NL1019805C2 - Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven. - Google Patents
Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1019805C2 NL1019805C2 NL1019805A NL1019805A NL1019805C2 NL 1019805 C2 NL1019805 C2 NL 1019805C2 NL 1019805 A NL1019805 A NL 1019805A NL 1019805 A NL1019805 A NL 1019805A NL 1019805 C2 NL1019805 C2 NL 1019805C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- heat
- microwaves
- casing
- microwave
- block
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J65/00—Lamps without any electrode inside the vessel; Lamps with at least one main electrode outside the vessel
- H01J65/04—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J23/00—Details of transit-time tubes of the types covered by group H01J25/00
- H01J23/005—Cooling methods or arrangements
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J61/00—Gas-discharge or vapour-discharge lamps
- H01J61/02—Details
- H01J61/52—Cooling arrangements; Heating arrangements; Means for circulating gas or vapour within the discharge space
- H01J61/523—Heating or cooling particular parts of the lamp
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J61/00—Gas-discharge or vapour-discharge lamps
- H01J61/02—Details
- H01J61/56—One or more circuit elements structurally associated with the lamp
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J65/00—Lamps without any electrode inside the vessel; Lamps with at least one main electrode outside the vessel
- H01J65/04—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels
- H01J65/042—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels by an external electromagnetic field
- H01J65/044—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels by an external electromagnetic field the field being produced by a separate microwave unit
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J65/00—Lamps without any electrode inside the vessel; Lamps with at least one main electrode outside the vessel
- H01J65/04—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels
- H01J65/042—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels by an external electromagnetic field
- H01J65/048—Lamps in which a gas filling is excited to luminesce by an external electromagnetic field or by external corpuscular radiation, e.g. for indicating plasma display panels by an external electromagnetic field the field being produced by using an excitation coil
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01J—ELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
- H01J2225/00—Transit-time tubes, e.g. Klystrons, travelling-wave tubes, magnetrons
- H01J2225/50—Magnetrons, i.e. tubes with a magnet system producing an H-field crossing the E-field
- H01J2225/52—Magnetrons, i.e. tubes with a magnet system producing an H-field crossing the E-field with an electron space having a shape that does not prevent any electron from moving completely around the cathode or guide electrode
- H01J2225/58—Magnetrons, i.e. tubes with a magnet system producing an H-field crossing the E-field with an electron space having a shape that does not prevent any electron from moving completely around the cathode or guide electrode having a number of resonators; having a composite resonator, e.g. a helix
- H01J2225/587—Multi-cavity magnetrons
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Plasma & Fusion (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Non-Portable Lighting Devices Or Systems Thereof (AREA)
- Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
- Constitution Of High-Frequency Heating (AREA)
Description
Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven Achtergrond van de uitvinding 5 1. Gebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven, en meer in het bijzonder op een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven en dat in staat is warmte uit te stralen die in een micro-10 golfgenerator buiten een omkasting is gegenereerd.
2. Beschrijving van de stand van de techniek
Een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven emitteert zichtbare 15 stralen of ultraviolette stralen door microgolven toe te voeren aan een lamp zonder elektroden, het heeft een langere levensduur en betere verlichtingsefficiëntie dan die van een gloeilamp of een fluorescentielamp.
Figuur 1 is een deelaanzicht in langsdoorsnede die een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de stand van de techniek.
20 Het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven is geconstrueerd met een voorste omkasting 1, een achterste omkasting 2, een golfgeleider 3 die in een magnetron 10 gegenereerde microgolven uitzendt, en een hoogspanningsgenerator 4 die wisselstroom verhoogt en deze aan de magnetron 10 toevoert.
Een reflecterende spiegel 6 die in een ballon 5 gegenereerd licht naar de voorkant 25 reflecteert is geïnstalleerd aan de buitenkant van de voorste omkasting 1.
De magnetron 10 die microgolven genereert is geïnstalleerd aan de zijwand van de golfgeleider 3. De ballon 5 die licht met omsloten materialen in een plasmatoestand door microgolven genereert is geïnstalleerd aan het bovenste deel van de golfgeleider 3, en een resonator 8 die het in de ballon 5 geëmitteerde licht doorgeeft terwijl de micro-30 golven worden afgesneden bedekt de voorzijde van de ballon 5 en zodanig is geassembleerd dat deze van de voorste omkasting 1 uitsteekt.
Een ballonmotor 7 is verbonden met de ballon 5 via een schacht 5a en roteert de ballon 5 om de ballon 5 af te koelen.
101 9805 2
Een ventilatorb'ehuizing 9a die een zuiggat 2a en een ontladingsgat 2b heeft is geplaatst in de achterste omkasting 2 om de magnetron 10 en de hoogspanningsgene-rator 4 enzovoorts af te koelen.
Een koelventilator 9b is binnen de ventilatorbehuizing 9a geïnstalleerd, en een 5 ventilatormotor 9c die de koelventilator 9b bedrijft is in de achterste omkasting 2 geïnstalleerd.
Een uitlaat la is gevormd aan de voorste omkasting 1 om lucht te ontladen die door het bedrijf van de koelventilator 9b is aangezogen na constructiedelen binnen de omkasting te hebben afgekoeld.
10 Figuur 2 is een doorsnede langs de lijn A-A van figuur 1. Deze illustreert een structuur van de magnetron van het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de stand van de techniek.
De magnetron 10 omvat een behuizing 19 waarvan elk constructiedeel microgolven genereert, een filterkast 20 die is verbonden met de hoogspanningsgenerator 4 die 15 in figuur 1 is getoond, die de verhoogde spanning toevoert en die een condensator 21 en een smoorspoel 23 heeft om een filterfunctie uit te voeren. Een uitlaatpijp 25 die is blootgelegd binnen de golfgeleider 3 die in figuur 1 is getoond en microgolven afgeeft is aan de voorkant van de behuizing 19 geplaatst.
Binnen de behuizing 19 bevinden zich een kathode-eenheid 15 die een draadvorm 20 heeft die een grote hoeveelheid warmte-elektronen emitteert door te zijn verwarmd met het vermogen dat via de filterkast 20 is toegevoerd, een anode-eenheid 11 die microgolven genereert door de elektronen van de kathode-eenheid 15 tussen een vin 13 en een riem 14 in een aangevraagde frequentiebandbreedte te bewegen overeenkomstig bepaalde regels wanneer een vaste hoeveelheid anodespanning en anodestromen wor-25 den toegevoerd aan een anodelichaam 12 dat een cilindervorm heeft, een antenne 16 die de microgolven uitzendt die in de bedrijfsruimte van de anode-eenheid 11 en de kathode-eenheid 15 binnen de in figuur 1 getoonde golfgeleider 1 zijn gegenereerd, en permanente magneten 17a respectievelijk 17b die aan het bovenste deel respectievelijk het onderste deel van het anodelichaam 12 van de anode-eenheid 11 zijn geïnstalleerd 30 en een vergrendelschakeling vormen.
In het bijzonder is binnen de omhuizing 19 een koelpen 18 geïnstalleerd aan de omtrek van het anodelichaam 12 van de anode-eenheid 11, deze heeft een golfstructuur en vormt een luchtkoelende structuur binnen de omhuizing 19 door geassembleerd te 101 SoÜ:, 3 zijn als een veelheid lagen die uniform zijn aangebracht aan de omtrek van het anodeli-chaam 12.
Het bedrijf van het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de stand van de techniek zal worden beschreven.
5 Zoals in figuur 1 is afgebeeld verhoogt, wanneer een bedrijfssignaal wordt inge voerd in de hoogspanningsgenerator 4, de hoogspanningsgenerator 4 het wisselstroom-vermogen en levert dit aan de magnetron 10.
De magnetron 10 genereert microgolven die een zeer hoge frequentie hebben doordat ze zijn geoscilleerd door de hoogspanning die vanuit de hoogspanningsgene- 10 rator 4 is geleverd, de gegenereerde microgolven worden binnen de resonator 8 via de golfgeleider 3 geëmitteerd, ze exciteren de materialen die zich in de ballon 5 bevinden en genereren licht dat een inherent emitteringsspectrum heeft
En het in de ballon 5 gegenereerde licht wordt collectief via de reflecterende spiegel 6 naar de voorkant gereflecteerd en verlicht een ruimte.
