NL1018660C2 - Dubbele functie-afgeefinrichting. - Google Patents

Description

DUBBELE FUNCTIE-AFGEEFINRICHTING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op afgeefinrichtingen voor verspreidbare samenstellingen, zoals parfums en insectenbeheersmaterialen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op actieve, of 5 direct werkende, afgeefinrichtingen welke geschikt zijn voor gebruik met een vervangbare vulling omvattende een verspreidbare stof naar keuze, maar ook in staat zijn tot lange termijn passieve, of continue, vrijgave van een verspreidbare substantie. In één uitvoeringsvorm heeft de 10 uitvinding betrekking op inrichtingen voor het afgeven van samenstellingen, bijvoorbeeld parfums, etcetera, op twee manieren: actief, als een plotseling vrijkomen of nevel van de gekozen samenstelling, om een directe en intensieve luchtbehandeling te verschaffen; en passief, als een 15 verdampbare samenstelling, om continu invloed uit te oefenen op de atmosfeer gedurende langere tijdsperioden met een langzame vrijgeefsnelheid. De verspreidbare samenstellingen om afgegeven te worden door of de actieve afgeefmiddelen of de passieve middelen kunnen samenstel-20 lingen omvatten zoals parfums, luchtverversers, reukver-drijvers, geurverdrijvers, geurbestrijders, insecticiden, insectenwerende middelen, medicinale substanties, desin-fectanten, reinigers, stemmingsversterkers, aromatherapie-samenstellingen, en dergelijke. Begrepen dient te worden 25 dat geurverdrijvers zulke geurabsorberende middelen omvat- 1018660 2 ten zoals zuiveringszout, zeoliet, en houtskool, evenals meer complexe chemische geurverdrijvers, en dat insecticiden en insectenwerende middelen voorbeelden zijn van insectenbeheerssamenstellingen, welke eveneens insecten-5 aantrekkende middelen of lokaas omvatten.

De stand van de techniek omvat afgeefinrichtingen voor het afgeven van materialen door middel van een spuitbus of door een pomp geactiveerde nevelafgeefinrichting naar de lucht als kleine druppeltjes of nevel, wan-10 neer de afgeef inrichting aan de muur is bevestigd, of op een oppervlak rust zoals een bovenkant van een tafel, of in de hand wordt gehouden. Zulke actieve afgeefinrichtingen worden frequent gebruikt voor parfums, of voor lucht-verversende samenstellingen. Adams et al., in het Ameri-15 kaanse octrooischrift 5.358.147, welke hierin door verwijzing is opgenomen, beschrijft een nevelafgeefverpakking omvattende een buitenste omhulling en een navulvulling welke daar in past en een nevelklep, klepsteel, en een nevelmondstuk omvat. De buitenste omhulling heeft gelei-2 0 dingsoppervlakken om samen te werken met de navulvulling om de omhulling toe te staan soepel daarlangs te glijden wanneer druk wordt aangebracht op het bovenste oppervlak van de omhulling om de nevelklep te activeren. De materialen welke gewoonlijk het meest worden verspreid door 25 actieve afgeefinrichtingen omvatten materialen gekozen uit de groep omvattende parfums, luchtverversers, reukverdrij-vers, insecticiden, en insectenwerende middelen.

Naast zulke actieve afgeefinrichtingen, welke een actie behoeven van de consument voor het direct afge-30 ven van de verspreidbare samenstelling, zijn afgeefinrichtingen welke passief werken, door verdamping of sublimatie van verdampbare substanties, zonder actieve fysieke deelname door de consument, eveneens bekend. Zulke passieve afgeefinrichtingen omvatten vaak een poreus, absorberend 35 medium en een verdampingsoppervlak. Vluchtige verspreidbare substanties welke vaak passief afgegeven worden, omvatten parfums, luchtverversers, reukverdrijvers, ! 'i 3 geurverdrijvers, stankbestrijders, insecticiden, insecten-werende middelen, medicinale substanties, desinfectanten, reinigers, stemmingsversterkers, aromatherapiesamenstel-lingen, en andere vluchtige materialen welke gemakkelijk 5 verspreid worden door verdamping gedurende lange tijdsperioden. Zulke passieve afgeefmiddelen welke vaak een lont gebruiken voor vloeibare verspreidbare stoffen, zijn goed bekend uit de stand der techniek, net zoals het gebruikelijke type afgeefinrichting omvattende een houder welke 10 een lichaam van gelatineachtig materiaal houdt en/of ondersteunt welke, wanneer deze droogt en krimpt, een verspreidbare samenstelling naar de atmosfeer vrijgeeft door verdamping of verspreiding. Andere passieve producten, zoals geïmpregneerd kunststof of keramische substra-15 ten, of reukverdrijvende blokken, worden eveneens gebruikt om lucht-behandelende dampen af te geven aan de atmosfeer door verdamping. Nog andere vormen van zulke passieve afgeefinrichtingen omvatten vloeibare- of gelvullingen welke een verspreidbare substantie omvatten welke over de 2 0 tijd vrij geef baar is door een poreuze afdekking van de vulling, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi 5.788.155 van Martin et al., welke leer hierin is opgenomen door referentie. Voor doelen van de onderhavige uitvinding zullen actieve afgeefinrichtingen die zijn welke 25 een actie behoeven van de consument om een verspreidbare samenstelling af te geven, welke verspreid wordt als een plotseling vrijkomen of nevel, als een direct resultaat van de actie van de consument, terwijl passieve afgeefinrichtingen die zijn welke geen actie behoeven van de 30 consument wanneer de verspreidbare stof afgegeven wordt, maar een verspreidbare stof afgeven door verdamping, sublimatie, of dergelijke, gedurende een tijdsperiode met een relatief lage snelheid van verspreiding vergeleken met de snelheid van verspreiding van een actieve afgeefinrich-35 ting. Verwijdering van een afdekking, verpakking, of regelmiddelen van een passieve afgeefinrichting dient niet beschouwd te worden als een actie om de samenstelling af 1018660 4 te geven.

In de stand van de techniek zijn een aantal pogingen gedaan om de kenmerken van actieve en passieve afgeefinrichtingen te combineren, om de mogelijkheid te 5 verschaffen om zowel de atmosfeer te verrijken met een plotseling vrijkomen van een verspreidbaar materiaal voor direct effect, als wel een langer durend, continu, verdampend effect te verschaffen. Een voorbeeld van zo een poging is uiteen gezet in het Amerikaanse octrooi 10 3.972.473 van Harrison, welke een gecombineerde nevel en verdampende luchtververser beschrijft omvattende een spuitbushouder met een klepaandrijving en nevelopening, zo gelegen, dat nevel van de spuitbus gericht is op en verzameld wordt door een sluier voor de houder. De vloeistof 15 wordt toegestaan te verzamelen in een kom, van welke het langzaam verdampt, of de vloeistof maakt contact met een absorberende ring welke in de sluier gelegen is, welke ring geactiveerd wordt door de nevel om een hoog geconcentreerde parfum, etcetera vrij te geven. Deze opstelling 20 verschaft echter geen onmiddellijke en directe vrijgave van verspreidbare substantie naar de atmosfeer, tenzij de sluier en ring verwijderd worden van de afgeefinrichting. Zo een andere afgeefinrichting, geschikt voor gecombineerde continue en directe werking, is beschreven in het 25 Amerikaanse octrooi 5.364.027 van Kuhn, waarin een vervormbare houder voor een vloeibare verspreidbare substantie voorzien is van twee onderdompelpijpkanalen, de één eindigt in een nevelmondstuk, de ander omvat een lont of soortgelijk absorberend materiaal welke het verdampen van 30 de vloeistof verschaft. Ook Muoio in het Amerikaanse octrooischrift 4.726.519 beschrijft een inrichting voor zowel direct en continu afgeven van een luchtbehandelings-samenstelling. De inrichting omvat een houder onder druk met een klepsteel, een aandrijving-bovenkap, en een absor-35 berend element nabij de wanden van de bovenkap. Door middelen voor het simultaan vernevelen van de lucht-behan-delvloeistof in de lucht en het afvoeren hiervan in het 1 01 8 6 6 ύ 5 absorberende element, verschaft de inrichting zowel eenvoudige verneveling van de luchtververser en herladen van een passief verspreidingsmiddel (het absorberende element) . Verder kan de inrichting van Dearling, het Ameri-5 kaanse octrooi 4.084.732 bewerkt en versteld worden voor het simultaan in de lucht vernevelen en herladen van een continu afgeefmiddel. In zulke technieken uit de stand der techniek is gebleken dat samenstellingen geschikt voor actieve verspreiding, of nevelgebruik, vaak ongeschikt 10 waren voor lange termijn passieve of continue toepassing, of vice versa. Bijvoorbeeld kan de intensiteit van een verspreidbare stof geschikt zijn voor de ene toepassings-werkwijze in plaats van de andere, zoals een materiaal geschikt voor passief afgeven een veel te grote intensi-15 teit kan hebben om gebruikt te worden als een nevel. Als resultaat waren compromissen vaak noodzakelijk, welke vaak resulteerden in het gebruik van een samenstelling welke niet geheel passend was voor elk afgeefmiddel. Het gebruik van een enkele samenstelling om zowel direct en continu 20 effect te verschaffen resulteerde dus gewoonlijk in een compromis voor de één of de ander, of beiden.

