NL1020343C2 - Systeem voor transport van vaartuigen. - Google Patents

Description

SYSTEEM VOOR TRANSPORT VAN VAARTUIGEN 5

De onderhavige uitvinding betreft een systeem voor transport van vaartuigen over land met behulp van een voertuig .

10 Het is algemeen bekend om vaartuigen te transporteren op een voertuig. Hiertoe wordt gewoonlijk gebruik gemaakt van een kraan, om het vaartuig op het voertuig te plaatsen. Na transport naar de plaats van bestemming wordt dan het vaartuig weer met een soortgelijke kraan van het voertuig ge-15 haald.

Hierin schuilt echter een probleem. Het bekende systeem functioneert namelijk slechts, wanneer zowel op de plaats van herkomst als op de plaats van bestemming elk een kraan aanwezig is om het vaartuig op of vanaf het voertuig te 20 manoeuvreren. Het is echter steeds vaker gewenst om vaartuigen te transporteren naar bestemmingen, waar geen kraan voor het manoeuvreren van het vaartuig aanwezig is. Zo kan de eigenaar van een zeiljacht zijn vaartuig in de winter willen stallen in een loods dichtbij huis, om daar dan bijvoorbeeld 25 ook onderhoud aan dat vaartuig te plegen. Bij een dergelijke loods zal slechts zelden een kraan aanwezig zijn, die geschikt is om het vaartuig te manoeuvreren. Hetzelfde geldt, wanneer bijvoorbeeld een timmerman grootscheeps onderhoud moet plegen aan het vaartuig, en dat gemakkelijker in of bij 30 zijn werkplaats kan doen dan wanneer hij telkens naar een werf zou moeten afreizen, als zijn werkplaats op afstand van het water of de werf is gelegen.

> ...

2

Met de onderhavige uitvinding is beoogd de bovengenoemde problemen van de bekende systeem voor transport van vaartuigen te verhelpen of althans aanzienlijk te verminderen, waartoe volgens de uitvinding een in conclusie 1 gedefi-5 nieerd systeem is verschaft. Volgens de onderhavige uitvinding kan het te transporteren vaartuig op een plaats van bestemming of van herkomst door een bok worden gedragen, die dan op de ondergrond staat. Het vaartuig kan daarbij met een kraan op de bok zijn geplaatst. Hierop volgend kan een voer-10 tuig worden gebruikt, meer in het bijzonder de draagmiddelen daarvan, om de bok met daarop het vaartuig op te nemen en te transporteren. Op de plaats van bestemming kan de bok met daarop het vaartuig weer op een ondergrond worden geplaatst, waarna het voertuig weer kan vertrekken om andere transport-15 diensten te verlenen. Wanneer daarna weer transport van het vaartuig gewenst is, kan het voertuig de bok met daarop het vaartuig ophalen en naar een nieuwe plaats van bestemming of zelfs terug naar de oorspronkelijke plaats van herkomst brengen .

20 Opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding boven dien afzonderlijk een bok en een voertuig elk op zichzelf betreft.

Verder wordt opgemerkt, dat voor vaartuigen met een platte bodem een transportvoertuig bekend is, waarbij gebruik 25 wordt gemaakt van een kantelmechanisme om vaartuigen met een platte bodem op het voertuig te plaatsen of daar vanaf te halen. Een dergelijk kantelmechanisme is echter al in het geheel niet toepasbaar, wanneer het transport van een vaartuig met een kiel, zoals een zeilboot, gewenst is. Een derge-30 lijke kiel vereist namelijk nog altijd het ophijsen van het vaartuig, daar anders het kantelmechanisme niet de benodigde beweging met het vaartuig kan bewerkstelligen. Een dergelijk systeem is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse, ter inzage 3 gelegde octrooiaanvrage NL-A-75.05815, en uit de openbaarmaking daarvan blijkt duidelijk, dat een dergelijk systeem geenszins geschikt is voor transport van vaartuigen met een kiel.