15 Ondertussen, in het proces voor het genereren van de verlichting door de micro golven, wordt de een hoge temperatuur hebbende warmte gegenereerd aan de binnenzijde van de anode-eenheid 11 van de magnetron 10, de warmte wordt naar de behuizing 19 overgedragen via de koelpen 18, en het deel van de warmte wordt binnen de omkastingen 1,2 uitgestraald.
20 Hierin roteert de koelventilator 9b overeenkomstig het bedrijf van de ventilator- motor 9c, lucht wordt van buiten door het zuiggat 2a van de achterste omkasting 2 gezogen, de gezogen lucht koelt de magnetron 10 en de omkastingen 1, 2, en de lucht die de magnetron 10 koelt wordt naar buiten ontladen via de uitlaat la van de voorste omkasting 1.
25 In het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de stand van de techniek treden echter, omdat de ventilatormotor 9c en de koelventilator 9b zijn geïnstalleerd om de magnetron 10 af te koelen, de geluidsproblemen tijdens het bedrijf van de ventilatormotor 9c en de koelventilator 9b op, derhalve is het ongeschikt voor ruimten die een rustige verlichting vereisen, zoals een kantoor en huis en- 30 zovoorts.
Verder, wanneer het verlichtingspaparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de stand van de techniek buiten is geïnstalleerd, kunnen verontreinigingen, zoals insecten en stof via het zuiggat 2a en de uitlaat la in de omkastingen 1, 2 4 terecht komen, de binnendelen van het apparaat kunnen met het stof en de dode lichamen van insecten worden bedekt, en in dat geval kunnen de verontreinigingen elektrische schakelingen of bedrijfselementen beïnvloeden, en er kunnen derhalve mechanische problemen optreden.
5 Verder is, in het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven over eenkomstig de stand van de techniek, omdat de koelventilator 18 binnen de magnetron 10 is geplaatst en de ventilatorbehuizing 9a, de koelventilator 9b en de ventilatormotor 9c aan de achterkant van de omkastingen 1, 2 zijn geplaatst, de structuur van het ver-lichtingssysteem ingewikkeld, het volume van het verlichtingssysteem neemt toe, en 10 neemt derhalve veel ruimte in beslag.
Samenvatting van de uitvinding
Om de hierboven vermelde problemen op te lossen is het een doelstelling van de 15 onderhavige uitvinding om een verlichtingsapparaat te verschaffen dat gebruik maakt van microgolven en dat gebruikt kan worden in omstandigheden die weinig lawaai vereisen door het optreden van lawaai te reduceren doordat een verlichtingsapparaat wordt geconstrueerd om zo in een magnetron gegenereerde warmte uit te stralen doordat een warmtepijp die een goed warmtegeleidingsvermogen heeft wordt verbonden tussen de 20 magnetron en een omkasting enzovoorts, zonder gebruik te maken van een ventilator en een motor.
Verder is het een andere doelstelling van de uitvinding om een verlichtingsapparaat te verschaffen dat gebruik maakt van microgolven en dat de betrouwbaarheid van een verlichtingsapparaat kan verhogen door een omkasting zodanig hermetisch af te 25 sluiten, dat wordt verhinderd dat verontreinigingen zoals insecten en stof hierdoor heen kunnen dringen, door een verlichtingsapparaat te construeren dat warmte buiten de omkasting kan uitstralen door middel van een warmteoverdrachtswerkwijze.
Om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken omvat een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvinding een 30 microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven genereert, een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat, een ballon die binnen een resonator is geplaatst in 1 q ft n &_ 5 en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden, een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd en warmte uitzendt die is gegenereerd gedurende het microgolfgenereringsproces, warm-teoverdrachtsmiddelen die zijn verbonden tussen het geleidingsblok en een omkasting 5 en warmte van het geleidingsblok naar de omkasting overdragen, en uitstraalmiddelen die zijn geïnstalleerd aan het einde van de warmteoverdrachtsmiddelen om de vanuit het geleidingsblok uitgezonden warmte buiten de omkasting uit te stralen.
Verder, om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken, omvat een verlich-tingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uit-10 vinding een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven genereert, een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat, een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de 15 microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden, een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd wanneer de warmte die gedurende het microgolfgenereringsproces is gegenereerd wordt overgedragen, een warmtepijp die is geïnstalleerd tussen het geleidingsblok en de buitenkant van de omkasting om de warmte over te dragen door latente warmte van werkfluïdum te gebruiken, en uitstraalmiddelen 20 die zijn geïnstalleerd aan het einde van de warmtepijp en de overgedragen warmte via de warmtepijp naar de buitenkant van de omkasting uitstralen.
Verder, om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken, omvat een verlich-tingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvinding een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgol-25 ven genereert, een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, eert resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat, een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden, een geleidingsblok dat dicht 30 aan de microgolfgenerator is bevestigd wanneer de warmte wordt uitgezonden die is gegenereerd gedurende het microgolfgenereringsproces, een warmtepijp die is geïnstalleerd tussen het geleidingsblok en het binnenste van de omkasting om de warmte over te dragen door latente warmte van werkfluïdum te gebruiken, en een metalen ele- 'i! ; .· Ο ί ' r: 6 ment dat zodanig is geconstrueerd dat dit een hoog warmtegeleidingsvermogen heeft in tenminste één deel om warmte uit te stralen die via de verwarmingspijp is overgedragen.
Verder, om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken, omvat een verlich-5 tingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvinding een microgolfgenerator die is geïnstalleerd binnen een omkasting en microgolven genereert, een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat, 10 een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden, een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd wanneer de warmte die gedurende het micro-golfgenereringsproces is gegenereerd wordt overgedragen, een warmtegeleidingsstaaf die aan het geleidingsblok en het binnenvlak van de omkas-15 ting is geïnstalleerd om warmte van het geleidingsblok naar het binnenvlak van de omkasting over te dragen, en een metalen element dat zodanig is geconstrueerd dat dit hoog warmtegeleidingsvermogen heeft in tenminste één deel om warmte die via de warmtepijp is overgedragen uit te stralen.
Bovendien omvat, om de bovengenoemde doelstellingen te bereiken, een ver-20 lichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvinding een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven genereert, een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat, een ballon die binnen een resonator is 25 geplaatst en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden, een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd om de warmte te ontvangen die gedurende het microgolfgenereringsproces is gegenereerd en met het binnenvlak van de omkasting is verbonden om de warmte naar het binnenvlak van de omkasting over te dragen, en een omkasting die is geconstrueerd 30 met een metalen element dat een hoog warmtegeleidingsvermogen heeft in tenminste één deel om warmte die door het geleidingsblok is overgedragen naar buiten uit te stralen.
Een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de i> ; : 7 onderhavige uitvinding kan het optreden van lawaai tijdens gebruik verhinderen zonder een koelventilator en motor enzovoorts te gebruiken, en kan worden gebruikt op rustige plaatsen zoals een kantoor, een huis enzovoorts.
Verder kan een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven over-5 eenkomstig de onderhavige uitvinding mechanische problemen als gevolg van vuilheid en verontreinigingen reduceren door een omkasting hermetisch af te dichten, en derhalve kan de betrouwbaarheid van het verlichtingssysteem worden verhoogd.
Bovendien kan een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de uitvinding een eenvoudige structuur en een kleiner volume hebben, 10 en derhalve kan het in een kleine ruimte worden geïnstalleerd.
Korte beschrijving van de tekeningen
Figuur 1 is een deelaanzicht in langsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illu-15 streert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de stand van de techniek.
Figuur 2 is een deelaanzicht langs de lijn A-A van figuur 1, dat een interne structuur van een magnetron illustreert.
Figuur 3 is een deelaanzicht in langsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een eerste uitvoeringsvorm 20 van de onderhavige uitvinding.
Figuur 4 is een deelaanzicht langs de lijn B-B van figuur 3.
Figuur 5 is een deelaanzicht langs de lijn C-C van figuur 4.
Figuur 6 is een gedemonteerd perspectivisch aanzicht dat een magnetronkoelap-paraat illustreert overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvin-25 ding.
Figuur 7 is een deelaanzicht dat een warmtepijp illustreert die in de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt gebruikt.
Figuur 8 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm 30 van de onderhavige uitvinding.
Figuur 9 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
1019805 8
Figuur 10 is een deelaanzicht langs de lijn D-D van figuur 9.
Figuur 11 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
5 Figuur 12 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een vijfde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 13 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een zesde uitvoerings- 10 vorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 14 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een zevende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
15 Gedetailleerde beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm
Hieronder wordt een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding beschreven met verwijzing naar begeleidende tekeningen.
20 Figuren 3-7 illustreren een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgol ven overeenkomstig een eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, figuur 3 is een deelaanzicht in langsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, figuur 4 is een deelaanzicht langs de lijn B-B van figuur 3, figuur 5 25 is een deelaanzicht langs de lijn C-C van figuur 4, figuur 6 is een gedemonteerd perspectivisch aanzicht dat een magnetronkoelapparaat illustreert overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, en figuur 7 is een deelaanzicht dat een warmtepijp illustreert die in de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt gebruikt.
30 Het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvinding zal worden beschreven met verwijzing naar begeleidende figuren 3 en 4. Een magnetron 110, een golfgeleider 130, een ballon 132, een resonator 135 zijn geïnstalleerd in een omkastingssamenstel 100 dat is geassembleerd met een voorste f· v 1 : o u 3 9 omkasting 101 en een achterste omkasting 105, en een reflecterende spiegel 137 die vanuit de ballon 132 uitgestraald licht naar voren reflecteert is geïnstalleerd vóór de voorste omkasting 101.
Een gat 102 is gevormd in het midden van de voorste omkasting 101 waarin de 5 reflecterende spiegel 137 wordt geassembleerd, en een cilindervormige golfgeleider 130 die microgolven vanuit de magnetron 110 in de resonator 135 uitzendt is door het gat 102 geïnstalleerd.
De magnetron 110 die microgolven genereert is aan het zijoppervlak van de golfgeleider 130 geïnstalleerd.
10 Een hoogspanningsgenerator 139 die netwisselstroomvermogen verhoogt en dit toevoert aan de magnetron 110 is geïnstalleerd aan de tegenoverliggende zijde van de magnetron 110 die rond de golfgeleider 130 is gecentreerd en is n de voorste omkasting 101 geassembleerd.
Aan de binnenkant van de reflecterende spiegel 137 die vóór de voorste omkas-15 ting 101 is geplaatst, bedekt de resonator 135 het einde 131 van de golfgeleider 130 om microgolven af te snijden en om vanuit de ballon 132 geëmitteerd licht door te laten, en de ballon 132 is binnen de resonator 135 geplaatst om licht te genereren waarbij ingesloten materialen naar een plasmatoestand worden omgezet door microgolven die door de golfgeleider 130 zijn uitgezonden.
20 De ballon 132 is verbonden met een ballonmotor 141, aan het binnenoppervlak van het omkastingssamenstel 100, die in het onderste deel van de golfgeleider 130 via een schacht 143 is geassembleerd, en dienovereenkomstig wordt een positie van de ballon 132 ondersteund, de warmte die is gegenereerd door geroteerd te worden door de ballonmotor 141 wordt tijdens emissie afgekoeld en plasma dat in de ballon 132 is 25 gegenereerd kan regelmatig worden gemengd.
De reflecterende spiegel 138 wordt geïnstalleerd in de uitlaat 131 van de golfgeleider 130 om het vanuit de ballon 132 gegenereerde licht te reflecteren en om de microgolven die via de golfgeleider 130 zijn uitgezonden door te laten.
Zoals is afgebeeld in figuur 4 omvat de magnetron 110 een behuizing 119, waar-30 van elk constructiedeel microgolven genereert, en beide zij oppervlakken van de behuizing 119 zijn geopend.
Een filterkast 120 die met de hoogspanningsgenerator 139 is verbonden is geplaatst aan het achterdeel van de behuizing 119 om een verhoogde spanning toe te voe- ‘i v.> i 10 ren en om een filterfunctie uit te voeren. Een uitgangspijp 125 is geïnstalleerd aan de voorkant van de behuizing 119 om zo bloot te liggen binnen de golfgeleider 130 om microgolven af te geven.
Binnen de behuizing 119 is een kathode-eenheid 115 die een gloeidraadvorm 5 heeft geïnstalleerd om een grote hoeveelheid warmte-elektronen uit te stralen doordat deze verwarmd wordt door vermogen dat via de filterkast 120 is toegevoerd, een ano-de-eenheid 111 is geïnstalleerd om microgolven te genereren door de elektronen van de kathode-eenheid 115 die in een aanvraagfrequentiebandbreedte binnen een vin 113 en een riem 114 overeenkomstig bepaalde regels bewegen wanneer een vaste hoeveelheid 10 anodespanning en anodestroom worden toegevoerd aan het anodelichaam 112 dat de cilindervorm heeft, een antenne 116 is geïnstalleerd om de microgolven die zijn gegenereerd in de bedrijfsruimte van de anode-eenheid 111 en de kathode-eenheid 115 in de golfgeleider 130 te zenden, en permanente magneten 117 respectievelijk 118 zijn geïnstalleerd aan het bovenste deel en het onderste deel van het anodelichaam 112 van de 15 anode-eenheid 111 om een verticaal magnetisch veld te vormen.
Hierin wordt, in de magnetron 110, de meeste energie die in de ruimte tussen de anode-eenheid 111 en de kathode-eenheid 115 is gegenereerd omgezet in microgolven, maar een deel van de energie wordt omgezet in warmte, de omgezette warmte wordt naar de vin 113 geleid en buiten het afgedichte anodelichaam 112 uitgestraald. Op 20 overeenkomstige wijze is een koelapparaat 150 geïnstalleerd aan de omtrek van het anodelichaam 112 in de richting van de buitenkant van het omkastingssamenstel 100 om zo de warmte-efïïciëntie te reduceren waardoor het prestatievermogen van de magnetron 110 wordt verlaagd.
Met verwijzing naar de begeleidende figuren 5-7 omvat de koelinrichting 150 een 25 geleidingsblok 151 dat is gecombineerd met de omtrek van het anodelichaam 112 en waaraan warmte vanuit het anodelichaam 112 wordt toegevoerd, een warmtepijp 160 die is geïnstalleerd aan het geleidingsblok 151 naar de buitenkant van het omkastingssamenstel 100 en die warmte van het geleidingsblok 151 naar de buitenzijde van het omkastingssamenstel overdraagt via een gas- en fhiïdumtoestandsoverdrachtsproces, en 30 stralingspennen 170, die aan de omtrek van de warmtepijpen 160 zijn geïnstalleerd en warmte afstralen die via de warmtepijp 160 is overgedragen.
Zoals afgebeeld in de figuren 5 en 6 is het geleidingsblok 151 geconstrueerd met een bloklichaam 152 dat is verbonden met de warmtepijp 160 en is vastgemaakt aan het 1018805 11 buitenoppervlak van het anodelichaam 112 en een blokkap 156 die is vastgemaakt aan het andere buitenoppervlak van het anodelichaam 112 en is gecombineerd met het bloklichaam 152. Het bloklichaam 152 en de blokkap 156 zijn geassembleerd met schroeven 159 en zijn bevestigd aan de buitenomtrek van het anodelichaam 112.
5 Een groefdeel 153 dat een U-vorm heeft is gevormd in het midden van het blokli chaam 152 om zo ingestoken en bevestigd te worden aan de buitenomtrek van het anodelichaam 112, en lange gaten 154 zijn gevormd aan de beide binnenoppervlakken om zo in het voorste eindgedeelte 161 van de warmtepijpen 160 gestoken te worden.
Het verdient de voorkeur om een veelheid gaten 154 te vormen om een veelheid 10 warmtepijpen 160 te installeren, en een veelheid schroefgaten 155 zijn gevormd aan de beide zijvlakken van de blokkap 156 zodat hier een veelheid schroeven 159 in bevestigd kunnen worden.
In de blokkap 156 is een insteekdeel 157 dat een boogvormig contactoppervlak heeft zodanig gevormd, dat dit in het groefdeel 153 van het bloklichaam 152 gestoken 15 kan worden en bevestigd kan worden aan de buitenomtrek van het anodelichaam 112, en een flensdeel 158 is aan de beide zijden van het insteekdeel 157 gevormd om zo gecombineerd te worden met het bloklichaam 152 door middel van de schroeven 159.
Hierin worden de contactoppervlakken tussen het anodelichaam 112 en het gelei-dingsblok 151 bekleed met een thermisch vet en dicht vastgemaakt om zo de warmte-20 overdracht efficiënt uit te voeren, en gesmolten lood wordt geïnjecteerd in de gaten 154 van het bloklichaam 152, en de warmtepijpen 160 die in het gat 156 of de gaten 154 van het bloklichaam 152 zijn gestoken en de warmtepijpen 160 die in de gaten 154 zijn gestoken worden gecombineerd door middel van lijm dat een sterke warmtebestendig-heid heeft.
25 Zoals afgebeeld in figuur 7 dragen de warmtepijpen 160 warmte over door latente warmte van werkfluïdum te gebruiken, en een of een veelheid warmtepijpen 160 kan tussen het geleidingsblok 151 en de stralingspennen 170 worden geïnstalleerd.
De warmtepijp 160 is geconstrueerd met een afgedichte container 165 die een lange pijpvorm heeft en is verbonden tussen het geleidingsblok 151 en de stralingspen 30 170, een kousje 167 is binnen de afgedichte container 165 geplaatst en heeft een hol middendeel 168 als een overdrachtsdoorgang van fluïdum en gas en het werkfluïdum die zich in de afgedichte container 165 bevinden en warmte overdragen door in een gastoestand of fluïdumtoestand overgebracht te zijn.
1 0 1 Q: : J c; 12
Zoals hierboven beschreven heeft de warmtepijp 160 een zeer hoog warmteover-drachtsvermogen vergeleken met een algemeen warmteoverdrachtsapparaat dat gebruik maakt van éénfase-werkfluïdum, de afgedichte container 165 is geconstrueerd met een metalen element dat een hoog warmtegeleidingsvermogen heeft zoals koper enzo-5 voorts, en kan verscheidene vormen hebben zoals een cilindervorm of een doosvorm enzovoorts.
Het kousje 167 moet verder een hoog doorlaatvermogen hebben om een grote warmteoverdrachtsfactor te hebben zonder beïnvloed te worden door de zwaartekracht, het kan een fijne schermvorm hebben of een groefVoim die een gegroefde binnenwand 10 heeft.
Verder wordt water van een hoge zuiverheidsgraad gebruikt als het werkfluïdum, en de afgedichte container wordt gevuld met het water bij een druk die lager is dan de atmosferische druk.
Wanneer de overeenkomstig het bedrijf van de magnetron 110 gegenereerde 15 warmte op het voorste einddeel 161 van de warmtepijp 160 via het anodelichaam 112 en het geleidingsblok 151 inwerkt, verdampt het werkfluïdum binnen de afgedichte omkasting 165 in de lagere druktoestand gemakkelijk, en de druk stijgt, en als gevolg van het drukverschil wordt damp overgedragen naar het einddeel 162 van de warmte-pijp, namelijk de afgedichte container 165 die aan de zijde van de stralingspen 170 is 20 geplaatst.
De damp die in de afgedichte container 165 aan de stralingspenzijde 170 is overgedragen wordt door de relatief koude buitentemperatuur gecondenseerd en langs het kousje 167 naar het geleidingsblok 151 overgedragen.
Derhalve kan de warmtepijp 160 onmiddellijk de in de magnetron 110 gegene-25 reerde warmte naar de buitenkant van het omkastingssamenstel 100 uitstralen door het hierboven vermelde proces herhaaldelijk uit te voeren.
Ondertussen wordt, zoals afgebeeld in figuur 5, een gat 106 gevormd in het omkastingssamenstel 100, om zo de warmtepijp 160 te passeren, en een afdichtingsele-ment 107 zoals een warmtebestendig rubber of silicone enzovoorts wordt geïnjecteerd 30 tussen het gat 106 en de warmtepijp 160 om het binnenste van de omkasting af te dichten.
De stralingspen 170 is geconstrueerd met een metalen plaat die het warmteover-drachtsgebied uitbreidt doordat deze is aangebracht als een veelheid lagen aan de bui- w:, 13 tenkant van het omkastingssamenstel 100, een gat 171 is gevormd aan de stralingspen 170, en de warmtepijp 160 is in het gat 171 gestoken en hiermee gecombineerd.
Zoals afgebeeld in figuur 3, in het verlichtingsapparaat dat microgolven gebruikt overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, genereert, 5 wanneer de hoogspanningsgenerator 139 het wisselstroomvermogen verhoogt en de verhoogde spanning aan de magnetron 110 levert, de magnetron 110 microgolven die een zeer hoge frequentie hebben en geeft deze af binnen de golfgeleider 130.
De afgegeven microgolven worden uitgestraald in de resonator 135 via de golfgeleider 130, doet de omsloten materialen binnen de ballon 132 oscilleren, genereert 10 licht dat een inherent emitterend spectrum heeft, het gegenereerde licht wordt via de reflecterende spiegel 138, 137 naar de voorkant geëmitteerd, derhalve verlicht het geëmitteerde licht een ruimte.
Ondertussen, zoals afgebeeld in figuur 4, wordt het licht dat tijdens het micro-golf-genereringsproces van de magnetron 110 is gegenereerd, overgedragen naar het 15 geleidingsblok 151 via de vin 113 en het anodelichaam 112 die onderdeel zijn van de anode-eenheid 111, wordt overgedragen naar de buitenzijde van het omkastingssamenstel 100 via de warmtepijp 160 die is gecombineerd met het geleidingsblok 151, en wordt via de stralingspen 170 naar buiten uitgestraald.
Zoals hierboven beschreven is het, in de eerste uitvoeringsvorm van de onderha-20 vige uitvinding, omdat de in de magnetron 110 gegenereerde warmte wordt afgekoeld door de warmtepijp 160 die de hoge warmte-overdrachtskarakteristieken heeft, mogelijk om lawaai dat tijdens bedrijf van de ventilator uit de stand van de techniek optrad te reduceren, terwijl een toereikend afkoelvermogen wordt behouden, en omdat het omkastingssamenstel 100 is afgedicht, is het mogelijk om doordringing door verontreini-25 gingen zoals insecten enzovoorts te verhinderen en derhalve kan de betrouwbaarheid van het verlichtingsapparaat worden verbeterd.
Omdat bovendien een ventilatorbehuizing, een koelventilator en een ventilator-motor die in de stand van de techniek worden gebruikt niet zijn geïnstalleerd, kan de installatieruimte worden gereduceerd, en omdat een luchtstroomdoorgang niet vereist 30 is, kan een structuur van een verlichtingsapparaat worden vereenvoudigd en kan de totale grootte van een verlichtingssysteem worden gereduceerd.
Figuur 8 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat microgolven gebruikt overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm van de 101930a 14 onderhavige uitvinding.
In tegenstelling tot het verlichtingsapparaat overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, dat warmte in de atmosfeer uitstraalt door een stralingspen aan de buitenkant van het omkastingssamenstel te hebben, straalt een 5 verlichtingsapparaat dat gebruikt maakt van microgolven overeenkomstig een tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding warmte die in een magnetron 210 is gegenereerd uit door een omkastingssamenstel 200 te gebruiken.
In meer detail omvat, hetzelfde als het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, 10 het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding de magnetron 210 aan het zijvlak van de golfgeleider 230 en de hogedrukgenerator 239 op de tegenoverliggende positie van de magnetron 210.
