NL1022298C2 - Gelaagde tegel. - Google Patents

Description

Titel: Gelaagde tegel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting zoals een tegel voor het bedekken van een oppervlak.

Er zijn diverse mogelijkheden voor de uitvoering van een tegel bekend. In een veel voorkomende uitvoering is de tegel vervaardigd 5 uit keramiek en voorzien van een gekleurde toplaag, die als zicht-zijde van de tegel dient. De toplaag kan effen zijn of verschillende kleuren hebben. Een dergelijke toplaag is ondoorzichtig, waardoor de zichtzijde van de tegel een tweedimensionaal voorkomen heeft, met als effect dat een persoon die de zichtzijde van de tegel ziet, deze 10 als een plat vlak ervaart.

In de hiernavolgende beschrijving van de inrichting volgens de uitvinding wordt er bij de hantering van de begrippen "voor" en "achter" van uit gegaan, dat de zichtzijde de voorzijde van de inrichting definieert, en dat de tegenovergelegen zijde de achter-15 zijde van de inrichting definieert.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een inrichting zoals een tegel te verschaffen, waarvan de zichtzijde een driedimensionaal voorkomen heeft, met als effect dat een persoon die de zichtzijde van de tegel ziet, diepte in de tegel waarneemt. Het doel 20 wordt bereikt door een inrichting, omvattende: een ten minste gedeeltelijk transparante toplaag, waarvan een achterzijde is voorzien van een reliëf; en ten minste één kleurlaag die zich aan de achterzijde van de toplaag bevindt.

Bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt de 25 zichtzijde gevormd door een voorzijde van de ten minste gedeeltelijk transparante toplaag, die bijvoorbeeld glas of kunststof omvat. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is deze voorzijde volledig vlak, in tegenstelling tot de achterzijde van de toplaag, die is voorzien van een reliëf. Een persoon die naar de 30 voorzijde van de toplaag kijkt is in staat om de op de achterzijde van de toplaag aangebrachte kleurlaag te zien, door de tussenliggende transparante massa van de toplaag heen. Hierbij ervaart genoemde persoon een diepteverschil tussen de voorzijde van de toplaag en de kleurlaag. De inrichting volgens de onderhavige 1 Π O o o Λ Λ Η uitvinding heeft derhalve een bijzonder en opvallend voorkomen, dat als mooi en stijlvol wordt ervaren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de inrichting meerdere kleurlagen, waarbij tussen twee opeen-5 volgende kleurlagen een ten minste gedeeltelijk transparante tussen-laag is aangebracht. Wanneer de voorste kleurlagen geheel of gedeeltelijk doorzichtig zijn en/of op één of meerdere plaatsen onderbroken zijn, dan kunnen alle kleurlagen vanaf de zichtzijde worden waargenomen. De aanwezigheid van de ten minste gedeeltelijk 10 transparante tussenlaag zorgt voor diepteverschil tussen de verschillende kleurlagen. De brekingsindex van het transparante deel van de tussenlaag is bij voorkeur gelijk aan de brekingsindex van het transparante deel van de toplaag.

15 De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de H hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeurs- H uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding onder H verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 20 figuur 1 een bovenaanzicht is van een inrichting volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht is van een doorsnede over de lijn A-A in figuur 1; figuur 3 een detail Z toont van het in figuur 2 getoonde zij- 25 aanzicht; figuur 4 een bovenaanzicht toont van een inrichting volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 5 een bovenaanzicht toont van een inrichting volgens een derde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en I 30 figuur 6 een bovenaanzicht toont van een inrichting volgens een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.

Figuren 1-3 tonen een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de I inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarin genoemde I 35 inrichting is uitgevoerd als een tegel 1. In figuur 1 is de zicht- I zijde van de tegel 1 getoond. Wanneer de tegel 1 op een juiste wijze I is aangebracht op een wand, zal een persoon die naar de tegel 1 I kijkt, de tegel 1 zien zoals afgebeeld in figuur 1.

I De tegel 1 omvat een aantal lagen, zoals duidelijk is te zien 40 in figuren 2 en 3. Een voorste laag is een transparante toplaag 2, I ιποοολλ 3 die bijvoorbeeld glas of kunststof omvat. Een voorzijde 3 van de toplaag 2 is in het getoonde voorbeeld volledig vlak. Daarentegen is een achterzijde 4 van de toplaag 2 voorzien van een reliëf. In de getoonde eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat het reliëf 5 uitstulpingen 5 ten opzichte van een ruw basisvlak 6, waarbij de uitstulpingen 5 de vorm hebben van een gedeelte van een bol. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding kan de vorm van het reliëf echter willekeurig gekozen worden. Figuren 4-6 tonen de zichtzijde van tegels met een alternatief reliëf.

