NL1022167C2

NL1022167C2 - Aandrijving met een omspanningsmiddel, in het bijzonder voor de krachtoverdracht tussen twee kegelschijvenparen van de aandrijving.

Info

Publication number: NL1022167C2
Application number: NL1022167A
Authority: NL
Inventors: Andre Teubert; Andreas Triller
Original assignee: Luk Lamellen & Kupplungsbau
Priority date: 2001-12-14
Filing date: 2002-12-13
Publication date: 2003-06-30
Also published as: AU2002366425A1; DE10258251A1; CN1322252C; EP1458993B1; ATE329180T1; DE10297703D2; KR20040083064A; DE50207141D1; US20050119081A1; JP2005513368A; NL1022167A1; JP4372551B2; US7470204B2; EP1458993A1; ITMI20022635A1; CN1605000A; WO2003052290A1

Description

Titel: Aandrijving met een omspanningsmiddel, in het bijzonder voor de krachtoverdracht tussen twee kegelschijvenparen van de aandrijving

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijving met traploos instelbare overbrenging met een omspanningsmiddel, in het bijzonder voor de krachtoverdracht tussen twee kegelschijvenparen van de aandrijving.

Fig. 1 toont een uit DE 199 222 827 Al bekend, in de vorm van een 5 ketting uitgevoerd omspanningsmiddel in zijaanzicht. Het omspanningsmiddel is samengesteld uit schakels 10a, 10b, die in een aantal, in Fig. 1 niet zichtbare, in langsrichting van het omspanningsmiddel lopende langsrijen zijn opgesteld. De schakels zijn voorzien van openingen 12 waar de drukstukken 14 doorheen grijpen, die de schakels samenvoegen 10 tot een langs- en dwarsverband, dat het omspanningsmiddel vormt. Door de opening 12 van elke schakel 10 reiken twee drukstukken 14 die steun nemen op de vorengelegen respectievelijk achtergelegen rand van de opening, waarbij ten minste enkele van de tot de verschillende langsrijen behorende schakels 10a, 10b in langsrichting van het omspanningsmiddel 15 over de langsafmeting van een opening minus de drukstukdiameter versprongen zijn opgesteld, zodat een dwars door het omspanningsmiddel heen reikend drukstuk op de ene eindzijde van een opening steun neemt en een ander drukstuk op de andere eindzijde, waardoor de overdracht van langskrachten binnen het omspanningsmiddel mogelijk wordt.

20 De zijdelingse kopvlakken 16 van de drukstukken zijn ingericht voor een wrijvingssamenwerking met naar elkaar toegekeerde kegelvlakken van kegelschijvenparen (niet weergegeven), waartussen het omspanningsmiddel krachten respectievelijk koppel overdraagt.

De drukstukken 14 zijn onderverdeeld in telkens twee wiegstukken 25 14a en 14b die bij scharniervormige bewegingen van de schakels op elkaar afrollen en daardoor de wrijving in de schakels van het scharnier 1022167. * 2 verminderen. Om de drukstukken 14 tegen uitvallen geborgd met de schakels 10 te verbinden, zijn aan de buitenomtrek van de drukstukken 14 uitsteeksels in de vorm van laspunten 18 aangebracht.

Omspanningsmiddelen volgens Fig. 1 zijn in het algemeen zodanig 5 opgebouwd, dat de opstelling van de afzonderlijke, dwars op de langsrichting van het omspanningsmiddel gelegen schakels ten opzichte van de afzonderlijke langsrijen periodiek wordt herhaald, zo kan bijvoorbeeld de ten opzichte van een eerste dwarsrij verplaatste tweede dwarsrij anders zijn vormgegeven dan de wederom ten opzichte van de tweede dwarsrij 10 versprongen derde dwarsrij, waarop wederom de eerste dwarsrij volgt. Men spreekt dan van een drieschakelverband.

De opstelling van de afzonderlijke schakels binnen de langsrijen en dwarsrijen is van beslissende invloed op het bedrijfsgedrag van het omspanningsmiddel, zoals de duurzaamheid daarvan, de wrijving daarvan 15 etc.

Doel van de onderhavige uitvinding is een aandrijving met omspanningsmiddel van de in de aanhef bedoelde soort zodanig uit te voeren dat de krachten die optreden in de tot het omspanningsmiddel respectievelijk de schakelketting verbonden schakels, zo gelijkmatig 20 mogelijk worden verdeeld en zodoende de belasting van de schakels en de drukstukken zo gelijkmatig mogelijk is.