Het geleidingsblok 251 is geassembleerd aan de omtrek van het anodelichaam 15 212 van de magnetron 210, en de warmtepijp 260 is verbonden met het geleidingsblok 251 aan het binnenste van het behuizingssamenstel 200.
In het bijzonder, in tegenstelling tot het verlichtingsapparaat overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, is een warmteoverdrachtsblok 270 geïnstalleerd aan het einde van de warmtepijp 260, het warmteoverdrachtsblok 270 20 is bevestigd aan en geassembleerd aan de binnenwand van het omkastingssamenstel 200, en de warmte die via de warmtepijp 260 is overgedragen wordt naar buiten gestraald via het omkastingssamenstel 200.
In het warmteoverdrachtsblok 270 is een gat 271 zodanig gevormd dat het einddeel van de warmtepijp 260 hierin gestoken kan worden, een dikte ti van het gatvormi-25 ge deel is relatief dikker dan een dikte t2 van een ander deel dat aan het omkastingssamenstel 200 is bevestigd om warmte over te dragen.
Het omkastingssamenstel 200 is geconstrueerd met een metalen element dat een goed warmtegeleidingsvermogen heeft, en om de warmteoverdrachtsefïiciëntie te verbeteren verdient het de voorkeur om de warmtepijp 260 aan het warmteoverdrachtsblok 30 270 te lassen/bevestigen, en om het warmteoverdrachtsblok 270 aan de warmtepijp 260 te lassen/bevestigen met lood/thermisch hechten, enzovoorts.
In het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt de in de magnetron 10 1 O',. ... ^ 15 210 gegenereerde warmte via het geleidingsblok 251 en de warmtepijp 260 naar het warmteoverdrachtsblok 270 overgedragen en wordt via het omkastingssamenstel 200 uitgestraald, en dienovereenkomstig wordt de magnetron 210 gekoeld.
Het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de 5 tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het optreden van lawaai minimaliseren en het doordringen van verontreinigingen, waardoor vuilheid en problemen worden veroorzaakt, verhinderen.
In het bijzonder, net als het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, kan, 10 door de stralingsmiddelen zoals de stralingspen aan de buitenkant van het omkastingssamenstel niet bloot te leggen, maar deze zodanig te construeren dat de warmte door het omkastingssamenstel 200 heen straalt, het verlichtingsapparaat overeenkomstig de tweede uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding het externe optreden van een verlichtingsapparaat verbeteren, het apparaat miniaturiseren en de structuur van het 15 apparaat vereenvoudigen.
Figuur 9 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, figuur 10 is een deelaanzicht langs de lijn D-D van figuur 9, waarbij delen die hetzelfde zijn als de delen van het verlichtingsapparaat dat 20 gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding zullen worden ingekort.
Een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft een structuur die het omkastingssamenstel 300 als een stralingsplaat gebruikt, het middendeel 363 van een 25 warmtepijp 360 die vanuit een geleidingsblok 351 met de binnenkant van het omkastingssamenstel 300 is verbonden is gebogen, een einddeel 362 van de warmtepijp 360 is zodanig geplaatst dat dit parallel is aan de binnenkant van het omkastingssamenstel 300, en een warmteoverdrachtsbeugel 370 voor warmteoverdracht is geïnstalleerd tussen het einddeel 362 van de warmtepijp 360 en de binnenkant van het omkastingssa-30 menstel 300.
De warmteoverdrachtsbeugel 370 is gemaakt van een metalen plaat die een zekere dikte en een goed warmtegeleidingsvermogen heeft, en een groefdeel 371, dat hetzelfde is als het buitenoppervlak van de warmtepijp 360, is gevormd aan het oppervlak 1Ul 1 .
16 waarin de warmtepijp 360 is bevestigd om het contactgebied met de warmtepijp 360 te vergroten, zoals afgebeeld in figuur 10.
In figuur 9 is een niet beschreven verwijzingscijfer 330 een golfgeleider, en een niet beschreven verwijzingscijfer 339 is een hoogspanningsgenerator.
5 Net als in het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeen komstig de eerste uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt in het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding de in de magnetron 210 gegenereerde warmte overgedragen naar het warmteoverdrachtsblok 270 via het geleidingsblok 251 en de 10 warmtepijp 260 en wordt via het omkastingssamenstel 200 uitgestraald, en dienovereenkomstig wordt de magnetron 210 gekoeld.
Ondertussen, met verwijzing naar de begeleidende figuur 9, kan de warmte die is overgedragen via de warmtepijp 360 naar buiten worden gestraald via het omkastingssamenstel 300 door de warmteoverdrachtsbeugel 370 te verwijderen, waardoor een 15 groefdeel aan de binnenkant van het omkastingssamenstel 300 wordt gevormd om zo bevestigd te worden aan het einddeel 362 van de warmtepijp 360 en het einddeel 362 van de warmtepijp 360 te bevestigen aan het groefdeel van het omkastingssamenstel 300.
Figuur 11 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat 20 illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Beschrijving van delen die hetzelfde zijn als de delen van het verlichtingsapparaat die gebruik maken van microgolven zullen worden ingekort.
In het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig 25 de eerste uitvoeringsvorm ~ de derde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt een warmtepijp gebruikt als een uitrusting die warmte overdraagt van een magnetron naar de binnenkant en de buitenkant van een omkastingssamenstel. Echter, in het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de vierde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, wordt warmte overgedragen en uitge-30 straald via een warmtegeleidingsstaaf 460 die is gemaakt van een metalen element dat een hoog warmtegeleidingsvermogen heeft in plaats van de warmtepijp.
In meer detail is een veelheid warmtegeleidingsstaven 460 verbonden vanuit een geleidingsblok 451 dat is bevestigd aan de omtrek van een anodelichaam 412 van een 1019805 17 magnetron 410 binnen het omkastingssamenstel 400, en een warmtegeleidingsblok 470 dat is bevestigd aan de binnenkant van het omkastingssamenstel 400 is geïnstalleerd aan het einde van de warmtegeleidingsstaaf 460.
Omdat het warmtegeleidingsvermogen van de warmtegeleidingsstaaf 460 lager 5 kan zijn dan het warmtegeleidingsvermogen van de warmtepijp, verdient het hier de voorkeur om een veelheid warmtegeleidingsstaven te gebruiken die groter is dan het aantal warmtepijpen, en het verdient de voorkeur om de warmtegeleidingsstaaf 460 via beide zijden van de magnetron 410 te verbinden om in de magnetron 410 gegenereerde warmte via het omkastingssamenstel 400 uit te stralen, zoals afgebeeld in figuur 11.
10 In figuur 11 is een niet uiteengezet verwijzingscijfer 430 een golfgeleider, en een niet uiteengezet verwijzingscijfer 430 is een hoogspanningsgenerator.
Ondertussen is er geen begeleidende tekening, maar warmte die in de magnetron 410 is gegenereerd kan worden uitgestraald door het einddeel 462 van de warmtegelei-dingsstaaf 460 buiten het omkastingssamenstel 400 bloot te leggen, net als bij de eerste 15 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 12 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een vijfde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, en een beschrijving van delen die hetzelfde zijn als de delen van de eerste uitvoeringsvorm zullen worden verkort.
20 In het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de vierde uitvoeringsvorm, wordt warmte die in de magnetron is gegenereerd uitge-traald door de warmtegeleidingsstaaf te installeren tussen het geleidingsblok en de om-kasting, en in het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de vijfde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekt een gelei-25 dingsblok 550 zich uit naar het binnenvlak van het omkastingssamenstel 500 om zo warmte direct naar de omkasting over te dragen.
In meer detail is het geleidingsblok 550 geconstrueerd met een cilindergelei-dingsdeel 550 dat is bevestigd aan de omtrek van een anodelichaam 512 van een magnetron 510 en waaraan warmte wordt toegevoerd die door het genereren van microgol-30 ven is ontstaan, een veelheid verbindingsgeleidingsdelen 552 die langs de zijknat van het cilindergeleidingsdeel 551 is verbonden met het omkastingssamenstel 500 en een verbreed geleidingsdeel 553 dat verbreed is gevormd aan het einde van het verbin-dingsgeleidingsdeel 552, om zo een groter contactgebied met het binnenoppervlak van 18 het omkastingssamenstel 500 te hebben.