10 Tegen de achterzijde 4 van de toplaag 2 is een voorste kleur laag 7 aangebracht. De voorste kleurlaag 7 kan allerlei materialen omvatten, en kan bijvoorbeeld een poeder- of verflaag zijn. De voorste kleurlaag 7 kan volledig transparant zijn, maar kan ook ondoorzichtige bestanddelen omvatten.

15 De tegel 1 omvat voorts een achterste kleurlaag 8, waarvoor eveneens geldt dat deze allerlei materialen kan omvatten en geheel of gedeeltelijk doorzichtig kan zijn.

Elk van de kleurlagen 7, 8 kan één kleur hebben of een aantal verschillende kleuren hebben. De kleuren kunnen willekeurig gekozen 20 worden.

Tussen de voorste kleurlaag 7 en de achterste kleurlaag 8 bevindt zich een transparante tussenlaag 9. Bij voorkeur omvat de tussenlaag 9 kunststof, en is de brekingsindex van de tussenlaag 9 gelijk aan de brekingsindex van de toplaag 2. Een achterzijde 10 van 25 de tussenlaag 9 kan vlak zijn, maar kan ook zijn voorzien van een reliëf.

Een achterste laag van de tegel 1 is een ondoorzichtige beschermlaag 11, die bijvoorbeeld kunststof omvat. Een voorzijde 12 van de beschermlaag 11 ligt aan tegen een achterzijde 13 van de 30 achterste kleurlaag 8. De beschermlaag 11 dient hoofdzakelijk ter bescherming van de achterste kleurlaag 8, en is doorgaans aanzienlijk dikker dan de kleurlagen 7, 8.

Een persoon die vanaf de zichtzijde naar de tegel 1 kijkt, neemt waar dat de voorste kleurlaag 7 op afstand is gelegen van de 35 voorzijde 3 van de toplaag 2. Voorts neemt de persoon waar dat de achterste kleurlaag 8 op afstand is gelegen van de voorste kleurlaag 7. Hierdoor ziet de persoon diepte in de tegel 1, met andere woorden de tegel 1 heeft een driedimensionaal voorkomen.

Het effect dat een persoon diepte waarneemt in de tegel 1, 40 wordt reeds bereikt wanneer de tegel 1 slechts één kleurlaag 7, 8 Ö èL 3 Ö H omvat. Deze enkele kleurlaag 7, 8 kan bijvoorbeeld een on- doorzichtige, reflecterende verflaag omvatten. De beschermlaag 11 is dan niet zichtbaar vanaf de zichtzijde van de tegel 1. Bij een dergelijke tegel 1 neemt een persoon waar dat de enkele kleurlaag 7, 5 8 op afstand is gelegen van de voorzijde 3 van de toplaag 2.

H Een bijkomend effect kan worden bereikt met bijvoorbeeld het in I figuren 1-3 getoonde reliëf. Zoals duidelijk is te zien in de door- sneden van de tegel 1 zoals getoond in figuren 2 en 3, en zoals H reeds is beschreven, omvat het reliëf uitstulpingen 5 ten opzichte 10 van een basisvlak 6. De uitstulpingen 5 hebben de vorm van een gedeelte van een bol, zodat de aansluiting van de uitstulpingen 5 op I het basisvlak 6 een cirkelronde omtrek hebben, zoals is te zien in figuur 1. Een persoon die vanaf de voorzijde 3 van de toplaag 2 naar H de tegel 1 kijkt, ziet het oppervlak van het basisvlak 6 en het 15 oppervlak van de uitstulpingen 5 door de transparante toplaag 2 heen. Hierdoor worden de uitstulpingen 5 door de persoon waargenomen H als uithollingen in het basisvlak 6.

In het algemeen geldt bij de inrichting volgens de onderhavige I uitvinding, dat uitstulpingen 5 ten opzichte van een relatief vlak I 20 basisvlak 6 vanaf de zichtzijde overkomen als uithollingen, doordat I als het ware vanaf de binnenkant tegen het reliëf aan wordt gekeken.

H Het zal duidelijk zijn dat het omgekeerde ook geldt: uithollingen H ten opzichte van een relatief vlak basisvlak 6 komen vanaf de zicht- I zijde over als uitstulpingen die zich vanaf het basisvlak 6 in de I 25 richting van de voorzijde 3 van de toplaag 2 uitstrekken.

