoereinde van de eerste rechte transportsectie en het afvoer-/invoereinde van de tweede gekromde transportsectie, waarbij er een orgaan is voor het ten opzichte van de eerste transportsectie bewegen van de tweede gekromde transportsectie naar een niet werkende stand teneinde het invoer-/afvoereinde van de eerste rechte transportsectie bloot te leggen.
6. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 5, waarbij het bewegende orgaan voor de tweede transportsectie is voorzien van organen voor het dwars ten opzichte van de lengte van de eerste rechte transportsectie tussen zijn werkende en niet werkende stand bewegen van de tweede transportsectie.
7. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen van conclusie 5, waarbij de eerste transportsectie een verlengbare transportsectie aan zijn invoer-/afvoereinde heeft teneinde het overbrengen te vergemakkelijken van zaailingen tussen een plaats ter hoogte van het eerste transportorgaan en het eerste transportorgaan.
8. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 1, met organen voor het naar keuze met licht, warmte, gekoelde lucht, vocht en voedingsmiddelen behandelen van zaailingen die op tenminste het eerste of het eerste transportorgaan worden getransporteerd.
9. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 1, waarbij het eerste en het tweede transportorgaan transportoppervlakken hebben die ieder zijn uitgevoerd in een elliptische vorm, waarbij de hoofdassen van de ellipsen in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar zijn aangebracht.
10. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 9, waarbij het eerste transportorgaan een zaailing-groeilijn en het tweede transportorgaan een kweeklijn bepaalt en de hoofdas van het tweede transportorgaan langer is dan de hoofdas van het eerste transportorgaan, zodat de lengte en de oppervlakte van het transportoppervlak op het tweede transportorgaan groter zijn dan de lengte en de oppervlakte van het transportoppervlak op het eerste transportorgaan teneinde daardoor een compacte toevoer van zaailingen op het eerste transportorgaan op afstand van elkaar op het tweede transportorgaan mogelijk te maken.
11. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 10, waarbij elk transportoppervlak op het eerste en het tweede transportorgaan een breedte heeft en de breedte van het transportoppervlak op het eerste transportorgaan kleiner is dan de breedte van het transportoppervlak op het tweede transportorgaan teneinde het op afstand van elkaar brengen van zaailingen te vergemakkelijken die van het eerste transportorgaan op het tweede transportorgaan zijn overgebracht.
12. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 9, waarbij de oppervlakte van het transportoppervlak op het tweede transportorgaan groter is dan de oppervlakte van het transportoppervlak op het eerste transportorgaan.
13. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 12, waarbij het afleidende orgaan is voorzien van organen voor het automatisch op afstand brengen van zaailingen vanaf het eerste transportorgaan op het transportoppervlak van het tweede, transportorgaan.
14. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 13, waarbij het afleidende orgaan een transportoppervlak heeft met een breedte en de breedte van het transportoppervlak, op het afleidende orgaan tussen het eerste en het tweede transportorgaan divergeert.
15. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 9, waarbij er een derde transportorgaan en een vierde transportorgaan zijn die als het eerste resp. het tweede transportorgaan zijn uitgevoerd en het derde transportorgaan beweegbaar is tussen a) een eerste overbrengstand waarbij dit getransporteerde zaailingen afleidt vanaf het eerste transportorgaan op het tweede transportorgaan en b) een tweede overbrengstand waarbij dit getransporteerde zaailingen vanaf het derde transportorgaan op het vierde transportorgaan afleidt.
16. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 14, waarbij ieder eerste, tweede, derde en vierde transportorgaan een rechte transportsectie heeft met op afstand van elkaar gelegen einden en er een verlengbare transportsectie is op het tenminste ene einde van elke rechte transportsectie die in een verlengde toestand het op en van de rechte transportsectie brengen en afnemen van zaailingen vergemakkelijkt.
17. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 16, waarbij er een gekromde transportsectie is die in een werkstand aangrenzend is aan het ene einde van elke rechte transportsectie voor het, naar en van de rechte transportsectie overbrengen van zaailingen en organen zijn verschaft voor het naar een niet werkende stand bewegen van de gekromde transportsectie teneinde de verlengbare sectie op elk transportorgaan met de verlengbare sectie in zijn verlengde toestand niet te beïnvloeden.
18. Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen volgens conclusie 17, waarbij het afleidende orgaan beweegbaar is tussen een eerste overbrengstand waarbij de rechte transportsecties op het eerste en het tweede transportorgaan en het afleidende orgaan in hoofdzaak zich in een rechte lijn bevinden en b) een tweede overbrengstand waarbij de rechte transportsecties op het derde en het vierde transportorgaan en het derde afleidorgaan in hoofdzaak in een rechte, lijn liggen.
19. Transportstelsel voor het vergemakkelijken van het: inbrengen van voorwerpen, zoals zaailingen, op het stelsel en het van het stelsel afleiden van voorwerpen, zoals zaailingen, welk transportstelsel is voorzien vans een aantal transportsecties die samenwerkend een transpor- · toppervlak bepalen, welk aantal transportsecties een rechte transportsectie en een gekromde transportsectie hebben, welke rechte transportsectie een invoer-/afvoereinde heeft, welke gekromde transportsectie een afvoer-/invoereinde heeft teneinde het overbrengen van voorwerpen uit te voeren met het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie, waarbij de gekromde transportsectie en de rechte transportsectie in hun werkstanden zijn; en organen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van de rechte en de gekromde transportsectie naar een niet werkende stand teneinde tenminste één invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie en een afvoer-/invoereinde van de gekromde transportsectie bloot te leggen teneinde het op en van het transportstelsel brengen en afnemen van voorwerpen te vergemakkelijken.
20. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 19, waarbij er een verlengbare transportsectie is bij een invoer-/afvoer-einde van de rechte transportsectie en het afvoer-/invoereinde van de gekromde transportsectie teneinde het op en van het transportstelsel brengen en afnemen van voorwerpen te vergemakkelijken.
21. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 20, waarbij de verlengbare transportsectie op het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie ligt en de verlengbare transportsectie beweegbaar is tussen a) een teruggetrokken stand waarbij de verlengbare transportsectie zich niet voorbij het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie uitstrekt en b) een uitgestrekte stand waarbij de verlengbare sectie zich voorbij het invoer-/afvoereinde van de rechte transportsectie uitstrekt.
22. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 21, waarbij de verlengbare sectie in hoofdzaak recht is en in lijn met de. rechte transportsectie ligt, waarbij de verlengde sectie in zijn uitgestrekte toestand is.
23. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 2o, waarbij de rechte transportsectie een afvoer-/invoereinde tegenover het invoer-/afvoereinde daarvan heeft en er een gekromde transportsectie is aan elk einde van de rechte transportsectie teneinde het daarmee overbrengen van voorwerpen uit te voeren.
24. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 20, waarbij de rechte transportsectie een afvoer-/invoereinde tegenover het invoer-/afvoereinde daarvan heeft en er een verlengbare transportsectie aan elk einde van de rechte transportsectie is.
25. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 20, waarbij de verlengbare transportsecties elk een einde hebben en één van de einden van de verlengbare transportsectie een afvoer bepaalt in combinatie met een afleidorgaan voor het transporteren van voorwerpen die zijn getransporteerd vanaf het afvoereinde van de rechte transportsectie naar de verlengbare transportsectie aan het afvoereinde van de rechte transportsectie naar een gebruikspunt.
26. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 19, waarbij het transportstelsel een tweede rechte transportsectie evenwijdig en naast de boven geformuleerde rechte transportsectie bestaand heeft, welke boven geformuleerde gekromde transportsectie een voorwerpen transporterende baan tussen het ene einde op elke rechte transportsectie en de tweede gekromde transportsectie bepaalt die een voorwerpen transporterende baan tussen de andere einden van de rechte transportsecties bepaalt.
27. Voorwerp transporterend stelsel volgens conclusie 26, waarbij elke gekromde transportsectie boogvormig is en zich over ongeveer 180° uitstrekt.
28. Werkwijze voor het kweken van gewassen, voorzien van de stappen van: het leveren van een eerste orgaan voor het transporteren van zaailingen op het eerste transportorgaan in een eerste voorafbepaalde baan teneinde de zaailingen onder een eerste groep gestuurde groei-omstandigheden te laten behandelen; het leveren van een tweede transportorgaan; het overbrengen van zaailingen van het eerste transportorgaan naar het tweede transportorgaan; en het op het tweede transportorgaan in een tweede voorafbepaalde baan transporteren van de zaailingen teneinde de zaailingen onder een tweede groep gestuurde groei-omstandigheden te laten behandelen.
29. Werkwijze volgens conclusie 28, met de stappen van het leveren van een afleidorgaan en het uitvoeren van het automatisch door het afleidorgaan overbrengen van de zaailingen uit het eerste transportorgaan naar het tweede transportorgaan.
30. Werkwijze volgens conclusie 29, met de stap van het opnieuw uitvoeren van tenminste het eerste of het tweede transportorgaan teneinde tenminste a) het van het eerste transportorgaan naar het afleidorgaan overbrengen van zaailingen en b) het van het afleidorgaan naar het tweede transportorgaan overbrengen van zaailingen te vergemakkelijken.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij het eerste of het tweede transportorgaan samenwerkende transportsecties hebben en welke werkwijze de stap heeft van het leveren van een verlengbare transportsectie die naar keuze in de uitgestrekte en de teruggetrokken stand te plaatsen is op de ene van de samenwerkende transportsecties en het eerste of het tweede transportorgaan opnieuw vormt door de verlengbare transportsectie in zijn uitgestrekte toestand te plaatsen teneinde een deel van de verlengbare sectie dichtbij het afleidorgaan te plaatsen.
32. Werkwijze volgens conclusie 30, met de stap van het ten opzichte van de andere samenwerkende verbindingssecties bewegen van de ene samenwerkende verbindingssectie voorafgaande aan het in zijn uitgestrekte toestand plaatsen van de verlengbare sectie.
33. Werkwijze volgens conclusie 29, met de stappen van het. leveren van een derde en een vierde transportorgaan en het naar keuze bewegen van het afleidorgaan tussen a) een eerste overbrengstand voor het uitvoeren van het overbrengen van voorwerpen vanaf het eerste transportorgaan naar het tweede transportorgaan en b) een tweede overbrengstand voor het uitvoeren van het overbrengen van voorwerpen vanaf het derde transportorgaan naar het vierde transportorgaan.
34. Werkwijze volgens conclusie 28, waarbij tenminste het eerste of het tweede transportorgaan met tussenpozen werkt wanneer de zaailingen worden getransporteerd gedurende de behandeling op het eerste en het tweede transportorgaan.
35. Werkwijze voor het overbrengen van voorwerpen, zoals zaailingen, van en naar een transportconstructie, welke werkwijze uit de stappen bestaat van het: leveren van een aantal voorwerpen transporterende secties, die samengesteld een transportoppervlak voor voorwerpen bepalen, waarbij er een transportsectie is met een invoer-/afvoer-einde en een tweede transportsectie, welke eerste en tweede transportsecties te plaatsen zijn in een werkstand waarbij voorwerpen vanaf het invoer-/afvoereinde naar en van de eerste transportsectie kunnen worden overgebracht; en het relatief bewegen van de eerste en de tweede transportsectie uit hun werkstand teneinde toegang tot het invoer-/afvoereinde van de eerste transportsectie te vergemakkelijken voor een vergemakkelijkt overbrengen van voorwerpen naar en van het einde van de eerste transportsectie.
36. Werkwijze volgens conclusie 35, met de stappen van het leveren van een verlengbare transportsectie aan het einde van de eerste transportsectie die beweegbaar is tussen een teruggetrokken en een uitgestrekte stand en de verlengbare sectie in zijn uitgestrekte toestand plaatst nadat de eerste en de tweede transportsectie uit hun werkstanden zijn bewogen.
NL9100361A 1990-02-27 1991-02-27 Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas. NL193714C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP4879590 1990-02-27
JP2048795A JPH0728614B2 (ja) 1990-02-27 1990-02-27 作物の温室自動栽培装置

