NL1021826C2

NL1021826C2 - Verlichtingsarmatuur voor gewasbestraling.

Info

Publication number: NL1021826C2
Application number: NL1021826A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Wijbenga; Jean Paul Entrop
Original assignee: Jedr Beheer B V
Priority date: 2002-11-04
Filing date: 2002-11-04
Publication date: 2003-10-14
Also published as: CA2534093A1; ATE345674T1; NL1021826A1; EP1560483A1; WO2004040963A1; DE60309918D1; EP1560483B1; AU2003279332A1

Description

Verlichtingsarmatuur voor gewasbestraling

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsarmatuur voor gewasbestraling omvattende: een reflector voorzien van: een lichtuittreevenster; 5 een vlak van symmetrie dwars op het lichtuittreevenster; zij reflectoren met een in wezen rechte buitenrand en met langs de buitenrand verlopende facetten, welke zijreflectoren dwars op de buitenrand concaaf zijn, opgesteld zijn ter weerszijden van het vlak van symmetrie en met hun buitenrand het lichtuittreevenster begrenzen; 10 een hoofdreflector op afstand van de zijreflectoren, tegenover het lichtuittreevenster, welke hoofdreflector in wezen parallel aan de buitenrand verlopende facetten heeft, en ter weerszijden van het vlak van symmetrie een concaaf gedeelte heeft met een kleinste afstand tot het lichtuittreevenster in het vlak van symmetrie; en tegenover elkaar staande eindschotten die de zijreflectoren en de 15 hoofdreflector onderling verbinden; en een lamphouder met een hartlijn in wezen in het vlak van symmetrie om langs het lichtuittreevenster een elektrische lamp L op te nemen.

20 Een uitvoeringsvorm van een dergelijk verlichtingsarmatuur is bekend uit het

Nederlandse octrooi schrift 191 857.

Het bekende verlichtingsarmatuur is bestemd om op een geringe hoogte, ca 0.8 tot 1 m, in rijen boven gewas in kassen te worden opgehangen om de groei daarvan door bestraling te bevorderen. Om een relatief groot veld te kunnen bestralen, wordt het door de 25 opgenomen lamp gegenereerde licht gebundeld en tot onder relatief grote hoeken met het vlak van symmetrie, ca 2 * 70 graden, uitgestraald. Ook het direct, zonder voorafgaande reflectie op de zijreflectoren en of de hoofdreflector, uitgestraalde licht treedt tot onder die grote hoeken uit. De lamp steekt daardoor buiten het lichtuittreevenster, buiten de zijreflectoren, uit. Ook aan de van het lichtuittreevenster afgekeerde zijde van de i 0 7 1 s -> ί·...

' vZ z, u 2 zijreflectoren is de lamp in horizontale richting zichtbaar. Daardoor zendt het verlichtingsarmatuur onder zeer grote hoeken met de verticaal, tot boven de horizontaal strooilicht uit. Dat strooilicht komt niet of vrijwel niet aan de plantengroei ten nutte en verlaagt dus het verlichtingsrendement van het verlichtingsarmatuur, en is hinderlijk voor de 5 mensen die in de kassen werkzaam zijn.

De zijreflectoren liggen vrijwel op een cylindermantel, die de opgenomen lamp eng omsluit. De buitenranden staan dicht bijeen, op een afstand van ca 2 * de diameter van de lamp, 2 * 48 mm.

Het bekende verlichtingsarmatuur is open, zowel onder de lamp, als boven de 10 lamp. Natuurlijke luchtstroming door het armatuur voert de gegenereerde warmte ten dele af. Een gevolg daarvan is echter, dat zich vuil op de lamp afzet, dat de hoeveelheid strooilicht sterk vergroot. Het verlichtingsarmatuur heeft een kunststof huis, dat de reflector overdekt.

Voor een goede en gelijkmatige groei van het gewas zijn een hoog verlichtingsrendement van het armatuur en een gelijkmatige verdeling van belang, zodat de 15 aanwezige planten eenzelfde belichting hebben en even snel groeien, even vroeg in bloei komen of gelijktijdig voldragen vruchten hebben. Aan de hoofdreflector komen voor die verdeling uiterste facetten voor die naar het vlak van symmetrie toe gericht zijn.