Deze verschillende inrichtingen uit de stand der techniek, hierin opgenomen door referentie, hebben een aantal praktische problemen en nadelen welke hen niet 25 effectief en niet acceptabel maken voor praktisch. Deze afgeefinrichtingen uit de stand der techniek vertrouwen bijvoorbeeld allen op een enkele bron of reservoir van verspreidbaar materiaal, en het continu of passief afgeven is afhankelijk van de frequentie en duur van gebruik van 30 de actieve afgeefinrichting. Als resultaat accepteren consumenten in het algemeen zulke afgeefinrichtingen niet als echt effectief als of actieve of passieve afgeefinrichtingen. Ook is de consument niet in staat te kiezen tussen verschillende verspreidbare stoffen in een gegeven afgeef-35 inrichting, of de verspreidbare stof vrij te verwisselen. Verder heeft een groot probleem betrekking op de afgeefgewoonte van gebruikers van luchtverversers welke vaak 10t 8660 6 spuitbusnevels gebruiken om sterke en geïsoleerde kwalijke reuken te overwinnen, zoals in toiletten of keukens, en erg gewend te zijn aan de intensieve en directe aard van zulke nevels. Aan de andere kant zijn, terwijl veel mensen 5 continue luchtverversers of parfums thuis gebruiken, zij in het algemeen zich niet bewust van de wijze waarop zij functioneren, en vervangen ze vaak op een niet juist tijdstip, of voordat ze zijn uitgewerkt, dat wil zeggen hun maximale gebruiksperiode, of lang nadat ze uitgewerkt 10 zijn en dus niet effectief zijn. Het vaakst is in de stand van de techniek een afgeefmiddel uitgewerkt of leeg met verspreidbaar materiaal, lang voor de ander, wat veroorzaakt dat de consument verwijderen, vervangen of navullen op een ongeschikt tijdstip uitvoert. Om deze redenen, 15 naast andere redenen, is er een behoefte voor dubbele functie-afgeefinrichtingen, of dubbel gebruiksafgeefinrichtingen van verschillende vormen van verspreidbare materialen, welke eenvoudig te gebruiken zijn, economisch geproduceerd zijn, en direct navulbaar zijn door de uit-20 eindelijke consument. Bovendien is er een behoefte voor een dubbele functie-afgeefinrichting voor luchtbehandeling of voor het afgeven van ander verspreidbaar materiaal welke niet afhankelijk is van bijvullen van het passieve afgeefmedium van het actieve afgegeven materiaal, of vice 25 versa, en waarin het actief afgegeven materiaal en het passief afgegeven materiaal dezelfde kunnen zijn of verschillen, maar onder normale gebruikscondities volledig zullen worden afgegeven in ongeveer dezelfde tijdsperiode. Dat wil zeggen dat het wenselijk is dat beide materialen 30 volledig worden opgebruikt of uitgeput in ongeveer dezelfde tijd, zodat de consument directer de behoefte aan navullen, vervangen, of wegdoen van de afgeefinrichting zal herkennen en daarop reageren. Bovendien is het eveneens wenselijk voor zowel het actief afgegeven medium als 35 het passief afgegeven medium om individueel navulbaar of vervangbaar te zijn, zodat de consument navullingen of vervangingen kan verschaffen voor de één of de ander zoals 1018680 7 toepasselijk, of zoals individueel gewenst, en zodat de consument verschillende materialen kan gebruiken bij de twee afgeefwij zen wanneer gewenst. Begrepen dient daarom te worden dat de termen "dubbel gebruik", "dubbele func-5 tie", of "dubbele capaciteit" zoals gebruikt, bedoeld zijn om afgeef systemen aan te duiden voor het afgeven van twee of meer onafhankelijk vrijgegeven verspreidbare materialen, van gescheiden en onafhankelijke bronnen of reservoirs .

10 Een doel van de uitvinding is een multicapaci- teitafgeefinrichting te verschaffen voor verspreidbare materialen, welke afgeefinrichting de combinatie omvat van ten minste één actieve afgeefinrichting voor een actief verspreidbaar materiaal, welke actieve afgeefinrichting 15 een reservoir bevat omvattende het actief verspreidbare materiaal, en middelen om het actief verspreidbare materiaal actief af te geven van het reservoir naar de atmosfeer; ten minste één passieve afgeefinrichting voor een vluchtig verspreidbaar materiaal, welke passieve afgee-20 finrichting een reservoir bevat omvattende het vluchtige verspreidbare materiaal, en middelen voor het regelen van vervlieging van het vluchtig verspreidbare materiaal; en, optioneel, een afgeefinrichtingverpakking omvattende de actieve afgeefinrichting of afgeefinrichtingen en de 25 passieve afgeefinrichting of afgeefinrichtingen, welke afgeefinrichtingverpakking een decoratief lichaam omvat met ten minste één doorlaat daarin voor het afgeven van het actief verspreidbare materiaal van de actieve afgee-finrichting of afgeefinrichtingen, en openingen daarin 30 voor het passief afgeven van het vluchtig verspreidbare materiaal, welk actief verspreidbare materiaal en welk vluchtig verspreidbare materiaal individueel en onafhankelijk af te geven zijn.

Een doel van de uitvinding is een afgeefinrich-3 5 t ingverpakking te verschaffen voor het af geven van verspreidbare materialen, welke verpakking een buitenste omhulling omvat, en een afgeefeenheid welke in de buiten- 1 01 8 6 0 8 ste omhulling past, welke afgeefeenheid ten minste één spuitbus bevat omvattende een actief verspreidbaar materiaal en middelen voor het afgeven van het actief verspreid-bare materiaal, welke afgeefeenheid verder omvat ten 5 minste één passieve afgeefinrichting omvattende een vluchtig passief verspreidbaar materiaal, welke passieve afgee-finrichting een daarmee verbonden membraan omvat welke permeabel is voor dampen van het vluchtige materiaal, welke buitenste omhulling geschikt is om de afgeefeenheid 10 te ontvangen en samenwerkend aan te grijpen en openingen daarin omvat welke corresponderen met het permeabele membraan waardoor het vluchtig passieve verspreidbare materiaal vrijgegeven kan worden aan de atmosfeer.

Een verder doel is een multicapaciteitnavulver-15 pakking te verschaffen voor een dubbele functie-afgeefinrichting voor verspreidbare materialen, welke navulverpak-king ten minste omvat één reservoir omvattende een tot nevel verspreidbaar materiaal, middelen voor het vernevelen van het tot nevel verspreidbare materiaal, en ten 20 minste één verdampende afgeefinrichting voor een vluchtig verspreidbaar materiaal, welke verdampende afgeefinrichting ten minste één reservoir bevat, omvattende het vluchtige materiaal, welk reservoir een daarmee verbonden membraan omvat welke permeabel is voor de gasvorm van het 25 vluchtige materiaal, maar impermeabel is voor vloeibare of vaste vormen daarvan,en een voor damp impermeabel membraan verbonden met het reservoir, omvattende het vluchtige materiaal, extern ten opzichte van het permeabele membraan om vervliegen van het vluchtige materiaal te voorkomen en 30 geschikt om verwijderd te worden om vervliegen van het vluchtige materiaal toe te staan. Het permeabele membraan kan gekozen zijn om de snelheid van verspreiding van het vluchtige materiaal te regelen door middel van gekozen porositeit van het membraan.

35 Nog een ander doel van de uitvinding is een dub bele capaciteitafgeefinrichting te verschaffen voor verspreidbare materialen, welke afgeefinrichting de combina- tOt 8660 9 tie omvat van een actieve afgeefinrichting voor een actief verspreidbaar materiaal, welke actieve afgeefinrichting een reservoir bevat omvattende het actief verspreidbaar materiaal, en middelen voor het actief afgeven van het ac-5 tief verspreidbare materiaal van het reservoir naar de atmosfeer; een passieve afgeefinrichting voor een vluchtig verspreidbaar materiaal, welke passieve afgeefinrichting een reservoir bevat omvattende het vluchtig verspreidbaar materiaal, en middelen om vervlieging van het vluchtige 10 verspreidbare materiaal te regelen; en middelen voor het combineren van de passieve afgeefinrichting met de actieve afgeefinrichting voor het vormen van een enkele eenheid dubbele funct ie-afgeef inricht ing.

Zoals hierin gebruikt, omvat de term "middelen 15 voor het regelen van vervlieging" verhitten, koelen, het regelen van de mate van blootstelling van een materiaal welke verspreidbare stof omvat naar de atmosfeer, het bedekken van een verspreidbare stof omvattend materiaal of een materiaal in vaste toestand, of elk ander middel 20 waardoor verspreiding vergroot kan worden, beperkt kan worden, of voorkomen kan worden. Bijvoorbeeld kan een blok gel in de vast toestand in een passende schaal- of komhou-der onderworpen worden aan regeling van verspreiding door gedeeltelijke of complete verwijdering van een dop op de 25 gel. Andere voorbeelden van passieve afgeefinrichtingen met middelen voor het regelen van verspreiding omvatten blokken in vaste toestand van verspreidbaar, of geïmpregneerd keramiek, kunststof, of papiersubstraten, met verwijderbare afdekmaterialen, of verstelbare dopmiddelen 30 voor het regelen van de lucht stroming over het substraat, of door middel van verstelbare ventilatieopeningen of door middel van een beweegbare of verwijderbare afdekking of deksel, wat regeling effectueert van de hoeveelheid oppervlak wat blootgesteld is aan de atmosfeer, en dus de 35 snelheid van verdamping van de vervliegbare stof regelend. Wat eveneens beschouwd wordt als vallend onder de term "middelen voor het regelen van de vervlieging" is de 1 01 8 C 6 0 10 regeling of keuze van de permeabiliteit van een membraan welke een vluchtig materiaal afdekt, insluit, of omvat, of regeling van het oppervlak van de ventilatieopening van een decoratief lichaam omvattende een gelpakket van pas-5 sief verspreid materiaal. In zo een voorbeeld kan de afgeefinrichtingverpakking beschouwd worden als een middel voor het regelen van vervlieging, wanneer de afgeefverpakking ventilatieopeningen daarin heeft voor het toestaan van dampontsnapping. Evenzo is het mogelijk voor de afgee-10 finrichting-verpakking of omhulling om zelf de passief materiaalafgeefinrichting te zijn, zoals in het geval van een geïmpregneerde kunststof of keramische omhulling met een daarin opgenomen verspreidbaar materiaal in de poriën daarvan.

15 Het is aldus een doel van de onderhavige uitvin ding een afgeefinrichting te verschaffen voor verspreidb-are materialen welke in staat is simultaan een plotseling vrijkomen van een verspreidbaar materiaal in de lucht te verschaffen en hetzelfde materiaal of een verschillend ma-2 0 teriaal passief af te geven aan de atmosfeer door verdamping, gedurende een langere tijdsperiode. Het is een verder doel van deze uitvinding een afgeefinrichting te verschaffen welke gemakkelijk bijgevuld zal worden door de consument na uitputting van de inhoud voor één of beide 25 verspreidbaar materiaalreservoirs van de afgeefinrichting, of door navullen of door vervangen van de reservoirs voor één of beide verspreidbare materialen. Het is een verder doel van de uitvinding een middel te verschaffen waardoor de consument een verspreidbare substantie in de atmosfeer 30 kan vernevelen zoals gewenst, terwijl een passieve lange termijn continu werkend parfummiddel verschaft wordt. Nog een ander doel van de uitvinding is een afgeef inrichting te verschaffen waarmee de consument verschillend effect kan bereiken, door gebruik van verschillende navuleenheden 35 of vervangingseenheden voor zowel het actief afgegeven materiaal als het passief afgegeven materiaal. Nog een ander doel van de uitvinding is dat de consument in staat 1 01 8 6 O 0 11 is naar wil en eigen believen de inhoud te variëren van één of beide afgeefwijzen van de dubbele functie-afgeefinrichting van deze uitvinding.

Deze en nog andere doelen en voordelen van de 5 onderhavige uitvinding zullen blijken uit de navolgende beschrijving. Hoewel de beschrijving welke volgt vaak refereert naar een luchtververser of parfumerende toepassing dient begrepen te worden dat de uitvinding eveneens toepasbaar is op andere vormen van verspreidbare materia-10 len welke of actief of passief afgegeven kunnen worden, zoals reukverdrijvers, geurverdrijvers, stankbestrijders, insecticiden, insectenwerende middelen, medicinale substanties, desinfectanten, reinigers, stemmingsversterkers, aromatherapiesamenstellingen, en dergelijke.

15 Ook dient begrepen te worden dat hoewel deze specificatie geschreven is in termen van dubbel gebruik, dat zijn twee wijzen van werking, het binnen het gebied van de uitvinding ligt om drie of meer afzonderlijke afgeefinrichtingen te gebruiken, in de context van een 20 enkel multigebruiksapparaat. De uitvinding kan dus een afgeefinrichting bevatten omvattende een enkele actieve afgeefinrichting voor het verschaffen van een snel plotseling vrijkomen van een verspreidbaar materiaal, met twee of meer verbonden passieve afgeefinrichtingen, welke 25 afgeefinrichtingen dezelfde of verschillende verspreidbare stoffen omvatten, voor het over lange termijn passief, verdampend afgeven van verspreidbare materialen. Overeenkomstig kunnen twee of meer actieve afgeefinrichtingen gebruikt worden met één of meer passieve afgeefinrichtin-30 gen, aldus een afgeefinrichting verschaffend van meerdere verspreidbare materialen. Verder is de term "actieve afgeefinrichting", zoals hierin gebruikt, bedoeld om zonder beperking alle vormen te omvatten van snelle afgee-finrichtingen, inclusief druk-, spuitbus-, balg-, lucht-35 verplaatsing- en pompwerkingafgeefinrichtingen, welke reservoirs van gecomprimeerd gasvormig actief materiaal omvatten. Hoewel deze afgeefinrichtingen vaak cilindrisch 1 01 8660 12 in vorm zijn, met een vernevelmondstuk of regeling aan de bovenkant, wordt begrepen dat verschillende configuraties en vormen van zulke actieve afgeefinrichtingen eveneens geschikt zijn. Eveneens wordt met de hierin gebruikte term 5 passieve afgeefinrichting bedoeld dat deze omvat, maar niet beperkt is tot, de verschillende beschreven vormen van passieve afgeefinrichtingen, omvattende gelvullingen, geïmpregneerde poreuze structuren, en verdampende vast- of vloeibaar materiaalafgeefinrichtingen omvattende die welke 10 gebruikmaken van opzuiging en verdamping, met of zonder warmte of andere middelen om verdampingssnelheden te vergroten, zoals ventilatoren. Zoals hiervoor aangeduid, dienen actieve afgeefinrichtingen beschouwd te worden als die waarin een onafhankelijke handeling benodigd is door 15 de consument om afgeven van het verspreidbare materiaal te verkrijgen, welke handeling bestaat uit meer dan opening van een verpakking, verwijdering van een dampremmende barrière, of het aanzetten van een ventilator of verhit-tingselement. De volgende beschrijving is enkel van de 20 voorkeursuitvoeringsvormen, verschaft in termen van lucht-verversing of parfumeren voor gerief, en de conclusies dienen bekeken te worden om de volledige beschermingsom-vang van de uitvinding te begrijpen.

Figuur 1 is een aanzicht in perspectief van een 25 voorbeeld van een dubbele functie-afgeefinrichting van de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont een opengewerkt, uit afzonderlijke delen bestaand, aanzicht van de dubbele capaciteitaf-geefinrichting uit figuur 1, welke de relatie tussen de 30 verschillende componenten daarvan toont.

Figuur 3 toont een dubbele capaciteit navuleen-heid voor de afgeef inrichting uit de figuren 1 en 2, welke navuleenheid een vernevelvulling omvat voor het actief vrijgeven van een verspreidbare stof, en een gelvullingsa-35 menstel voor het passief vrijgeven van een verspreidbare stof. De continu werkende of passieve verspreidbare stof is getoond als verschaft in de vorm van een dubbele vul- 1018660 13 ling welke zo gevormd is om langs de bovenkant van de actieve afgeefinrichting te passen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.

Figuur 4 toont een opengewerkt detail van de 5 dubbele capaciteitnavuleenheid van figuur 3, welke meer in detail de relatie toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een passieve afgeefinrichting met de actieve afgeefinrichting uit de figuren 2 en 3.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van de 10 afgeefinrichting van de onderhavige uitvinding welke de relatie toont van de buitenomhulling of mantel met de dubbele capaciteitnavuleenheid van figuur 3.

Figuur 6 toont een voorbeeld van een gelvulling-samenstel welke geschikt is voor gebruik in de afgeefin-15 richting van de onderhavige uitvinding, omvattende dubbele vullingen welke met de einden verbonden zijn met een flexibel scharniermiddel, getoond met het verwijderbare membraan op zijn plaats over de dubbele gelreservoirs.

Figuur 7 toont een aanzicht in doorsnede van de 20 vulling uit figuur 6, langs de lijnen 7-7 van figuur 6.

Figuur 8 toont een aanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van een dubbel gelvullingna-vulsamenstel, welke de relatie tussen de gelreservoirs toont.

25 Figuur 9 toont het bovenaanzicht van de dubbele gelvulling uit figuur 8.

Figuur 10 is een aanzicht in doorsnede van de vulling uit figuur 9, langs de lijnen 10-10 van figuur 9.

Figuur 11 is een aanzicht in doorsnede van de 30 vulling uit figuur 9, langs de lijnen 11-11 van figuur 9.

Figuur 12 is een aanzicht in perspectief van een afgeefinrichtingverpakking van de onderhavige uitvinding, omvattende een actieve spuitbusafgeefinrichting met een klem passieve afgeefinrichting.

35 Figuur 13 is een bovenaanzicht van de af geef ver pakking uit figuur 12, welke de relatie van de afzonderlijke afgeefeenheden toont.

10186 SC

14

Figuur 14 is een aanzicht in perspectief van een afgeefverpakking omvattende een spuitbusafgeefinrichting met een adhesief bevestigde passieve afgeefinrichting.

Figuur 15 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van 5 een alternatieve vorm van de afgeefverpakking.

Figuur 16 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van een andere vorm afgeefinrichting, omvattende een vaste passieve afgegeven verspreidbare stof.

Figuur 17 toont een aanzicht in perspectief van 10 de afgeefverpakking uit figuur 16, welke de verwijderbare barrièrefilm toont.

Figuur 18 toont een afgeefinrichting met geringe afmetingen in een opengewerkt aanzicht.

Figuur 19 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van 15 de afgeefverpakking met de geringe afmetingen uit figuur 18 .

De in figuur 1 getoonde afgeefinrichting toont een typische configuratie van een dubbele functie-afgee- finrichting van de onderhavige uitvinding. Getoond is een 20 afgeefinrichting 1, omvattende een omhulling of mantel 2, een vernevelregelknop 3, een verneveluiteinde 4, met een vernevelmondstukopening 20, en een basis 5, welke is verbonden met de omhulling 2 door middel van samenwerkend vergrendelmechanisme 8 en vergrendelopening 7. Ventilatie-25 openingen 6 zijn door de omhulling heen gesneden, welke luchtstroming van en naar het inwendige van de omhulling toestaan.

Figuur 1 kan ook gezien worden als een configuratie van de onderhavige uitvinding tonend waarbij de 30 buitenste omhulling 2 in feite op zichzelf gezien de passieve afgeefinrichting is. Een voorbeeld van zo een uitvoeringsvorm zou een omhulling zijn vervaardigd van poreus kunststof of keramiek, geïmpregneerd met een vluchtig verspreidbaar materiaal. Niet getoond, maar binnen het 35 gebied van dit concept, is een voor damp impermeabele omslag of omhulling over het oppervlak van zo een omhulling, waarbij de vluchtig verspreidbare stof gehouden

1 η 1 $ f : C) * 'S I ü s O Li O U

15 wordt tot het tijdstip dat de omslag of omhulling verwijderd wordt door de consument, of een voor damp impermeabe-le verpakking omvattende de dubbele capactieteitafgeefinrichting, welke door verwijdering van de af geef inrichting 5 van de verpakking verdamping van het vluchtige materiaal toestaat van de buitenste omhulling van de afgeefinrichting. Zo een omhulling kan een geïmpregneerd keramiek omvatten, of een niet duur, gemakkelijk gietbaar polymeer-materiaal, zoals polyethyleen, polypropyleen of silicoon, 10 zoals verschaft onder de handelsnaam "POLYIFF, door International Flavors and Fragrances". Zo een geïmpregneerde afgeefinrichtingomhulling kan gevormd zijn zoals getoond in figuur 1, met een vernevelregelknop 3, een verneveluit-einde 4, een vernevelmondstukopening 20, en basis 5, 15 verbonden met de omhulling 2 door middel van samenwerkend vergrendelmechanisme 8 en vergrendelopening 7. Terwijl ventilatieopeningen 6, zoals getoond, in de omhulling aangebracht zijn om lucht stroming van en naar het inwendige van de omhulling toe te staan voor vrijgave van een vluch-20 tig materiaal van een reservoir welke binnen de omhulling gehouden wordt, kunnen zulke openingen weggelaten worden, of slechts decoratief zijn, wanneer de omhulling zelf de passieve afgeefinrichting is van een vluchtige verspreid-bare stof. Ook binnen het gebied van dit concept zou een 25 vernevelinrichting zijn voor het actief afgeven van een verspreidbaar materiaal, welke vernevelinrichting omvat is door een sachet van passief verspreidbaar vluchtig materiaal .