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9100361A true NL9100361A (nl) 1991-09-16
NL193714B NL193714B (nl) 2000-04-03
NL193714C NL193714C (nl) 2000-08-04

Family

ID=12813167

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100361A NL193714C (nl) 1990-02-27 1991-02-27 Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas.

Country Status (3)

Country Link
US (2) US5303505A (nl)
JP (1) JPH0728614B2 (nl)
NL (1) NL193714C (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5355621A (en) * 1993-03-01 1994-10-18 Yazaki Industrial Chemical Co., Ltd. High-density type cultivation equipment

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20030126791A1 (en) * 2000-05-03 2003-07-10 Weder Donald E. Low profile commercial greenhouse
NL1019257C2 (nl) * 2001-10-30 2003-05-02 Rijnplant Bv Werkwijze voor het in een kas op een eerste laag niveau aangebrachte drager kweken van in houders opgenomen gewassen.
EP1542600B1 (en) * 2002-09-26 2011-05-11 DePuy Products, Inc. Apparatus for controlling a surgical burr in the performance of an orthopaedic procedure
CN102415330A (zh) * 2003-02-05 2012-04-18 作物培植股份有限公司 植物育种
NL1025625C2 (nl) * 2004-03-03 2005-09-07 Cornelis Kap Stelsel en werkwijze voor het kweken/verplaatsen van gewassen.
CA2579804C (en) 2004-09-16 2013-12-10 Cropdesign N.V. Root evaluation
CA2729628A1 (en) * 2008-06-30 2010-01-07 Orf Liftaekni Hf Industrial plant-based production of animal-free recombinant proteins in defined environment
EP2337441B1 (en) 2008-09-16 2016-08-10 BASF Plant Science GmbH Method for improved plant breeding
US9025831B2 (en) * 2009-11-10 2015-05-05 Monsanto Technology Llc Apparatus and methods for automated phenotypic screening of plant genotypes
US8793931B2 (en) * 2010-06-30 2014-08-05 Weyerhaeuser Nr Company Pick-up and delivery system and associated methods
DE202010013543U1 (de) * 2010-09-23 2012-01-19 Kamal Daas Vorrichtung zur Aufzucht von Pflanzen
US10390504B2 (en) * 2016-07-08 2019-08-27 Stephen A. Dufresne Multilevel mobile gutter system for growing indoor vegetation

