NL8100696A - Werkwijze voor het verpakken van de kluit van een plant, een boom of een dergelijk van een stam of stengel voorzien kwekerij-gewas, alsmede doos, bestemd voor toepassing van deze werkwijze. - Google Patents

Description

-1- N/30.101-dV/f.

Werkwijze voor het verpakken van de kluit van een plant, een boom of een dergelijk van een stam of stengel voorzien kwekerij-gewas, alsmede doos, bestemd voor toepassing van deze werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van de kluit van een plant, een boom of een dergelijk van een stam of stengel voorzien kwekerij-gewas, alsmede op een doos, bestemd voor toepassing bij deze 5 werkwijze.

Bij een bekende werkwijze van deze soort wordt de kluit van het kwekerij-gewas na het rooien gewoonlijk uitsluitend in een net verpakt om de kluit bijeen te houden en ernstige beschadigingen van het wortelstelsel van 10 het gewas te voorkomen. Hierbij kan de grond echter nog gedeeltelijk uit de kluit losraken, terwijl het transport van het gewas betrekkelijk lastig is, doordat het gewas door de onregelmatige vorm van de kluit niet in zijn opstaande stand kan worden vervoerd. Hierdoor kunnen gemakkélijk beschadigin-15 gen van het gewas worden veroorzaakt, terwijl bovendien het gewas en het transportmiddel vuil worden. Door de betrekkelijk vuile aard van het gewas vindt de verkoop hiervan tot op heden in hoofdzaak in gespecialiseerde tuincentra plaats. Bovendien heeft de bekende werkwijze het bezwaar, dat de 20 kluit van het gewas relatief snel uitdroogt, zodat het gewas tot het moment van de verkoop aan de afnemers tijdelijk moet worden ingekuild.

De uitvinding beoogt in de eerste plaats een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaf-25 fen, waarbij de genoemde bezwaren op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de werkwijze volgens de uitvinding het kenmerk, dat de kluit van het gewas in een aan zijn bovenzijde open doos wordt geplaatst, welke doos is 30 voorzien van steunorganen, die in aangrijping worden gebracht met de stam of stengel van het in de doos geplaatste gewas en die in hun door samenwerking tussen de steunorganen en de stam of stengel geblokkeerde werkstand het gewas in zijn opstaande stand houden.

35 8 1 0 0 69 6 deze wi^ze νΟΓ<^ een bijzonder goede be- -2- i t scherming van de kluit van het gewas bereikt en een produkt met een aantrekkelijk en schoon uiterlijk verkregen, terwijl voorts het transport van het gewas gemakkelijk is, doordat het gewas thans in zijn opstaande stand kan worden vervoerd.

5 Beschadigingen van het gewas tijdens het transport blijven hierdoor tot een minimum beperkt, terwijl het transportmiddel en het gewas schoon blijven.

Bovendien treedt een minimale vochtverdam-ping uit de kluit op, zodat tijdelijk inkuilen van het gewas 10 overbodig is. Aangezien het gewas schoon en goed hanteerbaar is, kan het gewas ook Op niet gespecialiseerde verkooppunten zoals een supermarkt of dergelijke, worden Verkocht. De kluit van het gewas kan ‘ . bij een geschikte uitvoering van de doos gedurende minimaal drie maanden zonder merkbaar kwali-15 teitsverlies in de doos verpakt blijven. Hierdoor kan bijvoorbeeld een kerstboom met een volgens de werkwijze volgens de uitvinding verpakte kluit direkt aan de afnemer worden geleverd, die de kerstboom gedurende enkele weken binnenshuis kan houden en vervolgens na het verwijderen van. de doos weer 20 buiten kan planten.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding worden de met de bovenranden van de opstaande zijwanden van de doos verbonden steunorganen vanuit een omhooggerichte ruststand in hun werkstand gebracht 25 door deze door de parallel aan de doosbodem verlopende stand heen te verplaatsen.

Opgemerkt wordt, dat de kluit van het gewas indien nodig tevens op gebruikelijke wijze in een net kan zijn verpakt.