Ook het verlichtingsrendement van het armatuur is van groot belang om de kosten van de installatie en van de geconsumeerde energie te benutten. Het bekende verlichtingsarmatuur 20 heeft een relatief lage light output ratio (LOR) van ca 75 %, d.w.z. een relatief gering gedeelte van het gegenereerde licht wordt in de bundel uitgestraald.

De lamp in het bekende armatuur is een 400 W hogedruk-natriumontla-dingslamp met een E40-voet. Hogedruk-natriumontladingslampen hebben i.h.a. een hardglazen cylindrische buitenballon met een diameter van ca 48 mm. Centraal in de 25 buitenballon staat een langgerekt cylindrisch keramisch ontladingsvat opgesteld, waarin bij bedrijf bij relatief hoge temperatuur een elektrische ontlading in natriumdamp plaatsvindt. Dergelijke lampen zijn zeer geschikt voor plantenbestraling, omdat het gegenereerde licht een relatief grote spectrale component heeft die voor fotosynthese nodig is. De lampen ontwikkelen echter ook veel warmte, waardoor ventilatie noodzakelijk is. Hoewel het 30 bekende verlichtingsarmatuur onder en boven open is, neemt het bij bedrijf met een lamp van 400 W een relatief hoge temperatuur aan.

Het is een bezwaar van het bekende verlichtingsarmatuur, dat het strooilicht geeft en dat het een relatief gering verlichtingsrendement heeft.

t J L· 3

Het is een doel van de uitvinding om een verlichtingsarmatuur van de in de openingsparagraaf omschreven soort te verschaffen, dat strooilicht effectief bestrijdt en een relatief hoog verlichtingsrendement heeft.

5 Dit doel is volgens de uitvinding daardoor gerealiseerd, dat de lamphouder gepositioneerd is om de elektrische lamp L in wezen geheel tussen de zijreflectoren op te nemen, en de zijreflectoren bij hun buitenranden een relatief grote onderlinge afstand hebben en op afstand van het lichtuittreevenster een sprong hebben om hun onderlinge 10 afstand sprongsgewijs te verkleinen.

Doordat de lamp L in wezen geheel tussen de zijreflectoren is opgenomen, is strooilicht van de lamp effectief bestreden. Het armatuur kan toch zonder voorafgaande reflectie onder relatief grote hoeken licht uitstralen, doordat de zijreflectoren met hun buitenranden ver uiteen staan. Aan de maxima van de lichtbundel draagt daardoor 15 rechtstreeks uitgestraald licht bij, d.w.z. licht zonder de verliezen die bij reflectie optreden. Mede daardoor is het verlichtingsarmatuur bijzonder efficiënt.

Het verlichtingsarmatuur heeft door de ver uiteen staande zijreflectoren nog additionele voordelen: de brandende lamp zuigt door zijn warmteontwikkeling een relatief grote luchtstroom door het lichtuittreevenster het verlichtingsarmatuur in, die langs de 20 hoofdreflector weer naar buiten stroomt, waardoor het armatuur een goede koeling heeft; en er is relatief veel ruimte tussen de opgenomen lamp en de zijreflectoren, waardoor bestreden is, dat gereflecteerd licht en gereflecteerde warmtestraling deels door de lamp heen gaan. Daarmee worden zowel een temperatuurvcrhoging van de lamp -die tot initieel hoger, maar daarna lager lamprendement en een verkorte levensduur leidt- voorkomen, als ook 25 lichtverlies tengevolge van reflecties in en op de lamp.

Ver uiteen staande zijreflectoren zondermeer, zouden de werking van de hoofdreflector nadelig beïnvloeden en verhinderen, dat de hoofdreflector over een relatief groot centraal gelegen gedeelte van zijn oppervlak omhoog gerichte, direct van de lamp afkomstige lichtstralen onder grote hoeken naar het gewas zou kunnen reflecteren. Door de 30 binnenwaartse sprong in de zijreflectoren zijn de boven de sprongen gelegen facetten van de zijreflectoren dichter bijeen gekomen, met behoud van de helling die voor de vorming van de lichtbundel wenselijk is. De sprong zelfheeft geen of nagenoeg geen voor de bundelvorming nuttige richting. Het centrale gedeelte van de hoofdreflector is door de sprong in staat opvallend licht buitenlangs, over de zijreflectoren heen te reflecteren, waardoor reflectie op het -» '"'v ^ '' /r·.

