NL1020266C2

NL1020266C2 - Inrichting en werkwijze voor het registreren van ritgegevens van een voertuig.

Info

Publication number: NL1020266C2
Application number: NL1020266A
Authority: NL
Inventors: Tom Marnix Alexander De Wilde; Jim Sven Anthony De Wilde
Original assignee: Bouwe Guustaaf Dirk De Wilde
Priority date: 2002-03-27
Filing date: 2002-03-27
Publication date: 2003-09-30
Also published as: GB0421348D0; GB2401978A; DE10392439B4; AU2003221175A1; DE10392439T5; WO2003081559A1; GB2401978B

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET REGISTREREN VAN RITGEGEVENS 5 VAN EEN VOERTUIG

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het registreren van ritgegevens van een voertuig, omvattende geheugenmiddelen voor het opslaan van de ritgegevens.

10

Een dergelijke inrichting, zoals een tachograaf welke verschillende gegevens betreffende de duur, lengte en het verloop van de snelheid van voertuigritten registreert, is bekend.

15

Ten minste één land, met name Nederland, hanteert de methodiek van de omgekeerde bewijslast bij het bekeuren van automobilisten voor bepaalde verkeersovertredingen. Vele verkeersovertredingen, zoals snelheidsovertredingen en het 20 door rood rijden, worden geregistreerd middels verkeersmeetapparatuur, zoals fotoradar, laser en inductielussen in het wegdek. Hierdoor hoeft de bestuurder niet ter plaatse te worden aangehouden, maar ontvangt de geregistreerde eigenaar van het voertuig, vaak vele weken of 25 maanden later, een mededeling betreffende een bekeuring of administratieve sanctie. De omgekeerde bewijslast heeft tot gevolg dat de bekeurende instantie niet hoeft aan te tonen dat de geregistreerde eigenaar de overtreding inderdaad heeft begaan. In het geval de geregistreerde eigenaar het oneens is 30 met de opgelegde sanctie dient hij zelf te bewijzen, of ten minste aannemelijk te maken, dat hij de vermeende overtreding niet heeft begaan, teneinde de opgelegde sanctie ongedaan te maken. Met de huidige stand van de techniek is het echter 1020266É 2 voor de eigenaar vrijwel onmogelijk om de daartoe benodigde bewijsmiddelen op een adequate wijze te verzamelen.

De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting voor het 5 registreren van ritgegevens van een voertuig die het mogelijk maakt het benodigde bewijsmateriaal op eenvoudige, efficiënte, goedkope en/of betrouwbare wijze te vast te leggen.

10 Daartoe omvatten de ritgegevens die in de geheugenmiddelen worden opgeslagen ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het voertuig op het meettijdstip en de snelheid van het voertuig op het meettijdstip, waarbij de inrichting voorts detectiemiddelen omvat voor de detectie van 15 externe verkeersmeetapparatuur, zoals radar-, laser- en/of inductiemeetapparatuur, en waarbij de inrichting zodanig is ingericht dat de ritgegevens die behoren bij een meettijdstip op en/of kort na het detectietijdstip van de detectie van de verkeersmeetapparatuur in de geheugenmiddelen worden 20 opgeslagen. Op deze wijze legt de eigenaar of bestuurder van de auto op efficiënte wijze bewijsmateriaal vast met betrekking tot de aanwezigheid en/of snelheid van het voertuig op locaties waar verkeersmeetapparatuur actief is, welke hij later kan gebruiken om te controleren of een 25 opgelegde sanctie wel of niet terecht is opgelegd.

Voor het bepalen van ten minste de geografische locatie van het voertuig op het meettijdstip omvat de inrichting bij voorkeur voorts een GPS (Global Positioning System) 30 positiebepalingsinrichting of een daarmee vergelijkbaar systeem. Middels het nauwkeurige GPS-systeem kan ook de snelheid van het voertuig bepaald worden als afgeleide van de positiebepaling van het voertuig. Teneinde het 1020266· 3 bewijsmateriaal te completeren omvatten de ritgegevens bij voorkeur voorts de rijrichting van het voertuig op het meettijdstip, die eveneens door middel van het GPS-systeem kan worden bepaald.

5

Bij voorkeur kunnen de detectiemiddelen tevens de spectrumkarakteristiek meten van de ontvangen signalen, en omvatten de ritgegevens deze spectrumkarakteristiek. Op deze wijze kan het signaal worden gekarakteriseerd en kan besloten 10 worden om vervolgens meetgegevens die deze karakteristiek vertonen niet meer vast te leggen, bijvoorbeeld omdat het signaal niet door verkeersmeetapparatuur wordt uitgezonden, maar afkomstig is van een andere bron.

15 Bij voorkeur kunnen de geheugenmiddelen vooraf bepaalde geografische locaties omvatten, waarbij de inrichting zodanig is ingericht dat de ritgegevens in de geheugenmiddelen worden opgeslagen indien het voertuig zich op een van de vooraf bepaalde locaties bevindt. Door middel van deze voorziening 20 is het mogelijk de ritgegevens onafhankelijk van de detectie van externe meetapparatuur vast te leggen op vooraf bekende locaties, zoals bij permanent opgestelde camera's langs de weg.

