NL1021986C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een zelfklevende coating. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een zelfklevende coating

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zelfklevende coating, in het bijzonder op een zelfklevende coating waarop afbeeldingen door middel van digitale 5 druktechnieken kunnen worden aangebracht. Deze coating kan met een gebruikelijke lamineerinrichting op een substraat, bijvoorbeeld kunststofplaat, aluminiumplaat, karton, glas, spiegels, kunststoffolie en bannermateriaal worden aangebracht. Op de coating kan vervolgens met toepassing van digitale of gebruikelijke printtechnieken, bij voorkeur digitale printtechnieken, een afbeelding worden gedrukt of geprint.

10 Werkwijzen voor het vervaardigen van zelfklevende afbeeldingen zijn reeds lange tijd bekend in de stand van de techniek. Zo kunnen zij worden vervaardigd door op een al dan niet opake drager aari één zijde daarvan een hechtlaag aan te brengen en aan de andere zijde een diapositieve afbeelding, bijvoorbeeld door middel van inktjetprinten, waarna de drager met afbeelding op een substraat wordt aangebracht, d.w.z. geplakt. 15 Vervolgens kan ter bescherming van de afbeelding tegen licht, stof en vuil een transparante beschermlaag daarop aangebracht worden (zie bijvoorbeeld WO 97/30852 en WO 97/43128). Anderzijds kan op een transparante beschermlaag aan één zijde eerst een afbeelding in spiegelbeeld en vervolgens een hechtlaag worden aangebracht, waarna het geheel op het substraat wordt aangebracht (zie bijvoorbeeld NL C 20 1010888).

JP-A-9240196 heeft betrekking op een zelfklevende film van achtereenvolgens een losbare dragerlaag, een coatinglaag en een hechtlaag, waarbij de coatinglaag reeds is voorzien van een afbeelding.

Bij het drukken of printen van afbeeldingen op bijvoorbeeld harde substraten met 25 wisselende afmetingen, bijvoorbeeld reclameborden of -panelen van bijvoorbeeld twee bij vier meter, worden tot op heden de afbeeldingen door de drukker rechtstreeks op deze substraten door middel van bijvoorbeeld zeefdruk of een digitale druktechniek gedrukt. Deze substraten zijn niet voorzien van een coatinglaag en dit heeft als nadeel dat de kwaliteit van de afbeeldingen te wensen overlaat. Om deze kwaliteit te 30 verbeteren, is er nu voorgesteld om de substraten van een coatinglaag te voorzien. Maar indien de drukker substraten met een coatinglaag wil gebruiken, is het noodzakelijk dat een producent van dergelijke substraten de niet-gecoate substraten inkoopt, van een 1021986' I coating voorziet en naar de drukker transporteert. Vanzelfsprekend is het transport van I dergelijke grote voorwerpen lastig en kostbaar.

I De onderhavige uitvinding verschaft een oplossing voor dit probleem. De onderhavige uitvinding verschaft een coatinglaag die een drukker zelf op eenvoudige I 5 wijze met behulp van een eenvoudige lamineerinrichting op het substraat kan I aanbrengen. De zelfklevende coating volgens de uitvinding kan eenvoudig en gemakkelijk, bijvoorbeeld in de vorm van een rol, naar de drukker worden getransporteerd. De drukker kan deze dan ter plaatse gemakkelijk met gebruikmaking I van een gebruikelijke lamineerinrichting op het substraat naar keuze aanbrengen.