Zoals getoond in figuur 2 omsluit de omsluitende 30 omhulling, of mantel 2 een dubbele capaciteitnavuleenheid 11, omvattende een vernevelhouder 12, en een gelvullingaf-geef inrichting 30. De omhulling of mantel 2 is het buitenste oppervlak van de afgeefinrichting, en is als zodanig onderworpen aan visuele inspectie als wel opnemen en 35 bedienen gedurende het als nevel afgeven. Dienovereenkomstig is de omhulling gewenst visueel aantrekkelijk en van passende afmetingen dat het in het zicht gelaten kan 101860?! 16 worden in het gebied van gebruik voor grootste effectiviteit gedurende verdampend afgeven. Bij voorkeur is de omhulling vervaardigd van een duurzaam, maar economisch, materiaal zoals kunststof, glas, of keramiek. De gelvul-5 ling 30 is bij voorkeur een dubbele vullingluchtverversende inrichting van het type bekend uit het Amerikaanse octrooi 5.788.155 van Martin et al., welke hierin als geheel is opgenomen door referentie. Zo een luchtverver-serinrichting omvat een paar vullingeenheden welke aan hun 10 einden verbonden zijn door een flexibel scharniergedeelte 31, geschikt om via centrerend gat 33 de vernevelsteel 22 van een vernevelhouder 12 aan te grijpen, en dus gekoppeld, in parallelle aangrenzende relatie met de lengteaf-meting van de vernevelhouder te liggen. Aldus gepositio-15 neerd, zoals getoond in de figuren 2-5, liggen de gelvul-lingen over een belangrijk gedeelte van de diameter en de lengte van de vernevelhouder, met de passieve afgeefeen-heden aan weerszijden van de vernevelhouder, bij voorkeur nabij de ventilatieopeningen 6 van de omhulling of mantel 20 2. Opgemerkt dient te worden dat de voor damp permeabele zijde van het gelpakket naar buiten gericht is, dat wil zeggen van de vernevelhouder af, zodat de grootst beschikbare verspreiding en stroming van het vluchtige gelmateri-aal door het permeabele oppervlak naar de atmosfeer be-25 reikt wordt. Figuren 6-10 illustreren geschikte uitvoeringsvormen van een passieve af geef eenheid van de uitvinding, waarbij figuren 8-10 een voorkeursuitvoeringsvorm tonen. Hoewel de illustraties en de tekst van deze beschrijving van de uitvinding spreken in termen van dubbele 30 gelvullingeenheden, dient begrepen te worden dat elk aantal van dubbele of individuele passieve afgeefinrichtingen kan worden gebruikt, op afstand gebracht van de diameter van de actieve afgeefhouder zoals gewenst, en omvattende passieve afgeefinrichtingen van types anders 35 dan gelafgeefinrichtingen, zoals vloeistofomvattende vullingen, geïmpregneerde kunststofverdampende eenheden, geïmpregneerde papiereenheden, vloeiblokken, etcetera. Ook 1 01 9 5 9 17 dient begrepen te worden dat een enkele gelvulling of passieve afgeefeenheid toegepast kan worden, gelegen om te raken aan één zijde van de vernevelhouder en omhullingssa-menstel, en te liggen tussen de vernevelhouder en de 5 omhulling, juist gepositioneerd of door middel van een samenwerkend onderdeel met het verneveluiteindesamenstel van de vernevelhouder en de vernevelhouder, positioneer-ribben of uitsteeksels aan de binnenzijde van de omhulling, of een combinatie van zulke middelen. Verder kunnen 10 één of meerdere gelvullingen van andere passieve afgeef-eenheden toegepast worden samen met één of meer actieve afgeefeenheden, om een afgeefinrichting te verschaffen met een meervoud aan mogelijke verspreidbare materialen.

Begrepen wordt dat de omhulling of mantel van de dubbele 15 capaciteitafgeefinrichting bij voorkeur een omhulling is voor de actieve en passieve afgeefeenheden, en als zódanig aldus een verdampruimte creëert voor de passieve afgeefinrichting, welke verdampruimte met de atmosfeer in verbinding staat door middel van de ventilatieopeningen 6. De 20 omhulling kan geconstrueerd zijn met interne ribben en/of uitsteeksels om samenwerkend de actieve afgeefinrichting of de passieve afgeefinrichting aan te grijpen, of beide, aldus middelen verschaffend waardoor voorkomen wordt dat de consument de afgeefinrichtingen onjuist plaatst in de 25 omhulling. Wanneer dubbele gelvullingeenheden, of meerdere enkele vullingeenheden worden toegepast, kunnen zij hetzelfde of verschillende verspreidbare materialen omvatten, en kan de consument één of alle van de vullingen naar believen activeren, door verwijdering van buitenste imper-30 meabele barrièremembranen over de oppervlakken daarvan, voor koppeling met de omhulling. De consument kan dus kiezen om slechts één passieve afgeefeenheid op een tijdstip te gebruiken, wat een langere levensduur voor de passieve afgeefinrichting verschaft. Alternatief kan de consument 35 kiezen om gelijktijdig meerdere passieve afgeefeenheden te gebruiken, wat additionele sterkte verschaft, of wanneer verschillende verspreidbare materialen worden toegepast, 1018660 18 een mix van de keus van de consument verschaft. Naast het mogelijke gebruik van de omhulling om de passieve afgee-finrichting zelf te omvatten, kan een afgeefomhulling gebruikt worden om een andere, onafhankelijke, passieve 5 afgeefinrichting te omvatten, zoals enkele of meerdere gelvullingen, aldus het afgeven van meerder passieve verspreidbare stoffen verschaffend. Bovendien dient begrepen te worden dat de passieve afgeefmiddelen buiten de omhulling of mantel kunnen liggen, of direct aan de actie-10 ve afgeefinrichting bevestigd kunnen worden in afwezigheid van een decoratieve omhulling of mantel, zoals getoond, in bijvoorbeeld de figuren 12-19. Ook is het mogelijk dat de prestatie van de passieve afgeefinrichting vergroot wordt, door zulke middelen als het verschaffen van een ventilator 15 om sneller lucht langs het oppervlak daarvan te bewegen, of door verhitting om snellere verdamping van het vluchtige materiaal te veroorzaken.

Figuur 3 toont de combinatie van de individuele componenten van een dubbel capaciteitnavulvulling 11. 20 Zoals getoond is het gelvullingsamenstel 30 welke een dubbele vuilingafgeefeenheid vormt, gecentreerd op de vernevelhouder 12, en hangt aan beide zijden daarvan neerwaarts. Elke gelvulling 32 omvat een verlengd plat blad 34 welke een reservoir verschaft voor het opslaan van 25 een vluchtig medium, met een dun permeabel membraan welke de reservoiromhulling afdicht, een vluchtig verspreidbaar medium in de reservoiromhulling, en een dun verwijderbaar impermeabel membraan welke met dezelfde grootte gelamineerd is met het permeabel membraan om voortijdige ver-30 vlieging van de verspreidbare stof te voorkomen.

Figuur 4 toont verder de relatie van de componenten van een dubbele capaciteitnavuleenheid, in opengewerkt aanzicht, welke de gelvulling 30 toont, welke gevormd is om langs de bovenkant van de vernevelhouder 12 te 35 passen, door middel van een centrerend gat 33 in centraal gedeelte 31, ontworpen om over het bovenoppervlak 26 van het vernevelkleplichaam te gaan, om in een kracht sluiting 10186fo 19 tot rust te komen tegen de bovenste verticale zijden van de vernevelhouder. De vernevelhouder 12, zoals getoond, omvat een reservoirhouder 18, gevormd van een houderli-chaam waarop een standaard vernevelklep is gelegen, zoals 5 een spuitbusklep, welke een doseerklep kan zijn, of een pomp vernevelklep, met klepsteel 22, door middel van klep-plooi 24. Het vernevelkleplichaam heeft een bovenste oppervlak 26, welke nuttig is bij het centreren van de vernevelhouder in de mantel of omhulling waarin de verne-10 velhouder is geplaatst of als een navulling of als de initiële vernevelhouder. Wanneer gepositioneerd binnen de mantel of omhulling is de vernevelhouder 18 met klepsteel 22 in vloeistofverbinding met vernevelmondstukopening 20, via verneveluiteinde 4 zoals in figuur 2. De vernevelklep 15 wordt passend bediend door zulke middelen als een vernevelklep 3 zoals getoond in figuren 1 en 2, of door zulke andere bedieningsmiddelen als gekozen kunnen worden door de vakman. Bij werking wordt de vernevelregelknop 3 ingedrukt, de vernevelhouder 12 bedienend, naar wens. Dit 20 resulteert in een verneveling van verspreidbare stof welke wordt vrijgegeven van de vernevelhouder zoals gewenst, voor het verschaffen van een onmiddellijk effect of voor het vergroten van de invloed van de verspreidbare stof beschikbaar voor de consument. Bij voorkeur wordt de 25 vernevelhouder geregeld door een doseermeetvernevelklep, zodat een specifieke hoeveelheid verspreidbare stof vrijkomt van de vernevelhouder bij elke bediening. Bij zo een bedieningsregeling resulteert het enkel ingedrukt houden van de vernevelknop niet in een continue verneveling van 30 verspreidbare stof van de houder, wat verspillend en minder efficiënt is dan het geregeld doseervernevelen. Bovendien geeft de gelvullingafgeefinrichting verspreidbare stof vrij met een vooraf bepaalde en in hoofdzaak constante snelheid, door verdamping, ten gevolge van het 35 dampimpermeabele membraan dat verwijderd is, of losgetrokken, van de vullinggelreservoirs 34. De verspreidbare gel welke elke kan zijn van die welke bekend zijn in de stand 1018660 20 der techniek wordt tegengehouden in de vulling door een dun damppermeabel membraan, welke verdamping toestaat van de verspreidbare stof met een vooraf bepaalde snelheid.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnedeaanzicht van 5 een dubbele capaciteitafgeefinrichting volgens de onderhavige uitvinding. De afgeefinrichting 1 omvat een omhulling 2, basis 5, en een dubbele capaciteitnavuleenheid 11, welke op zijn beurt een vernevel houder 12 omvat, en gel-vulling passieve afgeefinrichting 30, met gelreservoir 34. 10 De omhulling omvat een vernevelregelknop 3, met een verne-veluiteinde 4, met vernevelmondstukopening 22 daarin in lijn gebracht met de klepsteel 22 van de vernevelhouder. De omhulling is vergrendeld met basis 5 door middel van vergrendelopening 7, welke in lijn ligt met de basisver-15 grendelopening 8. Zoals getoond, omvat omhulling 2 eveneens afschuimmiddelen 9 voor het ontvangen en positioneren van klepsteel 22 van de vernevelhouder wanneer het in de omhulling wordt geplaatst, aldus goed uitlijning verzekerend, evenals stopmiddelen 10 om te raken aan basis 5, 20 om te voorkomen dat de consument tracht de basis en navul-eenheid te ver in de omhulling te drukken. Eveneens getoond zijn ribuitsteeksels 28 binnen de omhulling, gepositioneerd om samenwerkend het afgeschuinde gedeelte 29 van de gelvulling aan te grijpen, om de gelvulling juist met 25 de zijde van de omhulling en met de centraal gelegen vernevelhouder 12 uit te lijnen. Door deze opstelling is verzekerd dat de consument in staat is eenvoudig en correct een nieuwe dubbele capaciteitnavuleenheid in de omhulling en basissamenstel van de afgeefinrichting in te 30 voeren, zoals gewenst of zoals noodzakelijk. Natuurlijk kan de consument eveneens kiezen om slechts één afzonderlijke navuleenheid in te voegen in plaats van zowel een actieve afgeefinrichting en een passieve afgeefinrichting, wanneer gewenst, dus alleen de actieve afgeefinrichting 35 vervangend, of alleen de passieve afgeefinrichting vervangend, naar wens.

