NL1020573C2 - Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. - Google Patents
Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1020573C2 NL1020573C2 NL1020573A NL1020573A NL1020573C2 NL 1020573 C2 NL1020573 C2 NL 1020573C2 NL 1020573 A NL1020573 A NL 1020573A NL 1020573 A NL1020573 A NL 1020573A NL 1020573 C2 NL1020573 C2 NL 1020573C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame
- frame parts
- mold
- production
- space
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/14—Greenhouses
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
Description
Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij.
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bouwen van een warenhuis op een bouwlocatie omvattende het verschaffen van scheidingselementen in de vorm van verticale wandsegmenten die ieder een eerste raamwerk van eerste framedelen omvatten met binnen ieder eerste raamwerk tenminste één eerste glaspaneel en in de vorm van 10 luchtramen die ieder een tweede raamwerk van tweede framedelen omvatten met binnen ieder tweede raamwerk tenminste één tweede glaspaneel, het plaatsen van de verticale wandsegmenten, het creëren van een draagconstructie en het plaatsen van de luchtramen op de draagconstructie.
15 Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. De schei dingselementen dragen er zorg voor dat het inwendige van het warenhuis wordt gescheiden van de buitenomgeving van het warenhuis, waardoor binnen het warenhuis optimale condities kunnen worden gecreëerd voor de groei van gewassen. Teneinde het toelaten van een zo groot 20 mogelijke hoeveelheid licht in het warenhuis mogelijk te maken bestaat het grootste deel van het oppervlak van de scheidingselementen uit glas. Hiertoe ziet men dat zowel de verticale wandsegmenten als de luchtramen in hoofdzaak zijn opgebouwd uit rechthoekige raamwerken waarvan de rechte buitenzijden worden gevormd door framedelen en binnen welke raamwerken 25 glaspanelen zijn aangebracht. Veelal is het hierbij zo dat binnen het rechthoekige raamwerk zich een aantal, bijvoorbeeld drie, framedelen evenwijdig aan elkaar uitstrekken zodat een aantal, bijvoorbeeld vier, opname-openingen voor de glaspanelen binnen ieder raamwerk ontstaan. Zowel een luchtraam als een verticaal wandsegment kan hierbij hetzij vast 30 hetzij kantelbaar onderdeel uitmaken van het warenhuis. De draagconstructie wordt veelal gevormd door op regelmatige afstand van 1020573 2 elkaar geplaatste kolommen, eventueel aangevuld met spanten en de genoemde verticale wandsegmenten.
Een gemiddeld warenhuis beslaat vele honderden vierkante meters grondoppervlak. Het totale oppervlak van de luchtramen zal 5 logischerwijs van dezelfde ordegrootte zijn terwijl het totale oppervlak van de verticale wanden en daarmee het benodigd aantal verticale wandsegmenten gerelateerd is aan de omtrek van het desbetreffende warenhuis, waarbij wordt opgemerkt dat het ook denkbaar is dat de verticale wanden als scheidingswanden tussen twee naburige warenhuizen 10 fungeren. Een typische maatvoering voor een luchtraam is een lengte van 4 m en een breedte van 1,65 m. Met dergelijke afmetingen bedraagt het totaal aantal luchtramen benodigd voor een typisch warenhuis vele honderden stuks. Afhankelijk van de afmetingen van de wandsegmenten zullen er ook hiervan tientallen tot honderden nodig zijn per warenhuis. 15 Volgens de ten tijde van de uitvinding bekende manier van doen, worden de raamwerken van deze scheidingselementen op een bepaalde productiefaciliteit geassembleerd en opgeslagen. Vervolgens worden de scheidingselementen, dus nog zonder glaspanelen, over de weg getransporteerd naar de gewenste bouwlocatie die op enkele honderden 20 kilometers van de productiefaciliteit af kan liggen. Voor het transport van alle geassembleerde raamwerken zijn vele tientallen vrachtwagenritten tussen de productiefaciliteit en de bouwlocatie noodzakelijk. Deze gang van zaken brengt een aanzienlijke logistieke belasting met zich mee. Dit wordt veroorzaakt door het intern transport van de scheidingselementen 25 binnen de productiefaciliteit, de noodzakelijke opslagruimte binnen de productiefaciliteit of elders, en de vereiste transportcapaciteit over de weg. Al met al dragen deze logistieke aspecten substantieel bij aan de uiteindelijke kostprijs die gemoeid is met het bouwen van een warenhuis.
Nadat de geassembleerde raamwerken op de bouwlocatie zijn 30 gearriveerd, worden deze samengevoegd teneinde deel uit te maken van een nieuw warenhuis. Na samenvoeging van de desbetreffende geassembleerde 1020573 3 raamwerken, worden glaspanelen in de raamwerken geplaatst. Hierbij ziet men steeds vaker dat gehard glas wordt toegepast in plaats van normaal glas met name voor de verticale wanden, aangezien het verwerken van normaal glas als te risicovol wordt beschouwd. Toepassing van gehard glas 5 werkt echter ook kostprijs verhogend.
In de Europese octrooiaanvragen EP 358340 A2 en EP 1036496 A2 worden kassystemen beschreven die als bouwpakket worden aangeleverd en die kleine afmetingen hebben. Hierbij moet men denken aan kassen voor tuinhobbyisten en niet zozeer aan warenhuizen voor professionele tuinders 10 die, zoals bovenstaand reeds beschreven, aanmerkelijk grotere afmetingen hebben. Productietechnisch zijn bouwpakketsystemen zoals beschreven in beide geciteerde Europese octrooiaanvragen ongeschikt om te worden toegepast bij grote professionele warenhuizen. De onderhavige uitvinding heeft nu met name betrekking op warenhuizen van een dergelijk type.