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT240639B (de) * 1963-01-04 1965-06-10 Othmar Ing Ruthner Verfahren zur künstlichen Züchtung von Pflanzen, Bakterien u. ähnl. Lebewesen
FR1441991A (fr) * 1965-07-27 1966-06-10 Vyzk Ustav Zemedelskych Stroju Procédé et installation pour la culture végétale, en particulier la culture hydroponique
FR1472285A (fr) * 1966-02-25 1967-03-10 Vyzk Ustav Zemedelskych Stroju Procédé et installation pour la culture hydropone des plantes
DE1456759A1 (de) * 1966-04-29 1969-12-04 Int Patente Establishment Einrichtung zum Bewegen von Pflanzenkaesten
US3579907A (en) * 1969-10-03 1971-05-25 Rodney J Graves Automated controlled environment for continuous production of plant life
AT325883B (de) * 1974-05-06 1975-11-10 Ruthner Othmar Anlage zur züchtung von pflanzen
US4166341A (en) * 1974-08-13 1979-09-04 Bent Vestergaard Method and apparatus for cultivation of plants grown singly in separate beds
US4028847A (en) * 1976-02-19 1977-06-14 General Mills, Inc. Apparatus for producing plants
AT353537B (de) * 1977-11-02 1979-11-26 Ruthner Othmar Verfahren zur produktion von pilzen, insbesondere champignons und anlage zur durchfuehrung der pilzzucht
US4356664A (en) * 1980-12-01 1982-11-02 Othmar Ruthner Plant for the continuous production of green forage
SU1102520A1 (ru) * 1982-02-05 1984-07-15 Всероссийский Проектно-Конструкторский И Технологический Институт "Россельхозтехпроект" Установка дл выращивани растений
JPS58146217A (ja) * 1982-02-20 1983-08-31 伊藤萬株式会社 植物栽培方法及び装置
US4617755A (en) * 1983-10-28 1986-10-21 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Apparatus for plant cultivation

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5355621A (en) * 1993-03-01 1994-10-18 Yazaki Industrial Chemical Co., Ltd. High-density type cultivation equipment

Also Published As

Publication number Publication date
JPH03251123A (ja) 1991-11-08
NL193714B (nl) 2000-04-03
NL193714C (nl) 2000-08-04
US5394646A (en) 1995-03-07
US5303505A (en) 1994-04-19
JPH0728614B2 (ja) 1995-04-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9100361A (nl) Stelsel voor het automatisch kweken van gewassen in een kas.
DK2704553T3 (en) METHOD AND APPARATUS FOR CULTIVATING PLANTS ALONG A WAVE
US3771258A (en) Conveyorized farming system
US20150250115A1 (en) Automated hydroponic growing and harvesting system for sprouts
US4216615A (en) Hothouse
US20160302369A1 (en) Automated hydroponic growing and harvesting system for sprouts with a paddle-equipped linear seed head
US7950182B2 (en) Harvesting method and apparatus for leafy vegetables or legumes
NL1019257C2 (nl) Werkwijze voor het in een kas op een eerste laag niveau aangebrachte drager kweken van in houders opgenomen gewassen.
NL8601534A (nl) Kweekinrichting.
EP3826452B1 (en) Plant cultivation system and apparatuses therefor
NL8502774A (nl) Werkwijze en inrichting voor het kweken van planten volgens de hydroculture.
NL8300677A (nl) Werkwijze voor het kweken van wormen en voor het verkrijgen van gecomposteerd materiaal, alsmede een stelsel geschikt voor de toepassing van de werkwijze.
WO1993005643A1 (en) Cultivation arrangement
NL1010255C2 (nl) Bollenplanter.
NL1014378C2 (nl) Rolgoot.
NL2024292B1 (en) Plant growing system
AU2005100413B4 (en) Harvesting method and apparatus for leafy vegetables or legumes
NL1035692C2 (nl) Oogstsysteem voor het afvoeren van geoogste agrarische producten uit een kas, in het bijzonder vruchtgroenten.
NL1006427C2 (nl) Oogstinrichting.
US3254754A (en) Harvesting apparatus
NL1027095C2 (nl) Werkwijze en kasinrichting voor de teelt van eenmalige snijbloemen.
NL1026995C2 (nl) Werkwijze en kasinrichting voor de mobiele teelt van rozen.
Hendrix Transport systems in glasshouse horticulture.
NL9400903A (nl) Tray, in het bijzonder bestemd voor transport van bloem- en plantenpotten.
SU113791A2 (ru) Устройство дл непрерывного выращивани культуры плесневых грибов

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010901