5 In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een systeem volgens de onderhavige uitvinding de eigenschappen van conclusie 2. In een dergelijke uitvoeringsvorm is opname en afzetten van de bok met daarop het vaartuig op en van het voertuig, en het positioneren van het voertuig ten opzichte 10 van de bok daarbij bijzonder eenvoudig. Om de stijfheid van het voertuig te waarborgen, hetgeen in het bijzonder tijdens transport een belangrijk aspect is, kan de eigenschap van conclusie 3 hierbij worden toegepast. Het voertuig kan een aanhanger omvatten, zoals in conclusie 4 is gedefinieerd. Een 15 aanhanger is gewoonlijk los te koppelen van de voortbewe-gingseenheid met bijvoorbeeld de cabine en de motor daarop, zodat een geheel modulair systeem kan worden verschaft volgens de uitvinding.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm vertoont het 20 systeem volgens de uitvinding de eigenschappen volgens conclusie 5. Door gebruik te maken van het hoogtesysteem van het voertuig kan de bok met daarop het vaartuig eenvoudig op het voertuig worden opgenomen of afgezet, in het bijzonder als het systeem dan tevens de eigenschappen volgens conclusie 6 25 vertoont. Het voertuig rijdt daarbij onder de bok in een lage stand van het hoogtesysteem, en als de gewenste of juiste positionering van het voertuig ten opzichte van de bok is bereikt, wordt het hoogtesysteem omhoog gebracht. Daarna kan de bok met daarop het te transporteren vaartuig worden ver-30 voerd, en op de plaats van bestemming kan een omgekeerde procedure plaatsvinden om de bok met daarop het vaartuig af te zetten.

4

Bij voorkeur vertoont een systeem volgens de uitvinding de eigenschappen van conclusie 7. Duidelijk blijkt hierbij, dat de bok niet alleen een soort standaard voor het vaartuig vormt, ook wanneer dat niet getransporteerd hoeft te 5 worden, maar dat de bok ook actief wordt gebruikt om het vaartuig hierop te plaatsen tijdens transport, terwijl de bok op het voertuig staat. Hierbij kunnen de steunen instelbaar zijn, zoals in conclusie 8 is gedefinieerd, waardoor de bok aanpasbaar is aan diverse afmetingen en vormen van rompen, en 10 zo ook verschillende soorten vaartuigen hiermee te transporteren zijn. In een uitvoeringsvorm volgens conclusie 9 vormt de bok duidelijk een overgang tussen de korte afstand tussen de benen van het V-vormige gestel en de grotere breedte van de romp van een te transporteren vaartuig. Opgemerkt wordt 15 hierbij, dat de afstand tussen de benen van het V-vormige gestel noodzakelijkerwijs niet te groot kan en mag worden gemaakt, omdat het voertuig geschikt moet blijven voor transport over de weg. Om te voorkomen, dat hierbij het gevaar bestaat van een topzware samenstelling van een bok met daarop 20 een vaartuig in rust op een ondergrond, kunnen stutten worden gebruikt, zoals in conclusie 10 is gedefinieerd.

Hieronder zullen uitvoeringsvormen van de uitvinding worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, waarbij wordt opgemerkt, dat de uitvinding hier niet toe is 25 beperkt, en de beschrijving en de tekeningen slechts de illustratie van de in de conclusies gedefinieerde uitvinding dienen, en waarin: fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht toont van een systeem volgens de onderhavige uitvinding in bedrijf; 30 fig. 2 een achteraanzicht toont; fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van de in fig. 1 en 2 weergegeven bok in het systeem; 5 fig. 4 een perspectivisch aanzicht toont van een alternatieve uitvoeringsvorm van een bok in het systeem; fig. 5 een ten opzichte van fig. 4 uitgebreide uitvoeringsvorm toont van een bok in een systeem volgens de 5 uitvinding, terwijl fig. 6 een alternatief toont voor de in fig. 5 getoonde configuratie.

In fig. 1 is aldus een systeem volgens de onderhavige uitvinding getoond. Het systeem dient voor transport van een 10 vaartuig 1 over land, en omvat een voertuig 2 en een bok 3.

Het voertuig 2 is V-vormig en de benen 4 en 5 strekken zich parallel aan elkaar uit op een afstand, die overeenkomt met een voor vrachtwagens gebruikelijke breedte.