15 De uitvinding beoogt een werkwijze volgens de aanhef te verschaffen die de beschreven logistieke bezwaren belangrijk reduceert alsmede de noodzaak dan wel wenselijkheid van het toepassen van relatief duur gehard glas beperkt in voorkeursuitvoeringsvormen ervan en daardoor de kostprijs voor het bouwen van een warenhuis aanzienlijk doet afnemen. 20 Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat assemblage van framedelen tot een raamwerk binnen een verplaatsbare ruimte op de bouwlocatie plaatsvindt. Het doet hierbij derhalve in eerste instantie niet ter zake of het op de bouwlocatie geassembleerde raamwerk bestemd is voor een verticale wandsegment of een luchtraam, met andere 25 woorden of het desbetreffend raamwerk een eerste raamwerk voor een verticaal wandsegment of een tweede raamwerk voor een luchtraam betreft. Het transport van de framedelen in plaats van geassembleerde raamwerken naar de bouwlocatie vergt een aanzienlijk beperktere transportcapaciteit, aangezien de raamwerken in geassembleerde toestand tijdens transport 30 vooral veel loze ruimte innemen. De framedelen, al dan niet reeds op de gewenste lengte gebracht, kunnen daarentegen veel compacter worden 1020573 4 gebundeld en vergen hierom juist bij relatief grote warenhuizen slechts een fractie van de transportcapaciteit die benodigd is bij transport van geassembleerde raamwerken voor de scheidingselementen volgens de stand van de techniek. De uitvinding berust nu met name op het inventieve 5 inzicht dat de scheidingselementen, een type product vormen dat zich leent voor assemblage in grotere aantallen binnen een verplaatsbare ruimte op de bouwlocatie. Een dergelijke verplaatsbare ruimte leent zich voor specifieke aanpassingen ten behoeve van de assemblage van de framedelen tot een raamwerk en kan worden toegepast op achtereenvolgende 10 bouwlocaties van te bouwen warenhuizen. Het spreekt voor zich dat er hierdoor geen sprake meer is van assemblage op een bepaalde productiefaciliteit, die op afstand is gelegen van de bouwlocatie, noch van intern transport op de productiefaciliteit en van interne opslag van de raamwerken binnen de productiefaciliteit.
15 Een verdere logistieke verbetering wordt bereikt indien framedelen voorafgaand aan de assemblage ervan tot een raamwerk op de bouwlocatie op de gewenste lengte worden gebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat de framedelen typisch gevormd zijn door aluminium profiel del en van bepaalde lengtes. Deze lengtes corresponderen met de 20 lengte en breedte van het desbetreffend scheidingselement. Door het op de gewenste lengte brengen van de framedelen op de bouwlocatie, wordt de uitvoering van dergelijke werkzaamheden op een op afstand gelegen productie-faciliteit overbodig, waardoor ook bespaard wordt op intern transport en opslagcapaciteit van de framedelen of van de profielen 25 waaruit de framedelen ontstaan.
Het is uitermate voordelig indien voorafgaand aan de plaatsing van de scheidingselementen of althans van de raamwerken daarvan, bij voorkeur of tijdens of direct na de assemblage van de framedelen tot een raamwerk, glaspanelen met het raamwerk worden 30 verbonden. Aldus vervalt de noodzaak om de glaspanelen nadat de raamwerken van de scheidingselementen zijn geplaatst met deze raamwerken 1020573 5 te verbinden waardoor het breukrisico van de glaspanelen aanzienlijk kan worden beperkt en gebruik kan worden gemaakt van normaal glas in plaats van van gehard glas, waardoor ook het veiligheidsrisico voor betrokken personeel afneemt, doordat de omgeving waarin de glaswanddelen met het 5 raamwerk worden verbonden, optimaal o.a. qua veiligheid kan worden ingericht voor deze productiestap, die bij voorkeur gemechaniseerd dan wel volledig geautomatiseerd plaatsvindt.
Binnen het kader van een dergelijke werkwijze heeft de uitvinding tevens betrekking op een inrichting voor toepassing bij een 10 dergelijke werkwijze welke inrichting wordt gekenmerkt door een verplaatsbare ruimte met daarin opgenomen productiemiddelen voor het binnen de verplaatsbare ruimte assembleren van raamwerken omvattende een mal voor opname en assemblage van de framedelen tot een raamwerk. Met een dergelijke mal is het op snelle wijze mogelijk om framedelen tot een 15 raamwerk te assembleren, hetgeen mogelijk is op de bouwlocatie doordat de mal is opgenomen in een verplaatsbare ruimte, die zich leent voor verplaatsing naar de bouwlocatie. Een dergelijke mal bestaat uit losmaakbare opnamemiddelen voor onderlinge positionering van de framedelen, waardoor het onderling verbinden van de betreffende 20 framedelen op een eenvoudige wijze, hetzij handmatig hetzij gemechaniseerd of geautomatiseerd, bijvoorbeeld door toepassing van automatische schroefinrichtingen, kan plaatsvinden.