Het verdient de voorkeur om het cilindergeleidingsdeel 551, het verbindingsge-leidingsdeel 552 en het uitgestrekte geleidingsdeel 553 van het geleidingsblok 550 als één lichaam uit te voeren.
5 In figuur 12 is een niet beschreven verwijzingscijfer 530 een golfgeleider, en een niet beschreven verwijzingscijfer 539 is een hoogspanningsgenerator.
Figuur 13 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat illustreert dat microgolven gebruikt overeenkomstig een zesde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, en een beschrijving van delen die hetzelfde zijn als de delen 10 van de eerste uitvoeringsvorm zullen worden ingekort.
In het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de eerste ~ de vijfde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding wordt de hoogspanningsgenerator binnen het omkastingssamenstel geïnstalleerd, en in het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de zesde uitvoe-15 ringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt een hoogspanningsgenerator 639 buiten eeii omkastingssamenstel 600 geïnstalleerd.
In meer detail kan, wanneer de hoogspanningsgenerator 639 een spanning van netwisselstroom verhoogt en deze aan de magnetron 610 toevoert, warmte worden gegenereerd, in dit geval door de hoogspanningsgenerator 639 buiten het omkastingssa-20 menstel 600 te installeren, en de temperatuurstijging binnen het omkastingssamenstel 600 kan worden verhinderd.
In figuur 13 is een niet beschreven verwijzingscijfer 650 een koeleenheid die de magnetron 610 afkoelt.
Figuur 14 is een deelaanzicht in dwarsdoorsnede dat een verlichtingsapparaat 25 illustreert dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig een zesde uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
In het verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de zevende uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt, door een wand 701 binnen een omkastingssamenstel 700 te installeren, een ruimte Sj waarin een magne-30 tron 710 en een golfgeleider 730 zijn geïnstalleerd gescheiden van een ruimte S2 waarin een hoogspanningsgenerator 739 is geïnstalleerd, en door luchtgaten 702, 703 in de ruimte S2 te vormen, kan buitenlucht de ruimte S2 passeren waarin de hoogspanningsgenerator 739 is geïnstalleerd, en dienovereenkomstig kan warmte die in de hoogspan- 1 n1ορπκ 19 ningsgenerator 739 is gegenereerd worden afgekoeld.
In figuur 14 is een niet beschreven verwijzingscijfer 50 een koeleenheid die de magnetron 750 afkoelt
Zoals hierboven beschreven is er, omdat een verlichtingsapparaat dat gebruik 5 maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvindihg warmte die een magnetron is gegenereerd kan uitstralen door warmte-overdrachtsmiddelen zoals een warmtepijp of een warmtegeleidingsstaaf enzovoorts met het buitenvlak of binnenvlak van een magnetron en een omkasting te verbinden, geen noodzaak om een koelventila-tor en een koelmotor enzovoorts te gebruiken, derhalve kan het optreden van lawaai 10 worden verhinderd en het apparaat kan op efficiënte wijze worden gebruikt op plaatsen waar rustige verlichtingsomstandigheden vereist zijn.
Verder is het, in een verlichtingsapparaat dat microgolven gébruikt overeenkomstig de onderhavige uitvinding, omdat een omkasting is afgedicht, mogelijk om doordringing van verontreinigingen zoals insecten enzovoorts te verhinderen, en de be-15 trouwbaarheid van een verlichtingssysteem kan worden verhoogd door vuilheid en problemen te reduceren die het gevolg zijn van de verontreinigingen.
Bovendien kan, in een verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven overeenkomstig de onderhavige uitvinding, omdat warmte die in een magnetron wordt gegenereerd buiten een omkasting wordt uitgestraald via een warmtepijp of waimtege-20 leidingsstaaf, een structuur van een verlichtingssysteem worden vereenvoudigd en de grootte van het verlichtingssysteem kan worden gereduceerd, derhalve kan dit efficiënt worden ingestalleerd in een kleine ruimte.
f fï 1 f i O ; fc V 5 £,j \J V.’ ,· 'f
Claims (27)
1. Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven, omvattende: een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven gene-. 5 reert; een golfgeleider die de door de microgolfgenerator gegenereerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat; een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de 10 microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden; een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd en waaraan warmte wordt overgedragen die is gegenereerd gedurende het microgolfgenereringsproces; warmteoverdrachtsmiddelen die zijn verbonden tussen het geleidingsblok en de omkasting om warmte van het geleidingsblok naar de omkasting over te dragen; en 15 uitstraalmiddelen die zijn geïnstalleerd aan het einde van de warmteoverdrachtsmidde-len om de van het geleidingsblok uitgezonden warmte buiten de omkasting uit te stralen.
2. Apparaat volgens conclusie 1, verder omvattende een hoogspanningsgenerator die buiten de omkasting is geïnstalleerd, die een spanning van netwisselstroom ver- 20 hoogt en deze toevoert aan de microgolfgenerator.
3. Apparaat volgens conclusie 1, verder omvattende een hoogspanningsgenerator die binnen de omkasting is geïnstalleerd en door middel van een septum is gescheiden van de ruimte waarin de microgolfgenerator is geïnstalleerd om een spanning van netwisselstroom te verhogen en deze aan de microgolfgenerator toe te voeren.
4. Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven, omvattend: een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven genereert; een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven 30 afsnijdt en licht doorlaat; een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden; een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd en waaraan warmte ' ' . ' ü . · . . wordt overgedragen die is gegenereerd gedurende het microgolfgenereringsproces; een warmtepijp die is verbonden tussen het geleidingsblok en de buitenkant van de om-kasting om de warmte over te dragen door gebruik te maken van latente warmte van werkfluïdum; en 5 stralingsmiddelen die zijn geïnstalleerd aan het einde van de warmtepijp en de via de warmtepijp overgedragen warmte buiten de omkasting uitstralen. S. Apparaat volgens conclusie 4, waarbij een gat is gevormd in de omkasting om zo de warmtepijp door te laten, en een afdichtelement is geïnstalleerd tussen het gat en de warmtepijp om het binnendeel van de omkasting af te dichten.
6. Apparaat volgens conclusie 4, waarbij de microgolfgenerator een magnetron is die microgolven genereert wanneer vermogen van buitenaf wordt toegevoerd terwijl elektronen die in een kathode-eenheid zijn gegenereerd binnen eeii zekere frequentie-bandbreedte bewegen overeenkomstig bepaalde regels binnen een anode-eenheid die een cilindervormig anodelichaam heeft, 15 en het geleidingsblok is bevestigd aan het anodelichaam om zo de warmte die tijdens het microgolfgenereringsproces is gegenereerd van het anodelichaam overgedragen te krijgen.
7. Apparaat volgens conclusie 6, waarbij thermisch vet is aangebracht op contactoppervlakken van het anodelichaam en het geleidingsblok en ze dicht aan elkaar 20 zijn bevestigd om de warmteoverdracht efficiënt uit te voeren.
8. Apparaat volgens conclusie 6, waarbij het geleidingsblok is geconstrueerd met twee blokken die respectievelijk een groefdeel aan elk corresponderend oppervlak hebben, en de twee blokken aan beide zijden van het anodelichaam zijn geassembleerd.
9. Apparaat volgens conclusie 8, waarbij het geleidingsblok is geconstrueerd met 25 een bloklichaam dat aan een omtrek van de zijkant van het anodelichaam is bevestigd, en een blokkap die aan een omtrek van de andere zijkant van het anodelichaam is bevestigd en met schroeven aan het bloklichaam is geïnstalleerd.
10. Apparaat volgens conclusie 9, waarbij het bloklichaam een "U"-vormig groefdeel heeft dat in de omtrek van het anodelichaam gestoken moet worden en hier- 30 aan bevestigd moet worden, en de blokkap in het groefdeel van het bloklichaam is gestoken en een insteekdeel heeft dat aan de omtrek van het anodelichaam is bevestigd.