25 In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm omvat de inrichting radardetectiemiddelen, waarbij voorts middelen aanwezig zijn om de frequentie van een opgevangen radarsignaal te meten en vast te leggen. Hierdoor kan de gebruiker controleren of de frequentie van het gebruikte radarsignaal zich binnen de dor 30 de overheid vastgelegde grenzen bevindt.

Voorts kan de gebruiker bij voorkeur door bijvoorbeeld een knop in te drukken de ritgegevens op ieder gewenst moment 102026eg 4 vastleggen. Hierdoor kan hij bijvoorbeeld controleren of radardetectieapparatuur op de juiste frequentie werkt, en daarbij naar eigen inzicht meerdere metingen uitvoeren bij een radarsnelheidsmeetapparaat. Tevens kan de inrichting 5 hierdoor gebruikt worden als administratief ritregistratiesysteem, waarbij de inrichting bij voorkeur tevens is voorzien van invoermiddelen om benamingen van bestemmingen of andere relevante ritgegevens in te voeren. Door de ritgegevens aan het begin of aan het eind van iedere 10 rit vast te leggen, kunnen de gegevens van het ritregistratiesysteem bijvoorbeeld gebruikt worden ten behoeve van de belastingaangifte of voor de declaratie van autokosten.

15 De uitvinding heef tevens betrekking op een werkwijze voor het registreren van ritgegevens van een voertuig, waarbij de ritgegevens worden opgeslagen in geheugenmiddelen, welke ritgegevens ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het voertuig op het meettijdstip en de snelheid 20 van het voertuig op het meettijdstip omvatten, waarbij detectiemiddelen externe verkeersmeetapparatuur, zoals radar-, laser- en/of inductiemeetapparatuur detecteren, en waarbij de ritgegevens die behoren bij een meettijdstip op en/of kort na het detectietijdstip van de detectie van de 25 verkeersmeetapparatuur in de geheugenmiddelen worden opgeslagen.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het registreren van ritgegevens van een 30 voertuig, waarbij de ritgegevens worden opgeslagen in geheugenmiddelen, welke ritgegevens ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het voertuig op het meettijdstip en de snelheid van het voertuig op het 1020266É 5 meettijdstip omvatten, waarbij de geheugenmiddelen worden voorzien van vooraf bepaalde locaties, en waarbij de ritgegevens in de geheugenmiddelen worden opgeslagen indien het voertuig zich op een van de vooraf bepaalde locaties 5 bevindt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een in figuur 1 schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

10 In de figuur wordt een auto 1 schematisch in bovenaanzicht weergegeven terwijl deze over een weg rijdt. De auto 1 is voorzien van een centrale verwerkingseenheid 2, die is verbonden met een radardetector 3, een GPS-ontvanger 4, een geheugenmodule 5 en een snelheidsmeter 6.

15

Radardetectors en GPS-ontvangers zijn op zichzelf bekend, en de werking daarvan wordt hier dan ook als bekend verondersteld.

20 De geheugenmodule 5 omvat twee deelmodules, namelijk een eerste geheugenmodule 5a voor het opslaan van de ritgegevens, en een tweede geheugenmodule 5b waarin vooraf bepaalde locaties worden opgeslagen. De geheugenmodules kunnen elke conventionele schrijf-/leesgeheugenmodule omvatten, zoals 25 RAM, band-, diskette- of flashgeheugen. Ook kan het geheugen voor de opslag van ritgegevens de vorm hebben van een printer, die de gegevens direct op papier print.

Indien de auto 1 over de weg rijdt en een radar-30 snelheidscontroleapparaat 7 nadert, detecteert de radardetector 3 de door het apparaat 7 uitgezonden radargolven. De radardetector 3 zendt als gevolg daarvan een signaal naar de centrale verwerkingseenheid 2, welke in 5020266· 6 reactie daarop aan de GPS-ontvanger 4 de coördinaten van de momentane geografische positie van de auto 1 opvraagt.

Vrijwel tegelijkertijd leest de centrale verwerkingseenheid de snelheid van de auto 1 uit de snelheidsmeter 6. Als 5 alternatief, of als toegevoegd gegeven, kan de snelheid worden bepaald door de tijd te meten die ligt tussen twee posities van de auto die worden bepaald met de GPS-ontvanger 4. Tevens kan daarbij de rijrichting worden bepaald, waarbij het voldoende is om deze richting in vier of acht windstreken 10 in te delen.

Het moment van de registratie dient zodanig te worden gekozen dat deze overeenkomt met het moment van de ("officiële") meting door het snelheidscontroleapparaat 7. Derhalve dient 15 het juiste gemiddelde tijds- of afstandsverschil tussen de eerste detectie door de radardetector 3 en de snelheidsmeting te worden bepaald, en dient hiermee rekening te worden gehouden bij het programmeren van de centrale verwerkingseenheid. Ook kan het moment van de registratie 20 worden bepaald door analyse van de signaalsterkte van het ontvangen radarsignaal.