Spuitbusafgeefinrichtingen voor het afgeven van

101 8'3oO

21 materialen onder druk naar de lucht zijn algemeen bekend uit de stand der techniek. Zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooi 5.358.147 van Adams et al., het Amerikaanse octrooi 5.862.960 van Miller et al., en het Amerikaanse 5 octrooi 5.875.934 van Miller et al., welke allen hierin zijn opgenomen door verwijzing. Deze verwijzingen hebben betrekking op spuitbusafgeefinrichtingen met navulvullin-gen voor het afgeven van zulke samenstellingen als parfums naar de lucht zoals een luchtververser, of insectenbeheer-10 selementen voor gebruik thuis. Zulke afgeefinrichtingen omvatten een spuitbushouder om een materiaal onder druk om te worden afgegeven te houden, een mondstuk met een lever-pijp welke in vloeistof verbinding staat met de houder en een vernevelopening door welke het materiaal onder druk 15 kan ontsnappen van de leverpijp, en klepmiddelen voor het regelen van het vrijkomen van het materiaal onder druk in de mondstukleverpijp. Daarnaast beschrijft de PCT-aanvrage WO 92/04419 spuitbussamenstellingen verpakt in een doseer-klepspuitbus met een hoog parfumgehalte. Samenstellingen 20 en doseerkleppen zoals beschreven in dit octrooi kunnen gebruikt worden in de inrichting van de onderhavige uitvinding. Van bijzonder nut in de onderhavige uitvinding zijn die spuitbusvullingen welke in de buitenste omhulling passen van de thans beschreven afgeefinrichting, waarbij 25 de navulvulling een vernevelhouder omvat met een houderli-chaam en een klep met een klepsteel, zoals beschreven door Adams, Amerikaans octrooi 5.358.147.Het gebruik van metende of gemeten doseerkleppen is van bijzondere waarde, de afgeefinrichting van de onderhavige uitvinding toestaand 30 de consument in staat te stellen een vooraf bepaald verne-velvolume of dosering toe te passen, en het vernevelken-merk van de onderhavige uitvinding te gebruiken voor een vooraf bepaald aantal toepassingen. Gevonden is dat het bijzonder nuttig is een vernevelafgeefinrichting te ge-35 bruiken met een houder van ongeveer 60 tot 200 ml capaciteit, bij voorkeur ongeveer 120 ml capaciteit, met een doseerklep welke ongeveer 50 tot ongeveer 250 vernevelin- 10188?o 22 gen afgeeft, bij voorkeur ongeveer 60 tot ongeveer 150, en het liefst van ongeveer 90 tot ongeveer 100 vernevelingen van de houder voordat de houder leeg of uitgeput is, afhankelijk van de behoefte en/of gebruikspatronen van de 5 consument.

Figuur 6 toont een voorbeeld van een gelvul-lingsamenstel geschikt voor gebruik in de afgeefinrichting van de onderhavige uitvinding, gezien van de zijde van het verwijderbare impermeabele membraan welke de reservoirom-10 hulling afdicht. De dubbele vullingen, aan de einden verbonden door flexibel centraal scharnierend gedeelte 31 met daarin een centrerend gat 33, kan gevouwen worden over naden 35, en over de bovenkant van een vernevel houder 12 passen, welke vullingen zich neerwaarts parallel uitstrek-15 ken ten opzichte van de lengte van de vernevel houder, zoals getoond in figuren 2-5. Hoewel figuur 6 een lucht-ververservullinginrichting toont welke geschikt is voor gebruik in de onderhavige uitvinding met een ontwerp gedrukt op het impermeabele membraan welke verwijderd 20 wordt voor het activeren van de vulling of vullingen, dient begrepen te worden dat zo een ontwerp niet noodzakelijk is. Zoals getoond in de figuren 6 en 7 is elk van zulke dubbele vullingen 32 een structuursamenstel omvattende een verlengd plat blad 34 met zijwanden met een 25 bovenste randflens 36 welke een randmarge vormt rondom de open ruimte van het blad, met een dun membraan 38 welke de open ruimte van het blad 34 bedekt en verbonden is met de flensrandmarge. Het membraan 38 vormt een afgesloten reservoiromhulling 39 binnen het inwendige van het blad, 3 0 welk membraan 3 8 permeabel is voor de dampvorm van het vluchtige medium 40 welke omvat is binnen de omhulling van het reservoir, maar niet voor de vloeibare of vaste vorm. Een dun, afpelbaar, impermeabel membraan 41 is met gelijke afmetingen gelamineerd met het permeabel membraan om 35 vervlieging van het verspreidbare medium door het permeabele membraan 38 van de reservoiromhulling 39 te voorkomen, voor het beoogde gebruik van de vulling. Activering 1 01 8 6 ö ü 23 van de vulling wordt bereikt door verwijdering, bijvoorbeeld afpellen, van het impermeabele membraan 41. Een gel-vullingafgeefinrichting 30, zoals getoond in figuur 6, heeft een half stijve structuur, en kan typisch van onge-5 veer 4 tot 8 inches in lengte zijn, ongeveer een halve tot 1 inch in breedte, en ongeveer eenzestiende tot een half inch in dikte. Een volume van voorkeur van zo een vulling is voldoende om ongeveer 2 tot 4 gram gel te houden, maar het volume kan variëren om van 0,5 tot ongeveer 10 gram 10 gel te houden. Zo een afgeef inrichting kan gebruikt worden door het afpellen van het buitenste impermeabele membraan 41, gedeeltelijk of compleet van één vulling, of het afpellen van het buitenste impermeabele membraan van beide dubbele vullingen, en het vouwen van de afgeefinrichting 15 bij naadlijnen 35 van scharnier 31 om de dubbele vullingen ongeveer parallel ten opzichte van elkaar te plaatsen, en invoegen van de klepsteel 22, en het bovenste oppervlak van het vernevelkleplichaam 26 van een vernevelhouder, door gat 33, om de passieve afgeef inrichting van de beide 20 zijden van de vernevelhouder neerwaarts te laten liggen. Het is duidelijk dat de reservoiromhulling een variëteit aan vormen kan aannemen, en dat verschillende configuraties daarvan mogelijk zijn, zoals het daarin hebben van ribben welke dienen voor zowel het versterken van de 25 omhulling als het vastklemmen van de omhulling in een gelijkvormige van een gleuf voorziene ruimte in de afgee-fomhulling. Het is ook duidelijk dat enkele reservoir-vullingen verschaft kunnen worden in welke slechts één reservoir van verspreidbare stof aanwezig is, welke ge-30 bruikt kan worden in alternatieve vormen van dubbele capaciteitafgeefinrichtingen, of in de dubbele capaciteit-afgeefinrichting van de figuren 1 en 5, passend aangepast voor het accepteren van zo een enkele reservoir passieve afgeefinrichting.