Dit doel wordt bereikt doordat overeenkomstig de uitvinding in het telkens buitengelegen gebied van de ketting twee of meer direct naast elkaar op gestelde schakels dragend werkzaam zijn, waardoor speciaal in het 25 hoogbelaste buitengelegen randgebied van het omspanningsmiddel via de aldaar aanwezige stellen de krachten gelijkmatiger worden verdeeld. In het middengebied van een dergelijk omspanningsmiddel volgens de uitvinding kunnen in afzonderlijke dwarsrijen desgewenst enkelvoudige schakels aanwezig zijn.

1022167< 3

Verder is het voordeelbiedend het omspanningsmiddel volgens de uitvinding, zoals op zich bekend, als drieschakelverband uit te voeren. Het spreekt voor zich dat ook andere schakelverbanden mogelijk zijn.

Aan elke buitenzijde kunnen meer dan twee schakels direct naast 5 elkaar en in lijn gelegen elkaar dekkend zijn opgesteld.

Verder kan het voordeelbiedend zijn binnenwaarts van een eerste paar en een daaropvolgend tweede paar schakels versprongen ten opzichte van het tweede paar verdere, direct naast elkaar gelegen en elkaar dekkend opgestelde schakels in een aantal groter dan dat van het eerste paar aan te 10 brengen.

Het aantal van de schakels die gezien in dwarsrichting van het omspanningsmiddel met hun openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen achter elkaar zijn aangebracht, kan uniform zijn, in andere uitvoeringsvoorbeelden kan dit aantal in langsrichting van het 15 omspanningsmiddel verschillend zijn.

Verder kan de opstelling van de schakels betrokken op het langsmidden van het omspanningsmiddel symmetrisch of asymmetrisch zijn.

De uitvinding wordt in het navolgende aan de hand van 20 schematische tekeningen bij wijze van niet beperkend voorbeeld en onder vermelding van verdere bijzonderheden toegelicht. Daarbij toont:

Fig. 1 een zijaanzicht van een als schakelketting uitgevoerd omspanningsmiddel,

Fig. 2 een aanzicht op een deel van een omspanningsmiddel, 25 Fig. 3 twee samengevoegde delen volgens Fig. 2,

Fig. 4 een aanzicht op een deel van een ten opzichte van Fig. 2 gewijzigde schakelketting,

Fig. 5 een aanzicht op een deel van een verdere uitvoeringsvorm van een schakelketting, 10221671 4

Fig. 6 een aanzicht op een verdere gewijzigde uitvoeringsvorm van een deel van een schakelketting,

Fig. 7 een aanzicht op een verder gewijzigde uitvoeringsvorm van een deel van een schakelketting, 5 Fig. 8 een krachtverloop over de breedte van een schakelketting,

Fig. 9 en 10 een aanzicht op een deel van twee verdere gewijzigde uitvoeringsvormen van een schakelketting

Fig. 2 toont een aanzicht op een deel van een schakelketting, waarvan de schakels 10 in eenenveertig in langsrichting van de 10 schakelketting (verticale papierrichting) lopende, naast elkaar opgestelde langsrijen zijn aangebracht. De schakelketting is samengesteld uit drie verschillende dwarsrijen A, B en C waarbinnen telkens twee drukstukken 14 voor een verbinding tussen telkens twee dwarsrijen zorgen. De dwarsrijen A, B en C zijn telkens over de langslengte van de openingen 12 15 (Fig. 1) minus de diameter van de drukstukken 14 ten opzichte van elkaar versprongen.

Zoals uit Fig. 2 blijkt, is in dwarsrichting van de schakelketting de opstelling van de schakels in de verschillende dwarsrijen zodanig, dat van links naar rechts gezien eerst de twee buitengelegen schakels in de dwarsrij 20 B zijn aangebracht, dan twee schakels in de dwarsrij A volgen, dan vier schakels in de dwarsrij C volgen, dan twee schakels in de dwarsrij A volgen, vier rijen in de dwarsrij B volgen, twee schakels in de dwarsrij A volgen, twee schakels in de dwarsrij C, twee schakels in de dwarsrij A, twee schakels in de dwarsrij B, een schakel in de dwarsrij C, twee schakels in de 25 dwarsrij A, twee schakels in de dwarsrij C, twee schakels in de dwarsrij B, twee schakels in de dwarsrij C, twee schakels in de dwarsrij A, vier schakels in de dwarsrij B, twee schakels in de dwarsrij A en twee schakels in de dwarsrij C. De dwarsrij A bevat veertien schakels, de dwarsrij B bevat eveneens veertien schakels, en de dwarsrij C bevat dertien schakels, die op 30 de beschreven wijze over de langsrijen 1 tot 41 zijn verdeeld.