30 De uitvinding beoogt voorts een bijzonder geschikte doos yoor toepassing bij de in het voorgaande beschreven werkwijze te verschaffen, welke is voorzien van een doosbodem en hierop aansluitende opstaande zijwanden.

Volgens de uitvinding heeft de doos het 35 kenmerk, dat de doos is uitgerust met steunorganen, die vanuit een ruststand naar een.werkstand verplaatsbaar zijn, waarin zij met de stam of stengel van een in de doos geplaatst gewas in aangrijping zijn. Hierdoor kan de gebruiker de doos op eenvoudige wijze zonder gebruik van verdere hulp-40 middelen om de kluit van het gewas aanbrengen.

810069 6 * « i -3-

Bij voorkeur bezit de doos een ongeveer vierkante dwarsdoorsnede en bestaan de steunorganen uit met de bovenranden van de zijwanden scharnierend verbonden steunkleppen met een zodanige lengte/ dat zij met hun tegenover de 5 aangrenzende bovenrand gelegen vrije uiteinden in een parallel aan de doosbodem verlopende stand een opening insluiten/ die kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de stam of stengel van een in de doos te plaatsen gewas.Op deze wijze wordt een goede afsluiting van de doos verkregen, waardoor de vochtverdamping 10 uit de kluit minimaal is. Bovendien is een eenvoudige bevochtiging van de kluit mogelijk.

De doos volgens de uitvinding kan uit verschillende materiaalsoorten worden vervaardigd, doch bij voorkeur wordt van waterbestendig karton gebruik gemaakt.

15 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de doos volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de doos volgens de uitvinding, waar-20 bij de steunorganen zich in een ruststand bevinden.

Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van de doos volgens fig. 1, waarbij de steunorganen zich in hun werkstand bevinden.

De fig. 3, 4 en 5 geven schematisch weer op 25 welke wijze de kluit van een boom in een doos volgens fig. 1 wordt verpakt.

Fig. 6 is een detail van een alternatieve uitvoeringsvorm van de doos volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een doos 1 weergegeven, die 30 is voorzien van een doosbodem 2 en hierop aansluitende zijwanden 3. De doos 1 bezit een ongeveer vierkante dwarsdoorsnede en is uitgerust met als steunkleppen 4 uitgevoerde steunorganen, die een-met zijn kluit in de doos 1 geplaatste plant, boom of dergelijke van een stam of stengel voorzien 35 gewas in een opstaande stand kunnen houden.

De rechthoekig uitgevoerde steunkleppen 4 gaan via een vouwlijn 5 over in de aangrenzende zijwanden 3, waardoor een scharnierende verbinding tussen de steunkleppen 4 en de bovenrand van de aangrenzende zijwanden 3 is verkre-40 gen. De steunkleppen 4 kunnen vanuit een in fig. 1 afgebeelde 8 ί 0 0 6 9 6 -4- ruststand naar een in fig. 2 afgeheelde werkstand worden verplaatst, waarbij een tussenstand wordt gepasseerd, waarin de steunkleppen parallel aan de doosbodem 2 verlopen. De steun-kleppen 4 zijn in het midden van hun vrije lange zijden 6 voor-5 zien van een ongeveer halfcirkelvormige uitsparing 7 en bezitten een zodanige lengte, dat zij in de genoemde tussenstand met hun vrije uiteinden een opening insluiten, die kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de stam of stengel van het in de doos geplaatste gewas.

10 Zoals in fig. 1 zichtbaar is, is elk van de steunkleppen 4 aan zijn korte zijden 8 verbonden met de aangrenzende steunkleppen 4. In elke steunklep 4 zijn hierbij twee vouwlijnen 9 gevormd, die vanuit twee aangrenzende hoekpunten van de doos 1 naar het midden van de vrije lange 15 zijde 6 verlopen. De vouwlijnen 9, die vanuit eenzelfde hoekpunt van de doos verlopen, begrenzen twee met elkaar verbonden gedeelten 10 van twee aangrenzende steunkleppen 4, welke gedeelten 10 in de werkstand van de steunkleppen 4 omhoogge-richte driehoekige opvulstukken 11 vormen. Deze opvulstukken 20 11 kunnen eventueel het in de doos 1 geplaatste gewas nog aan zijn onderste takken ondersteunen.