Aldus heeft het voertuig 2 een V-vormig gestel, waarvan de 15 benen 4, 5 deel uitmaken.

Het voertuig 2 omvat een (niet nader weergegeven) hoogtesysteem, dat bijv. hydraulisch van aard kan zijn of in het bijzonder een luchthefsysteem. Met een dergelijk hoogtesysteem is het mogelijk de hoogte van het gestel van het 20 voertuig in te stellen in de richting van pijl A. Aldus kan het voertuig 2 in een lage stand van het hoogtesysteem worden verreden in de richting van pijl B om onder de bok 3 te komen. Daarna kan het hoogtesysteem in werking worden gesteld om het voertuig 2 omhoog te brengen in de richting van pijl 25 A. Daarbij komt de bok 3 met aanslagen 6 te rusten op dragers 7 aan de benen 4, 5 van het gestel van het voertuig. Wanneer het voertuig verder omhoog wordt bewogen in de richting van pijl A, komt de bok 3 los van de ondergrond 8 en is de bok 3 met daarop het vaartuig 1 gereed voor transport. Aldus is met 30 het hoogtesysteem, de aanslagen 6 en de dragers 7 een uitvoeringsvorm verschaft voor de draagmiddelen.

De bok 3 omvat tevens voeten 22 aan de onderzijde van de bok 3. Onder deze voeten 22 kunnen (niet getoonde) blokken 6 zijn of worden aangebracht in de rusttoestand van de bok 3.

De (niet getoonde) blokken kunnen worden gebruikt om de bok 3 hoger neer te zetten dan direct op de ondergrond 8. Wanneer de gewenste positionering van het voertuig 2 is bereikt en 5 het gestel vanuit een lage stand omhoog wordt gebracht met het hoogtesysteem, kunnen de (niet getoonde) blokken worden verwijderd. In rust staat de bok 3 op de niet getoonde blokken hoger en is makkelijker op te nemen op het voertuig. Desgewenst is het hoogtesysteem ingericht om het voertuig 2 10 te verhogen tot een stand boven de rijstand, waarin de blokken dan kunnen worden weggenomen. Daarna kan het voertuig 2 worden verlaagd naar de daadwerkelijke rijstand. Hierbij is een afdoende bodemvrijheid tussen de bok 3 en de ondergrond 8 verschaft voor het transport, zonder aanzienlijk gevaar, dat 15 de voeten 22 van de bok 3 in contact komen met het wegdek.

De bok 3 omvat verder een gestel van kokerprofielen 9, waaruit de bok 3 is gevormd. Dit gestel van kokerprofielen 9 is aan de onderzijde smal genoeg om tussen de benen 4, 5 van het voertuig te passen. Een dergelijk voertuig kan een 20 trailer of een aanhanger zijn, maar bijv. tevens een diepleg-ger. De bok 3 moet aan de onderzijde voldoende smal zijn om op stabiele wijze door het voertuig 2 opgetild en neergezet te kunnen worden, zonder dat het voertuig 2 zo breed moet worden gemaakt, dat transport over de weg niet langer moge-25 lijk of toegestaan zou zijn. De bok 3 is om deze reden aan de onderzijde relatief smal, maar zoals in fig. 2 is getoond rust het vaartuig 1 op steunen 10, die een onderdeel uitmaken van het gestel van kokerprofielen 9. De steunen 10 zijn op een grotere afstand van elkaar geplaatst dan de basis van het 30 gestel van kokerprofielen 9 om het vaartuig 1 stabiel te ondersteunen.

Verder blijkt duidelijk uit fig. 2, dat de steunen 10 instelbaar zijn. De steunen 10 zijn uitgevoerd als blokken '|. V . : 8 7 aan een kantelas 11, waarbij de kantelas 11 de verbinding tussen de steunen 10 en de overige onderdelen van het frame van kokerprofielen 9 vormt. Aldus kunnen de steunen 10 zich aanpassen aan de vorm van de romp van een op dat moment te 5 transporteren vaartuig 1. Bovendien is ook de hoogte van de steunen 10 instelbaar ten opzichte van de overige delen van het frame van de bok door middel van een telescopische constructie 12, die met pen-gatverbindingen op een geselecteerde hoogte te fixeren is.

