NL1021097C2 - Inrichting om een web aan een printer toe te voeren. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting om een web aan een printer toe te voeren

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting om een web aan een printer toe te voeren, waarbij de inrichting is voorzien van ten minste een eerste roteerbare webdrager om althans een deel van het web te dragen, waarbij de printer tijdens gebruik ten minste de eerste webdrager in een 5 afwindrotatie brengt door een trekkracht op het web uit te oefenen, waarbij ten minste de eerste webdrager is voorzien van een detector om de afwindrotatie van de respectieve webdrager te detecteren

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP 0 960 741 ten name van Gerber Scientific Products. Dit 10 document beschrijft een inrichting voor het vervaardigen van grafische producten, welke is voorzien van een printer. De printer is tussen twee web-dragende rollen opgesteld. De web-dragende rollen dienen om het web afwisselend in tegengestelde doorvoerrichtingen aan de printer toe te voeren. Elk van de web-dragende rollen is hiertoe op een vrij roteerbare rol 15 en een daarnaast opgestelde aandrijfrol geplaatst. Elke vrij roteerbare rol is voorzien van een encoder om beweging van die rol te monitoren. Elke encoder genereert een signaal. Verder communiceert de encoder van elke vrij roteerbare rol via een besturingscircuit met een aandrijfmotor van de naast die vrij roteerbare rol opgestelde aandrijfrol.

20 Tijdens gebruik van de bekende inrichting trekt de printer het web van een web-dragende rol af, zodanig dat die rol in afwindrotatie wordt gebracht. Deze rotatie wordt door de encoder van de respectieve vrij roteerbare rol gedetecteerd. Ten gevolge van deze detectie wordt de onder die ene, in rotatie gebrachte web-dragende rol op gestelde aandrijfrol 25 geactiveerd om een tegenwerkende slipkracht op die web-dragende rol uit te oefenen.

De onder de andere web-dragende rol opgestelde aandrijfrol roteert tijdens gebruik van de bekende inrichting met een zodanige snelheid, dat V. i : : !.·· :' · 4 .» 2 deze aandrijfrol een slipkracht op die web-dragende rol uitoefent ten gevolge waarvan het web op die rol wordt opgerold. Wanneer de printer stopt met webtoevoer aan die andere web-dragende rol, blijft de daaronder opgestelde aandrijfrol roteren.

5 Nadeel van de in EP 0 960 741 beschreven inrichting is, dat deze uit relatief veel onderdelen bestaat, hetgeen die inrichting kostbaar en omvangrijk maakt. Daarnaast verbruikt de inrichting relatief veel energie. In de eerste plaats verbruiken de encoders van de bekende inrichting continu energie wanneer de printer zich in een rusttoestand bevindt. Beide 10 motoren oefenen voorts tijdens gebruik relatief grote wrijvingskrachten via de aandrijfrollen op de web-dragende rollen uit tegen een trekkracht van de printer in, hetgeen eveneens ongunstig is uit het oogpunt van energieverbruik. Ook na gebruik van de inrichting, wanneer de printer weer naar een rusttoestand terugkeert, blijft een aandrijfrol roteren en 15 slipkrachten op een web-dragende rol uitoefenen, hetgeen energie kost.

Een ander nadeel van de bekende inrichting is, dat tijdens resp. na gebruik relatief grote spanningen in het web kunnen ontstaan ten gevolge van de slip tussen beide resp. één van de aandrijfrollen en de web-dragende rollen. Daardoor kan het web worden beschadigd. Verder kan de genoemde 20 slip leiden tot ongewenste warmteproductie, hinderlijke geluidsproductie en een korte levensduur van de onderdelen waartussen de slip plaatsheeft.

De onderhavige uitvinding beoogt de nadelen van de bekende inrichting op te heffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een inrichting volgens de aanhef die relatief eenvoudig is uit te voeren en die in het 25 bijzonder relatief energiezuinig is.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de detector een elektriciteitsgenerator omvat die is ingericht om een elektrisch afwindsignaal, in het bijzonder een elektrische spanning of stroom, te genereren wanneer de respectieve webdrager tijdens gebruik in 30 de afwindrotatie is gebracht.