I Het aantal kleurlagen 7, 8 dat zich tussen de toplaag 2 en de beschermlaag 11 bevindt, kan binnen het kader van de onderhavige I uitvinding vrij worden gekozen. Wanneer de voorste kleurlagen 7, 8 I geheel of gedeeltelijk transparant zijn of op één of meer plaatsen I 30 onderbroken zijn, dan kunnen achterliggende kleurlagen 7, 8 door ten I minste een gedeelte van de voorste kleurlagen 7, 8 heen worden waargenomen. Wanneer alle kleurlagen 7, 8 transparant zijn en/of I wanneer door de kleurlagen 7, 8 één of meer gedeeltes van de I achterzijde 4 van de toplaag 2 worden vrijgelaten, dan kan ten I 35 minste een gedeelte van de beschermlaag 11 vanaf de zichtzijde I worden waargenomen. In een dergelijk geval fungeert de beschermlaag I 11 als het ware als een achterste kleurlaag, en is bij voorkeur on- I doorzichtig. In een geval waarin door één of meer ondoorzichtige kleurlagen 7, 8 het zicht op de beschermlaag 11 wordt belemmerd, kan I 40 de beschermlaag 11 eventueel transparant zijn. Een geschikt I 1022298 5 materiaal voor de beschermlaag 11 is bijvoorbeeld een elastische kunststof. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is het mogelijk de tegel 1 zonder beschermlaag 11 uit te voeren, maar de achterste kleurlaag 8 is doorgaans dermate kwetsbaar, dat de 5 aanwezigheid van een beschermlaag 11 sterk de voorkeur heeft.

Zoals reeds eerder is opgemerkt, kunnen de kleurlagen 7, 8 onderbroken zijn. Figuur 4 toont een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een voorste kleurlaag 7 onderbroken is, zodat gedeeltes van een 10 achterste kleurlaag 8 zichtbaar zijn. Verder geldt, dat de kleurlagen 7, 8 verschillende bestanddelen kunnen omvatten. De dikte van de kleurlagen 7, 8 kan variabel zijn.

Het is binnen het kader van de onderhavige uitvinding niet essentieel dat zich tussen twee kleurlagen 7, 8 een transparante 15 tussenlaag 9 bevindt. Het is ook mogelijk dat twee kleurlagen 7, 8 op elkaar zijn gelegen. In een dergelijk geval wordt niet of nauwelijks een diepteverschil tussen de twee kleurlagen 7, 8 waargenomen. Een belangrijk voordeel van het aanbrengen van een transparante tussenlaag 9 is dat afstand tussen de twee kleurlagen 20 7, 8 wordt gecreëerd, en dat het gecreëerde diepteverschil door een persoon vanaf de zichtzijde van de tegel 1 kan worden waargenomen.

De persoon ervaart dan niet alleen diepte tussen de voorzijde 3 van de toplaag 2 en de voorste kleurlaag 7, maar ook tussen de kleurlagen 7, 8 onderling.

25 Figuur 5 toont een derde voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een voorste kleurlaag 7 slechts een klein gedeelte van de achterzijde 4 van de toplaag 2 bedekt, en waarbij de afmetingen van een achterste kleurlaag 8 en een transparante tussenlaag 9 overeenkomen met die van de 30 toplaag 2, uitgezonderd de dikte.

Figuur 6 toont een vierde voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding. In deze uitvoeringsvorm is de inrichting vanwege haar reliëf en langwerpige vorm uitermate geschikt voor het vormen van een sierrand op bijvoorbeeld 35 een wand.

De getoonde tegels 1 volgens de onderhavige uitvinding kunnen op conventionele wijze op bijvoorbeeld een wand worden aangebracht, namelijk door op een achterzijde 14 van de beschermlaag 11 lijm aan te brengen en de tegel 1 op een gewenste positie tegen de wand te 40 drukken. Tevens kunnen de tegels 1 op afstand van elkaar worden H aangebracht, waarbij op conventionele wijze voegmiddel kan worden gebruikt om de ruimtes tussen de tegels 1 op te vullen.

H Het productieproces van de inrichting volgens de onderhavige H 5 uitvinding omvat een aantal stappen die hieronder kort zullen worden H beschreven.

H Het uitgangsmateriaal voor bijvoorbeeld tegel 1 is een tegel van glas met een vlakke bovenkant, een vlakke onderkant en vlakke zijkanten. In een eerste productiestap wordt deze vlakke glastegel 10 op een mal gelegd, die is voorzien van een vuurvast basisreliëf.