- : V J n 4 naar de lamp gerichte oppervlak van de zijreflectoren, en daarmee de verliesgevende dubbelreflectie, in vergaande mate voorkomen zijn.

In het algemeen hebben de buitenranden, mede in afhankelijkheid van de wijdte van de te genereren bundel waarvoor het armatuur ontworpen is, een onderlinge 5 afstand in het gebied tussen 140 en 220 mm.

De constructie van de reflector maakt het bovendien mogelijk, dat het verlichtingsarmatuur compact is, hetgeen van belang is om daglicht in slechts geringe mate te onderscheppen. Voor compactheid is de oppervlakte van de loodrechte projectie van het armatuur in een horizontaal vlak een maat. Het is voordelig om het verlichtingsarmatuur aan 10 zijn buitenoppervlak een lichte, b.v. witte coating te geven, zodat zijdelings opvallend daglicht verstrooid wordt en aan de plantengroei ten goede komt.

In een gunstige uitvoeringsvorm verwijdert de hoofdreflector zich ter weerszijden van het vlak van symmetrie, gaande van het vlak van symmetrie in wezen voortdurend van het lichtuittreevenster. In deze uitvoeringsvorm heeft de hoofdreflector 15 anders dan bij het bekende verlichtingsarmatuur geen brede neerhangende, naar het vlak van symmetrie gerichte uiterste facetten. Convectiestroming kan verlichtingsarmatuur daardoor gemakkelijk, zonder afgeremd te worden, verlaten. Dit heeft een gunstige invloed op de temperatuur van het verlichtingsarmatuur tijdens bedrijf. Voorzien van een lamp van niet minder dan 600 W, werd centraal aan de bovenzijde van de hoofdreflector een temperatuur 20 van slechts 75 graden Celsius gemeten.

De convectiestroming door het armatuur kan nog verbeterd zijn door de afstand tussen de hoofdreflector en de opgenomen lamp relatief groot te kiezen, b.v. groter dan 25 mm, bv. 32 mm.

Het is gunstig als de zijreflectoren ter plaatse van de sprong in wezen in een 25 respectief vlak P door de hartlijn liggen. Ter plaatse van de sprong komt dan van de hartlijn van de lamphouder, tevens hartlijn van een opgenomen lamp, in wezen slechts strijklicht langs de sprong, of anders gezegd, de sprong heeft dan vanuit de lamp gezien een zeer geringe breedte. Anderzijds vormen de zijreflectoren aan hun buitenzijde dan geen of nagenoeg geen belemmering voor het uittreden van door de hoofdreflector gereflecteerd licht. 30 Zou de sprong vanuit de lamp in het geheel niet zichtbaar zijn, en dus in het geheel geen direct licht van de lamp krijgen, dan zou de facet beneden de sprong aan zijn buitenoppervlak een belemmering voor het van de hoofdreflector afkomstige licht zijn. Zou de sprong zo gericht zijn, dat hij vanuit de lamp zichtbaar is, dan zou het facet beneden de sprong kleiner ✓ .

5 zijn en daardoor minder effectief, terwijl de sprong zelf een weinig nuttige bijdrage aan de bundel zou leveren.

Het is gunstig als de eindschotten naar de hoofdreflector op elkaar toelopen. Dit geeft een verbreding van de uitgestraalde bundel in en parallel aan het vlak van 5 symmetrie. De eindschotten kunnen b.v. een hoek van 10 tot 20, b.v. 15, graden met elkaar maken.

In een voordelige uitvoeringsvorm is de lamphouder in wezen buiten de reflector opgesteld. Deze uitvoeringsvorm is voordelig, omdat de lamphouder dan niet aan warmtestraling wordt blootgesteld en relatief koel blijft, maar ook omdat de lamphouder dan 10 geen lichtstralen onderschept. Een belangrijk voordeel is echter, dat het verlichtingsarmatuur daardoor compacter kan zijn, de afstand tussen de eindschotten korter kan zijn.