10 Zoals getoond en in het voorgaande reeds is beschre ven, is het voertuig 2 V-vormig. Om nu te vermijden, dat de benen 4, 5 van het voertuig 2 uit elkaar kunnen wijken, bijv. onder invloed van het gewicht van het te transporteren vaartuig 1, zijn de vrije einden 14, 15 van de benen 4, 5 van het 15 voertuig 2 te verbinden met een sluitstuk 13, waarmee de stijfheid van het voertuig 2 kan worden verzekerd. Tijdens het manoeuvreren van het voertuig 2 ten opzichte van de bok 3, is het sluitstuk in de hier getoonde uitvoeringsvorm losgemaakt van het uiteinde 15 van het been 5 van het gestel van 20 het V-vormige voertuig 2 en weggezwenkt in de richting van pijl C. Wanneer de bok met daarop het vaartuig 1 op het voertuig 2 wordt opgenomen, is of wordt het sluitstuk 13 gesloten en weer gekoppeld of verbonden met het vrije uiteinde 15 van het been 5.

25 In fig. 3 is de bok 3 van fig. 1 en fig. 2 getoond.

Uit fig. 3 blijkt, evenals uit fig. 2, dat ook de schuinstand van de armen 16, die onderdeel uitmaken van het frame van kokerprofielen 9, instelbaar is ten behoeve van een aanpassing aan de vorm en afmetingen van de romp 17 van een te 30 transporteren vaartuig 1. Deze armen 16 zijn met een scharnier 18 verbonden met de overige delen van het frame van kokerprofielen 9 en zijn te fixeren middels wartel-draadeind-constructies 19. Zoals blijkt uit fig. 3 is deze schuinstand- 8 instelling van armen 16 van het frame van kokerprofielen 9 slechts op bij enkele steunen 10 verschaft. Het is echter evenzeer mogelijk, dat alle steunen 10 door middel van een soortgelijke of dezelfde constructie in te stellen zijn, 5 zoals in fig. 4 is getoond. In deze fig. 4 worden, evenals in fig. 5 en 6, die hieronder nader zullen worden beschreven, dezelfde of gelijksoortige onderdelen en componenten aangeduid met dezelfde referentienummers als in fig. 1, 2 en 3, hoewel het in de eerstgenoemde figuren alternatieve en aan-10 vullende uitvoeringsvormen betreft.

Fig. 5 en 6 tonen het gebruik van stutten, welke dienen om de steunbasis van de bok 3 te verbreden voor de situatie, waarin de bok 3, met in het bijzonder hierop een vaartuig, geparkeerd of gestald staat op een ondergrond 8.

15 Zoals in het voorgaande reeds is beschreven, heeft de bok 3 een smalle basis om te voorkomen, dat het voertuig zo breed moet worden gemaakt, dat transport over de weg niet is toegestaan of niet langer mogelijk is. De stutten 20 kunnen dienen om deze basis van een geparkeerde bok 3 te verbreden en aldus 20 de stabiliteit te verhogen. Opgemerkt wordt, dat de daadwerkelijke basis van de bok 3 de afstand tussen de voeten 22 is en in de hier getoonde uitvoeringsvorm naast de voeten 20 aan de buitenzijde van de bok 3 nog aanslagen 6 zijn verschaft. Het verbreden van deze basis met behulp van de stutten 20 25 verschaft aldus een zeer gunstige uitvoeringsvorm, in het bijzonder met betrekking tot het parkeren of stallen van de bok 3.