11. Apparaat volgens conclusie 10, waarbij de blokkap een flensdeel heeft aan beide zijden van het insteekdeel om door middel van schroeven aan het bloklichaam vastgemaakt te worden.
12. Apparaat volgens conclusie 9, waarbij een lang gat is gevormd aan het blokli-chaam om zo in de warmtepijp gestoken te worden en hiermee gecombineerd te worden.
13. Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven, omvattend: een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven genereert; een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven 10 afsnijdt en licht doorlaat; een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden; een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd en waaraan warmte wordt overgedragen die is gegenereerd gedurende het microgolfgenereringsproces; en IS een warmtepijp die tussen het geleidingsblok en het binnenste van de omkasting is geïnstalleerd om de warmte over te dragen door gebruik te maken van latente warmte van werkfluïdum, waarbij de omkasting is gemaakt van een metaalelement dat een hoog warmtegelei-dingsvermogen heeft in tenminste één deel om de overgedragen warmte door de 20 warmtepijp naar buiten uit te stralen.
14. Apparaat volgens conclusie 13, waarbij de microgolfgenerator een magnetron is die microgolven genereert wanneer vermogen van buitenaf wordt toegevoerd terwijl elektronen die in een kathode-eenheid zijn gegenereerd binnen een zekere frequentie-bandbreedte bewegen overeenkomstig bepaalde regels binnen een anode-eenheid die 25 een cilindervormig anodelichaam heeft, en het geleidingsblok is bevestigd aan het anodelichaam om zo de gedurende het mi-crogolfgenerereringsproces gegenereerde warmte uit het anodelichaam uitgestraald te krijgen.
15. Apparaat volgens conclusie 13, waarbij een warmteoverdrachtselement dat 30 van een metalen plaat is gemaakt en een zekere dikte heeft is geïnstalleerd tussen het einde van de warmtepijp en het binnenste van de omkasting om zo de overgedragen warmte via de warmtepijp naar de omkastingszijde over te dragen.
16. Apparaat volgens conclusie 15, waarbij een gat is gevormd in het warmte- 101 9805_^___ overdrachtselement zodat het einde van de warmtepijp hierin gestoken kan worden, en een dikte van het gatvormige deel relatief dikker is dan een dikte van een ander deel dat aan de omkasting is bevestigd en de warmte overdraagt.
17. Apparaat volgens conclusie 13, waarbij het middendeel van de warmtepijp is 5 gebogen, en het einddeel van de warmtepijp zodanig is geplaatst dat dit parallel is aan het binnenste van de omkasting.
18. Apparaat volgens conclusie 17, waarbij de omkasting een groefdeel heeft dat gevormd is aan het oppervlak dat is bevestigd aan de warmtepijp om zo een vorm te hebben die hetzelfde is als het buitenste van de warmtepijp.
19. Apparaat volgens conclusie 17, waarbij een warmteoverdrachtsbeugel die is gemaakt van een metalen plaat die een zekere breedte heeft is geïnstalleerd tussen het einde van de warmtepijp en het binnenste van de omkasting om de overgedragen warmte via de warmtepijp over een groot gebied naar de omkasting over te dragen.
20. Apparaat volgens conclusie 19, waarbij de warmteoverdrachtsbeugel een 15 groefdeel heeft dat een vorm heeft die dezelfde is als de buitenkant van de warmtepijp aan het oppervlak dat contact maakt met de warmtepijp om het gebied dat contact maakt met de warmtepijp te vergroten.
21. Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven, omvattende: een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven gene-20 reert; een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat; een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de 25 microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden; een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd en waaraan warmte wordt overgedragen die is gegenereerd gedurende het microgolfgenereringsproces; een warmtegeleidingsstaaf die vanaf het geleidingsblok met het binnenste van de omkasting is verbonden om de warmte van het geleidingsblok naar de binnenkant van de 30 omkasting over te dragen; en waarbij de omkasting is gemaakt van een metalen element dat een hoog warmtegelei-dingsvermogen heeft in tenminste één deel om zo overgedragen warmte via de warmtepijp naar buiten over te dragen. I’ !V >· :·. ; . '
22. Apparaat volgens conclusie 21, waarbij de microgolfgenerator een magnetron is die microgolven genereert wanneer vermogen van buitenaf wordt toegevoerd terwijl elektronen die in een kathode-eenheid zijn gegenereerd overeenkomstig bepaalde regels binnen een zekere frequentiebandbreedte binnen een anode-eenheid bewegen die een 5 cilindervormig anodelichaam heeft, en het geleidingsblok is bevestigd aan het anodelichaam om zo de warmte die gedurende het microgolfgenereringsproces is gegenereerd vanuit het anodelichaam overgedragen te krijgen.
23. Apparaat volgens conclusie 21, waarbij een warmteoverdrachtselement dat is 10 gemaakt van een metalen plaat die een zekere dikte heeft is geïnstalleerd tussen het einde van de warmteoverdrachtsstaaf en het binnenste van de omkasting om de overgedragen warmte via de warmteoverdrachtsstaaf over een groot gebied naar de omkasting over te dragen.
24. Apparaat volgens conclusie 23, waarbij een gat is gevormd in het warmte- j 15 overdrachtselement zodat het einde van de warmteoverdrachtsstaaf hierin gestoken kan I worden, en een dikte van het gatvormige deel relatief dikker is dan een dikte van een j ander deel dat aan de omkasting is bevestigd en de warmte overdraagt. j
25. Apparaat volgens conclusie 21, waarbij het middendeel van de warmteoverdrachtsstaaf is gebogen, en het einddeel van de warmteoverdrachtsstaaf zodanig is ge- 20 plaatst dat deze parallel is aan het binnenste van de omkasting.
26. Apparaat volgens conclusie 21, waarbij een veelheid van de warmteover-drachtsstaven zijn verbonden tussen de beide zijden van de microgolfgenerator en de beide binnenvlakken van de omkasting.
27. Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van mirogolven, omvattende: 25 een microgolfgenerator die binnen een omkasting is geïnstalleerd en microgolven genereert; een golfgeleider die de door de microgolfgenerator geoscilleerde microgolven uitzendt, een resonator die een uitlaat van de golfgeleider bedekt, de lekkage van de microgolven afsnijdt en licht doorlaat; 30 een ballon die binnen een resonator is geplaatst en licht genereert door middel van de microgolven die via de golfgeleider worden uitgezonden; een geleidingsblok dat dicht aan de microgolfgenerator is bevestigd zodat hieraan warmte wordt overgedragen die is gegenereerd gedurende het microgolfgenererings- TO15805 proces en met het binnenvlak van de omkasting is verbonden om de warmte naar het binnenvlak van de omkasting over te dragen; waarbij deze omkasting is gemaakt van een metalen element dat een hoog warmtege-leidingsvermogen heeft in tenminste één deel om zo de overgedragen warmte via het 5 geleidingsblok naar buiten uit te stralen.