Het is voorts voordelig als de reflector en de lamphouder losneembaar verbonden zijn, in het bijzonder als dat gereedschapsloos is. De reflector kan dan 15 gemakkelijk van de lamphouder met de lamp gescheiden worden om de reflector en de lamp te reinigen. De lamphouder kan b.v. met een bajonetsluiting aan de reflector bevestigd zijn.

Gunstig is het als de lamphouder opgenomen is in een huis met voorscha-kelapparatuur, dat verschuifbaar met de reflector verbonden is. In een uitvoeringsvorm heeft dat huis -dat vanwege zijn componenten, zoals een starter, een ballast, een condensator en 20 een filter tegen radio-interferentie, relatief zwaar is en dat een verbinding heeft met b.v. het elektriciteitsnet- een vaste ophanging en wordt de reflector, verschuifbaar daarmee verbonden, daardoor gedragen.

Aan het huis kan b.v. een geleiderad voorkomen, waaraan de reflector is opgehangen.

25 De geleiderad kan zich tot voorbij de reflector uitstrekken. Gunstig is het als de rail zo lang is, dat de reflector aan de rail ver genoeg verschoven kan worden om geheel vrij te zijn van de lamp. De reflector kan desgewenst afgenomen worden alvorens gereinigd te worden.

De reflector kan door een reflectorhuis overdekt zijn om aan de buitenzijde 30 van de hoofdreflector een glad oppervlak te hebben om ophoping van vuil en vocht te voorkomen.

Het verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding is geschikt om in rijen opgehangen, b.v. in kassen, te worden gebruikt voor het met licht bestralen van planten. Het kan daarbij op relatief grote hoogte boven het gewas worden opgehangen, zodat het armatuur 6 op een hoogte tussen ] .60 en 3.20 m van het gewas hangt. Het verlichtingsarmatuur kan een relatief groot gebied bestrijken, waardoor relatief weinig armaturen nodig zijn voor een kas. Het armatuur heeft bij gebruik van hoog reflecterend materiaal, zoals b.v. semihoogglans aluminium, b.v. materiaal wat onder de naam Miro in de handel is, een hoog rendement van 5 ten minste 90 % en een zeer goede gelijkmatigheid van de het bestraalde gewas. De verhouding Emin/Emax is groter dan 0,80.

Uitvoeringsvormen van het verlichtingsarmatuur volgens de uitvinding 10 worden in de tekeningen getoond. Daarin is:

Fig. 1 een uitvoeringsvorm in perspectief;

Fig. 2 een deels opengewerkte weergave van de uitvoeringsvorm van Fig. 1; Fig. 3 een dwarsdoorsnede door de reflector volgens III-III in Fig. 2;

Fig. 4 een lichtverdelingsdiagram van het verlichtingsarmatuur van de 15 voorgaande Figuren in het vlak van tekening van Fig. 3;

Fig. 5 een dwarsdoorsnede als in Fig. 3, van een tweede uitvoeringsvorm.

In Fig. 1 en 2 heeft het verlichtingsarmatuur voor gewasbestraling een 20 reflector 1, zie ook Fig. 3, die een lichtuittreevenster 2 en een vlak van symmetrie 3 dwars op het lichtuittreevenster 2 heeft. De reflector 1 heeft zijreflectoren 4 met een in wezen rechte buitenrand 41 en met langs de buitenrand 41 verlopende facetten 42. De zijreflectoren 4 zijn dwars op de buitenrand 41 concaaf, zijn opgesteld zijn ter weerszijden van het vlak van symmetrie 3 en begrenzen met hun buitenrand 41 het lichtuittreevenster 2. In Fig. 2 is het 25 metalen reflectorhuis, dat de reflector 1 overdekt, afgenomen.

Een hoofdreflector 5 staat, zie Fig. 3, op afstand van de zijreflectoren 4, tegenover het lichtuittreevenster 2. De hoofdreflector 5 heeft in wezen parallel aan de buitenrand 41 verlopende facetten 52. Ter weerszijden van het vlak van symmetrie 3 heeft de hoofdreflector 5 een concaaf gedeelte 51 met een kleinste afstand tot het lichtuittreevenster 2 in het vlak van 30 symmetrie 3. De reflector 1 heeft tegenover elkaar staande eindschotten 6 die de zijreflectoren 4 en de hoofdreflector 5 onderling verbinden.