Uit fig. 2 blijkt, dat de steunkleppen 4 in de door samenwerking tussen de steunkleppen 4 en de stam of stengel geblokkeerde werkstand enigszins schuin omlaag 25 verlopen, waardoor het bevochtigen van de kluit van het gewas bijzonder eenvoudig is, aangezien het water automatisch via de steunkleppen 4 in de doos 1 vloeit.

De beschreven doos 1 wordt als volgt gebruikt voor het verpakken van de kluit van een plant, een 30 boom of een dergelijk van een stam of stengel voorzien kwekerij-gewas.

Een boom, waarvan in de fig. 3,4 en 5 slechts de kluit 12 en de stam 13 schematisch zijn aangeduid, wordt na het rooien met de kluit 12 in de met de steunkleppen 35 4 in de ruststand gereed staande doos 1 geplaatst. Indien nodig kan eerst een net (niet weergegeven]om de kluit 12 zijn aangebracht. Vervolgens worden de steunkleppen 4 vanuit de ruststand omlaag verplaatst,waarbij de vrij'e lange zijden 6 in hun midden met de uitsparing 7 in aanraking komen met de 40 stam 13 van de boom, zoals in fig. 4 is weergegeven. De steun- 81 00 69 6 > -5- kleppen 4 worden in de in fig. 5 afgebeelde werkstand gebracht, waarbij zij door de parallel aan de doosbodem 2 verlopende tussenstand heen worden verplaatst.

De steunkleppen 4, die door de veerkracht 5 van het doosmateriaal weer naar de ruststand willen terugkeren, worden in deze werkstand geblokkeerd doordat de naar elkaar toegerichte uitsparingen 7 in de lange zijden 6 in deze tussenstand een opening insluiten, die kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de stam 13. Door de stevige omklemming van 10 de stam 13 houden de steunkleppen 4 de boom in een stabiele opstaande stand.

Op deze wijze is een bijzonder goede bescherming van de kluit 12 van de boom gewaarborgd, waarbij tevens een produkt met een aantrekkelijk en schoon uiterlijk 15 is verkregen. Het transport van op dergelijke wijze verpakte bomen is eenvoudig, waarbij beschadigingen tot een minimum zijn beperkt. Er treedt nagenoeg geen vochtverdamping uit de kluit op, terwijl bevochtigen van de verpakte kluit bijzonder eenvoudig is. Het gewas blijft schoon en is goed han-20 teerbaar, zodat het, behalve in tuincentra, ook in winkels, supermarkten en dergelijke kan worden verkocht. De kluit van het gewas kan bij een passende uitvoering van de doos gedurende minimaal drie maanden zonder merkbaar kwaliteitsverlies in de doos verpakt blijven, welke termijn in het algemeen 25 ruim voldoende is.

Voor het verpakken van kluiten van verschillende afmetingen dienen verschillende formaten dozen van de beschreven soort te worden verschaft. Ten einde in een zelfde doos 1 bomen of planten met stammen of stengels 3Q van verschillende afmetingen te kunnen verpakken zijn in het midden van de vrije lange zijden 6 van de steunkleppen 4 korte insnijdingen 14 aangebracht, waarvan er twee samenvallen met de vouwlijnen 9. Hierdoor kan het materiaal van de doos 1 ter plaatsen van deze insnijdingen 14 relatief gemakkelijk 35 worden omgebogen tijdens het in aangrijping brengen met de stam of stengel van het gewas.

De beschreven doos 1 kan bij de gebruiker worden opgeslagen in opgevouwen toestand, waarin de zijwanden 4 op elkaar liggen. De doos 1 is bij voorkeur voorzien van 40 een zich bij het openvouwen automatisch sluitende bodem, 810069 6

* V

-6- waardoor het gebruik van de doos bijzonder eenvoudig is.

De doos 1 kan uit verschillende materiaalsoorten, die goed tegen vocht bestand zijn, worden vervaardigd. Bij voorkeur wordt de doos 1 uit waterbestendig massief 5 karton gefabriceerd.