•i ·'> . - - "7

Ki t · * : ·;. t) > 3

Door toepassing van een elektriciteitsgenerator als detector kan de inrichting relatief weinig energie verbruiken wanneer de printer zich in een rusttoestand bevindt. De inrichting bevat namelijk geen energieverbruikende encoders als rotatiedetectoren. Slechts wanneer de 5 genoemde webdrager door de printer in afwindrotatie is gebracht, wordt een elektrisch afwindsignaal gegenereerd door de respectieve elektriciteitsgenerator. Een goedkope uitvoering van de generator is een dynamo. Een dynamo is eenvoudig aan de webdrager koppelbaar. Inherent aan toepassing van een dynamo is, dat deze de door de printer te weeg 10 gebrachte afwindrotatie van de respectieve webdrager enigszins kan tegenwerken, althans afremmen. Daardoor kan het web door de printer met in hoofdzaak constante snelheid van de webdrager worden getrokken. Bovendien kan een dynamo eenvoudig direct aan de webdrager worden vastgekoppeld, zodat de overbrenging van de rotatiebeweging van de 15 webdrager op de dynamo op zichzelf in hoofdzaak wrijvingsloos en met relatief weinig warmte- en geluidsproductie wordt bewerkstelligd.

Wanneer de inrichting is voorzien van een tweede webdrager om althans een deel van het web te dragen, welke tweede webdrager ten minste is voorzien van een door een besturing bestuurbare aandrijving om de 20 respectieve webdrager in een zodanige opwindrotatie te brengen dat het web, althans tijdens gebruik, van de printer wordt afgevoerd, is het volgens een nadere uitwerking van de uitvinding voordelig dat de eerste webdrager tevens is voorzien van een door de genoemde besturing bestuurbare aandrijving om de eerste webdrager in een opwindrotatie te brengen, 25 waarbij de tweede webdrager tevens is voorzien van een elektriciteitsgenerator die is ingericht om een elektrisch afwindsignaal te genereren wanneer de tweede webdrager tijdens gebruik in een afwindrotatie is gebracht.

Op deze manier kan het web van de ene naar de andere webdrager 30 en vice-versa worden gevoerd, zodat de printer het web bijvoorbeeld a·· i ; * 4 verschillende keren kan bedrukken. Door de printer op het web uitgeoefende trekkrachten bepalen daarbij telkens in welke doorvoerrichting het web wordt bewogen en welke van de webdragers in afwindrotatie wordt gebracht. De genoemde besturing kan daarbij telkens bij ontvangst van het 5 afwindsignaal dat is gegenereerd door de elektriciteitsgenerator van een in afwindrotatie gebrachte webdrager, de aandrijving van de andere webdrager aansturen om deze in opwindrotatie te brengen.

Wanneer elke genoemde elektriciteitsgenerator een dynamo omvat, kan die dynamo tevens als aandrijving worden toegepast om de aan de 10 dynamo gekoppelde webdrager in een opwindrotatie te brengen ten behoeve van het van de printer naar die webdrager afvoeren van het web. Daartoe kan de besturing zijn ingericht om de dynamo onder een voedingsspanning te zetten of om een voedingsstroom aan de dynamo toe te voeren. Een dergelijke voedingsspanning- of stroom dient vanzelfsprekend zodanig te 15 zijn, dat de dynamo de respectieve webdrager met voldoende rotatiesnelheid in de gewenste opwindrotatierichting brengt, waarbij de opwindrotatierichting tegenovergesteld is aan een afwindrotatierichting van die webdrager. Door de dynamo's als aandrijvingen van de webdragers toe te passen, kan de inrichting met relatief weinig onderdelen worden 20 uitgevoerd.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont: fig. 1 een zijaanzicht van een schematisch weergegeven 25 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en fig. 2 een bovenaanzicht van het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuren 1 en 2 tonen schematisch een inrichting om een web 1 aan een printer 2 toe te voeren. De inrichting is voorzien van een eerste 30 roteerbare webdrager 3 en een tweede roteerbare webdrager 4 die aan 5 weerszijden van de printer 2 zijn opgesteld. Elke webdrager 3, 4 is ingericht om althans een deel van het web 1 te dragen. Hiertoe omvat elke webdrager een rol 3, 4 waarop het web 1 is gewonden. Beide webdragers 3, 4 zijn voorzien van niet weergegeven steunmiddelen om de webdragers 3, 4 en de 5 daarop gewonden delen van het web 1 op afstand van een ondergrond G te houden. Daardoor raakt het web 1 de ondergrond G niet, zodat wordt vermeden dat de ondergrond G het web 1 beschadigt en/of vervuilt.