In fig. 5 zijn de stutten uitgevoerd als frames 21 met vaste afmetingen. In het bijzonder voor een vlakke onder-30 grond 8 is dit een zeer bruikbare uitvoeringsvorm, omdat de stutten 20 eenvoudigweg onder de betreffende delen van de bok 3 te schuiven zijn. Bij andere toepassingsgebieden kan het echter wenselijk zijn om de stutten 20 in lengte instelbaar 9 te maken, zoals in fig. 6 is getoond. Om te voorkomen, dat deze instelbare stutten 23, die in fig. 6 zijn getoond, tijdens transport een belemmering vormen, zijn ze te ontkoppelen van het frame uit kokerprofielen 9, waaruit de bok 3 is ge-5 vormd, door middel van een losmaakbare verbinding 24, waarbij een pen 25 in ogen 26 aan het frame uit kokerprofielen 9 en door een gat 27 aan het betreffende uiteinde van de instelbare stut 23 kan worden gestoken.

In het voorgaande zijn aan de hand van de bijgevoegde 10 tekeningen expliciete uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding getoond. De uitvinding is echter niet tot deze expliciet getoond en beschreven uitvoeringsvormen beperkt. De uitvinding is slechts beperkt door de definities daarvan in de bij gevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke 15 conclusies, waarbij de beschrijving en de tekeningen slechts dienen ter verduidelijking. Zo is het mogelijk, dat een bok wielen omvat om op zichzelf verrijdbaar te zijn. Bovendien zijn vele andere manieren mogelijk om de bok en in het bijzonder de steunen aan te passen aan de vorm en de afmetingen 20 van de romp van een te transporteren vaartuig. De bok kan verder worden verzwaard ten opzichte van de in de figuren weergegeven constructie, bijv. met aanvullende liggers op grotere hoogte boven de voeten dan het rechthoekige basisframe, dat telkens in de figuren is weergegeven. De steunen van 25 de bok kunnen worden bekleed met veerkrachtig materiaal om beschadiging aan de romp van een vaartuig te minimaliseren of zelfs te voorkomen. Zo blijkt, dat er binnen het kader van de uitvinding uitvoeringsvormen mogelijk zijn als alternatief of als aanvulling op hetgeen expliciet is beschreven en getoond.

** • ·-· t *> * f

Claims (12)

1. Systeem voor transport over land van vaartuigen, omvattende een voertuig en een van het voertuig afzonderlijke bok, waarop een vaartuig te plaatsen is, waarbij het voertuig draagmiddelen omvat om de bok selectief te plaatsen op het voertuig of op een ondergrond.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de draagmid delen zijn gevormd door een V-vormig gestel van het voertuig, waarvan de benen elk aan een zijde langs de bok te rijden zijn.

3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de vrije 15 einden van het V-vormige gestel te verbinden zijn met een sluitstuk.

4. Systeem volgens conclusie 2 of 3, waarbij het voertuig een aanhanger omvat, en de aanhanger het V-vormig gestel omvat.

5. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het voertuig een instelbaar hoogtesysteem omvat om de hoogte van de draagmiddelen ten opzichte van de ondergrond in te stellen.

6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij de draagmid-25 delen dragers omvatten, welke in een lage hoogte van het voertuig op afstand onder de bok met het voertuig in een verrijdbare toestand zijn gelegen, en waarop de bok los van de ondergrond rust in een hogere hoogte van het voertuig.

7. Systeem volgens één van de voorgaande conclusies, 30 waarbij de bok een frame omvat met aanslagen voor aangrijping door de draagmiddelen, en met steunen voor een romp van het te transporteren vaartuig. - u ''w/ I ' «·

8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de steunen instelbaar zijn voor aanpassing van de bok aan diverse afmetingen en vormen van rompen van verschillende te transporteren vaartuigen.

9. Systeem volgens conclusie 7 of 8 en één van de conclusies 2-4, waarbij de bok een in opwaartse richting breder wordende vorm vertoont, waarvan de afmetingen aan de onderzijde overeenkomen met de afstand tussen de benen van de V-vorm van het gestel, en aan de bovenzijde ten minste ruwweg 10 overeenkomen met te transporteren vaartuigen.

10. Systeem volgens conclusie 9, verder omvattende ten minste één stut, waarmee de basis van de bok in een op de ondergrond geplaatste toestand te verbreden is.

11. Bok voor een systeem volgens een van de voorgaan-15 de conclusies.

12. Voertuig voor een systeem volgens één van de voorgaande conclusies 1-10.