35 Zoals getoond in de figuren 8-11 kan een vul- lingsamenstel van voorkeur gevormd worden om te passen bij de zijde van de actieve vernevelhouder 12. Zoals getoond, 1018680 24 omvat de dubbele gelvulling 30 een paar reservoiromhullin-gen 39 nabij een centraal scharniergedeelte met centrerend gat 33 en vouwnaden of scharnierpunten 35. Om de individuele afgeefvullingen in staat te stellen te passen bij de 5 vernevelhouder wanneer de dubbele gelvullingafgeefinrichting gevouwen wordt en over de bovenkant daarvan geplaatst wordt, zijn de reservoiromhullingen voorzien van een gelijkvormige vorm 42, vormgegeven om om de zijde van de vernevelhouder te passen en de omtrek daarvan te accepte-10 ren. Ook is gunstig gevonden dat de vullingen licht naar buiten buigen van de bovenkant naar de bodem van de vernevelhouder, met een hoek van ongeveer 7 graden met de verticaal zoals gemeten bij het scharnierpunt van de vulling. Deze hoek helpt de navuleenheid in positie te 15 houden in de omhulling, en meer van de inhoud van het vullingblad in contact te brengen met het permeabele membraan, alsook het permeabele membraan dichter bij het ventilatieopeningsgebied van de omhulling of mantel van de afgeefinrichting te brengen. Het gebied van de omhulling 20 welke uitgesneden of verwijderd is om het ventilatiegebied te vormen, zou in de nabijheid van het afgeefgebied van de vulling moeten zijn, dat is het gebied van het permeabel membraan welke niet bedekt is door verwijdering van het impermeabele oppervlakmembraan. Verder is gunstig gebleken 25 dat het open gebied van de ventilatieopeningen correspondeert met ongeveer 25 tot 90%, bij voorkeur 40 tot 60% en het liefst 45 tot 55% van het oppervlaktegebied van het permeabele membraan door welke de verspreidbare stof wordt vrijgegeven, om regeling van de snelheid van de vrijgave 3 0 te bereiken van de verspreidbare stof om de gewenste afgeeflevensduur te behouden. Het is wenselijk dat de afgeefinrichting een nuttige levensduur heeft van tot 2 maanden, ongeveer 60 dagen, bij voorkeur ongeveer 1 maand, of 30 dagen. Hoewel deze snelheid van afgeven alternatief 35 geregeld kan worden door keuze van de porositeit van het permeabel membraan en de vluchtigheid van de verspreidbare stof, is gevonden dat regeling van de ventilatieopeningop- 101 S 6 6 u 25 pervlakverhouding, dat is de verhouding van het oppervlak van de open ventilatieopening in de omhulling ten opzichte van het oppervlak van het blootgestelde permeabele membraan, de eenvoudigste wijze is waarop men direct de 5 tijdsduur kan beïnvloeden waarover de vulling door zal gaan met het af geven van damp. Dat wil zeggen dat hoe groter de hoeveelheid ventilatieopeningoppervlak is in lijn met het afgeefoppervlak van de passieve afgeefinrichting, hoe sneller de passieve afgeefinrichting zijn vluch-10 tige inhoud zal verspreiden. Ook wordt mogelijk beschouwd dat het ventilatieopeningoppervlak verstelbaar is, door zulke middelen als glijdende elementen welke het oppervlak van ventilatieopening regelen wat open of gesloten is, om meer of mindere snelle verdamping van de inhoud van de 15 vulling toe te staan, in overeenstemming met de persoonlijke voorkeur of behoefte van de consument. Een voorbeeld van zo een glijdend element zou een kunststof plaat zijn welke gelijkvormig is met de binnenzijde van de omhulling nabij de ventilatieopeningen, en geschikt is om verwijderd 20 te worden, of verticaal of horizontaal verplaatst te worden om het oppervlak van de ventilatieopeningen te verstellen welke open zijn voor circulatie van lucht van de binnenkant naar de buitenkant van de omhulling.

Het verlengde blad 34 kan gevormd zijn door of 25 injectiegieten of door het vormen door hitte van een thermoplastisch polymeer zoals polyethyleen, polypropyleen, polyvinylchloride en dergelijke. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de met de einden verbonden bladen 34 en de verbindende flexibele scharnierband 31 door hitte gevormd 30 als een eenheidsvormen, omvatten bij voorkeur vouwnaden 35 voor het vergemakkelijken van een 90 graden vouw. Het dunne filmdampimpermeabele membraan 41 is verbonden met het dunne filmdamppermeabele membraan 38 in de vorm van een laminaat. Dampimpermeabele film 41 is afpelbaar, zodat 35 zijn verwijdering verplaatsing toestaat van vluchtig verspreidbaar element 40 door damppermeabel membraan 38 en vervlieging in de atmosfeer. Verwijderbaar of afpelbaar 1018880 26 membraan 41 kan geschikt zijn voor gelijktijdige verwijdering van beide vullingeenheden, of van elke vullingeenheid afzonderlijk. Damppermeabel membraan 38 kan in de vorm zijn van een flexibele dunne film van een thermoplastisch 5 polymeer zoals polyethyleen, isotactisch polypropyleen, celluloseacetaat en dergelijke. Membraan 38 staat verplaatsing toe van het omsloten vluchtige verspreidbare element 40, of als vloeistof of als damp, afhankelijk van het type toegepaste membraan. Membraan 38 kan van een 10 microporeus type zijn, met submicroscopische poriën, zoals een isotactische hydrofobische propyleenfilm verkocht onder de handelsnaam CELGARD door Calanese, Ine. Micropo-reuse thermoplastische polymeerfilms zijn beschreven in octrooi 3.055.297, welke hierin is opgenomen door verwij-15 zing. Het is eveneens gunstig dat het voor damp permeabele membraan 38, welke het verspreidbare materiaal in de gelvulling omsluit transparant is, of minimaal dekkend, om aanschouwing van de inhoud van de reservoiromhulling toe te staan door de consument om de consument toe te staan de 20 resterende levensduur van de vulling te beoordelen, en dus waar te nemen wanneer vervanging nuttig is. Dit is eveneens waar voor vullingen waarin de passief verspreidbare stof in de vorm is van een verdampbare vaste stof of vloeistof in plaats van een gel.

25 Het dampimpermeabele membraan 41 kan in de vorm zijn van een flexibele dunne film zoals aluminiumfolie of nylonfilm, welke afpelbaar is van zijn adhesieve verbinding met het damppermeabele membraan 38. In een voorkeursuitvoeringsvorm is een laminaat van membraan 41 en mem-3 0 braan 3 8 voorgevormd, en dan aangebracht op blad 34 voor het bedekken van het open inwendige, en met warmte dicht gelast langs randflens 36 om de reservoirinhoud van ver-spreidbaar element 40 te omhullen. Het verspreidbare element 40 kan elk verspreidbaar materiaal zijn welke door 35 het membraan 38 kan gaan en zich in de atmosfeer kan verspreiden in dampvorm.

Naast de vormen getoond in de figuren 1-11 is 1 01 8 6 £ 0 27 het mogelijk afgeefinrichtingen te verschaffen zoals getoond in de figuren 12-19, waarin de passieve afgeefin-richting direct bevestigd kan worden aan de vernevelhou-der, of aan de decoratieve omhulling zelf, of aan een dop 5 voor de vernevelhouder bijvoorbeeld.

In één uitvoeringsvorm tonen figuren 12 en 13 een dubbele capaciteitafgeefinrichting omvattende gescheiden actieve en passieve afgeefeenheden, waarin de passieve afgeefinrichting verwijderbaar direct is bevestigd aan de 10 buitenomtrek van de actieve vernevelhouder. Op deze wijze kan de consument direct de één of de andere af geef inrichting vervangen zonder beiden te vervangen. Zoals getoond kan een conventionele vernevelhouder 51, zoals een spuitbusluchtververser verschaft zijn met een klem kraagtype 15 passieve afgeefinrichting 52. Zo een klem afgeefinrichting kan gemakkelijk gevormd worden van economische materialen, zoals kunststof, met voldoende elasticiteit dat het gemakkelijk over de diameter van de vernevelhouder kan worden gebracht. Gunstig kan zoals getoond in figuur 13 zo een 20 klem af geef inrichting een gleuf, opening of uitsparing 53 omvatten voor het positioneren van een gelvullingafgeefinrichting 54, of een andere passieve afgeefinrichting, bij voorkeur in nevenschikking met ventilatieopeningen 56 in de klem afgeefinrichting, welke circulatie van lucht in en 25 van de passieve afgeefinrichting 54 toestaan. Alternatief kan de passieve afgeefinrichting eenvoudig een enkele gelafgeefinrichtingvulling 54 omvatten welke direct bevestigd kan worden aan het oppervlak van de vernevelhouder 51, of andere vorm actieve afgeefinrichting, door zulke 30 middelen als een adhesieve steun, zoals getoond in figuur 14. Bij zo een extern aangebrachte afgeefinrichting kan de passieve afgeefinrichting de vorm aannemen van een gelafgeef inrichting, een geïmpregneerde kunststof strip, een verzadigd poreus medium, een kunststof houder van het 35 "breken om te activeren"-type, of elke andere geschikte vorm van passief vrijgavemedium, passend adhesief verbonden met of bevestigd aan de actieve afgeefinrichting.

1 0 1 . · ' ?, 0 28

Nog verder kunnen de passieve afgeefmiddelen direct ondergebracht worden in de dop of afdekking van een actieve afgeefinrichting, zoals getoond in figuur 15. Dit type actieve afgeefinrichting omvat een vernevelafgeefin-5 richting 51, zoals een spuitbusafgeefinrichting, en navul-vullingen daarvoor, waarbij de buitendop of omhulling de passieve afgeefinrichting heeft, in de vorm van bijvoorbeeld een gelafgeefinrichting, direct in de omhulling gebouwd, daarin geplaatst, of daaraan bevestigd. Dit type 10 afgeefinrichting zou erg overeen kunnen komen in uiterlijk met de afgeef inrichting uit figuur 1, maar waarbij de passieve afgeefinrichting een afzonderlijke eenheid is, een deel van de omhulling of afdekking in plaats van een deel van een dubbele navuleenheid. Zoals getoond in figuur 15 15 omvat vernevelafgeefinrichting 51 een afgeefinrichting- dop 55 met een interactieve relatie met het vernevelmecha-nisme 57 van de vernevelafgeefinrichting. Een gelvulling 54 of andere passieve afgeefinrichting past in een ontvangende holte of gleuf in de afgeefdop 55, om het verdampen-20 de oppervlakgebied daarvan in aangrenzing te plaatsen met de ventilatieopeningen 56, in de afgeefinrichtingdop.

Nog een andere uitvoeringsvorm is getoond in figuren 16 en 17, waarbij de bovendop 55 zelf een houder of reservoir is voor een vaste, vloeibare of gel passieve 25 verspreidbare stof 59. In dit geval kan de impermeabele barrière 58 extern zijn ten opzichte van de ventilatieopeningen 56, in de omhulling of bovendop. De bovendop kan voorzien zijn van één of meer ventilatieopeningoppervlak-ken 56, welke zijn afgedicht door de afpelbare of verwij-30 derbare impermeabele barrière 58 wanneer verschaft aan de uiteindelijke consument, die dan kan kiezen om één of meer van de ventilatiopeningoppervlakken te openen om de gewenste mate van afgeven van passief verspreidbare stof te verkrijgen. Zoals in de vorige uitvoeringsvorm kan de 35 bovendop 55 zo ontworpen zijn om over de vernevelafgeef-middelen 57 van een vernevelafgeefhouder 51 te passen en deze samenwerkend aan te grijpen. In dit type afgeefin- 101.';; 0 29 richting zal enkel het neerwaarts drukken van de bovendop of omhulling de nevelafgevende middelen activeren wat een plotseling vrijkomen van een actieve verspreidbare stof verschaft. In zo een uitvoeringsvorm kan de consument één 5 of beide van de actieve afgeefmiddelen (de vernevelhouder en vernevelafgeefmiddelensamenstel) en de passieve afgeefmiddelen (de bovendop, omvattende de passieve verspreidbare stof) vervangen op een gegeven tijdstip. Omdat elk afgeefmiddel één van een aantal verschillend verspreidbare 10 stoffen kan bevatten, zijn een groot aantal alternatieven beschikbaar voor de consument.