Voorts kunnen in de tweede geheugenmodule 5b vooraf de coördinaten van geografische posities worden ingevoerd waarop 25 de snelheid moet worden geregistreerd, onafhankelijk van de detectie door detector 3 van verkeersmeetapparatuur. Deze posities, die bijvoorbeeld de posities van vast opgestelde camera's vertegenwoordigen, kunnen bijvoorbeeld dagelijks draadloos worden ingevoerd in de geheugenmodule 5b, 30 bijvoorbeeld via het GSM-telefonienetwerk. De hiervoor benodigde apparatuur is niet in de figuur weergegeven. Tevens kunnen de ritgegevens bij vooraf bepaalde gebeurtenissen worden vastgelegd, zoals het starten of uitzetten van de 1020266É 7 motor, of bij een door een in veel auto's aanwezige versnellingsmeter waargenomen botsing.

De verzamelde gegevens worden samen met de datum en het 5 tijdstip van de registratie, die door een interne klok van de centrale verwerkingseenheid 2 wordt geleverd, opgeslagen in de eerste geheugenmodule 5a. Elke volgende registratie wordt naast de eerdere registraties opgeslagen. Indien de geheugenmodule 5a vol is, of indien de ritgegevens dienen te 10 worden geanalyseerd, kan de geheugenmodule 5a bijvoorbeeld worden aangesloten op een personal computer, teneinde de ritgegevens uit te lezen en bijvoorbeeld op papier te printen.

1020266·

Claims

1. Inrichting voor het registreren van ritgegevens van een voertuig (1), omvattende geheugenmiddelen (5) voor het 5 opslaan van de ritgegevens, welke ritgegevens ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het voertuig (1) op het meettijdstip en de snelheid van het voertuig (1) op het meettijdstip omvatten, waarbij de inrichting voorts detectiemiddelen (3) omvat voor de 10 detectie van externe verkeersmeetapparatuur (7), zoals radar-, laser- en/of inductiemeetapparatuur, en waarbij de inrichting zodanig is ingericht dat de ritgegevens die behoren bij een meettijdstip op en/of kort na het detectietijdstip van de detectie van de 15 verkeersmeetapparatuur (7) in de geheugenmiddelen (5) worden opgeslagen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de ritgegevens voorts de rijrichting van het voertuig (1) op het 20 meettijdstip omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de inrichting voorts een GPS-positiebepalingsinrichting (4) omvat voor het bepalen van ten minste de geografische 25 locatie van het voertuig (1) op het meettijdstip.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de geheugenmiddelen (5) vooraf bepaalde geografische locaties kunnen omvatten, waarbij de inrichting zodanig 30 is ingericht dat de ritgegevens in de geheugenmiddelen (5) worden opgeslagen indien het voertuig (1) zich op een van de vooraf bepaalde locaties bevindt. 1020266·

5. Inrichting voor het registreren van ritgegevens van een voertuig (1), omvattende geheugenmiddelen (5) voor het opslaan van de ritgegevens, welke ritgegevens ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het 5 voertuig (1) op het meettijdstip en de snelheid van het voertuig (1) op het meettijdstip omvatten, waarbij de geheugenmiddelen (5) vooraf bepaalde geografische locaties omvatten, en waarbij de inrichting zodanig is ingericht dat de ritgegevens in de geheugenmiddelen (5) 10 worden opgeslagen indien het voertuig (1) zich op een van de vooraf bepaalde locaties bevindt.

6. Werkwijze voor het registreren van ritgegevens van een voertuig (1), waarbij de ritgegevens worden opgeslagen in 15 geheugenmiddelen (5), welke ritgegevens ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het voertuig (1) op het meettijdstip en de snelheid van het voertuig (1) op het meettijdstip omvatten, waarbij detectiemiddelen (3) externe verkeersmeetapparatuur, 20 zoals radar-, laser- en/of inductiemeetapparatuur detecteren, en waarbij de ritgegevens die behoren bij een meettijdstip op en/of kort na het detectietijdstip van de detectie van de verkeersmeetapparatuur (3) in de geheugenmiddelen (5) worden opgeslagen. 25

7. Werkwijze voor het registreren van ritgegevens van een voertuig (1), waarbij de ritgegevens worden opgeslagen in geheugenmiddelen, welke ritgegevens ten minste een meettijdstip, de geografische locatie van het voertuig 30 (1) op het meettijdstip en de snelheid van het voertuig (1) op het meettijdstip omvatten, waarbij de geheugenmiddelen (5) worden voorzien van vooraf bepaalde locaties, en waarbij de ritgegevens in de 1020266· geheugenmiddelen (5) worden opgeslagen indien het voertuig (1) zich op een van de vooraf bepaalde locaties bevindt. 1020266*