De printer 2 is ingericht om het web 1, althans tijdens gebruik, van de webdragers 3, 4 te trekken. Hiertoe is de printer 2 voorzien van web-10 aangrijprollers 5 die op het web 1 aangrijpen. Deze aangrijprollers 5 zijn ingericht om een trekkracht op het web 1 uit te oefenen opdat het web 1 in een gewenste doorvoerrichting door de printer 2 beweegt.

Elke webdrager 3, 4 is gekoppeld aan een dynamo 6 om een afwindrotatie van de respectieve webdrager 3, 4 te detecteren. Elke dynamo 15 6 genereert daartoe tijdens gebruik een elektrisch afwindsignaal wanneer de respectieve webdrager 3, 4 in de afwindrotatie is gebracht. Elke dynamo 6 doet tevens dienst als aandrijving om de respectieve webdrager 3, 4 in een opwindrotatie te brengen wanneer die webdrager, bij een bepaalde web-doorvoerrichting, het web 1 van de printer 2 dient af te voeren en op te 20 winden. Daartoe zijn beide dynamo's 6 elektrisch verbonden aan een elektronische besturing 7. Deze besturing 7 is in de eerste plaats ingericht om een door een dynamo 6 gegenereerd afwindsignaal te ontvangen. Verder is de besturing 7 ingericht om elke dynamo 6 als elektromotor te besturen door aan de dynamo een voedingssignaal, zoals een elektrische stroom of 25 spanning, toe te voeren. De besturing 7 is bovendien ingericht om bij ontvangst van het door de dynamo 6 van de ene webdrager 3, 4 gegenereerde elektrische afwindsignaal, het aan de dynamo 6 van de andere webdrager 4, 3 toe te voeren voedingssignaal te genereren.

Voor de vakman is duidelijk dat de genoemde besturing op veel 30 verschillende manieren kan worden opgebouwd. Bij voorkeur omvat de ,« - >. · ' v ' ƒ 6 besturing goedkope elektronische onderdelen, zoals transistoren en/of diodes met regelweerstanden, versterker-ICs en dergelijke. Daarnaast kan de besturing bijvoorbeeld zijn voorzien van een computer, microcontroller en/of andere digitale elektronica.

5 Tijdens het in de figuren 1 en 2 weergegeven gebruik van de inrichting wordt het web 1 door de printer-aangrijprollers 5 van de eerste webdrager 3 getrokken in een met pijl T weergegeven doorvoerrichting. Daardoor wordt de eerste webdrager 3 in de met pijl A weergegeven afwindrotatie gebracht. Door deze rotatie genereert de dynamo 6 van de 10 eerste webdrager 3 een elektrisch afwindsignaal. Onder invloed van dit afwindsignaal genereert de besturing 7 een voedingssignaal dat aan de dynamo 6 van de tweede webdrager 4 wordt doorgegeven. Onder invloed van dit voedingssignaal brengt de laatstgenoemde dynamo 6 de tweede webdrager 4 in de met pijl B weergegeven opwindrotatie, zodat het web 1 15 van de printer 2 wordt afgevoerd en op de tweede webdrager 4 wordt opgerold. De dynamo 6 van de eerste webdrager 3 remt hierbij de afwindrotatie van die eerste webdrager 3 enigszins, zodat het web 1 met constante snelheid van die webdrager 3 kan worden afgetrokken. Wanneer de printer 2 niet meer aan het web 1 trekt, stopt de eerste webdrager 3 te 20 roteren. Daardoor valt het elektrische afwindsignaal weg zodat de besturing 7 niet meer het genoemde voedingssignaal genereert. Daardoor vallen de dynamo 6 van de tweede webdrager 4 en de tweede webdrager 4 op zichzelf eveneens stil. Doordat in deze eindsituatie geen energie wordt verbruikt door de dynamo's, is deze inrichting bijzonder energiezuinig.