I 10 In US 5.747.148 wordt een zelfklevende film van achtereenvolgens een hechtlaag ("adhesive layer"), een dragermateriaal ("substrate") en een coatinglaag ("image I receiving layer") beschreven, waarbij de coatinglaag bestaat uit een beschermlaag I ("protective penetrant layer") en een beeldlaag ("inktjet receptor layer") en de I coatinglaag middels inktjetprinten bedrukt kan worden. De hechtlaag kan voorzien zijn H 15 van een losbare beschermlaag ("release liner"). Volgens voorbeeld 1 van US 5.747.148 wordt de dragerlaag vóór het bedrukken op de coatinglaag aangebracht door middel van verknoping, gevolgd door een droogstap. Eventueel kan na het bedrukken een I transparante, kleurloze beschermlaag ("overlaminate layer") worden aangebracht om de afbeelding te beschermen tegen vocht, krassen en dergelijke. Uit US 5.747.148 blijkt 20 niet dat het dragermateriaal losbaar is, d.w.z. dat na het bedrukken het dragermateriaal van de coatinglaag gescheiden kan worden.

De uitvinding heeft dan ook betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een zelfklevende coating, in het bijzonder een zelfklevende coating waarop afbeeldingen door middel van digitale druktechnieken kunnen worden aangebracht, 25 waarbij (i) op een zijde van een losbaar dragermateriaal een coatinglaag aangebracht wordt, en (ii) op de coatinglaag of op de andere zijde van het losbare dragermateriaal een hechtlaag aangebracht wordt.

Volgens deze werkwijze volgens de uitvinding kan derhalve een zelfklevende coating worden verschaft die (1) de coatinglaag, (2) het losbare dragermateriaal, en (3) 30 de hechtlaag of die (1) het losbare dragermateriaal, (2) de coatinglaag, en (3) de H hechtlaag omvat.

3

In de beschrijving van deze octrooiaanvrage wordt met de term "losbaar dragermateriaal" of "losbare laag" bedoelt dat deze gemakkelijk verwijderd kan worden zonder dat daarbij schade aan bijvoorbeeld de coatinglaag wordt aangericht.

Volgens de uitvinding is het losbare dragermateriaal bij voorkeur een met siliconen 5 beklede kunststofïilm of met siliconen bekleed papier (ofwel "siliconenpapier") en in het bijzonder met siliconen bekleed papier.

Het heeft volgens de uitvinding de voorkeur dat op de hechtlaag een losbare beschermlaag wordt aangebracht, waarbij de beschermlaag bij voorkeur een met siliconen beklede kunststoffïlm of met siliconen bekleed papier (ofwel 10 "siliconenpapier") en in het bijzonder met siliconen bekleed papier is. Op deze wijze kan er geen beschadiging van de hechtlaag optreden. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat de zelfklevende coating dan derhalve uit (1) een dragermateriaal, (2) een coatinglaag, (3) een hechtlaag en (4) een beschermlaag. Deze voorkeursuitvoeringsvorm kan gemakkelijk naar de drukker 15 worden getransporteerd, bijvoorbeeld als een rol, die na verwijdering van de beschermlaag de zelfklevende coating kan aanbrengen op het substraat. Vervolgens kan het dragermateriaal - dat ook als beschermlaag voor de coatinglaag dient, worden verwijderd en kan een afbeelding op de coatinglaag worden gedrukt.

Indien de hechtlaag op de coatinglaag aangebracht wordt, dient het dragermateriaal 20 ook als bescherming van de coatinglaag. Indien echter de coatinglaag op een zijde van het losbare dragermateriaal anders dan de zijde waarop de hechtlaag wordt aangebracht, wordt de coatinglaag bij voorkeur voorzien van een losbare beschermlaag. Deze beschermlaag is bij voorkeur van hetzelfde materiaal als de beschermlaag voor de hechtlaag.

25 De uitvinding heeft dan ook betrekking op een werkwijze voor het bekleden van een substraat met een zelfklevende coating volgens de uitvinding, waarbij de beschermingslaag - al of niet aanwezig - van de hechtlaag verwijderd wordt, de zelfklevende coating op het substraat aangebracht wordt en vervolgens hetzij het losbare dragermateriaal hetzij de beschermlaag van de coatinglaag verwijderd wordt.