Overeenkomstig kan de dubbele capaciteitafgee-finrichting de vorm aannemen van een afgeefinrichting met geringe afmetingen, omvattende een laag blad of houder met 15 passieve verspreidbare stof, gedeeltelijk of geheel een actieve vernevelhouder omringend of omvattend, zoals getoond in figuren 18 en 19. In deze uitvoeringsvorm past een bovenste behuizing 60 met geringe afmetingen met ventilatieopeningen 66 over zijn gehele rand of gedeelte 20 daarvan, boven een passieve afgeefinrichting met geringe afmetingen 61, welke een centrale vernevelafgeefinrichting 62 omvat. Zoals bij de vorige besproken uitvoeringsvorm kan de bovenste behuizing 60 het vernevelafgeefmechanisme 63 van de vernevelafgeefinrichting samenwerkend aangrij-25 pen, zodat enkel het neerwaarts drukken van de bovenste behuizing een plotseling vrijkomen van vrij te geven actieve verspreidbare stof veroorzaakt. De bovenste behuizing kan verwijderbaar bevestigd zijn aan de passieve afgeefinrichting 61 zoals door schroeven, klemming, druk-30 king, of andere conventionele verbindingsmiddelen welke directe verwijdering toestaan. De passieve afgeefinrichting 61 omvat een houder 64, bij voorkeur met geringe afmetingen, welke een passieve verspreidbare stof 65 omvat. De passieve verspreidbare stof kan gevormd zijn 35 door een vaste stof, een vloeistof, of een gel, en is beschermd door een afpelfolie 67 of impermeabele barrière welke adhesief verbonden is met de bovenste flens 68 van t 0 1 i: i' o 0 30 de houder 64.

Naast de boven beschreven uitvoeringsvormen zullen andere passende opstellingen welke een actief afgeefmiddel en een passief afgeefmiddel combineren, 5 duidelijk zijn voor de vakman. Bijvoorbeeld zou een balg-middel voor expulsie van verzadigde lucht een passende actieve afgeefinrichting vormen, omdat het afhankelijk is van een actie van de consument om verspreidbaar materiaal aan de atmosfeer te leveren, terwijl verzadiging van de af 10 te geven lucht bereikt kan worden door verdamping van een verspreidbare stof van een reservoir van passief verspreidbaar materiaal naar een apart reservoir voor verspreiding door de werking van de balg. Verder kunnen passieve afgeefinrichtingen beschouwd worden zulke midde-15 len te omvatten als verwarmde substraten welke geïmpregneerd of verzadigd zijn met een vloeibare passief verspreidbare stof, als wel verhitte gelvullingen, vaste verspreidbare stoffen, of dergelijke. Nog verder kunnen passieve afgeefinrichtingen gecombineerd worden met zulke 20 luchtstromingsmiddelen zoals ventilatoren, of aangedreven door een veer of elektrisch, om de distributie te vergroten van passief afgegeven verspreidbare stoffen. Actieve afgeefinrichtingen omvatten pompen, spuitbussen, afgeefin-richtingen aangedreven door voortstuwingsmiddelen, en 25 blaascontractiemiddelen of balgen. Naast de dubbele capa-citeitafgeefinrichtingen welke hierboven beschreven zijn, omvat de uitvinding afgeefinrichtingen met zowel actieve als passieve afgeefinrichtingen waarbij de passieve afgee-finrichting verwarmd is en/of onderworpen is aan gedwongen 30 luchtstroming, zoals in een door batterijen werkende of in-plug eenheid, waarbij de eenheid eveneens een knop omvat of een mondstuk geactiveerde afgeefinrichting, dat wil zeggen een actieve afgeefinrichting. Zo een afgee-f inrichting zou van bijzonder belang zijn voor zulke 35 plaatsen als een keukenbar, waar het in een wandcontactdoos zou kunnen worden gestoken voor vergrote passieve verschaffing van een luchtververser, terwijl het beschik- 10186^0 31 baar blijft voor een vernevelafgave van een actief verspreid materiaal zoals een parfum of reukverdrijver.

Typisch is een passend element voor invoeging in de verdampbare vulling of passieve afgeefinrichting voor 5 de onderhavige uitvinding een parfum, luchtververser, reukverdrijver, geurverdrijver, stankbestrijder, insecticide, insectenwerend middel, medicinale substantie, desin-fectant, reiniger, stemmingsversterker, aromatherapiesa-menstelling of dergelijke, in vloeibare of gelvorm, hoewel 10 gels van voorkeur zijn voor de onderhavige uitvinding. Bij voorkeur is het parfum of de luchtververser een parfum omvattende één of meer vluchtige organische samenstellingen welke beschikbaar zijn gesteld door parfumleveranciers zoals Firmenich Inc., Takasago Inc., Noville Inc., Quest 15 Co., International Flavors & Fragrances, and Givaudan-Rou-re Corp. De meest conventionele parfummaterialen zijn vluchtige etherisch oliën. Het parfum kan een synthetisch gevormd materiaal zijn, of een natuurlijke afgeleide olie zoals "Bergamot", Bitter Orange, lemon, Mandarin, Caraway, 20 Cedar Leaf, Clove Leaf, Cedar Wood, Geranium, Lavender, Orange, Origanum, Petitgrain, White Cedar, Pathouli, Lavandin, Neroli, Rose absolute" en dergelijke.

Een brede variëteit chemicaliën zijn bekend voor parfumering, zoals aldehyden, ketonen, esters, alcoholen, 25 terpenen en dergelijke. Een parfum kan relatief eenvoudig in samenstelling zijn, of kan een complex mengsel zijn van natuurlijke en synthetische chemische componenten. Synthetische types van parfumsamenstellingen, alleen of in combinatie met natuurlijke oliën, zijn beschreven in de 30 Amerikaanse octrooien 4.324.915; 4.411.829; en 4.434.306; welke hierin zijn opgenomen door referentie. Andere kunstmatige vloeibare parfums omvatten geraniol, geranylace-taat, eugenol, isoëugenol, linalool, linalylacetaat, fenethylalcohol, methylethylketon, methylionon, isobomyla-35 cetaat, en dergelijke.

Een vloeibare parfum kan eveneens gevormd worden tot een thixotrope gel door de toevoeging van een verdik- 101?· · i? ö 32 kingsmiddel, zoals een cellulosemateriaal, een polymeer-verdikker of een "fumed silica" van het type op de markt gebracht onder het Cabosil handelsmerk door Cabot Corporation. Een parfurnelement kan eveneens in de vorm zijn van 5 een kristallijne vaste stof, welke de mogelijkheid heeft te sublimeren tot de dampfase bij omgevingstemperaturen. Een kristallijn parfumuitgangsmateriaal kan gekozen zijn uit organische samenstellingen welke "vaniline, ethylvani-line, coumarin, tolalid, calone, heliotropeen, muskxyioï, 10 cedrol, muskketonbenzofenon, raspberryketon, methylnaftyl-ketonbèta, fenylethylsalicylaat, veltol, maltol, maplelac-ton, proëugenolacetaat, evemyl" en dergelijke omvatten. Dit type parfum kan een lange termijnluchtbehandelingmoge-lijkheid bijdragen aan een luchtververserafgeefinrichting 15 voor gebruik in de onderhavige uitvinding. Veel van zulke parfums zijn eveneens passend voor aanpassing om gebruikt te worden in de vernevelafgeefwijze van de onderhavige uitvinding.

20 Voorbeeld 1

Een dubbele functieluchtververser was vervaardigd in de vorm van figuur 1, gebruikmakend van een actieve vloeistofverneveleenheid omvattende een complexe flora-25 le parfum, omvattende Takasago RE 3792/E en een passieve tijdvrijgavevulling met een gel daarin omvattende een begeleidende parfum, Takasago RI 1962/2. De vloeistofaf-geefinrichting had een dosis afmetende klep zodat de navuleenheid in staat was tot het vernevelen van 90 afge-30 meten vernevelingen van de luchtververser. De gelvulling gaf, na verwijdering van het impermeabele membraan welke de gel af dekte, luchtververser vrij over een periode van ongeveer 30 dagen, met een ventilatieopeningoppervlak in de omhulling van ongeveer 48% van het oppervlak van bloot-35 liggende gel. Gevonden werd dat bij normaal gebruik zowel de vernevelafgeef inrichting als de gelaf geef inrichting nagenoeg uitgeput of leeg waren na ongeveer 30 dagen.

1 o ^ se so 33

Voorbeeld 2

Een dubbele functie-afgeefinrichting was gevormd in overeenstemming met de vorm van figuur 1, met een 5 vernevelafgeefinrichting van Takasago RE 3792/E-parfum, en een dampafgeefinrichting omvattende een lange termijnaf-geefinrichting van Takasago RI 1962/2-parfum. Deze afgee-finrichting werd vergeleken met een Glade®-insteekafgee-finrichting met dezelfde parfum als de passieve afgeefin-10 richting, over een periode van 30 dagen, en bleek een grotere nuttigheid te hebben doordat een direct effect van het parfum direct beschikbaar was bij het actieve gebruik van de dubbele capaciteitafgeefinrichting. De passieve afgeefinrichting met een 47%-ventilatieopeningoppervlak 15 bleek bij acceptatietesten "te sterk" te zijn na drie dagen door 3% van de beoordelaars, terwijl de insteekaf-geefinrichting "te sterk" werd bevonden na drie dagen door 19%. Omgekeerd werd het passieve gebruik van de dubbele capaciteitafgeefinrichting beoordeeld als "juist goed" 20 door 88%, terwijl de insteekaf geef inrichting zo werd beoordeeld door 79%. Na 30 dagen werd de passieve modus van de dubbele capaciteitafgeefinrichting "juist goed" beschouwd door 58%, en "te zwak" door 37% van de beoordelaars, terwijl de insteekafgeefinrichting "juist goed" 25 werd beoordeeld door 67% en "te zwak" door slechts 19% van de beoordelaars. Deze beoordelingen geven het feit weer dat de dubbele capaciteit passieve modusafgeefinrichting nagenoeg geheel vrij was van verspreidbaar materiaal aan het einde van 30 dagen, terwijl de insteekeenheid een 30 grotere hoeveelheid overblijvend verspreidbaar materiaal had en doorging met het afgeven van zulk materiaal met een hogere snelheid dan de ander.