In fig. 6 is een gedeelte van een uitvoeringsvorm van de doos 1 volgens de uitvinding weergegeven, die grotendeels overeenkomt met de beschreven doos 1. Hierbij zijn ter plaatse van de uitsparingen 7 in de steun-· 10 kleppen 4 steunen 15 gevormd, die in de werkstand van de steunkleppen 4 vlak tegen de stam 13 van de met zijn kluit 12 in de doos 1 geplaatste boom liggen. Hierdoor worden de steunkleppen 4 ter plaatse waar zij met de stam 13 in aan-grijping zijn minder kwetsbaar, waardoor een stabiele onder-15 steuning van de boom over een lange periode is gewaarborgd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die binnen het kader der uitvinding op-verschillende manieren kunnen worden gevarieerd.

20 t 8 1 00 69 6

Claims (9)

1. Werkwijze voor het verpakken van de kluit van een plant, een boom of een dergelijk van een stam of stengel voorzien kwekerij-gewas, met het kenmerk, dat de kluit van het gewas in een aan zijn bovenzijde open 5 doos wordt geplaatst, welke doos is voorzien van steunorga-nen, die in aangrijping worden gebracht met de stam of stengel van het in de doos geplaatste gewas en die in hun door samenwerking tussen de steunorganen en de stam of stengel geblokkeerde werkstand het gewas in zijn opstaande 10 stand houden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de met de bovenranden van de opstaande zijwanden van de doos verbonden steunorganen vanuit een omhooggerichte ruststand in hun werkstand worden gebracht 15 door deze door de parallel aan de doosbodem verlopende stand heen te verplaatsen.

3. Doos, bestemd voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, voorzien van een doosbodem en hierop aansluitende opstaande zijwanden, met het 20 kenmerk, dat de doos is uitgerust met steunorganen, die vanuit een ruststand naar een werkstand verplaatsbaar zijn, waarin zij met de stam of stengel van een in de doos geplaatst gewas in aangrijping zijn.

4. Doos volgens conclusie 3, m e t h e t 25 kenmerk, dat de doos een ongeveer vierkante dwarsdoorsnede bezit en dat de steunorganen bestaan uit met de bovenranden van de zijwanden scharnierend verbonden steun-kleppen met een zodanige lengte, dat zij met hun tegenover de aangrenzende bovenrand gelegen vrije uiteinden in een 30 parallel aan de doosbodem verlopende stand een opening insluiten, die kleiner is dan de dwarsdoorsnede van de stam of stengel van een in de doos te plaatsen gewas.

5. Doos volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de steunkleppen elk ongeveer rechthoekig 35 zijn uitgevoerd, waarbij elke steunklep aan zijn éne lange zijde via een vouwrand overgaat in de aangrenzende zijwand en aan zijn korte zijden is verbonden met de aangrenzende steunkleppen en waarbij in elke steunklep twee vouwlijnen 810069 6 -8- • * zijn gevormd, die vanuit twee aangrenzende hoekpunten van de doos naar het midden van de vrije lange zijde van de steunklep verlopen.

6. Doos volgens conclusie 5, m e t 5 het kenmerk, dat de door twee uit hetzelfde hoekpunt van de doos verlopende vouwlijnen begrensde delen van twee aangrenzende steunkleppen in de werkstand van de steun-kleppen omhooggerichte driehoekige opvulstukken vormen, die een aanvullende steunfunctie kunnen verrichten.

7. Doos volgens conclusie 5 of 6, met het kenmer k,ddt in het middendeel van de vrije lange zijde van elk van de steunkleppen een ongeveer halfcirkelvormige uitsparing is aangebracht.

8. Doos volgens conclusie 5, 6 of 7, 15 met het kenmerk, dat in het middendeel van de vrije lange zijde van elk van de steunkleppen verzwakkingen in de steunklep zijn aangebracht.

9. Doos volgens éên der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de vrije lange zijden van 20 de steunkleppen althans in hun midden elk zijn voorzien van een steunrand, die in de werkstand van de steunkleppen tegen de stam of stengel van het gewas ligt. 8 1 00 69 6