Het verlichtingsarmatuur heeft een lamphouder 7 met een hartlijn 71 in wezen in het vlak van symmetrie 3 om langs het lichtuittreevenster 2 een elektrische lamp L op te nemen. In de Fig.

10 2 5 82 £ 7 is een 600 W hogedruk-natriumontladingslamp opgenomen, waarin zich centraal een ontladingsbuis bevindt met bij bedrijf een 115 mm lange ontladingsboog.

De lamphouder 7 is gepositioneerd om de elektrische lamp L in wezen geheel tussen de zijreflectoren 4 op te nemen, zie Fig. 2 en 3. De zijreflectoren 4 hebben bij hun 5 buitenranden 41 een relatief grote onderlinge afstand, in de Fig. ca 170 mm. Op afstand van het lichtuittreevenster 2 hebben ze een sprong 43 om hun onderlinge afstand sprongsgewijs te verkleinen.

Fig. 3 toont, dat dc hoofdreflector 5 zich ter weerszijden van het vlak van symmetrie 3, gaande van het vlak van symmetrie 3 in wezen voortdurend van het lichtuittree-10 venster 2 verwijdert.

De zijreflectoren 4 liggen ter plaatse van de sprong 43 in wezen in een respectief vlak P door de hartlijn 71. Fig. 3 toont, dat de zijreflectoren 4 in de getekende uitvoeringsvorm elk twee van zulke sprongen 43 hebben.

De Fig. toont, dat het verlichtingsarmatuur een relatief grote afstand heeft 15 tussen de lamp L en de hoofdreflector 5. In het algemeen gaat deze afstand de halve lampdiameter te boven. In het uitvoeringsvoorbeeld bedraagt die afstand ca 32 mm. Die grote afstand is gunstig voor een goede ventilatie en een relatief lage temperatuur van de hoofdreflector 5. Het armatuur volgens de uitvinding kan daardoor een lamp van 1000 W opnemen.

20 De eindschotten 6 lopen, zie fig. 2, naar de hoofdreflector 5 op elkaar toe. Ze maken een hoek van 15 graden met elkaar.

De lamphouder 7 is in wezen buiten de reflector 1 opgesteld. De lamphouder 7 is opgenomen in een metalen huis 8 met voorschakelapparatuur. De reflector 1 en de lamphouder 7 zijn gereedschapsloos losneembaar verbonden. In de tekeningen is de 25 lamphouder 7 verschuifbaar met de reflector 1 verbonden.

Het huis 8 waarin de lamphouder 7 is opgenomen heeft een geleiderail 81, waaraan de reflector 1 is opgehangen, Fig.l. De geleiderail 81 strekt zich tot voorbij de reflector 1 uit, zie Fig. 1 en 2. Bij een toereikende lengte van de rail 81 en/of een juiste positionering van het ophangpunt van de reflector 1 kan de reflector 1 hangend aan de rail 30 zover weg geschoven worden van het huis 8, dat de lamp L geheel buiten de reflector 1 is gekomen. Fig. 2 toont, dat de losneembaarheid, verschuifbaarheid, van de reflector 1 het mogelijk maakt, dat de eindschotten 6 zo dicht bijeen staan, dat de lamp L langer is dan de afstand tussen de eindschotten 6 der plaatse van de lamp L. Het armatuur is ook daardoor zeer compact.

Γ Λ - / 8

Uit Fig. 4 blijkt, dat het verlichtingsarmatuur van de voorgaande Figuren met de lamp een lichtbundel geeft met maxima onder hoeken van 2*68 graden. In het vlak van symmetrie 3, dat met de ordinaat van Fig. 4 samenvalt, wordt evenals onder kleine hoeken met dat vlak relatief weinig licht uitgestraald, omdat het gewas zich daar relatief dichtbij 5 bevindt. Onder verder toenemende hoeken neemt de lichtsterkte sterk toe, omdat het gericht is naar verder weg staand gewas. In het vlak van symmetrie 3 en vlak daar omheen komt overwegend licht terecht dat rechtstreeks door de lamp uitgestraald is. Ook tot aan de maxima draagt direct uitgestraald licht bij, maar wordt daaraan licht van de zijreflectoren 4 aan toegevoegd. Licht dat door de hoofdreflector 5 gereflecteerd is, komt overwegend terecht 10 bij het maximum en in richtingen die grotere hoeken met het vlak van symmetrie 3 maken.