Vervolgens wordt de glastegel verhit. Aan de zijde waarmee de glas- tegel op de mal steunt, vloeit glas in uitsparingen die zich in het basisreliëf op de mal bevinden. Er resulteert een glastegel met een achterzijde 4 die is voorzien van een reliëf, dat als een negatieve 15 afdruk van het basisreliëf in de mal kan worden beschouwd. Deze glastegel vormt een toplaag 2 voor de tegel 1.

Wanneer de glastegel is afgekoeld, wordt in een tweede productiestap op de achterzijde 4 van de toplaag 2 een voorste kleurlaag 7 aangebracht. Het aanbrengen van de voorste kleurlaag 7 20 vindt plaats door bijvoorbeeld poeder op de gewenste plaats te strooien of door bijvoorbeeld verf met behulp van een kwast, penseel of airbrushapparaat op de gewenste plaats aan te brengen.

In een derde productiestap wordt een tussenlaag 9 van transparante kunststof op een achterzijde van de voorste kleurlaag 7 H 25 uitgesmeerd. Wanneer de kunststof is uitgehard, wordt in een vierde I productiestap een achterste kleurlaag 8 op de tussenlaag 9 aangebracht. Voor het aanbrengen van de achterste kleurlaag 8 gelden dezelfde opties als voor het aanbrengen van de voorste kleurlaag 7.

I In een vijfde en laatste productiestap wordt een beschermlaag I 30 11 van ondoorzichtige kunststof tegen een achterzijde 13 van de I achterste kleurlaag 8 aangebracht. Wanneer deze beschermlaag 11 is uitgehard, is de tegel 1 gereed. Een persoon die vanaf de zichtzijde naar de tegel 1 kijkt, ziet het reliëf op de achterzijde 4 van de I toplaag 2 door het glas van de toplaag 2 heen. De persoon neemt het I 35 reliëf in zijn positieve verschijningsvorm waar, dat wil zeggen dat I de waarneming van het reliëf in de tegel 1 in hoofdzaak overeenkomt met de waarneming van het basisreliëf in de mal waarop de toplaag 2 I is gevormd.

7

Voor het in het voorgaande beschreven productieproces zijn vele alternatieven mogelijk. De stappen van het productieproces zijn afgestemd op de gewenste samenstelling van het eindproduct.

Wanneer er meer of minder dan twee kleurlagen 7, 8 aan de 5 achterzijde 4 van de toplaag 2 dienen te worden aangebracht, dan zullen er logischerwijs meer of minder productiestappen nodig zijn.

Er zullen eveneens meer productiestappen nodig zijn wanneer de inrichting meer dan één tussenlaag 9 dient te hebben. Aan de andere kant, wanneer de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zonder 10 tussenlaag dient te worden uitgevoerd, dan zal de in het voorgaande als derde genoemde productiestap achterwege moeten blijven.

De toplaag 2 kan op een andere manier worden gevormd dan met behulp van een mal. Er kan bijvoorbeeld een reliëf in de achterzijde 4 van een vlakke tegel worden aangebracht door middel van een 15 verspanende bewerking. Zoals reeds eerder is opgemerkt, kan de toplaag 2 uit een ander geschikt materiaal dan glas worden vervaardigd, bijvoorbeeld kunststof.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de oravang van de 20 onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.

In de hierboven beschreven voorbeelden van een inrichting 25 volgens de onderhavige uitvinding geldt voor de toplaag 2 en de tussenlaag 9, dat deze volledig transparant zijn. Het is echter ook mogelijk dat slechts gedeeltes van de toplaag 2 en/of de tussenlaag 9 transparant zijn.

IDe voorzijde 3 van de toplaag 2 kan evenals de achterzijde 4 30 van de toplaag 2 van een reliëf zijn voorzien. De voorzijde 3 is echter bij voorkeur volledig vlak, omdat een reliëf aan de voorzijde 3 de waarneming van het reliëf aan de achterzijde 4 van de toplaag 2 en de achterliggende kleurlagen 7, 8 kan verstoren.

In een mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 35 onderhavige uitvinding met slechts twee lagen omvat genoemde inrichting de toplaag 2 en de beschermlaag 11. In een dergelijke uitvoeringsvorm fungeert de beschermlaag 11 in feite als kleurlaag 7, 8, aangezien de voorzijde 12 van de beschermlaag 11 rechtstreeks aanligt tegen de achterzijde 4 van de toplaag 2.