5

Fig. 3 toont twee samengevoegde delen van Fig. 2 om weer te geven dat het patroon van Fig. 2 zich telkens herhaalt.

Terwijl in Fig. 1, die in zijaanzicht een op zich bekende schakelketting toont, van buitenaf de buitengelegen schakels van alle drie 5 de dwarsrijen zichtbaar zijn, zijn, zoals uit Fig. 3 blijkt, bij de schakelketting met een opstelling volgens Fig. 2 van links af slechts de buitengelegen schakels van de dwarsrijen B en A zichtbaar.

Fig. 4 toont een opstelling van schakels van een schakelketting, die zich van de opstelling volgens Fig. 2 onderscheidt, doordat de langsrijen 28 10 tot 37 verschillend zijn bezet. De opbouw van deze schakelketting is in Fig. 10 in detail aangegeven.

De figuren 5 tot 7 tonen aanzichten op delen van een schakelketting, die maar uit 36 langsrijen is samengesteld. Wederom zijn de telkens buitengelegen schakels direct paarsgewijs naast elkaar opgesteld, waarbij 15 deze schakels telkens zijn aangebracht in de dwarsrij B. Het patroon van Fig. 5 en 6 is betrokken op het langsmidden van de schakelketting symmetrisch, waarbij in elke dwarsrij twaalf schakels zijn aangebracht.

De uitvoeringsvorm van de schakelketting volgens Fig. 7 is ten opzichte van het langsmiddenvlak van de schakelketting asymmetrisch, 20 waarbij in de dwarsrij A twaalf schakels, in de dwarsrij B elf schakels en in de dwarsrij C dertien schakels zijn aangebracht.

De gedetailleerde opstellingen zijn in de conclusies 11, 12 en 13 weergegeven. Zoals aanstonds uit de figuren blijkt, hebben de weergegeven uitvoeringsvormen van de schakelketting volgens de uitvinding 25 gemeenschappelijk, dat de telkens buitenste schakels (in de dwarsrijen B en C overeenkomstig Fig. 2 en 4 en in de dwarsrijen B overeenkomstig Fig. 5 tot 7) telkens paarsgewijs direct naast elkaar zijn opgesteld. Naar binnen toe volgt telkens een verder schakelpaar, waarop verder naar binnen in een dwarsrij een aantal groter dan twee direct naast elkaar opgestelde schakels 30 aansluit.

.102 21 ft 7 6

Fig. 8 toont de binnen de schakelketting werkzame schakelkracht K afhankelijk van de breedtepositie B in de schakelketting. De getrokken kromme k toont de krachtverdeling bij gebruikelijke schakelkettingen. De streeppuntkromme e toont de krachtverdeling bij de schakelketting volgens 5 de uitvinding. Zoals blijkt, zijn de verschillen tussen de in de buitengebieden werkzame krachten en de krachten in het binnengebied van de schakelketting door de opstelling van de schakels overeenkomstig de uitvinding duidelijk verminderd.

Fig. 9 toont een aanzicht op een deel van een schakelketting 10 waarvan de schakels 10 in eenenveertig zich in langsrichting van de schakelketting (verticale papierrichting) uitstrekkende, naast elkaar opgestelde langsrijen zijn aangebracht. De schakelketting is samengesteld uit drie verschillende dwarsrijen A, B en C, waarbij telkens twee drukstukken 14 een verbinding tussen telkens twee dwarsrijen verschaffen. 15 De dwarsrijen A, B en C zijn telkens over de langsafmeting van de openingen 12 (Fig. 1) minus de diameter van de drukstukken 14 ten opzichte van elkaar versprongen.

Zoals uit Fig. 9 blijkt, is in dwarsrichting van de schakelketting de opstelling van de schakels in de verschillende dwarsrijen zodanig, dat van 20 links naar rechts gezien eerst twee buitenste schakels in de dwarsrij B zijn opgesteld, dan twee schakels in de dwarsrij A volgen, dan drie schakels in de dwarsrij C volgen. Dan volgt telkens een schakel in de dwarsrijen B, C, A, C, B gevolgd door twee schakels in de dwarsrij A. Daarop volgt een verder éénschakelverband in de rijen B, C, B, A, B, C. De volgende schakel 101 be· 25 vindt zich in de rij A en ligt op de langshartlijn van de ketting. Ten opzichte daarvan gespiegeld volgt het kettingpatroon van de tweede kettinghelft.

Fig. 10 toont eveneens een symmetrisch schakelverband met dertig in dwarsrichting in de rijen A, B, C opgestelde schakels 10. De beide in rij B aangebrachte schakels 201 vormen daarbij het symmetrie vlak waarvandaan 30 de schakels als volgt telkens naar de randpositie 1 respectievelijk 30 zijn 1022167¾ 7 opgesteld: op de schakel 201 sluiten afzonderlijke schakels aan in de rij A, C, A, twee schakels in rij B, een enkele schakel in rij A, vier schakels in rij C, twee schakels in rij A en twee schakels in rij B.

De met de aanvrage ingediende conclusies zijn formuleringsvoorstellen 5 zonder prejudicie voor het verkrijgen van verdergaande octrooibeschrijving. Aanvraagster houdt zich het recht voor verdere, tot dusverre slechts in de beschrijving en/of tekeningen geopenbaarde maatregelencombinaties te claimen. In volgconclusies gebruikte verwijzingen wijzen op de verdere uitvoering van het onderwerp van de hoofdconclusie door de maatregelen van de 10 betreffende volgconclusie; deze zijn niet te zien als een afzien van het verkrijgen van een zelfstandige, onderwerpelijke bescherming voor de maatregelencombinaties van de volgconclusies waarnaar terug wordt verwezen. Aangezien de onderwerpen van de volgconclusies met betrekking tot de stand van de techniek op de prioriteitsdag eigen en onafhankelijke uitvindingen kunnen vormen 15 houdt aanvrager zich het recht voor die tot onderwerpen van onafhankelijke conclusies of afsplitsingen te maken. Ze kunnen verder ook zelfstandige uitvindingen bevatten die een van de onderwerpen van de voorgaande volgconclusies onafhankelijke vorm hebben. De uitvoeringsvoorbeelden zijn niet als beperking van de uitvinding te beschouwen. Veeleer zijn binnen het kader 20 van de onderhavige uitvinding talrijke wijzigingen en modificaties mogelijk, in het bijzonder dergelijke varianten, elementen en combinaties en/of materialen, die bijvoorbeeld door combinatie of wijziging van afzonderlijke in verbinding met de in de algemene beschrijving en uitvoeringsvormen alsmede de conclusies beschreven en in de tekeningen aanwezige maatregel resp. elementen of 25 werkwijzestappen voor de vakman met het oog op de oplossing van het probleem zijn te ontnemen en door combineerbare maatregelen tot een nieuw onderwerp of tot nieuwe werkwijzestappen resp. werkwijzestapvolgorden leiden, ook in zoverre deze reparatie-, proef- en bedrijfswerkwijzen betreffen.

^022167 I

Claims

1. P 0 1 7 'II

1. Aandrijving met traploos instelbare overbrenging voorzien van een omspanningsmiddel, in het bijzonder voor de krachtoverdracht tussen twee kegelschijvenparen van de aandrijving, omvattende een veelvoud van in meerdere, zich in langsrichting van het omspanningsmiddel uitstrekkende, 5 naast elkaar aangebrachte rijen opgestelde schakels met openingen, alsmede drukstukken, die door de openingen heen steken en waarvan de kopzijden in een wrijvingssamenwerking kunnen verkeren met kegelvlakken van de kegelschijvenparen, waarbij door elke schakel twee in langsrichting van het omspanningsmiddel naburige drukstukken reiken en elk drukstuk door ten 10 minste twee in langsrichting van het omspanningsmiddel ten opzichte van elkaar versprongen schakels steekt en waarbij de opstelling van schakels waar naburige drukstukken doorheen reiken, ten opzichte van de langsrijen in langsrichting van het omspanningsmiddel na telkens een voorafbepaald aantal naburige drukstukken wordt herhaald, met het kenmerk, dat naast 15 elke, in telkens een buitengelegen langsrij aangebrachte schakel direct grenzend daaraan en dekkend in lijn daarmee gelegen ten minste een verdere schakel is opgesteld, waardoorheen dezelfde drukstukken steken als door eerstbedoelde schakel, waarbij binnenwaarts van dit eerste stel schakels een tweede stel direct naast elkaar en dekkend in lijn gelegen schakels 20 versprongen ten opzichte van het eerste stel schakels is aangebracht.

2. Aandrijving volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het patroon van de opstelling van de schakels ten opzichte van de langsrijen zich naar telkens naburige drukstukken herhaalt. 25 102?1fi7l

3. Aandrijving volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aan de in een buitengelegen langsrij aangebrachte schakels direct grenzende schakels van de eerstvolgende naar binnengelegen langsrij direct grenzen aan verdere schakels. 5

4. Aandrijving volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat binnenwaarts van het tweede stel schakels en versprongen ten opzichte daarvan direct naast elkaar en dekkend in lijn gelegen schakels in een groter aantal dan dat van het eerste stel schakels zijn aangebracht. 10

5. Aandrijving volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het aantal schakels (10) die in dwarsrichting van het omspanningsmiddel gezien met hun openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen achterelkaar zijn opgesteld, uniform is. 15

6. Aandrijving volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het aantal schakels, die in dwarsrichting van het omspanningsmiddel gezien met hun openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen achter elkaar zijn opgesteld, in langsrichting van het omspanningsmiddel 20 verschillend is.

7. Aandrijving volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de opstelling van de schakels met betrekking tot het langsmidden van het omspanningsmiddel symmetrisch is. 25

8. Aandrijving volgens één der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de opstelling van de schakels met betrekking tot het langsmidden van het omspanningsmiddel asymmetrisch is. 30

9. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel eenenveertig naast elkaar opgestelde langsrijen omvat en de opstelling van de schakels ten opzichte van de rijen R de navolgende is: 5 R |l 2 3 |4 |5 |6 |7 |8 |9 I10I11I12I13I14I15I16|17I18|19I20I21 a xx xx xx xx bxx xxxx x c xxxx xx R 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 a x x xx xx bx xx xxxx cxxxxx xx waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte 10 van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en 15 c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is. 1 022167.1

10. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel eenenveertig naast elkaar opgestelde rijen R omvat en de opstelling van de schakels ten opzichte van de rijen als volgt is: R |l |2 3 |4 15 |6 7 |8 |9 110111112113114115116117118119120121 a xx xx xx xx bxx xxxx x c xxxx xx 5 R 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 a x x xx xx b x xxxx cx xx xxxx xx waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de 10 langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in 15 langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is. 1022167 1

11. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel zesendertig naast elkaar aangebrachte rijen R omvat en de plaatsing van de schakels ten opzichte van de rijen als volgt is: R |l |2 |3 |4 5 |6 7 |8 |9 |10I11I12I13I14I15I16I17I18I19I20I21 a xx x xx xx bxx x xxx x c xxxxx x x 5 R 22 23 24 125 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 a x x x xx bxx x xx c xxxxx waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de 10 langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in 15 langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is. 1022167 '

12. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel zesendertig naast elkaar aangebrachte rijen R omvat en de plaatsing van de schakels ten opzichte van de rijen als volgt is: R |l |2 3 |4 5 |6 7 |8 |9 I10I11|12I13[14|15|16I17I18|19I20|21 a xx xx x xx bxx xxx x x C ΧΧΧΧΧ X X 5 R 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 a x xx xx b x x x xx C X X X X X waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de 10 langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in 15 langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is. 1 0221 67 ''

13. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel zesendertig naast elkaar aangebrachte rijen R omvat en de plaatsing van de schakels ten opzichte van de rijen als volgt is: R |l |2 3 U |5 |6 |7 |8 |9 110111112113114115116117118119120121 a xxxxx x x bxx x xxx x c xx x xx xx 5 R 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 a x x x xx b x x xx c x x x xxx waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de 10 langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in 15 langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is. 10221671

14. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel eenenveertig naast elkaar aangebrachte rijen R omvat en de plaatsing van de schakels ten opzichte van de rijen als volgt is: R |l Ï2 |3 4 |5 |6 |7 |8 |9 I10I11I12I13I14I15I16I17I18I19I20I21 axx xxx xx bxx x x xxx c xxxxx x x 5 R 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 a x x x x xx bx xxx x xx cx x xxxxx waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de 10 langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in 15 langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is. 1022167

15. Aandrijving volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het omspanningsmiddel eenenveertig naast elkaar aangebrachte rijen R omvat en de plaatsing van de schakels ten opzichte van de rijen als volgt is: R |l |2 |3 U |5 Ie |7 |8 |9 110111112113114115116117118119120121 a xx x xx xx bxx xx xx xx c x x x x x x 5 R 122 123 124 125 126 127 128 129130 a x xx b xx c x x x x waarbij a de plaatsing in een eerste dwarsrij van met de openingen ten opzichte van elkaar in lijn gelegen aangebrachte schakels ten opzichte van de 10 langsrijen is, b de plaatsing in een ten opzichte van de eerste dwarsrij in langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken versprongen tweede dwarsrij ten opzichte van de langsrijen is en c de plaatsing in een ten opzichte van de tweede dwarsrij in 15 langsrichting van het omspanningsmiddel over de afstand van aangrenzende drukstukken verplaatste derde dwarsrij ten opzichte van de langsrijen 1022137 1