Bij voorkeur is de verplaatsbare ruimte gevormd door een stalen container, zoals bijvoorbeeld een standaard 40-voets container. 25 Een dergelijke container vormt een robuuste en bestendige ruimte voor tenminste de mal, die op stabiele wijze met de container, bijvoorbeeld de vloer ervan, kan worden verbonden. Voor zover noodzakelijk kunnen in de wanden van de stalen container afsluitbare openingen worden gecreëerd.
Bij voorkeur omvatten de productiemiddelen eerste toevoer-30 middelen voor het toevoeren van framedelen aan de mal. Dergelijke eerste toevoermiddelen vereenvoudigen de handmatige werkzaamheden en versnellen 1020573 6 het productieproces van de raamwerken op de bouwlocatie.
De eerste toevoermiddelen omvatten volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zich tot boven de mal uitstrekkende eerste geleidingenmiddelen. Met dergelijke geleidingsmiddelen is een ergonomisch optimale 5 benadering van de mal door de framedelen mogelijk.
In een gunstige variant zijn de eerste geleidingsmiddelen aan een plafond van de verplaatsbare ruimte bevestigd. Zo wordt de verplaatsbare ruimte optimaal benut doordat de eerste geleidingsmiddelen geen vloer- of wandoppervlak in beslag nemen.
10 Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvariant omvatten de productiemiddelen snijmiddelen voor het op lengte brengen van de framedelen. De framedelen worden op de juiste lengte gebracht door het snijden van profielen met eeri standaard lengte, bijvoorbeeld van 8 m. Door ook het op de juiste lengte brengen van de framedelen in de 15 verplaatsbare ruimte op de bouwlocatie te laten plaatsvinden, wordt een verdere verbetering bereikt van de logistieke situatie. Daar waar de op maat gebrachte framedelen nodig zijn, worden zij pas vervaardigd, hetgeen onnodige manipulatie van profielen en framedelen voorkomt.
De snijmiddelen, die bijvoorbeeld een cirkelzaag of 20 lintzaag kunnen omvatten, zijn ter verhoging van de productiecapaciteit bij voorkeur ingericht voor het in één slag op lengte brengen van een aantal framedelen. Dit aantal framedelen kan bijvoorbeeld gelijk zijn aan het aantal framedelen dat vereist is per scheidingselement, zodat per slag van de snijmiddelen het benodigde aantal framedelen voor één 25 scheidingselement wordt verkregen.
Voor een verdere stroomlijning van het productieproces omvatten de productiemiddelen bij voorkeur tweede toevoermiddelen voor het toevoeren van profieldelen aan de snijmiddelen.
In een gunstige variant van de inrichting volgens de 30 uitvinding zijn de tweede toevoermiddelen tevens ingericht voor het toevoeren van de op maat gebrachte framedelen vanaf de snijmiddelen naar * 1 0?ns73 7 de eerste toevoermiddelen. De noodzaak van handmatige tussenkomst wordt zo verder beperkt.
Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de productie-5 middelen instelbaar zijn in een compacte toestand en in een uitgezette toestand, waarbij de productiemiddelen zich in compacte toestand uitstrekken binnen de verplaatsbare ruimte en de productiemiddelen zich in uitgezette toestand uitstrekken tot buiten de verplaatsbare ruimte. Hierdoor worden de ruimtelijke beperkingen veroorzaakt door de afmetingen 10 van de verplaatsbare ruimte tenminste ten dele opgeheven, doordat de productiemiddelen in compacte toestand binnen de verplaatsbare ruimte passen en in compacte toestand over de weg kunnen worden getransporteerd binnen de verplaatsbare ruimte naar een bouwlocatie, terwijl de productiemiddelen in uitgezette toestand geschikt zijn voor het 15 produceren van scheidingselementen of althans van de raamwerken daarvan op de bouwlocatie, waarbij delen van de productiemiddelen zich tot buiten de verplaatsbare ruimte kunnen uitstrekken.
Zo kunnen in een voordelige uitvoeringsvorm de tweede toevoermiddelen telescoopmiddelen omvatten voor instelling van de 20 compacte toestand en de uitgezette toestand van de productiemiddelen. Het eenvoudigweg uitschuiven van de tweede toevoermiddelen middels de telescoopmiddelen maakt de tweede toevoermiddelen geschikt voor toepassing tijdens productie, waarbij de tweede toevoermiddelen zich tot buiten de verplaatsbare ruimte uitstrekken.
25 Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm omvatten de productiemiddelen derde toevoermiddelen voor het toevoeren van glaspanelen tot boven de mal. Hierbij wordt nuttig gebruik gemaakt van de positionering van het raamwerk binnen de mal om de ruiten in het raamwerk aan te brengen, bijvoorbeeld door verlijming of inklemming van de ruiten. 30 Een gunstige routing hiertoe wordt verkregen indien de derde toevoermiddelen zich dwars op de eerste toevoermiddelen en, in 1020573 8 uitgezette toestand, zich buiten de verplaatsbare ruimte uitstrekken.
In een uitermate voordelige uitvoeringsvariant wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de productiemiddelen afvoermiddelen omvatten voor het afvoeren van geassembleerde raamwerken 5 vanaf de mal tot buiten de verplaatsbare ruimte. Dergelijke afvoermiddelen stroomlijnen en versnellen het productieproces, waarbij tevens de kans op beschadigingen van de geassembleerde raamwerken, al dan niet voorzien van glaspanelen, afneemt.
Om voldoende afzetruimte te creëren voor de geassembleerde 10 raamwerken omvatten de afvoermiddelen tweede, zich vanaf de mal uitstrekkende geleidingsmiddelen voor het geleiden van derde, zich dwars op en aan weerszijden van de tweede geleidingsmiddelen uitstrekkende geleidingsmiddelen, voor geleiding van de geassembleerde raamwerken. Het afzetten van de raamwerken kan op twee plaatsen buiten de verplaatsbare 15 ruimte plaatsvinden, namelijk aan de beide uiteinden van de derde geleidingsmiddelen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de navolgende figuurbeschrijving. Hierbij toont figuur 1 een trekker met oplegger met daarop een container 20 nabij bestaande kassen; figuur 2A toont een eerste deel van de inrichting volgens de uitvinding zonder daarop geplaatste profielen; figuur 2B toont figuur 2A met geplaatste profielen; en figuur 3 toont het tweede deel van de inrichting volgens de 25 uitvinding, gedeeltelijk overlappend met het eerste deel volgens figuur 2B.
Figuur 1 toont een trekker 1 met een oplegger 2 waarop zich een container 3 bevindt. De container 3 is transparant weergegeven, waardoor de inhoud van de container schematisch zichtbaar wordt. Deze 30 inhoud bestaat uit productiemiddelen 4 voor luchtramen 5. Een luchtraam 5 is in geopende toestand weergegeven bij kas 6 die ook wel wordt aangeduid 1020573 9 met de term "warenhuis". Een luchtraam 5 bestaat in hoofdzaak uit twee langs!iggers 7 en 8 waartussen zich een vijftal dwarsliggers 9, 10, 11, 12 en 13 zich op gelijke afstand van elkaar uitstrekken. Tussen naburige dwarsliggers en de twee langsliggers 7 en 8 zijn per luchtraam 5 een 5 viertal glaspanelen opgenomen, waardoor zonlicht toegelaten kan worden tot de binnenruimte van kas 6. Aan de zijkanten wordt kas 6 omgeven door verticale wanden 14 die worden gevormd door naburige verticale wandsegmenten waarvan de breedte overeenkomt met de breedte van een rij luchtramen 5. Per rij luchtramen zijn, althans aan één zijde van de kas 10 6, drie verticale wandsegmenten voorzien, namelijk twee rechthoekige wandsegmenten 90, 91 en één driehoekig wandsegment 92. Ieder verticaal wandsegment 90, 91, 92 is, vergelijkbaar met luchtramen 5, in hoofdzaak zijn opgebouwd uit langsliggers 94 en dwarsliggers 93 waartussen glaspanelen zijn opgenomen. De langsliggers 94 zijn horizontaal of 15 overeenkomstig de daklijn schuin georiënteerd, terwijl de dwarsliggers 93 verticaal zijn georiënteerd. Het is binnen het kader van de uitvinding zowel mogelijk om het raamwerk van de verticale wandsegmenten 90, 91, 92 uit te voeren met tussenliggende verticale dwarsliggers 95 zoals in het midden en aan de rechterzijde van het warenhuis zoals weergegeven in 20 figuur 1 en/of met tussenliggende langsliggers zodat het raamwerk wordt verdeeld in meerdere vlakken waarbinnen een glaspaneel is opgenomen, dan wel zonder dergelijke tussenliggende liggers zoals aan de linkerzijde van het warenhuis zoals weergegeven in figuur 1 waardoor de individuele glaspanelen grotere afmetingen hebben. Binnen kas 6 bevindt zich een 25 draagconstructie bestaande uit verticale kolommen en zich daarop uitstrekkende spanten. De luchtramen 5, waaruit het dak van kas 5 is opgebouwd rusten op deze niet nader getoonde draagconstructie.
De productiemiddelen 4 bevinden zich in een zogenaamde compacte toestand binnen container 3. In deze compacte toestand lenen de 30 productiemiddelen 4 zich niet voor de productie van luchtramen 5. Een situatie zoals weergegeven in figuur 1 kan men zich voorstellen, 1020573 10 bijvoorbeeld indien uitbreiding van een bestaande kas 6 aan de orde is. Om de productiemiddelen 4 geschikt te maken voor de productie van luchtramen 5 voor de uitbreiding wordt de container 3 van de oplegger 2 genomen en aan verschillende zijden geopend zodat de productiemiddelen 4 5 zich in een zogenaamde uitgezette toestand zoals navolgend nog zal worden uiteengezet, tot buiten de container 3 kunnen uitstrekken.
In de figuren 2A, 2B en 3 is deze uitgezette toestand weergegeven. Voor zover de verwijzingscijfers in figuur 1 tot dusver nog niet zijn genoemd, zullen deze nader worden toegelicht aan de hand van de 10 figuurbeschrijving van de figuren 2A, 2B en 3. In figuur 2A ziet men dat een achterklep 15 van container 3 door scharnieren om zijn onderrand is neer gekanteld en dienst doet als een deel van een ondergrond voor een toevoersysteem 16 voor de toevoer van aluminium profielen 17 van circa 8 m lengte. Het toevoersysteem 16 bevindt zich in figuur 2A in de 15 uitgezette toestand. Voor het bereiken van deze uitgezette toestand vanuit de compacte toestand (zie figuur 1) is het toevoersysteem 16 voorzien van telescopisch in elkaar verschuifbare kokers 18, 19, 20, 21 respectievelijk 22, 23, 24, 25. De kokers 18 en 22 zijn vast met vloer 26 van container 3 verbonden. De naar buiten gerichte uiteinden van kokers 20 19 en 20 rusten op de neer geklapte achterklep 15, terwijl het vrije uiteinde van de binnenste kokers 21 en 25 middels stelpoten 27, 28 rusten op een ondergrond buiten container 3. Toevoersysteem 16 omvat verder zich verticaal boven de kokers 18 tot en met 25 uitstrekkende draagdelen 29, 30, 31, 32, die zich in uitgezette toestand op een onderlinge afstand van 25 elkaar van circa 2,5 m bevinden. Toevoersysteem 16 is bestemd voor het toevoeren van de aluminium profielen 17 aan snij inrichting 33. Hiertoe is ieder draagdeel 29 tot en met 32 voorzien van horizontale, zich dwars op de toevoerrichting 34 uitstrekkende transportrollen 35, 36, 37, 38, welke transportrollen middels niet nader getoonde aandrijfmiddelen roterend 30 kunnen worden aangedreven. De transportrollen 35 tot en met 38 zijn ieder voorzien van een profilering overeenkomend met het profiel van de 1020573 11 aluminium profielen 17. In totaal bieden de transportrollen 35 tot en met 38 ruimte voor negen profielen naast elkaar. Naast iedere transportrol 35 tot en met 38 is een vast opname-element 39, 40, 41, 42 voorzien en een beweegbaar opname-element 43, 44, 45, 46. De vaste opname-elementen 39 5 tot en met 42 zijn aan hun bovenzijde voorzien van een profilering overeenkomstig die van transportrollen 35 tot en met 38 voor opname van negen aluminium profielen 17. De beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 hebben een tweemaal zo grote lengte als die van de vaste opname-elementen 39 tot en met 42 en zijn voorzien van een dubbele profilering, 10 in die zin dat tweemaal negen aluminium profielen 17 opgenomen kunnen worden door de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46. In de uitgangssituatie zoals weergegeven in figuur 2A bevinden de bovenzijden van de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 zich in beperkte mate onder de bovenzijde van de vaste opname-elementen 39 tot en met 42.
15 De toevoer van aluminium profielen 17 aan de snijinrichting 33 geschiedt als volgt. Handmatig worden bij aanvang van product!e-werkzaamheden negen aluminium profielen 17 gelegd in de profilering van de vaste opname-elementen 39 tot en met 42 en negen aluminium profielen 17 gelegd in de buitenste profilering van de beweegbare opname-elementen 20 43 tot en met 46. Met behulp van niet nader getoonde actuatoren maken de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 een rondgaande slag, waarbij vanuit de uitgangssituatie in figuur 2A de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 in eerste instantie omhoog bewegen totdat de profilering van de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 zich uitstrekt boven 25 het niveau van de profilering van de vaste opname-elementen 39 tot en met 42. Tijdens deze opgaande beweging van de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 worden de aluminium profielen 17 die zich op de vaste opname-elementen 39 tot en met 42 bevonden overgenomen door de naar de transportrollen 35 tot en met 38 toegekeerde profilering van de 30 beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 zodat deze beweegbare opname-elementen in totaal achttien aluminium profielen 17 dragen.
1020573 12
Vervolgens maken de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 een horizontale beweging in hun lengterichting in de richting van de transportrollen 35 tot en met 38 totdat de aluminium profielen die zich in de uitgangssituatie op de vaste opname-elementen 39 tot en met 42 5 bevonden, zich recht boven de transportrollen 35 tot en met 38 bevinden. Vanuit deze toestand maken de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 een neergaande beweging zodanig dat de profilering van de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 zich onder het verticale niveau van de profileringen van de vaste opname-elementen 39 tot en met 42 en van de 10 transportrollen 35 tot en met 38 bevinden. Hierdoor worden de aluminium profielen 17 die zich in de uitgangssituatie op de vaste opname-elementen 39 tot en met 42 bevonden overgenomen door de transportrollen 35 tot en met 38, terwijl de aluminium profielen 17 die zich in de uitgangssituatie op de beweegbare opname-elementen 43 tot en met 46 bevonden, overgenomen 15 door de vaste opname-elementen 39 tot en met 42. Door individuele aandrijving van de transportrollen 35 tot en met 38 kunnen vervolgens de aluminium profielen 17 die zich op deze transportrollen 35 tot en met 38 bevinden toegevoerd worden aan de snijinrichting 33. Parallel hieraan kunnen handmatig nieuwe aluminium profielen 17 op de buitenste 20 profilering van de beweegbare opname-elementen worden geplaatst, waarna de beschreven cyclus zich kan herhalen zodra de transportrollen 35 tot en met 38 weer leeg zijn.
De snijinrichting 33 omvat een tafel 47 die vast is verbonden met bodem 26 van container 3. Op tafel 47 is een galg-25 constructie 48 aanwezig. Langs de onderzijde van het horizontale deel 49 van deze galgconstructie 48 is; een cirkelzaag heen-en-weer verplaatsbaar in een richting evenwijdig aari die van de transportrollen 35 tot en met 38 oftewel dwars op de lengterichting van de aluminium profielen 17. De slag van deze heen-en-weer gaande beweging van de cirkelzaag 50 is 30 dusdanig groot dat alle negen door de transportrollen 35 tot en met 38 toegevoerde profielen 17 kunnen worden doorgezaagd.
1020573 13
Om ervoor zorg te dragen dat de aluminium profielen 17 op de juiste lengte worden gezaagd om geschikt te zijn als framedelen, zijnde langsliggers 7, 8 en dwarsliggers 9 tot en met 13, bevindt achter de snij inrichting 33 zich een aanslagtafel 51 met transportrollen 52, 53 5 en een aantal aanslagen 54, 55, 56, 57 voor de uiteinden van de aluminium profielen 17. Tafel 51 is vast verbonden met vloer 26 van container 3. Aanslagen 54 tot en met 57 zijn zowel in langsrichting als in dwars-richting van aanslagtafel 51 verplaatsbaar en fixeerbaar zodat iedere gewenste lengte van de aluminium profielen 17, binnen de grenzen van 10 aanslagtafel 51 gerealiseerd kan worden. In het onderhavige voorbeeld bedraagt de lengte van de langsliggers 7, 8 4,0 meter, terwijl de lengte van de dwarsliggers 9 tot en met 13 1,6 meter bedraagt. Voor het vervaardigen van langsliggers 7, 8 en dwarsliggers 9 tot en met 13 met een dergelijke lengte worden de vier achterste aluminium profielen 17A, 15 door toepassing van aanslag 57 op een lengte van 4,0 meter gezaagd, terwijl de vijf voorste aluminium profielen 17B op een lengte van 1,6 meter worden gezaagd door toepassing van aanslag 55. Dit houdt in dat uit negen aluminium profielen 17 met een lengte van 8 m in totaal acht langsliggers 7, 8 en twintig dwarsliggers 9 tot en met 13 kunnen worden 20 vervaardigd. Dit aantal is exact genoeg voor de assemblage van twee luchtramen 5.
De op maat gesneden aluminium profielen 17, die hierdoor verworden zijn tot langsliggers 7, 8 en dwarsliggers 9 tot en met 13, worden met behulp van een transportinrichting 58 getransporteerd van de 25 aanslagtafel 51 naar mal 59. De transportinrichting 58 omvat een aan de onderzijde van het plafond 60 van container 3 bevestigde rail gel ei ding 61 die zich van boven de aanslagtafel 51 uitstrekt tot boven de mal 59. Langs de rail gel ei ding 61 is een opname-eenheid 62 verplaatsbaar tussen opnametafel 51 en mal 59. De opname-eenheid 62 omvat een aantal opname-30 armen 63 die zich tijdens het toevoeren van aluminium profielen op de aanslagtafel 51, met hun horizontale delen onder de aluminium profielen 1020573 14 17 uitstrekken. Zodra een geschikte hoeveelheid aluminium profielen op maat is gezaagd door snij inrichting 33 worden de opname-armen 63 omhoog bewogen middels scharen 64 en wordt de opname-eenheid 62 in de richting van pijl 87 getransporteerd naar hun positie recht boven mal 59.
5 Mal 59 bestaat in hoofdzaak uit twee, met vloer 26 vast verbonden, voeten 65 met aan hun bovenzijde scharnierpunten 66, 67 voor een zich in een horizontaal vlak uitstrekkend raamwerk 68. Scharnierpunten 66, 67 zijn noodzakelijk zodat, vanwege de afmetingen van het raamwerk 68, deze zich ten behoeve van transport over de weg in compacte 10 toestand (zie figuur 1) binnen een gesloten container 3 kan bevinden.
Voor het creëren van voldoende ruimte is zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde (niet getoond in figuur 3) een deel 69 van een zijwand van de container 3 om zijn onderrand neerwaarts gescharnierd. Het niet nader getoonde deel van de zijwand dat gelegen is 15 boven deel 69 is om zijn bovenrand naar boven gescharnierd zodat een luifel ontstaat. Op het raamwerk 68 van mal 59 zijn allerhande spanmiddelen 76 voorzien, waarvan er enkele in figuur 3 zijn weergegeven en waarmee het mogelijk is om de langsliggers 7, 8 en de dwarsliggers 9 tot en met 13 op de juiste manier ten opzichte van elkaar te fixeren. In 20 deze gefixeerde toestand is het eenvoudig om de langsliggers 7, 8 en de dwarsliggers 9 tot en met 13 op geschikte wijze onderling te verbinden, bijvoorbeeld middels schroefverbindingen. Eventueel kunnen hiertoe geautomatiseerde schroefvoorzieningen op het raamwerk 68 aanwezig zijn. Een dergelijke assemblage van de langsliggers 7, 8 en de dwarsliggers 9 25 tot en met 13 tot een luchtraam 5 gaat in het onderhavige uitvoerings-voorbeeld gepaard met het voorzien van de geassembleerde 1 uchtramen 5 van, in casu, vier glaspanelen 70. Desgewenst kan dit ook achterwege blijven. Voor de glaspanelen 70 is een toevoerinrichting 71 voorzien voor het toevoeren van de glaspanelen 70 van buiten de container 3 naar een 30 positie boven mal 59 met daarin opgenomen een raamwerk 5. De toevoerinrichting 71 omvat een raiIgeleiding 72 die zich uitstrekt dwars 1020573 15 op de railgeleiding 61, door een opening in een zijwand van de container die is ontstaan door het neerkantelen van deel 69 van de zijwand en het opklappen van het boven deel 69 gelegen deel van de zijwand. De railgeleiding 72 is vast verbonden met het plafond 60 van container 3 5 alsmede met de onderzijde van het niet nader getoonde omhoog geklapte deel van de zijwand. De railgeleiding 72 strekt zich uit vanaf een voorraad glaspanelen 70 die is opgesteld buiten de container 3 en mal 59. Langs de railgeleiding 72 is een glaspaneelopname-eenheid 73 met een dwarsgeleiding 74 heen-en-weer verplaatsbaar. De glaspaneelopname-eenheid 10 73 omvat een aantal zuigmonden 75 die in staat zijn een glaspaneel 70 op te nemen, en welke zuigmonden verplaatsbaar zijn in de langsrichting van dwarsgeleiding 74 en tezamen met dwarsgeleiding 74 verplaatsbaar zijn in de langsrichting van railgeleiding 72. De toevoerinrichting 71 maakt geautomatiseerde toevoer van glaspanelen 70 naar de mal mogelijk voor het 15 bevestigen van glaspanelen 70 binnen een luchtraam 5. Voor het plaatsen van de glaspanelen 70 kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van technieken als verlijming of inklemming.
Na assemblage van het luchtraam 5 in mal 59 worden de spanmiddelen 76 losgenomen. Het geassembleerde luchtraam 5 met daarin 20 opgenomen een viertal glaspanelen 70 wordt vervolgens afgevoerd door een afvoerinrichting 77. Deze afvoerinrichting 77 omvat een opname-eenheid 78 die net als opname-eenheid 62 verplaatsbaar is langs railgeleiding 61. De opname-eenheid 78 omvat een balk 79 en twee klemarmen 80 die de buitenste dwarsliggers 9 en 13 van raamwerk 5 kunnen aangrijpen. De klemarmen 80 25 zijn scharnierbaar om een horizontale as door de uiteinden van balk 79, welke rotatie-as zich uitstrekt evenwijdig aan balk 79. Middels schaararmen 81, 82, die onderdeel uitmaken van de opname-eenheid 78, is balk 79 tezamen met het geassembleerde luchtraam 5 verticaal omhoog verplaatsbaar. Vervolgens wordt de opname-eenheid 78 verplaatst langs 30 railgeleiding 61 totdat luchtraam 5 zich buiten de container 3 uitstrekt. Vanuit deze toestand worden de klemarmen 80 hetzij linksom hetzij 1020573 16 rechtsom gescharnierd, zodat het 1 Lichtraam 5 een vrijwel verticale oriëntatie aanneemt. De afvoerinrichting 77 omvat verder een dwars-geleiding 83 die zich buiten en boven de container 3 zwevend uitstrekken door toepassing van verbindingsibalken 84 die demonteerbaar verbonden zijn 5 met de bovenzijde van container 3. Langs dwarsgeleiding 83 zijn opname-armen 85 verplaatsbaar die aangrijpen op de bovenste langsligger 7 of 8, terwijl het 1uchtraam 5 zich in verticale oriëntatie bevindt. De opname-armen 85 bewegen zich vervolgens langs dwarsgeleiding 83 en plaatsen het 1uchtraam 5 op een transportkar 86. Nadat een bepaald aantal luchtramen 5 10 op de transportkar 86 is geplaatst wordt de transportkar 86 met luchtramen 5 afgevoerd om te worden verwerkt in de uitbreiding van de kas 3 die in de onmi ddel lijke nabij hen'd van container 3 wordt gebouwd.
Alhoewel bovenstaand de uitvinding is toegelicht aan de hand van een beschrijving van de assemblage van luchtramen 5, wordt met 15 nadruk opgemerkt dat de uitvinding tevens toepasbaar is bij de assemblage van verticale wandsegmenten voor verticale wanden 14 vanwege de vergelijkbare opbouw van de verticale wandsegmenten en de luchtramen 5.
1020573
Claims (18)
1. Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis op een bouwlocatie omvattende het verschaffen van scheidingselementen in de vorm 5 van verticale wandsegmenten die ieder een eerste raamwerk van eerste framedelen omvatten met binnen ieder eerste raamwerk tenminste één eerste glaspaneel en in de vorm van luchtramen die ieder een tweede raamwerk van tweede framedelen omvatten met binnen ieder tweede raamwerk tenminste één tweede glaspaneel, het plaatsen van de verticale wandsegmenten, het 10 creëren van een draagconstructie en het plaatsen van de luchtramen op de draagconstructie, met het kenmerk, dat assemblage van framedelen tot een raamwerk binnen een verplaatsbare ruimte op de bouwlocatie plaatsvindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat framedelen voorafgaand aan de assemblage ervan tot een raamwerk op de 15 bouwlocatie op de gewenste lengte worden gebracht.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voorafgaand aan de plaatsing van de scheidingselementen, bij voorkeur tijdens of direct na de assemblage van de framedelen tot een raamwerk, glaspanelen met het raamwerk worden verbonden.
4. Inrichting voor toepassing bij een werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, gekenmerkt door een verplaatsbare ruimte met daarin opgenomen productiemiddelen voor het binnen de verplaatsbare ruimte assembleren van raamwerken omvattende een mal voor opname en assemblage van de framedelen tot een raamwerk.
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de verplaatsbare ruimte is gevormd door een stalen container.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de productiemiddelen eerste toevoermiddelen omvatten voor het toevoeren van framedelen aan de mal.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste toevoermiddelen zich tot boven de mal uitstrekkende eerste 1020573 gel ei di ngsmi ddelen voor de framedelen omvatten.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de eerste gel eidingsmiddelen aan een plafond van de verplaatsbare ruimte zijn bevestigd.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot en met 8, met het kenmerk, dat de productiemiddelen snijmiddelen omvatten voor het op lengte brengen van framedelen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de sni jmiddelen zijn ingericht voor het in een slag op lengte brengen van 10 een aantal framedelen.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de productiemiddelen tweede toevoermiddelen omvatten voor het toevoeren van profiel del en aan de snijmiddelen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de 15 tweede toevoermiddelen tevens zijn ingericht voor het toevoeren van de op lengte gebrachte framedelen vanaf de snijmiddelen naar de eerste toevoermiddelen.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot en met 12, met het kenmerk, dat de productiemiddelen instelbaar zijn in een compacte 20 toestand en in een uitgezette toestand, waarbij de productiemiddelen zich in compacte toestand uitstrekken binnen de verplaatsbare ruimte en zich in uitgezette toestand uitstrekken tot buiten de verplaatsbare ruimte.
14. Inrichting volgens conclusie 12 en 13, met het kenmerk, dat de tweede toevoermiddelen telescoopmiddelen omvatten voor instelling van 25 de compacte toestand en van de uitgezette toestand van de productiemiddelen.
15. Inrichting volgens een der conclusies 4 tot en met 14, met het kenmerk dat de productiemiddelen derde toevoermiddelen omvatten, voor het toevoeren van glaspanelen tot boven de mal.
16. Inrichting volgens conclusie 8, conclusie 13 en conclusie 15, met het kenmerk, dat de derde toevoermiddelen zich dwars op de eerste 1020573 toevoermiddelen en, in uitgezette toestand, zich buiten de verplaatsbare ruimte uitstrekken.
17. Inrichting volgens een van de conclusies 4 tot en met 16, met het kenmerk, dat de productiemiddelen afvoermiddelen omvatten voor 5 het afvoeren van geassembleerde raamwerken vanaf de mal tot buiten de verplaatsbare ruimte.
18. Inrichting volgens conclusie 13 en conclusie 17, met het kenmerk, dat de afvoermiddelen tweede, zich vanaf de mal uitstrekkende, geleidingsmiddelen omvatten voor het geleiden van derde, zich dwars op en 10 aan weerszijden van de tweede geleidingsmiddelen uitstrekkende, geleidingsmiddelen voor geleiding van de geassembleerde raamwerken omvatten. 15 1020573
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1020573A NL1020573C2 (nl) | 2001-05-10 | 2002-05-10 | Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018040 | 2001-05-10 | ||
NL1018040A NL1018040C2 (nl) | 2001-05-10 | 2001-05-10 | Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. |
NL1020573 | 2002-05-10 | ||
NL1020573A NL1020573C2 (nl) | 2001-05-10 | 2002-05-10 | Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1020573A1 NL1020573A1 (nl) | 2002-11-12 |
NL1020573C2 true NL1020573C2 (nl) | 2003-01-08 |
Family
ID=26643340
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1020573A NL1020573C2 (nl) | 2001-05-10 | 2002-05-10 | Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1020573C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2140754A1 (en) * | 2008-07-02 | 2010-01-06 | Havecon Kassenbouw B.V. | Assembly and method for glazing a building structure |
-
2002
- 2002-05-10 NL NL1020573A patent/NL1020573C2/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2140754A1 (en) * | 2008-07-02 | 2010-01-06 | Havecon Kassenbouw B.V. | Assembly and method for glazing a building structure |
NL2001747C2 (nl) * | 2008-07-02 | 2010-01-14 | Havecon Kassenbouw B V | Samenstel en werkwijze voor het beglazen van een bouwkundige constructie. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL1020573A1 (nl) | 2002-11-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN100504011C (zh) | 用于模件化活动房的屋顶系统 | |
EP3196152B1 (en) | Modular base for forming installations and method for storage by means of stacking and movement of cases | |
NL8701239A (nl) | Inrichting voor het kweken van tuinbouwproducten, in het bijzonder champignons. | |
NL1018603C2 (nl) | Systeem voor het aanbrengen van een scherm boven een ondergrond. | |
JP2022500056A (ja) | トロリーコンベヤ及びそれを用いた植物栽培システム | |
NL1020573C2 (nl) | Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. | |
NL1018040C2 (nl) | Werkwijze voor het bouwen van een warenhuis alsmede inrichting voor toepassing daarbij. | |
KR102064701B1 (ko) | 자동 전개 가능한 양봉 장치 | |
US4425741A (en) | Collapsible structure | |
US8091288B2 (en) | Greenhouse construction with rail system | |
NL1013226C2 (nl) | Inrichting voor het vervangen van ruiten in een kasdak. | |
NL2010090C2 (nl) | Werkwijze voor het in een warenhuis aanbrengen van een flexibele luchtslang. | |
NL2009390C2 (nl) | Warenhuis. | |
NL8503098A (nl) | Kap met lamellenwanden. | |
RU113632U1 (ru) | Каркас теплицы сборно-разборный | |
CN112520572B (zh) | 一种桥式起重机机梁 | |
JP2547707Y2 (ja) | 苗箱収納枠搬送用フレーム | |
CN112739204B (zh) | 用于堆叠的待装填活禽动物的运输容器的装载辅助装置 | |
NL8102213A (nl) | Kas met afdekking door kunststoffolie en beluchting. | |
NL1029396C1 (nl) | Tuinafscheiding. | |
NL1008406C1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het beglazen van dekvlakken van een warenhuis. | |
AU3339201A (en) | Scaffolding | |
KR100848684B1 (ko) | 정자겸용 농산물 판매대 | |
JP3585421B2 (ja) | 穀物貯留設備 | |
MXPA06004521A (es) | Construccion de invernadero con sistema de rieles |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1B | A search report has been drawn up | ||
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20071201 |