Η

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan zijn gevat in een frame van bijvoorbeeld metaal, dat alleen de voorzijde 3 van de toplaag 2 vrijlaat. Hierbij is bij voorkeur de beschermlaag 11 achterwege gelaten.

5 Zoals reeds eerder is beschreven, kan de inrichting volgens de ^R onderhavige uitvinding zijn uitgevoerd als een tegel 1 die is IH bestemd om op bijvoorbeeld een wand te worden aangebracht. De inrichting kan echter ook geschikt zijn voor velerlei andere toepassingen. Zo kan de inrichting onderdeel uitmaken van een 10 schilderijlijst of tafelblad, of worden toegepast als presse-papier.

Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een inrichting zoals een tegel 1 ter decoratie van bijvoorbeeld een wand. Deze inrichting H omvat een transparante toplaag 2, waarvan een achterzijde 4 is H 15 voorzien van een reliëf. Op deze achterzijde 4 is een voorste kleur- H laag 7 aangebracht. De inrichting omvat tevens een achterste kleur- laag 8, die op afstand van de voorste kleurlaag 7 is gelegen, waarbij zich een transparante tussenlaag 9 tussen de kleurlagen 7, 8 H bevindt. Op een achterzijde 13 van de achterste kleurlaag 8 is ter 20 bescherming een beschermlaag 11 aangebracht.

H De zichtzijde van de inrichting wordt gevormd door een voor- H zijde 3 van de toplaag 2. Doordat de voorste kleurlaag 7 op afstand H is gelegen van de voorzijde 3 van de toplaag 2, en doordat de achterste kleurlaag 8 op afstand is gelegen van de voorste kleurlaag H 25 7, neemt een persoon die de zichtzijde van de inrichting ziet, diepte in de inrichting waar. De gelaagde opbouw verschaft de inrichting een opvallend en mooi uiterlijk.

Claims (14)

1. Inrichting zoals een tegel voor het bedekken van een oppervlak, omvattende: - een ten minste gedeeltelijk transparante toplaag (2), waarvan een achterzijde (4) is voorzien van een reliëf; en 5 - ten minste één kleurlaag (7, 8) die zich aan de achterzijde (4) van de toplaag (2) bevindt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij een zichtzijde van de inrichting wordt gevormd door een voorzijde (3) van de toplaag (2). 10

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, voorts omvattende een beschermlaag (11), waarvan een voorzijde aanligt tegen een achterzijde (13) van de kleurlaag (8).

4. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-3, omvattende ten minste twee kleurlagen (7, 8), alsmede een ten minste gedeeltelijk transparante tussenlaag (9) die zich tussen de kleurlagen (7, 8) bevindt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de brekingsindex van de toplaag (2) en de brekingsindex van de tussenlaag (9) in hoofdzaak aan elkaar gelijk zijn.

6. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-5, waarbij 25 een voorzijde (3) van de toplaag (2) volledig vlak is.

7. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-6, omvattende ten minste twee kleurlagen (7, 8), waarbij ten minste een voorste kleurlaag (7) op één of meer plaatsen onderbroken is. 30

8. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-7, omvattende ten minste twee kleurlagen (7, 8), waarbij ten minste een gedeelte van ten minste een voorste kleurlaag (7) transparant is.

9. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-8, omvattende ten minste twee kleurlagen (7, 8), waarbij een achterste kleurlaag (8) ondoorzichtig is. Λ Π O O O η n Η

10. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-9, waarbij H de toplaag (2) glas omvat.

11. Inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-10, 5 waarbij de kleurlaag (7, 8) poeder of verf omvat.

12. Werkwijze voor het produceren van een inrichting volgens een willekeurige der conclusies 1-11, omvattende de volgende stappen·. - het plaatsen van een glastegel op een mal die is voorzien van een 10 reliëf; - het verhitten van de glastegel, waarbij glas van de glastegel in uitsparingen in de mal vloeit; en - het aanbrengen van ten minste één kleurlaag (7, 8) aan een achter- zijde (4) van de glastegel (2).

13. Werkwijze volgens conclusie 12, voorts omvattende de stap van het aanbrengen van een beschermlaag (11) op een achterzijde (13) van de kleurlaag (8) .

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij ten minste twee kleurlagen (7, 8) aan de achterzijde (4) van de glastegel (2) worden aangebracht, voorts omvattende de stap van het aanbrengen van een ten minste gedeeltelijk transparante tussenlaag (9) op een achter- H zijde van een kleurlaag (7), alvorens een achterliggende kleurlaag I 25 (8) wordt aangebracht.