30 De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het voorzien van een substraat met een zelfklevende coating die is verkregen volgens de werkwijze volgens de uitvinding, met een afbeelding, die in het bijzonder door middel van digitale druktechnieken wordt gemaakt, waarbij de beschermingslaag - al of niet aanwezig - van 1021986" H de hechtlaag verwijderd wordt, de zelfklevende coating op het substraat aangebracht wordt, hetzij het losbare dragermateriaal hetzij de beschermlaag van de coatinglaag I verwijderd wordt, en vervolgens de afbeelding op de coatinglaag gedrukt wordt.

I Verder wordt volgens de uitvinding de afbeelding bij voorkeur door middel van I 5 digitaal printen, in het bijzonder door middel van inktjetprinten, aangebracht. Hierbij I kunnen een of meer verschillende kleuren worden toegepast voor het vervaardigen van I kleurenafbeeldingen zoals prints van foto's, tekeningen, grafische ontwerpen en I dergelijke die worden gebruikt ter decoratie, als logo, als belettering of ten behoeve van I reclamedoeleinden. Zoals bekend aan de deskundige wordt bij dergelijke 10 inktjetdruktechnieken de afbeelding opgebouwd door middel van afzonderlijke kleine puntjes of "dots" van de verschillende kleuren, waarbij de dichtheid waarmee die puntjes ("dots per inch""ofwel "dpi") zijn aangebracht, de resolutie of definitie van de afbeelding bepalen. De dichtheid waarmee deze puntjes worden aangebracht is bij I voorkeur 320 - 1440 dpi. Maar het zal voor een deskundige vanzelfsprekend zijn dat in 15 plaats van dergelijke printtechnieken de afbeelding met behulp van andere druk-, spuit- I of sproeitechnieken kan worden vervaardigd.

I Hoewel de uitvinding niet beperkt is tot bepaalde inktsoorten, heeft het volgens de I uitvinding de voorkeur dat de inkt die bij het inkjetprinten wordt toegepast weinig I vluchtige oplosmiddelen bevat of is gebaseerd op water als oplosmiddel.

I 20 De afbeelding kan vanzelfsprekend ook in spiegelbeeld worden aangebracht. Dit is I noodzakelijk indien men een doorschijnend substraat toepast en de afbeelding door het I substraat waarneembaar moet zijn (hierbij dient het substraat dus ter bescherming van I de waar te nemen zijde van de afbeelding). In dat geval kan op het substraat met de I afbeelding wederom een hechtlaag op de "achterzijde" van de afbeelding (d.w.z. de I 25 zijde van de afbeelding die niet voor waarneming bedoeld is) worden aangebracht, I waarna het geheel eventueel op een tweede substraat (ter bescherming van de I "achterzijde") geplakt kan worden. Volgens een dergelijke uitvoeringsvorm omvat de I zelfklevende coating volgens de uitvinding: (1) een coatinglaag, (2) een doorschijnend I losbaar dragermateriaal, en (3) een hechtlaag, waarbij de coatinglaag en/of de hechtlaag 30 van een beschermlaag zijn voorzien.

I De hechtlaag kan derhalve een witte of een doorschijnende laag zijn en kan ieder I geschikt hechtmiddel of ieder geschikte lijm omvatten. Het voordeel van het toepassen I van een in hoofdzaak witte, opake hechtlaag is dat een goede ondergrond voor de 5 afbeelding verkregen wordt, d.w.z. dat de ondergrond goed contrasteert met de afbeelding. Geschikte hechtmiddelen of lijmen zijn meestal witte, ondoorzichtige hechtmiddelen en lijmsoorten die kunnen worden overgebracht op met siliconen beklede kunststoffolie of met siliconen bekleed papier. Daarentegen zijn ook geschikte 5 hechtmiddelen transparante lijmen die witte pigmenten en/of vulmiddelen bevatten.

Indien gewenst kan na het drukken van de afbeelding op het substraat met de zelfklevende coating (ter bescherming van de afbeelding) een transparante laag worden aangebracht. Een dergelijke transparante laag kan door middel van een vloeibare, hardbare coating worden aangebracht of door middel van een zelfklevende 10 kunststoffilm. De kunststof waarvan de film gemaakt is, is bij voorkeur polyetheen, polypropeen of polyvinylchloride.

De zelfklevende coating kan volgens de uitvinding op verschillende wijzen worden vervaardigd. Volgens een uitvoeringsvorm wordt op een aan twee zijden met siliconen bekleed dragermateriaal aan één zijde een coatinglaag aangebracht en aan de andere 15 zijde de hechtlaag, waarna de coatinglaag en/of hechtlaag eventueel van een beschermlaag wordt voorzien. Anderzijds kan tijdens het oprollen van het laminaat, dat bestaat uit het aan twee zijden met siliconen bekleed dragermateriaal en de coatinglaag, het laminaat in contact worden gebracht met een hechtmiddel waarbij vervolgens een transfert plaatsvindt. Volgens een andere uitvoeringsvorm kan een laminaat bestaande 20 uit het aan twee zijden met siliconen bekleed dragermateriaal en de coatinglaag worden gecombineerd met een laminaat van hechtlaag en beschermlaag. Het spreekt vanzelf dat in plaats van de gerede zelfklevende coating, ook deze laminaten als afzonderlijke producten aan een afnemer kunnen worden geleverd.

1021986'

Claims (14)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een zelfklevende coating, waarbij (i) op een zijde van een losbaar dragermateriaal een onbedrukte coatinglaag aangebracht I 5 wordt, en (ii) op de onbedrukte coatinglaag of op de andere zijde van het losbare H dragermateriaal een hechtlaag aangebracht wordt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij afbeeldingen door middel van digitale I druktechnieken op de coatinglaag aangebracht worden.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het losbare dragermateriaal een met I 10 siliconen beklede kunststofïïlm of met siliconen bekleed papier is.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afbeelding door I middel van digitaal printen of drukken aangebracht wordt.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hechtlaag een witte, I in hoofdzaak opake laag is.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij (iii) op de hechtlaag een losbare beschermingslaag aangebracht wordt.

7. Werkwijze voor het bekleden van een substraat met een zelfklevende coating die verkrijgbaar is volgens de werkwijze volgens een der conclusies 1-6, waarbij de I beschermingslaag - al of niet aanwezig - van de hechtlaag verwijderd wordt, de I 20 zelfklevende coating op het substraat aangebracht wordt en vervolgens hetzij het losbare dragermateriaal hetzij de beschermlaag van de coatinglaag verwijderd I wordt.

8. Werkwijze voor het drukken van een afbeelding op een substraat met een zelfklevende coating die verkrijgbaar is volgens de werkwijze volgens een der 25 conclusies 1-6, waarbij na het verwijderen van hetzij het losbare dragermateriaal hetzij de beschermlaag van de coatinglaag een afbeelding op de coatinglaag wordt gedrukt.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de afbeelding in spiegelbeeld wordt gedrukt. I 30

10. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij afbeeldingen door middel van digitale druktechnieken op de coatinglaag aangebracht worden.

11. Zelfklevende coating die een laminaat is dat omvat: (1) een onbedrukte coatinglaag, (2) een losbaar dragermateriaal, (3) een hechtlaag en (4) een beschermlaag, waarbij de beschermlaag op de onbedrukte coatinglaag is aangebracht.

12. Zelfklevende coating die een laminaat is dat omvat: (1) losbaar dragermateriaal, (2) 5 een onbedrukte coatinglaag, (3) een hechtlaag en (4) een beschermlaag, waarbij de beschermlaag op de hechtlaag is aangebracht.

13. Zelfklevende coating volgens conclusie 11 of 12, waarbij het losbare dragermateriaal en de beschermlaag een met siliconen beklede kunststoffïlm of met siliconen bekleed papier zijn.

14. Zelfklevende coating volgens een der conclusies 11 - 13, waarbij het losbare dragermateriaal doorschijnend is. 102 1986”