NL1016225C2 - Houder voor bloembollen en dergelijke. - Google Patents

Description

A00-50193/MVM/EOF

Korte aanduiding: Houder voor bloembollen en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een biologisch afbreekbare houder voor een of meerdere bloembollen of dergelijke.

Bloembollen en dergelijke worden gebruikelijk verpakt in zakken die zijn dichtgemaakt en voorzien van een etiket. Om de bloembollen 5 te planten moeten de bollen uit de zak worden genomen. Hierdoor komen de handen van de consument in aanraking met de bloembollen en de eventuele vulstof, zoals bijvoorbeeld plastics, zaagsel en turf.

Afgezien van het feit dat dit de consument vuile handen oplevert, komt hij in contact met de bestrijdingsmiddelen die op gebruikelijke 10 wijze aan de bloembollen en vulstof zijn toegevoegd om het beschimmelen van de bloembollen tegen te gaan. Deze bestrijdingsmiddelen zijn bij huidcontact slecht voor de gezondheid. Daarbij levert een gebruikelijke verpakking een bepaalde hoeveelheid afval, die apart moet worden verwerkt.

15 Uit US 5 060 420 is een verpakking voor een bloembol bekend, die in hoofdzaak bestaat uit biologisch afbreekbaar materiaal en de bloembol geheel omsluit. Een enkele bloembol wordt in een biologisch afbreekbare zak geplaatst, die wordt dichtgebonden. De bloembol behoeft tijdens het planten niet uit de verpakking te worden gehaald. 20 De verpakking van biologisch afbreekbaar materiaal kan in de grond worden geplaatst, zonder dat er blijvend afval in de grond komt. Een bezwaar van de bekende verpakking is dat deze de bloembol niet zodanig ondersteunt, dat de bloembol altijd rechtop in de verpakking blijft staan. Als de verpakking op de juiste wijze wordt geplant, 25 maar de bloembol niet rechtop in de verpakking staat, kan de bloembol niet goed uitgroeien. Een ander bezwaar is dat de verpakking slechts geschikt is voor één bol, aangezien meerdere bollen in een zak te dicht op elkaar liggen om goed te kunnen groeien. Een volgend bezwaar is dat de verpakking volgens US 5 060 420 kan zijn gemaakt van een 30 netachtig materiaal, waardoor het mogelijk is dat vulstof vanuit de zak door de gaten in de zak naar buiten komt. Hierdoor is het mogelijk dat de consument in aanraking komt met de bestrijdingsmiddelen.

l0lfc2622S» - 2 -

Het doel van de uitvinding is een verbeterde verpakking voor bloembollen en dergelijke te verschaffen die de nadelen van de tot nu toe bekende verpakkingen opheft.

Dit doel wordt bereikt met een houder voor bloembollen en 5 dergelijke, die een eerste houderelement en een tweede houderelement omvat, waarbij sluitmiddelen zijn voorzien voor het met elkaar verbinden van het eerste en tweede houderelement, waarbij het eerste en tweede houderelement in een gesloten toestand een in hoofdzaak gesloten ruimte vormen, welke ruimte is ingericht voor het daarin in 10 een vooraf bepaalde positie en stand opnemen en houden van de een of meer bloembollen of dergelijke.

Met een houder volgens de uitvinding blijven de bollen in een vaste stand ten opzichte van de houder staan. Om de bloembollen of dergelijke te planten hoeft de houder alleen nog op de juiste diepte 15 en in de juiste richting in de grond worden geplaatst. Het is niet meer nodig de bollen uit de verpakking te halen. Ook hoeft de stand van de bollen niet meer te worden gecontroleerd en eventueel aangepast. De houder is zodanig ingericht dat de afstand tussen de bloembollen zo groot is dat ze tijdens het uitgroeien geen hinder van 20 elkaar ondervinden. Bovendien heeft een houder volgens de uitvinding het voordeel dat het vullen van de houders met bloembollen en vulstof gemakkelijk geautomatiseerd kan worden. Dit is met de gebruikelijke zakken zeer lastig.