Licht wat in de hoeken rond de maxima wordt uitgestraald, kan ook benut worden om relatief laag gelegen gewasdelen direct onder een naburig armatuur te bestralen.

Het getoonde verlichtingsarmatuur heeft een verlichtingsrendement, LOR, van 92,3 %. De gelijkmatigheid van het verlichte veld, Emin/Emax, bedraagt in een vlak 2,80m 15 onder het armatuur 0,91, in een vlak 3,20m onder het armatuur 0,94.

In Fig. 5 worden delen die met delen van de voorgaande Figuren overeenkomen, met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.

De reflector 1 heeft in zijn zijreflectoren 4 slechts een sprong 43. De buitenranden 41 staan ca 200 mm uiteen. De lamp is relatief diep in de reflector 1 geplaatst. 20 Het verlichtingsarmatuur met deze reflector 1 geeft een lichtbundel met maxima onder ca 55 graden met het vlak van symmetrie 3. Daardoor is dat armatuur geschikt voor gebruik in kassen, waarin de rijen armaturen dichter bijeen hangen.

De beschreven bijzonderheden van het armatuur kunnen ook in andere combinaties aanwezig zijn dan uit de navolgende conclusies blijkt.

Claims

1. Verlichtingsarrnatuur voor gewasbestraling omvattende: een reflector (1) voorzien van: een lichtuittreevenster (2); een vlak van symmetrie (3) dwars op het lichtuittreevenster (2); 5 zijreflectoren (4) met een in wezen rechte buitenrand (41) en met langs de buitenrand (41) verlopende facetten (42), welke zijreflectoren (4) dwars op de buitenrand (41) concaaf zijn, opgesteld zijn ter weerszijden van het vlak van symmetrie (3) en met hun buitenrand (41) het lichtuittreevenster (2) begrenzen; een hoofdreflector (5) op afstand van de zijreflectoren (4), tegenover 10 het lichtuittreevenster (2), welke hoofdreflector (5) in wezen parallel aan de buitenrand (41) verlopende facetten (52) heeft, en ter weerszijden van het vlak van symmetrie (3) een concaaf gedeelte (51) heeft met een kleinste afstand tot het lichtuittreevenster (2) in het vlak van symmetrie (3); en tegenover elkaar staande eindschotten (6) die de zijreflectoren (4) en 15 de hoofdreflector (5) onderling verbinden; en een lamphouder (7) met een hartlijn (71) in wezen in het vlak van symmetrie (3) om langs het lichtuittreevenster (2) een elektrische lamp L op te nemen, met het kenmerk, dat de lamphouder (7) gepositioneerd is om de elektrische lamp L in wezen geheel tussen de zijreflectoren (4) op te nemen, en 20 de zijreflectoren (4) bij hun buitenranden (41) een relatief grote onderlinge afstand hebben en op afstand van het lichtuittreevenster (2) een sprong (43) hebben om hun onderlinge afstand sprongsgewijs te verkleinen.

2. Verlichtingsarrnatuur volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de 25 hoofdreflector (5) zich ter weerszijden van het vlak van symmetrie (3), gaande van het vlak van symmetrie (3) in wezen voortdurend van het lichtuittreevenster (2) verwijdert.

3. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de zijreflect oren (4) ter plaatse van de sprong (43) in wezen in een respectief vlak P door de hartlijn (71) liggen.

4. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de eindschotten (6) naar de hoofdreflector (5) op elkaar toelopen.

5. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de lamphouder (7) in wezen buiten de reflector (1) is opgesteld.

6. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 of 5 met het kenmerk, dat de reflector (1) en de lamphouder (7) gereedschapsloos losneembaar verbonden zijn.

7. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de lamphouder 15 (7) opgenomen is in een huis (8) met voorschakelapparatuur, dat verschuifbaar met de reflector (1) verbonden is.

8. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat het huis (8) geleiderad (81) heeft, waaraan de reflector (1) is opgehangen. 20

9. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat de geleiderad (81) zich tot voorbij de reflector (1) uitstrekt.