25 Bij een omgekeerd gebruik van de inrichting beweegt het web 1 in omgekeerde richting van de tweede webdrager 4 via de printer 2 naar de eerste webdrager 3. Daarbij dient de dynamo 6 van tweede webdrager 4 als de rotatie detector die een afwindsignaal genereert. Bij ontvangst van dit afwindsignaal wordt in dit geval door de besturing 7 een voedingssignaal 30 aan de dynamo 6 van de eerste webdrager 3 doorgegeven, zodanig dat deze 7 dynamo 6 de eerste webdrager 3 in een opwindrotatie brengt om het web 1 van de printer 2 af te voeren.

Het spreekt vanzelf dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen 5 het raam van de uitvinding zoals verwoord in de navolgende conclusies.

Zo kan het web 1 verschillend webmateriaal omvatten, bijvoorbeeld foliemateriaal, papier, kunststof of een combinatie van deze of andere materialen. Het web 1 kan voorts bijvoorbeeld zijn voorzien van een zelfklevende laag met een afneembare bedekking. Verder kan het web 1 10 bijvoorbeeld zijn voorzien van perforaties waarop aangrijpmiddelen van de printer kunnen aangrijpen om het web 1 door de printer te trekken.

Daarnaast kan elke webdrager 3, 4 bijvoorbeeld deel uitmaken van de respectieve elektriciteitsgenerator. Zo kan bijvoorbeeld een aandrijfas van de generator zijn ingericht om het web direct te dragen. Daarnaast kan 15 de generator bijvoorbeeld in hoofdzaak volledig roteerbaar zijn opgesteld met uitzondering van die aandrijfas, waarbij de aandrijfas vast met een ondergrond of dergelijke is verbonden. Het web kan daarbij om de in hoofdzaak volledig roteerbaar opgestelde generator worden gewonden. De webdrager kan bijvoorbeeld een roteerbaar opgestelde dynamo 6 zijn, die via 20 sleepcontacten aan een besturing 7 is gekoppeld. Verder kan de webdrager 3, 4 bijvoorbeeld zijn voorzien van een deel van voor elektriciteitsgeneratie toepasbare middelen, zoals spoelen en/of vaste magneten.

Voorts kan de besturing 7 zijn voorzien van regelmiddelen om via de dynamo's 6 op het web 1 uitgeoefende trekkrachten in te kunnen stellen, 25 bijvoorbeeld variabele weerstanden of degelijke.

Verder kan de besturing 7 bijvoorbeeld zijn ingericht om de dynamo-aandrijving 6 van de genoemde andere webdrager 4, 3 met een tijdsvertraging in werking te zetten wanneer de dynamo 6 van de genoemde ene webdrager 3, 4 vanuit een ruststand het elektrische afwindsignaal 30 begint te genereren. Daardoor kunnen spankrachten in het web 1, welke 8 krachten door de op het web 1 werkende trekkrachten van de printer 2 en de webdragers 3, 4 in het web 1 kunnen ontstaan, geleidelijk worden op gebouwd, zodat beschadiging van het web 1 ten gevolge van die krachten wordt tegengegaan.

5 Elke dynamo 6 kan verder bijvoorbeeld direct of indirect en/of met of zonder vertraging aan een respectieve webdrager 3, 4 zijn gekoppeld. Indirecte koppeling is bijvoorbeeld mogelijk door de dynamo 6 te koppelen aan parallel onder de webdrager 3, 4 opgestelde, roteerbare steunrollen,waarbij de steunrollen door een rotatie van de webdrager 3, 4 in 10 rotatie worden gebracht. In dat geval kan aandrijving van de webdrager geschieden via de dynamo 6, waarbij een door de dynamo 6 aangedreven steunrol slipkrachten uitoefent op de daarop steunende webdrager 3, 4.

Verder kan het door de dynamo 6 van de ene webdrager 3, 4 gegenereerde elektrische afwindsignaal bepalend zijn voor het aan de 15 dynamo 6 van de andere webdrager 4, 3 toe te voeren voedingssignaal, zodanig dat een afwindrotatiesnelheid van de ene webdrager 3, 4 evenredig is aan een opwindrotatiesnelheid van de andere webdrager 4, 3.