De sluitmiddelen voor het sluiten van de houder kunnen 25 bijvoorbeeld worden gevormd door een snapverbinding die wordt verkregen tussen opstaande richels die zijn aangebracht op de randen van het eerste en tweede houderelement. Ook kunnen de twee houderelementen na het vullen van de houder met bloembollen en vulstof vast met elkaar worden verbonden, aangezien de houder na het 30 vullen niet meer geopend hoeft te worden.

Bij voorkeur is het binnenoppervlak van het eerste en tweede houderelement ten minste voor een gedeelte gevormd volgens de contour van de een of meer in de houder te plaatsen bloembollen of dergelijke. Een dergelijk binnenoppervlak kan er voor zorgdragen dat 35 de bloembollen of dergelijke in hun vaste positie ten opzichte van de houder blijven staan, en zorgt tijdens en na degradatie van de verpakking in de grond voor een goed contact met de omringende grond.

1016225 - 3 -

Het buitenoppervlak van het eerste en tweede houderelement is bij voorkeur gevormd door een in hoofdzaak vlakke bodem en rondom van de rand van de bodem afstaande zijwanden. Door de opstaande zijwanden wordt de ruimte verkregen voor het in de houder plaatsen van de 5 bloembollen. In het geval van ten opzichte van de houder rechtopstaande bloembollen, kan de vlakke bodem van de houder op een vlakke horizontale bodem van een gat in de aarde worden gezet. Aangezien de bloembollen rechtop staan in de houder staan de bloembollen dan in een optimale richting om uit te groeien. Bovendien 10 geven de vlakke bodem en bovenwand een vlak, waarop gemakkelijk een etiket of iets dergelijks kan worden aangebracht, zoals bijvoorbeeld een etiket met informatie over de soort bloembollen of de kleur van de bloemen die er uit groeien. Dergelijke informatie kan ook direct, zonder gebruik van een etiket, op het vlak van het eerste of tweede 15 houderelement worden aangebracht.

In een voorkeursuitvoering is het eerste houderelement aan één zijde daarvan scharnierbaar verbonden met één zijde van het tweede houderelement, en zijn het eerste en tweede houderelement aan de tegenoverliggende zijden daarvan voorzien van de sluitmiddelen.

20 In een verdere voorkeursuitvoering omvatten de sluitmiddelen ten minste een met het eerste of tweede houderelement verbonden verende lip, waarop een of meer uitsteeksels zijn aangebracht, waarbij het tweede of eerste houderelement een of meer gaten omvat, waardoorheen in de gesloten toestand van de houder de respectieve 25 uitsteeksels steken. De verende lip drukt de uitsteeksels in de gaten. Hierdoor ontstaat en stevige sluiting van de houder. Door de uitsteeksels en daarmee de lip met een zekere kracht in de houder te drukken, kan de houder eventueel worden geopend.

In een andere voorkeursuitvoering is de houder in een gebied 30 van het eerste of tweede houderelement boven en/of onder de positie van een bloembol of dergelijke voorzien van een of meer insnijdingen, perforaties of dergelijke. Ook kan dit gebied een verzwakt uitgevoerd gedeelte van het eerste houderelement of tweede houderelement omvatten. Hierdoor is het gemakkelijker voor de plant en/of de 35 wortels die uit de bloembol groeien, door de houder heen te groeien.

De insnijdingen zijn bij voorkeur in hoofdzaak recht en ongeveer even lang en de middens van deze insnijdingen liggen in hetzelfde punt. Hierdoor vormen de zo geplaatste insnijdingen een 10162 25 - 4 - kruis of een ster. Met dergelijke vormen van insnijdingen is het nog gemakkelijker voor een plant om door het tweede houderelement te groeien. Dit wordt nog verder vergemakkelijkt door het gebied tussen de naast elkaar liggende einden van de insnijdingen te voorzien van 5 buigzones. Deze buigzones kunnen bijvoorbeeld zijn gevormd door het materiaal van het tweede houderelement op de verbindingslijnen tussen de naast elkaar liggende einden dunner uit te voeren of door de lijnen te voorzien van perforaties of dergelijke.

Om opslagruimte te besparen zijn het eerste en tweede 10 houderelement met voordeel zo gevormd dat zij in niet gesloten toestand van de houder nestbaar zijn.

Verdere voorkeursuitvoeringen van de uitvinding zullen hiernavolgend worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin: 15 figuur 1 een perspectivisch aanzicht van de houder voor bloembollen en dergelijke volgens de uitvinding toont, figuur 2 een aantal mogelijke insnijdingen in de houder toont, figuren 3-8 bovenaanzichten van voorbeelden van vormen van de houder tonen, en 20 figuur 9 een dwarsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding toont.

In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers betrekking op gelijke onderdelen, of onderdelen met gelijke functie. In figuur 1 wordt een houder, in het geheel aangeduid met het 25 verwijzingscijfer 1, voor bloembollen en dergelijke volgens de uitvinding getoond. De houder is samengesteld uit een eerste houderelement 2 en een tweede houderelement 3. In de figuur 1 is de houder in een gesloten toestand afgebeeld. De binnenzijde van de houder is ingericht voor het daarin in een vooraf bepaalde positie en 30 stand opnemen en houden van twee rijen van drie bloembollen. Het eerste houderelement 2 en het tweede houderelement 3 zijn in de figuur aan de achterzijde scharnierend met elkaar verbonden. Aan het eerste houderelement 2 is een verende lip 4 (getoond met stippellijn) voorzien, waarop uitsteeksels 5 zijn aangebracht. Deze uitsteeksels 5 35 steken door daarvoor ingerichte gaten 6 in het tweede houderelement heen, waardoor er een losneembare verbinding tussen de zijden van het eerste en tweede houderelement wordt verkregen. Het tweede houderelement is in de bodem 3' ervan voorzien van insnijdingen 7 1016225 - 5 - boven de respectieve bloembollen. In de in figuur 1 getoonde houder is er per bloembol een paar insnijdingen 7 in de vorm van een kruis aangebracht. Deze insnijdingen zijn boven de bloembol aangebracht, zodat de plant die uit de bloembol groeit gemakkelijk door het 5 oppervlak van de bovenwand 3' van het tweede houderelement kan groeien.

Verschillende uitvoeringen van de insnijdingen 7 en buigzones 8 zijn getoond in figuur 2. Door de insnijdingen 7 en de buigzones 8, worden een soort flappen verkregen die open kunnen worden gedrukt 10 door een uit de houder groeiende plant.

In de figuren 3-8 worden verschillende vormen van de houder volgens de uitvinding getoond. De figuren 3-5 tonen houders met een rechthoekige vorm met plaats voor vier, respectievelijk acht en zes bloembollen. Ze zijn alledrie voorzien van twee uitsteeksels 5 met 15 twee bijbehorende gaten 6. Het eerste houderelement en tweede houderelement zijn in alledrie de uitvoeringen over vrijwel de gehele lengte van de tegenover de uitsteeksel-gat sluiting liggende zijde scharnierend met elkaar verbonden. In de figuren 6-8 worden andere mogelijk vormen van de houder getoond. De houders zijn 20 respectievelijk driehoekig, rond en vijfhoekig. In deze houders is telkens een enkele uitsteeksel-gat sluiting in de houder aangebracht. De tegenoverliggende zijden van eerste houderelement en tweede houderelement zijn telkens scharnierend aan elkaar verbonden.

Figuur 9 toont een alternatieve uitvoering van een houder 25 volgens de uitvinding. De getoonde houder die geschikt is voor een rij bloembollen of dergelijke. In de figuur is getoond hoe het binnenoppervlak van het eerste houderelement 2 en tweede houderelement 3 is aangepast aan de vorm van een bloembol. Het eerste houderelement 2 en tweede houderelement 3 zijn losneembaar aan elkaar . 30 verbonden door middel van een snapverbinding tussen uitsteeksels 9 op het tweede houderelement 3 en inkepingen 10 in het eerste houderelement 2. De wand van het eerste houderelement 2 is boven de bloembol voorzien van een aantal perforaties 11 en een verzwakt, dunner uitgevoerd gedeelte 12 van het eerste houderelement 2.

35 Hierdoor kan een uit de bloembol groeiende plant gemakkelijker uit de houder groeien. Onder de bloembol is een verzwakt gedeelte 12 van het eerste houderelement 2 voorzien, zodat de wortels van de plant gemakkelijker uit de houder kunnen groeien.

1016225

Claims (10)

1. Houder voor een of meer bloembollen of dergelijke, welke houder in hoofdzaak bestaat uit biologisch afbreekbaar materiaal en de 5 bloembol of bloembollen of dergelijke geheel omsluit, met het kenmerk, dat de houder (1) een eerste houderelement (2) en een tweede houderelement (3) omvat, waarbij sluitmiddelen (5,6;9,10) zijn voorzien voor het met elkaar verbinden van het eerste en tweede 10 houderelement, waarbij het eerste en tweede houderelement in een gesloten toestand een in hoofdzaak gesloten ruimte vormen, welke ruimte is ingericht voor het daarin in een vooraf bepaalde positie en stand opnemen en houden van de een of meer bloembollen of dergelijke.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij het binnenoppervlak van het eerste houderelement (2) en tweede houderelement (3) ten minste voor een gedeelte is gevormd volgens de contour van de een of meer in de houder (1) te plaatsen bloembollen of dergelijke.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij het buitenoppervlak van het eerste houderelement (2) en tweede houderelement (3) is gevormd door een in hoofdzaak vlakke bodem (3') en rondom van de rand van de bodem afstaande zijwanden. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1016225

4. Houder volgens conclusie 1-3, waarbij het eerste houderelement 2 (2) aan één zijde daarvan scharnierbaar is verbonden met één zijde 3 van het tweede houderelement (3) en het eerste en tweede 4 houderelement aan de tegenoverliggende zijden daarvan zijn voorzien 5 van de sluitmiddelen (5,6;9,10). 7

5. Houder volgens conclusie 4, waarbij de sluitmiddelen (5,6/9,10) 8 ten minste een met het eerste houderelement (2) of tweede 9 houderelement (3) verbonden verende lip (4) omvatten, waarop een of 10 meer uitsteeksels (5) zijn aangebracht, waarbij het tweede of eerste 11 houderelement een of meer gaten (6) omvat, waardoorheen in een gesloten toestand van de houder de respectieve uitsteeksels steken, waarbij de uitsteeksels en gaten een althans gedeeltelijke losneembare verbinding tussen eerste en tweede houderelement vormen. - 7 -

6. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder (1) in een gebied van het eerste houderelement (2) of tweede houderelement (3) boven en/of onder de positie van een bloembol of 5 dergelijke is voorzien van een of meer insnijdingen (7), perforaties (11) of een verzwakt uitgevoerd gedeelte (12) van het eerste of tweede houderelement.

7. Houder volgens conclusie 6, waarbij de insnijdingen (7) een 10 kruis of een ster vormen.

8. Houder volgens .conclusie 7, waarbij een buigzone (8) is voorzien in een gebied tussen de naast elkaar liggende einden van de insnijdingen (7) . 15

9. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij meerdere, al dan niet gedeeltelijk aan elkaar verbonden eerste houderelementen (2) en tweede houderelementen (3) in een open toestand daarvan nestbaar zijn. 20

10. Bloembollenpakket omvattende een houder (1) volgens een van de voorgaande conclusies, een of meer bloembollen en vulstof, waarbij de bloembollen in de houder zijn geplaatst en de houder verder gevuld is met de vulstof, welke vulstof de bollen beschermt tegen vorst, 25 schimmelvorming, mechanische beschadiging of dergelijke. 1(3162 25