28. Apparaat volgens conclusie 27, waarbij het geleidingsblok is geconstrueerd als één lichaam met een cilindergeleidingsdeel dat is bevestigd aan de omtrek van de microgolfgenerator, tenminste een verbindingsgeleidingsdeel dat langs de zijkant van het cilindergeleidingsdeel met de omkasting is verbonden, en een verbreed geleidings-10 deel dat verbreed is gevormd aan het einde van het verbindingsgeleidingsdeel om zo een groter gebied te hebben dat in contact is met het binnenste van de omkasting. ************** 1019805
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
KR20010005113 | 2001-02-02 | ||
KR10-2001-0005113A KR100396772B1 (ko) | 2001-02-02 | 2001-02-02 | 마이크로파를 이용한 조명기구 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1019805A1 NL1019805A1 (nl) | 2002-08-05 |
NL1019805C2 true NL1019805C2 (nl) | 2006-03-09 |
Family
ID=36219320
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1019805A NL1019805C2 (nl) | 2001-02-02 | 2002-01-21 | Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6680576B2 (nl) |
JP (1) | JP2002270029A (nl) |
KR (1) | KR100396772B1 (nl) |
CN (1) | CN1242654C (nl) |
IT (1) | ITMI20020124A1 (nl) |
NL (1) | NL1019805C2 (nl) |
Families Citing this family (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
KR100442397B1 (ko) * | 2002-01-17 | 2004-07-30 | 엘지전자 주식회사 | 무전극 조명기기의 점등 촉진구조 |
EP1335408B1 (en) * | 2002-01-25 | 2007-11-07 | Lg Electronics Inc. | Electrodeless lighting system |
KR100451230B1 (ko) * | 2002-02-08 | 2004-10-02 | 엘지전자 주식회사 | 마그네트론의 냉각장치 및 이를 구비한 무전극 조명 장치 |
KR100446970B1 (ko) * | 2002-02-22 | 2004-09-01 | 주식회사 엘지이아이 | 무전극 조명 기기의 외기 차단 장치 |
KR20030082757A (ko) * | 2002-04-18 | 2003-10-23 | 엘지전자 주식회사 | 마그네트론 냉각장치 |
KR100531804B1 (ko) * | 2002-12-17 | 2005-12-02 | 엘지전자 주식회사 | 무전극 조명 시스템 |
US6872929B2 (en) * | 2003-04-17 | 2005-03-29 | The Regents Of The University Of Michigan | Low-noise, crossed-field devices such as a microwave magnetron, microwave oven utilizing same and method of converting a noisy magnetron to a low-noise magnetron |
KR100608882B1 (ko) * | 2004-06-30 | 2006-08-08 | 엘지전자 주식회사 | 무전극 조명기기의 도파관 시스템 |
KR100585701B1 (ko) * | 2004-09-25 | 2006-06-07 | 엘지전자 주식회사 | 무전극 조명기기의 공진기 |
US20090071630A1 (en) * | 2007-09-17 | 2009-03-19 | Raytheon Company | Cooling System for High Power Vacuum Tubes |
US8179046B2 (en) * | 2008-05-20 | 2012-05-15 | Nordson Corporation | Ultraviolet lamp system with cooling air filter |
KR101079777B1 (ko) | 2009-11-12 | 2011-11-04 | 아이스파이프 주식회사 | 엘이디 조명장치, 백라이트 유닛 및 디스플레이장치 |
CN103189978B (zh) | 2010-07-16 | 2015-12-09 | 恩布莱申有限公司 | 用于热接口连接的设备和方法 |
EP2469974B1 (en) * | 2010-12-21 | 2017-01-25 | Whirlpool Corporation | Methods of controlling cooling in a microwave heating apparatus and apparatus thereof |
CN103650104B (zh) * | 2011-06-15 | 2016-11-23 | 卢马蒂克斯股份有限公司 | 无极灯 |
AU2012320273A1 (en) * | 2011-10-07 | 2014-03-20 | Ceravision Limited | Microwave driven electrodeless lamp comprising magnetron without forced convective cooling |
CN104520969B (zh) * | 2012-07-09 | 2016-10-19 | 东芝北斗电子株式会社 | 等离子体发光装置及其所使用的电磁波产生器 |
ITFI20130154A1 (it) * | 2013-06-28 | 2014-12-29 | Raoul Cangemi | Stufa illuminante a microonde a recupero energetico |
CN111261476A (zh) * | 2018-11-30 | 2020-06-09 | 曾东荣 | 用于微波磁控管的散热装置 |
CN114439957B (zh) * | 2020-11-06 | 2024-04-09 | 新奥科技发展有限公司 | 插板阀、具有该插板阀的微波传输装置和微波加热系统 |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS56126250A (en) * | 1980-03-10 | 1981-10-03 | Mitsubishi Electric Corp | Light source device of micro wave discharge |
JPS62272453A (ja) * | 1986-05-20 | 1987-11-26 | Mitsubishi Electric Corp | マイクロ波放電光源装置 |
JPH02186533A (ja) * | 1989-01-13 | 1990-07-20 | Hitachi Ltd | マグネトロン |
US5866990A (en) * | 1996-01-26 | 1999-02-02 | Fusion Lighting, Inc. | Microwave lamp with multi-purpose rotary motor |
US6049170A (en) * | 1996-11-01 | 2000-04-11 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | High frequency discharge energy supply means and high frequency electrodeless discharge lamp device |
JPH10321039A (ja) * | 1997-05-15 | 1998-12-04 | Matsushita Electron Corp | マイクロ波放電ランプ装置 |
KR100275969B1 (ko) * | 1998-08-11 | 2001-01-15 | 구자홍 | 열적 안정화 구조의 냉각핀을 가지는 마그네트론 |
EP1192639A1 (en) * | 1999-05-12 | 2002-04-03 | Fusion Lighting, Inc. | High brightness microwave lamp |
US6509697B2 (en) * | 2001-01-30 | 2003-01-21 | Fusion Uv Systems, Inc. | Compact microwave-powered lamp, inkjet printer using this lamp, and ultraviolet light curing using this lamp |
-
2001
- 2001-02-02 KR KR10-2001-0005113A patent/KR100396772B1/ko not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-01-10 CN CNB021009678A patent/CN1242654C/zh not_active Expired - Fee Related
- 2002-01-21 NL NL1019805A patent/NL1019805C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2002-01-25 IT IT2002MI000124A patent/ITMI20020124A1/it unknown
- 2002-01-31 US US10/059,317 patent/US6680576B2/en not_active Expired - Fee Related
- 2002-02-01 JP JP2002025219A patent/JP2002270029A/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ITMI20020124A1 (it) | 2003-07-25 |
NL1019805A1 (nl) | 2002-08-05 |
ITMI20020124A0 (it) | 2002-01-25 |
CN1368837A (zh) | 2002-09-11 |
US20020105276A1 (en) | 2002-08-08 |
JP2002270029A (ja) | 2002-09-20 |
KR20020064550A (ko) | 2002-08-09 |
KR100396772B1 (ko) | 2003-09-03 |
US6680576B2 (en) | 2004-01-20 |
CN1242654C (zh) | 2006-02-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1019805C2 (nl) | Verlichtingsapparaat dat gebruik maakt van microgolven. | |
US5841244A (en) | RF coil/heat pipe for solid state light driver | |
CN1767144B (zh) | 无电极照明系统 | |
US20070285924A1 (en) | Integral ballast lamp thermal management method and apparatus | |
JP2004505429A (ja) | 誘電体導波管を有するプラズマランプ及びその発光方法 | |
CN100459024C (zh) | 等离子体照明系统的冷却设备 | |
KR100451359B1 (ko) | 마이크로 웨이브를 이용한 조명기기 | |
JP3174296B2 (ja) | マイクロ波無電極放電ランプ装置 | |
CN112582251A (zh) | 射频无极准分子固化灯 | |
KR100451231B1 (ko) | 마그네트론의 냉각장치 및 이를 구비한 무전극 조명 장치 | |
KR100414126B1 (ko) | 무전극 조명 시스템의 냉각 장치 | |
KR100747474B1 (ko) | 무전극 조명기기의 냉각 장치 | |
KR100414125B1 (ko) | 무전극 조명 시스템의 냉각 장치 | |
KR100739191B1 (ko) | 무전극 조명기기 | |
KR100856779B1 (ko) | 마이크로파를 이용한 조명기기 및 그의 공진기 | |
KR100451230B1 (ko) | 마그네트론의 냉각장치 및 이를 구비한 무전극 조명 장치 | |
KR100430012B1 (ko) | 무전극 램프의 열변형 방지장치 | |
KR100903977B1 (ko) | 무전극 조명기기 | |
KR100739161B1 (ko) | 전구 편심형 무전극 조명기기 | |
JP3906517B2 (ja) | 無電極放電灯点灯装置 | |
KR100724381B1 (ko) | 무전극 조명기기의 마그네트론 냉각 장치 | |
KR20070117387A (ko) | 마이크로파를 이용한 조명기기 및 그의 공진기 | |
JPH06203807A (ja) | 無電極放電灯およびその点灯回路ならびにこれを用いた照明装置 | |
KR20030042762A (ko) | 무전극 조명기기의 램프 방열구조 | |
CN1503315A (zh) | 微波照明装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20051108 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20120801 |