Daarnaast kan de besturing bijvoorbeeld zijn ingericht om een door de elektriciteitsgenerator van de genoemde ene webdrager gegenereerd 20 elektrisch afwindsignaal te versterken, waarbij de besturing is ingericht om de aandrijving van de genoemde andere webdrager te voeden met het versterkte elektrische afwindsignaal van de generator van de ene webdrager.

25 * i η ; · ·ί '

Claims (12)

1. Inrichting om een web aan een printer toe te voeren, waarbij de inrichting is voorzien van ten minste een eerste roteerbare webdrager (3, 4) om althans een deel van het web (1) te dragen, waarbij de printer (2) tijdens gebruik ten minste de eerste webdrager (3) in een afwindrotatie brengt door 5 een trekkracht op het web (1) uit te oefenen, waarbij ten minste de eerste webdrager (3) is voorzien van een detector (6) om de afwindrotatie van de respectieve webdrager (3) te detecteren, met het kenmerk, dat de detector een elektriciteitsgenerator (6) omvat die is ingericht om een elektrisch afwindsignaal, in het bijzonder een elektrische spanning of stroom, te 10 genereren wanneer de respectieve webdrager (3) tijdens gebruik in de afwindrotatie is gebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een tweede webdrager (4) om althans een deel van het web te (1) dragen, welke tweede webdrager (4) ten minste is voorzien van een 15 door een besturing (7) bestuurbare aandrijving (6) om de respectieve webdrager (4) in een zodanige opwindrotatie te brengen dat het web (1), althans tijdens gebruik, van de printer (2) wordt afgevoerd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eerste webdrager (3) tevens is voorzien van een door de genoemde besturing (7) 20 bestuurbare aandrijving (6) om de eerste webdrager (3) in een opwindrotatie te brengen, waarbij de tweede webdrager (4) tevens is voorzien van een elektriciteitsgenerator (6) die is ingericht om een elektrisch afwindsignaal te genereren wanneer de tweede webdrager (4) tijdens gebruik in een afwindrotatie is gebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de besturing (7) aan elke genoemde elektriciteitsgenerator (6) is gekoppeld om een afwindsignaal van die generator (6) te ontvangen, waarbij de besturing (7) is ingericht om bij ontvangst van een door de elektriciteitsgenerator (6) van de ene webdrager (3; 4) gegenereerd elektrische afwindsignaal een voedingssignaal van de aandrijving (6) van de andere webdrager (4; 3) te genereren.

5. Inrichting volgens althans conclusie 4, waarbij de besturing (7) is ingericht om een door de elektriciteitsgenerator (6) van de genoemde ene webdrager (3; 4) gegenereerd elektrisch afwindsignaal te versterken, waarbij de besturing (7) is ingericht om de aandrijving (6) van de genoemde andere webdrager (4; 3) te voeden met het versterkte elektrische 10 afwindsignaal van de generator (6) van de ene webdrager (3; 4).

6. Inrichting volgens althans conclusie 4, met het kenmerk, dat de besturing (7) is ingericht om de aandrijving (6) van de genoemde andere webdrager (4; 3) met een tijdsvertraging in werking te zetten wanneer de elektriciteitsgenerator (6) van de genoemde ene webdrager (3; 4) vanuit een 15 ruststand het elektrische afwindsignaal begint te genereren.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke genoemde elektriciteitsgenerator een dynamo (6) omvat.

8. Inrichting volgens ten minste conclusies 3 en 7, met het kenmerk, dat de aandrijving van elke webdrager (3, 4) de genoemde dynamo (6) 20 omvat.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste eerste webdrager (3, 4) deel uitmaakt van de respectieve elektriciteitsgenerator (6).

10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat elke genoemde elektriciteitsgenerator (6) is ingericht om een afwindrotatie van de respectieve webdrager (3, 4) tegen te werken.

11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke webdrager (3, 4) is ingericht om het door die webdrager (3, 4) gedragen deel van het web (1) op afstand te houden van een 30 ondergrond (G) waarop de webdrager (3, 4) is geplaatst. 1 i ·_

12. Webdrager, kennelijk bestemd voor een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies.