NL1019025C2 - Klem, samenstelling van een klem en meerdere vellen en werkwijze voor het bevestigen van een klem. - Google Patents

Description

i

Klem, samenstelling van een klem en meerdere vellen en werkwijze voor het bevestigen van een klem.

De uitvinding heeft betrekking op een klem welke, 5 middels een in een nagenoeg vlakke plaat voorziene snede, kan worden gemonteerd op tenminste een, van een enkelvoudige hoekzetting voorzien, vel papier of kunststof of vergelijkbaar materiaal, of een aantal in genoemde hoekzetting geneste vellen, waardoor deze vellen met elkaar 10 verbonden worden. Hierbij is de handeling van het monteren of samenbinden eenvoudig en zijn geen gereedschappen of andere hulpmiddelen noodzakelijk. Na montage maakt de hierdoor ontstane verbinding het mogelijk te bladeren door de samengebonden pakket vellen, zonder dat dit pakket vellen 15 uit elkaar gaat. De klem is eenvoudig weer te verwijderen, waarna aan de samengebonden vellen hooguit de genoemde hoekzetting (of een ezelsoor) met een enkelvoudige zetrand als beschadiging is opgetreden en aan de klem nauwelijks tot geen beschadiging, waardoor tenminste de klem herbruikbaar 20 is en het samengebonden pakket herschikt kan worden. Voorts kunnen de kenmerken van de klem onderdeel uitmaken van de samenstelling van een map of iets dergelijks waarvan de vellen uitwisselbaar zijn. Voorts maakt de constructie van de klem en alle hierop getoonde varianten een vlakke 25 produktiemethode mogelijk, bijvoorbeeld stansen.

Uit de octrooiliteratuur is een klem bekend (US,1926,1.589.600) welke vergelijkbare voordelen biedt, echter waarbij de constructie tamelijk gevoelig is voor breuk door de veelvoud aan losse lippen. Met name de 30 constructie van de klikranden of lippen, welke voor de verklemming zorgen aan de achterzijde van het samengebonden pakket (in de tekeningen, fig I, lip 14 en 15), vergt tijdens de montage een grote vervorming van het dragermateriaal waardoor dit telkens op vermoeiing wordt 2 belast, zodat deze klem minder geschikt is voor herhaaldelijk gebruik. Bovendien bestaat de montagehandeling uit tenminste drie stappen, waarbij de laatste stap is dat de genoemde losse lippen (14 en 15) onafhankelijk van elkaar 5 om cq. achter het samen te binden pakket dienen te worden geslagen waardoor het aantal handelingen feitelijk op vier komt en waarbij met name het omslaan van de twee lippen een tamelijk grote handigheid vereist. Bovendien is de hier bedoelde klem in grote mate gebonden aan de gepresenteerde 10 uitwendige vorm welke in grote mate wordt bepaald door de vorm van de snede waaruit de klikranden ontstaan waardoor vormgebonden reklameuitingen niet of slechts beperkt mogelijk zijn.

Uit de octrooiliteratuur is voorts een papierklem 15 bekend (FR2658450-A1) welke vergelijkbare voordelen biedt op het gebied van montage, verkleuming en herbruikbaarheid als de voorliggende vinding. Deze vinding echter maakt het nodig een dubbele zetting aan te brengen in het te monteren vel waardoor een extra beschadiging aan dit vel optreedt.

20 Bovendien is deze klem, vanwege de dubbele zetting en daarmee de beperkte nestbaarheid van meerdere vellen, slechts geschikt voor een zeer klein aantal samen te binden vellen. Voorts kan de klem eenvoudig van de samengestelde pakket vallen doordat er geen verklemming plaatsvindt in de 25 gemonteerde positie. Voorts vereist deze vinding het aanbrengen van een tweetal sneden in de drager waardoor een soort brug ontstaat welke, om de montage handeling eenvoudig te laten zijn, iets verzonken moet liggen ten opzichte van de rest van de drager zodat een ruimte ontstaat waar 30 doorheen de hoek van een vel kan worden gestoken. Dit brengt met zich mee dat de klem minder vormvrijheid kent en de produktiemethode dient te zijn afgestemd op het voorzien van de verzonken brug.

3

Voorts zijn enige octrooien teruggevonden welke vergelijkbare funkties vervullen als de voorliggende vinding, maar welke vervaardigd zijn uit staaldraad. (GB381095,jp410035168A,DL121067) Het nadeel hiervan is dat 5 deze geen vormdragende uiting kunnen hebben. Bovendien, indien meerdere klemmen bij elkaar bewaard worden, zullen zij in elkaar grijpen en is het voor de gebruiker minder handig om ze te pakken.

Tevens zijn de voorgestelde werkwijzen voor aanbrengen 10 minder handig, zijn omslachtiger en vereisen meer precisie. Met de voorliggende uitvinding wordt beoogd een herbruikbare klem te verkrijgen welke een sterktetechnische verbetering combineert met de mogelijkheid te kunnen bladeren door een pakket samengebonden vellen, alsmede volledige vormvrijheid 15 te creeren voor bijvoorbeeld reklameuitingen alsmede diverse vormvarianten mogelijk te maken van diverse soorten mappen. Een verder voordeel dat wordt geboden is de produktievriendelijkheid doordat het klemdeel uit een vlakke plaat kan bestaan welke tenminste is voorzien van een snede. 20 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt door het aanbrengen van een snede in een min of meer vlak element, de drager, waarbij genoemde snede geheel binnen de buitenste contour van de drager valt en de buitenste contour van de drager hierdoor niet onderbroken wordt. Hierdoor heeft de de 25 drager in zijn basisuitvoering een optimale sterkte en kan de buitenste controur vrij worden uitgevoerd. Een en ander zal in de volgende figuren worden toegelicht.

Figuur I toont bovenaanzicht van een typische hoekomzetting van een rechthoekig vel.

30 Figuur II toont de drager met een voorbeeld van een hierin aangebrachte snede in bovenaanzicht. De typische hoekomzetting aan een rechthoekig vel wordt als aangegeven in figuur I, gekenmerkt door de zetrand (1) en twee ribben (2,3) welke onder een hoek van 90graden ten opzichte van 4 elkaar staan. Bij voorkeur is de omzetting symetrisch uitgevoerd, zodat de ribben (2,3) een elk een hoek van nagenoeg 45graden maken met de zetrand (1).

In figuur II is de drager (d) met een buitenste contour 5 (4) weergegeven welke voorzien is van een snede (s), welke gekenmerkt wordt door drie buitenste grenslijnen (6,7,8) welke de snede insluiten en min of meer een driehoek vormen. De snede (s) raakt aan deze grenslijnen op tenminste twee punten (12,13) aan de uiterste grenslijn (7) en op tenminste 10 een punt (10) langs de grenslijn (8) en tenminste een punt (11) langs grenslijn (9). De snedelijn (14) welke onstaat tussen de punten (12) en (13) vormt een lip (L) welke binnen de grenslijnen (7,8 en 9) valt.

In figuur III is de drager (d) nogmaals weergegeven, 15 met enkele kenmerkende afmetingen, te weten de totale breedte (16), de liphoogte (17) en de totale snedehoogte (18). Tevens is de buitenste contour (6) van de drager weergegeven welke op elk punt een minimale afstand van de snede (s) heeft, zodanig dat de drager voldoende sterkte 20 heeft, hetwelk bepaald wordt door de materiaaleigenschappen van de drager.

In figuur IV is een bovenaanzicht van de drager (d) en een vel (v) getoond met een typische hoekomzetting (o) in gemonteerde toestand.

25 In figuur V is een doorsnede getoond van figuur IV, waarin is te zien dat de lip (L) zich onder de omzetting (o) bevindt en de snedelijn (19) welke de verbinding vormt van de punten (10) en (11) van de snede (s), zich aan de binnenzijde van de omzetting (o) bevindt. De positionering 30 van de klem wordt gewaarborgd doordat de omzetting (o), zowel in de langsrichting van de zetrand (1) wordt ingesloten doordat de snede (s) op de punten (10 en 11) aanligt op de ribben (2 en 3) en loodrecht hierop, in de richting van pijl (22), wordt ingesloten eveneens middels de 5 punten (10 en 11) aan de ribben (2 en 3) en in de tegen overgestelde richting van pijl (21) door het aanliggen van de punten (12 en 13) aan de zetrand (1). Tevens is de omzetting aan de bovenzijde verklemd doordat de 5 snedecontourlijn tussen de aanlegpunten (10 en 13) en (11 en 12) over de zetlijn (1) lopen. De aanlegpunten mogen echter tot aan het einde van de zetranden worden opgeschoven zodat deze paarsgewijs samenvallen (10 met 13) en (11 met 12) waarbij de genoemde overlapping met de zetlijn (1) 10 verdwijnt. De buitenste grenslijn (7) van de snede (s) loopt, volgens figuur (IV) hierbij min of meer parallel aan de zetrand (1) van de omzetting (o). De buitenste contourlijnen (resp. 8 en 9) van de snede (s) vallen buiten de ribben (resp. 2 en 3). De verklemming in deze positie 15 wordt gewaarborgd doordat de lip (L) aan de achterzijde van de omzetting (o) is gedwongen en hier een overlapping (20) van de lip (L) en de achterzijde van het vel (v) onstaat. Hierbij wordt de zetrand van de omzetting enigszins op spanning gebracht waardoor de zetrand (1) licht verbuigt in 20 de richting van pijl (23) . Hierbij dient opgemerkt te worden dat de grootte van overlapping (20) van de lip (L) over de zetrand (1) afhankelijk is van de totale afmetingen van snede en omzetting en de stijfheid en sterkte van het dragermateriaal, zodanig dat de klemkracht voldoende groot 25 is om losgaan van de verbinding te vermijden en niet te groot mag zijn, om voldoende flexibiliteit te waarborgen welke nodig is voor het in positie dwingen, hetwelk hierna nader zal worden uiteengezet.

In figuur VI is de werkwijze getoond voor de eerste 30 stap van het monteren van de klem op een vel (v) voorzien van de genoemde omzetting (o). Te zien is hoe de drager (d) over de omzetting (o) van het vel (v) wordt geschoven in de richting van de pijl (24). Hierin is de snede, louter als voorbeeld dienend, getoond in zijn meest eenvoudige vorm te 6 weten een boogsnede en waarvan later meerdere varianten zullen worden gepresenteerd. De drager is voorzien van voldoende oppervlakte (k) om beetgepakt te worden, zijnde minimaal circa 1 cm2 voor handmatig gebruik, bij voorkeur 5 gelegen aan de, ten opzichte van de grenslijn (7), overzijde van de lip (L).

In figuur VII is de werkwijze getoond voor de tweede stap van het monteren van de klem. Hier is te zien dat de drager (d) is aangeschoven totdat de uiterste raakpunten (10 10 en 11) van de snede (s) aanliggen tegen de ribben (2 en 3) van de omzetting (o). Vervolgens wordt de drager (d) verbogen met een kracht als aangegeven met pijl (25) waardoor de lip (L) om en onder de zetrand (1) van de omzetting (o) wordt gedwongen.

15 Figuur VIII tot en met X tonen enige varianten van de snede vorm en de effecten dat dit heeft op de verschij ningsvorm.

Figuur VIII toont de meest eenvoudige variant waarbij de snede een boogvorm heeft. De aanlegpunten (10,11,12,13) 20 liggen hierbij zover mogelijk aan de randen (4,5) van het vel (v) en de verbindende snedecontourlijnen zijn opgebouwd uit vloeiende boogdelen. Deze configuratie vergemakkelijkt het opschuiven van de klem. In gemonteerde toestand steekt deze klem uit buiten de randen (4,5) van het vel (v).

25 Figuur IX toont een variant waarbij de snedelijnen een zodanige vorm heeft dat de aanlegpunten (10,11) relatief ver van de zetrand verwijdert liggen en de aanlegpunten (12,13) relatief dicht bij elkaar. Door deze configuratie is de afstand van alle aanlegpunten tot aan de randen (4,5) van 30 het vel (v) groot genoeg om voldoende sterkte te geven aan de drager (d) en kan de buitenste contour (6) van de drager (d) geheel binnen deze randen (4,5) vallen. Het voordeel hiervan is dat de klem niet uitsteekt buiten de randen van de samengebonden vellen en dien ten gevolge minder opvalt en 7 tevens geen belemmering kan veroorzaken bij het passen van het samengebonden pakket in bijvoorbeeld een envelop.

Figuur X toont een variant waarbij te zien is dat de snedecontourlijnen (26) tussen de aanlegpunten (10,llf12,13) 5 geheel vrij zijn in te vullen, zonder de positionerings en verklemmingsfunktie van de klem te verliezen. Dergelijke snedecontouren kunnen de vorm hebben van bijvoorbeeld een beeldmerk of logo. Enige beperkende nadelen van het afwijken van de zuivere boogvorm als getoond in de figuren VIII en IX 10 treden echter naar voren tijdens het aanbrengen van de klem, doordat de randen (2,3) omzetting (o) tijdens het opschuiven zullen blijven haken in de diverse vormdelen van de snede.

Fig XI toont een variant waarbij de snede contour lijnen zodanig zijn uitgevoerd dat een extra ondersteuning 15 (27,28) wordt gegeven aan de binnenzijde van de zetrand (1).

Het voordeel hiervan is dat de kans op beschadigingen en inscheuring ter plekke van positioneringspunten (10,11) wordt gereduceerd en klemkracht wordt vergroot. Voor deze variant geldt eveneens dat het opschuiven van de klem wordt 20 bemoeilijkt door het gevaar van haken van de randen (2,3) van de omzetting (o) .

In het navolgende zal dieper worden ingegaan op de vereiste materiaaleigenschappen, enkele randvoorwaarden voor de uitvoering en andere aandachtspunten teneinde de genoemde 25 voordelen te doen gelden.

Als groot voordeel van de voorliggende uitvinding wordt gezien dat de noodzakelijke vervorming van de drager, om tijdens de montage de lip over de zetrand te dwingen, wordt verspreid over een groot oppervlak van de drager waardoor de 30 optredende vervorming cq. interne materiaalspanning zodanig laag is dat er uitsluitend een elastische vervorming van de drager optreedt en de klem daardoor een lange levensduur heeft. Om de levensduur van de klem te optimaliseren dienen de uitwendige vorm van drager en snede zodanig gekozen te 8 worden dat de vervorming welke optreedt tijdens de montage zoveel mogelijk over de drager wordt verdeeld.

Enkele bijzondere eisen welke aan het dragermateriaal van de klem worden gesteld zijn dat deze bestaat uit een min 5 of meer vlakke plaat welke voldoende ruimte biedt voor het aanbrengen van de hiervoor beschreven snede (s) alsmede een ruimte (k) biedt om het stevig vast te pakken tijdens de montage. De drager bestaat uit een veerkrachtig materiaal of samenstelling van materialen. Het oppervlak van de drager 10 mag voorzien zijn van textuur en een beperkt relief. De klem is op zeer kosteneffectieve manier te produceren tegen minimale investeringen.

Een verdere verbetering is om de snede te voorzien van afgeronde randen zodat de wrijving tijdens het opschuiven 15 alsmede tijdens het dwingen van de lip over de zetrand wordt geminimaliseerd.

Het aantal vellen dat kan worden samengebonden alsmede de grootte van de omzetting dat aan de samen te binden vellen dient worden aangebracht, om verklemming te 20 waarborgen, wordt bepaald door de afmetingen van de snede. Hierbij dient te worden opgemerkt dat met de dikte van het samen te binden pakket de effectiviteit van de verklemming iets terug loopt, aangezien de omzettingen van de vellen bij oplopende dikte steeds minder goed nestbaar zijn, alsmede de 25 overlapping van de lip onder de omzetting kleiner wordt bij toenemende dikte van het samengebonden pakket.

In het nu volgende zal dieper worden ingegaan op enkele additieve mogelijkheden welke ontstaan door het toevoegen van extra elementen aan de klem of door de klem te 30 integreren in een breder concept.

Aanbrengen van een beeldmerk (buitenste contour). De uitwendige contour van de clip zelf heeft, afgezien van het noodzakelijke oppervlak om de snede in te kunnen voorzien, alsmede het vlak nodig om kracht uit te kunnen oefenen ii 9 tijdens het aanbrengen, geen invloed op de funktie en is derhalve vrij te benutten voor het voorzien van een logo in willekeurige grootte, dan wel van een willekeurige vorm te voorzien, zodat de uitwendige vorm kan worden afgestemd op 5 bijvoorbeeld reklame uitingen. In figuur XII tot en met XIV worden hiervan enkele varianten getoond, louter bedoeld om het schier oneindig aantal mogelijkheden aan te geven. Deze varianten zullen niet verder worden toegelicht.

Indexerings systeem. Door de mogelijkheid om de 10 buitenste contour van de clip, na montage, buiten de randen van de samengebonden vellen te laten uitsteken, onstaat de mogelijkheid hier een indexeringssysteem in te voorzien. Bijvoorbeeld, zoals getoond in figuur XV door het aanbrengen van tekst in de vorm van een set alfabetten, nummers of 15 standaard benamingen (voorwoord,inhoud, etc.). Het aanbrengen van het indexeringssysteem kan door middel van bedrukking op of door het uitstansen van index-tekens in de klem. Ook kunnen klemmen in verschillende- kl&ureft warden geleverd samen met een index vel welk voorzien is van een 20 verklaring van de kleuren.

Map. De klem is goed te gebruiken in kombinatie met bijvoorbeeld een map waarin een opname is voorzien welke overeenkomstige kenmerken heeft als een omzetting en waarin weer andere vellen genest zijn. Hierdoor zijn talrijke 25 variaties van presentatiemappen denkbaar, waarvan hierna enkele voorbeelden zullen worden gepresenteerd in figuur XVI, XVII en XVIII.

In fig XVI is een map getekend samen met een stapel samen te binden vellen. De map (j) heeft een omzetting (E) dat naar 30 binnen is verlegd ten opzichte van de contourlijnen (30,31, door snijlijnen (32,33) aan te brengen en vervolgens de omzetting (E) over zetrand (z) om te slaan. De vellen (v), voorzien van omzetting (o) worden in de richting van pijl 10 (34) onder de omzetting (E) van de map (j) geschoven totdat deze aanliggen in de zetrand (z).

Fig XVII toont de map en de door middel van de klem samengebonden vellen in gemonteerde toestand.

5 Fig XVIII toont een voorbeeld van een samengebonden mapje, waarbij de contourlijn (6) van de klem overeenkomt met de contourlijnen (30,31) van de achterkant (35) van de map. De voorzijde (36), welke na montage dichtgevouwen kan worden volgens pijl (37), dient als een voorbeeld van een 10 uitbreiding van de map met een voorzijde. Een dergelijke map kan bijvoorbeeld worden gebruikt als opbergmap of voor het samengebonden vullen van een folder met bijvoorbeeld een brief.

Fig XIX toont een verder doorgevoerde integratie van de 15 klem in een mapje, waarbij de drager verwerkt is in de map. Hiertoe is, overeenkomstig hetgeen beschreven werd in figuur XVI, de achterzijde (38) de map wederom voorzien van een omzetting (40) . Een hiermee samen te binden vel (43) is eveneens voorzien een snede (44) en kan hiermee worden 20 verbonden aan de omzetting (40) van achterzijde (38). De voorzijde (39) van de map kan worden dichtgevouwen over lijn (42) en kan worden verklemd door snede (41) te verbinden met de omzetting (40) . Een dergelijke samenstelling kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het presenteren van een 25 menukaart waarbij de samen te binden vellen (43) steeds verandert kunnen worden. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het materiaal van de samen te binden vellen dient te voldoen aan de randvoorwaarden als beschreven voor het dragermateriaal van de klem.

30 Uitbreiding met beschermend voor en achterblad. De neiging van de omzetting aan de samen te binden vellen om open te gaan staan kan door de toevoeging van een extra eerste of laatste vel extra worden verhinderd.

11

Figuur XX toont een mogelijke samenstelling hiervan.

Het extra vel heeft in basis de zelfde vorm als het samen te binden pakket, zoals reeds getoond in fig I, en is derhalve voorzien van een omzetting. Het kan zowel als laatste vel 5 (45) en als eerste vel (46) aan het samen te binden pakket (47) worden toegevoegd. Kenmerkend voor dit beschermend vel is dat de omzetting vormvast is en de omzetting van de vellen derhalve insluit. Voorts kan ook dit extra vel worden voorzien van bedrukking en kan de buitenste contour een 10 vormdragende funktie hebben.

Permanente verbinding. Het voornaamste kenmerk van de clip is de snelle en eenvoudige montage en demontage. De clip is echter zodanig uit te voeren dat permanente montage mogelijk is.

15 fig XXI toont een voorbeeld van een plastisch te vervormen klem (48) waarbij de lip (L) plastisch wordt gedeformeerd tijdens het aanbrengen. De lip (L) zal tijdens montage over lijn (49) dienen te worden omgezet. Voor de snede vorm geldt hetgeen beschreven is bij figuur II, 20 geldend voor de gemonteerde toestand, na deformatie van de lip.

Figuur XXII toont een doorsnede ter plaatste van lijn (50) van klem (48) en samen te binden vel (v) tijdens het opschuiven van de klem. De liphoogte (51) wordt nu beperkt 25 door de mogelijkheid de klem over de omzetting te schuiven in de richting van pijl (52).

Figuur XXIII toont dezelfde doorsnede waarbij de lip is omgebogen.

Hangmap. Naast de reeds getoonde mogelijkheden aan de 30 vormgeving van de clip is het tevens mogelijk een element toe te voegen, dat over de clip wordt geklikt.

Fig XXIV toont een mogelijkheid waarbij de klem zodanig is uitgevoerd om een hangmap te realiseren. De klem bestaat hiertoe uit twee dragers (53 en 54) waarbij drager (53) is 12 voorzien van een omzetting en drager (54) van een snede. Een of beide dragers zijn voorzien van een uitsparing (55 en 56) welke dient om de samenstelling te kunnen ophangen na montage aan bijvoorbeeld een hanger (57) . Door een stijf 5 materiaal te kiezen voor de dragers ontstaat een nagenoeg onlosneembare verbinding welke geschikt is om bijvoorbeeld foldermateriaal (58) mee samen te binden.

Tot slot zullen de voordelen van de voorliggende uitvinding puntsgewijs worden resumeerd.

10 Het aanbrengen van de klem is relatief eenvoudig en vereist geen extra hulpmiddelen, zoals bij een nietmachine. De samenstelling van het pakket kan achteraf gewijzigd worden, zonder de bladen extra te beschadigen.

Doordat de omzetting vormgesloten is verklemd is het 15 mogelijk door het pakket samengebonden vellen te bladeren, zonder het gevaar dat dit uit elkaar valt.

De klem kan worden hergebruikt, zonder noemenswaardige slijtage aan de klem. De funktionele constructie van de snede is eenvoudig en robuust.

20 De klem heeft een willekeurige uitwendige vorm, zodat hij buitengewoon geschikt is voor diverse vorm uitingen.

Door de klem uit te laten steken buiten de contouren van het samen te binden pakket, kan een indexeringssysteem of eep hangmappen systeem worden gerealiseerd.

25

Claims (13)

1. Klem welke bestaat uit een min of meer vlakke plaat 5 van flexibel drager materiaal, waarin een snede is aangebracht welke geheel binnen de buitenste contour van de klem valt en welke tenminste een naar de binnenzijde de snede gerichte lip vormt welke geheel binnen de genoemde snede valt en aan de tegenovergestelde zijde van de, ten 10 opzichte van de aan de lipzijde buitenste raaklijn van de snede, een oppervlak heeft van voldoende afmetingen om handmatig beet te pakken, waarmee de klem over een enkelvoudig gevouwen omzetting van een of meerdere vellen kan worden geschoven waarbij de genoemde snede, na 15 aanbrengen, om ten minste de zetlijn en om de buitenste randen van de omzetting sluit, waarna de lip aan de ten opzichte van de omzetting onderzijde van het samen te binden pakket kan worden gedwongen zodat hierna een positionering in zowel de langsrichting van de zetrand van de genoemde 20 omzetting als haaks hierop is ontstaan en een verklemming optreedt en een semi permanente verbinding ontstaat tussen klem en het genoemde samengebonden pakket vellen, waardoor het mogelijk is om door de samengebonden vellen te bladeren.

2. Klem volgens conclusie 1, met als kenmerk dat de 25 samenstelling van drager en lip niet plastisch deformeert tijdens het aanbrengen.

3. Klem volgens conclusie 1, met als kenmerk dat de samenstelling van drager en lip plastisch deformeert tijdens het aanbrengen.

4. Klem volgens conclusie 1, met als kenmerk dat de snede de omzetting op de uiteinden van de zetrand insluit zodat de omzetting zowel in de langsrichting van de zetrand als haaks hierop, uitwaarts gericht, wordt ingesloten, zodat de uitwendige contour van de klem uitsteekt buiten de uitwendige contour van het samengebonden pakket van een of meer vellen.

5. Klem volgens conclusie 1, met als kenmerk dat de snede om de papierrand van de omzetting sluit en hier de 5 omzetting zowel in de langsrichting van de zetrand als haaks hierop, in de richting van de zetrand, insluit alsmede om de zetrand van de omzetting sluit en hier haaks op de zetrand de omzetting insluit in de richting haaks op de zetrand, in de richting van de omzetting, zodat de buitenste contour van 10 de klem geheel binnen de buitenste contour van het samengebonden pakket van een of meer vellen kan vallen.

6. Klem volgens conclusie 4 of 5 waarbij de buitenste contour een vorm heeft van bijvoorbeeld een beeldmerk of logo ten behoeve van bijvoorbeeld reklameuitingen of 15 vormbepaalde thema's.

7. Samenstelling van een klem volgens conclusie 4 of 5 of 6, met een samen te binden pakket van een of meerdere vellen papier welke voorzien zijn van een omzetting welke nestbaar zijn en waarvan de afmetingen sluitend overeenkomen 20 met de snede in de klem.

8. Samenstelling van een samenstelling volgens conclusie 7 met een beschermend element welk is voorzien van een gelijkvormige omzetting als elk der samen te binden vellen en welk permanent of door plastische deformatie is 25 aangebracht, waarbij dit beschermend elemend als eerste en of laatste vel genest is in de overige vellen, zodat de samen te binden vellen beschermd worden tegen slijtage ten gevolge van het aanbrengen van de klem en of het verplaatsen van de lip naar de onderzijde van de omzetting tijdens de 30 montage.

9. Samenstelling volgens conclusie 8 waarbij de omzetting is aangebracht door een min of meer L-vormige snede aan te brengen en waaruit een omzetting kan worden gevouwen waarin het samen te binden pakket van een of meerdere vellen kan worden genest alvorens de klem te monteren. Een dergelijke samenstelling kan dienst doen als map voor het samen te binden pakket vellen.

10. Samenstelling volgens conclusie 9 waarbij de map is 5 voorzien van een voorblad waarmee de map gesloten kan worden.

11. Klem volgens conclusie 4 of 5, met als kenmerk dat de klem uitwendige vorm heeft welke overeenkomt met de samen te binden vellen.

12. Klem volgens conclusie 4 of 5, met als kenmerk dat deze een uitwendige vorm overeenkomstig een map met een voor en een achtervel en welke gescheiden zijn door een vouwlijn, waarbij aan het achtervel een omzetting is aangebracht waarin de samen te binden vellen genest kunnen worden en de 15 aan de voorzijde de genoemde snede is aangebracht zodat de map dichtgevouwen kan worden en vervolgens gesloten door het verbinden van de snede met de omzetting en het samen te binden pakket is verbonden met de map.

13. Klem volgens conclusie 4 of 5, met als kenmerk dat 20 het buiten de contourlijnen van het samen te binden pakket uitstekende deel van de klem wordt voorzien van een indexerings systeem.

14. Samenstelling van de klem volgens conclusie 4 of 5 met een element, waarin een omzetting is voorzien, en 25 waarbij in beide componenten een snede of gat is aangebracht waardoor, na te zijn aangebracht op een of meerdere samen te binden vellen, het geheel kan worden opgehangen aan de genoemde sparing.

13. Werkwijze voor het monteren van een klem waarbij de 30 klem over een enkelvoudig gevouwen omzetting van een of meerdere vellen kan worden geschoven waarbij de snede, na aanbrengen, om ten minste de zetlijn en om de buitenste randen van de omzetting sluit, waarna de lip welke wordt gevormd door de snede in de klem, aan de ten opzichte van de omzetting onderzijde van het samen te binden pakket wordt gedwongen zodanig dat hierdoor een positionering in zowel de langsrichting van de zetrand van de omzetting als haaks hierop ontstaat en een verklemming optreedt en een semi 5 permanente verbinding ontstaat tussen klem en het genoemde samengebonden pakket vellen.