Voorbeeld 3 35

Een verneveleenheidafgeefinrichting voor een reukverdrijversamenstelling wordt gecombineerd met een

1 0 ; b - >' Q

34 passieve afgeefinrichting voor een luchtververser daaraan bevestigd door een klemkraag. Door het vernevelen van de reukverdrijver, kan de consument stank of rook verspreiden naar wens, terwijl de passieve afgeefinrichting van de 5 luchtververser een achtergrondatmosfeer creëert met een aangename reuk.

Voorbeeld 4 10 Een dubbele capaciteitnavuleenheid was bereid, omvattende een vernevelafgeefinrichting voor een complexe florale parfum, met een dubbele gelvullingeenheid omvattende een gelvorm van een begeleidende parfum. Na uitputting van de afgeef reservoirs uit voorbeeld 1 werd deze 15 dubbele capaciteitnavuleenheid in de omhulling geplaatst om de uitgeputte actieve en passieve afgeefinrichtingen te vervangen. De afgeefeenheid was toen beschikbaar voor voortgezet gebruik voor een additionele tijdsperiode.

20 Voorbeeld 5

Een enkele gelvulling omvattende een complexe florale parfum werd bereid, en gebruikt om slechts de passieve afgeefinrichting te vervangen in de klemkraag van 25 de dubbele capaciteitafgeefinrichting van figuur 3, wat de vrijheid van de consument illustreert om één afgeefinrichting te vervangen zonder vervanging van de andere.

Voorbeeld 6 30

Een dubbele capaciteitafgeefinrichting werd bereid voor insectenbeheersing. Een vernevelafgeefinrichting voor insecticide wordt omringd door een houder met geringe afmetingen voor een vluchtig insectenwerend mid-35 del. Het vluchtige materiaal is afgedekt met een folie, welke verwijderd wordt voor activering van het insectenwe-rende middel. Deze afgeefinrichting is geschikt voor 1 ff ' k & π 35 gebruik als een lange termijn insectenwerend middel afgee-finrichting, met een verneveleenheid voor snelle werking op insecten wanneer deze bij de consument mochten komen.

5 Voorbeeld 7

Een vernevelhouder voor reiniger is bereid als een actieve afgeefinrichting, omvattende een geurverdrij-ver in de bovendop als een passieve afgeefinrichting. Een 10 spuitbusluchtreiniger, omvattende triëthyleenglycol met een passende parfum als de verspreidbare reinigende nevel, met een standaard vernevelklep, wordt gecombineerd met een houtskoolgeurabsorber, in de vorm van deeltjes carbon gelijmd op een geweven steun om luchtstroming te maximali-15 seren. Deze dubbele capaciteitafgeefinrichting bleek een grote nuttigheid te hebben in keuken- en badgebieden.

Uit de bovenstaande discussie, voorbeelden en figuren kan gezien worden dat de onderhavige uitvinding een multicapaciteit dubbele functie-afgeefinrichting omvat 20 voor verspreidbare elementen, zoals parfums of luchtverversers. Met dubbel gebruik of dubbele capaciteit wordt bedoeld dat ten minste twee verschillende wijzen van verspreiding omvat zijn en toegepast worden in een enkele afgeef inrichting, en dat de twee onafhankelijk zijn van 25 elkaar. In de voorkeursuitvoeringsvorm omvat de afgeefinrichting een actief korte termijn, of direct afgeeforgaan, zoals een vernevelafgeefinrichting, in combinatie met een lange termijn of tijdseifectieve passieve afgeefinrichting van de verdampende modus, dat wil zeggen een houder van 30 een verdampbaar medium.

Ten opzichte van de korte termijn, of vernevel-medium, is het van voorkeur dat afgemeten doseringverne-velhouders gebruikt worden, zodat gecontroleerde hoeveelheden medium worden vrijgegeven op een gegeven gebruiks-35 tijdstip. Op deze wijze kan een vooraf bepaald aantal vernevelingen, of toepassingen, verschaft worden voor, door vooraf bepalen van het volume van de vernevelhouder, 101 6i:; o 36 het onder druk brengen daarvan, en het volume medium wat vrijgegeven wordt bij elke verneveltoepassing door de consument. Op deze wijze kan men, gebaseerd op statistische analyse van typisch consumentengebruik, de levensver-5 wachting van de verneveleenheid voorspellen, en dienovereenkomstig een lange termijn of verdampende component selecteren voor de dubbele capaciteitafgeefinrichting welke een overeenkomstige levensduurverwachting heeft, bij normale- of omgevingstemperaturen van gebruik. Op zo een 10 wijze, wanneer beide wijzen van afgeven uitgeput zijn op ongeveer hetzelfde tijdstip, merkt en reageert de consument het meest waarschijnlijk op de behoefte voor navullen of vervanging van de af geef inrichting. Het is een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding dat de 15 vernevelhouder en verdampend mediumhouder, bij voorkeur een gelhouder, op hetzelfde tijdstip vervangen worden, in de vorm van een dubbele capaciteitnavuleenheid, omvattende zowel een vernevelhouder en een gelhouder van dezelfde of complementaire luchtverversers of parfums. Zulke navuleen-20 heden kunnen verschaft worden als een eenheidsopbouw of verpakking voor simultane koop, of kunnen verschaft worden als complementaire structuren of verpakkingen voor afzonderlijke koop door de consument voor latere combinatie en invoeging in de omhulling of mantel van de afgeefin-25 richting, welke niet vervangen behoeft te worden na uitputting of gebruik van de inhoud daarvan. Zoals het geval bij "Lasting Mist®"-afgeefinrichting welke commercieel verkrijgbaar is van S.C. Johnson & Son, Inc. of Racine, Wisconsin, kan de afgeefinrichting van de onderhavige uit-30 vinding een lichaam omvatten welke een vervangbare vulling accepteert, welke een gebruiker of consument in een open vullingontvanger plaatst. De afgeefinrichting kan dus zo gevormd worden om een navuleenheid te accepteren omvattende een gepaarde set vervangingseenheden voor de verne-35 velhouder en de gel of verdampbaar medium houder, of, alternatief, kan de afgeefinrichting gevormd zijn zodat de vernevelhouder en de verdampbaar medium houder onafhanke- 1 0 1 i\ '1 o 37 lijk van elkaar vervangen kunnen worden. Begrepen wordt dat door de term "onafhankelijk van elkaar" het simultaan vervangen van beide eenheden niet uitgesloten wordt, maar dat beoogd wordt dat de consument de optie heeft om één of 5 beide van de vernevelhouder en de verdampbaar medium houder op een gegeven tijdstip te vervangen, en dat vervanging van beide op één tijdstip noch vereist noch uitgesloten is. De actieve en passieve afgeefeenheden en de navuleenheden daarvan hoeven dus niet met elkaar verbonden 10 te zijn, of daartoe, met de externe omhulling of buitenzijde van de dubbele capaciteitafgeefinrichting. Direct kan gezien worden dat navuleenheden in de omhulling geplaatst kunnen worden op een niet bevestigde wijze, met, bijvoorbeeld, de passieve eenheid enkel rustend tussen de 15 actieve afgeefinrichting en de omhulling.

Vernevelhouders geschikt voor gebruik met de onderhavige uitvinding kunnen, in het algemeen, een spuitbus of pompafgeefhouder omvattende een insluitvolume voor het te vernevelen medium omvatten, en een klepsteel welke in 20 verbinding staat met een vernevelmonsdstukopening van de afgeefinrichting. De houder kan geactiveerd worden door bedieningsmiddelen welke opgenomen zijn in de afgeefin-richtingomhulling of -mantel waarin de houder geplaatst kan worden voor gebruik, of de vernevelhouder kan compleet 25 zijn met bedieningsmiddelen, dat wil zeggen een vernevel-mondstuksamenstel, voor gebruik met wisselende afgeefinrichtingen. De vernevelhouder kan verschaft worden met een vernevelmedium van keuze, gekozen uit de verschillende beschikbare vernevelmedia, zoals parfums, insecticiden, 30 medicijnen, etcetera onder druk in het insluitvat, in het algemeen een metalen blik van het type welbekend in de stand der techniek. Een klepsteel en mondstukopening zijn verschaft welke een vloeistofverbinding verschaffen tussen de media onder druk in de houder, en met de vernevelboven-35 kant door welke de media onder druk kunnen ontsnappen van de klepsteel. Het vernevelleversysteem omvat verder klep-middelen voor het regelen van de vrijgave van materiaal 1 0 1 η C fi 0 38 onder druk, in de vernevelopening, welke klepmiddelen manueel bedienbaar zijn door de gebruiker. Bij voorkeur is het klepmiddel een conventionele spuitbusklep. De klep van voorkeur welke gebruikt wordt als het middel voor het 5 regelen van de vrijgave van materiaal of media onder druk, is een klep welke een enkele, afgemeten ontlading van materiaal onder druk levert, elke keer dat de klepsteel bediend wordt. In elk geval is het klepmiddel manueel bedienbaar door de gebruiker van de dubbele functie-afgee-10 finrichting. In het algemeen is de omhulling van de afgee-finrichting van de onderhavige uitvinding zo gevormd om gemakkelijk en comfortabel in de hand van de gebruiker te worden gehouden wanneer het gewenst is om het vernevelme-dium te gebruiken. Echter is het ook gewenst dat de omhul-15 ling van de af geef inrichting zo gevormd is om decoratief en niet opdringerig te zijn, zodat het duidelijk in het zicht kan worden gelaten voor het afgeven van het verdamp-bare medium. Aldus kunnen de omhulling van de afgeefinrichting, en de afgeefmiddelen daarmee verbonden, een 20 omhulling omvatten welke eenvoudig neerwaarts kan worden gedrukt voor het activeren van het vernevelmechanisme, terwijl de afgeefinrichting in het zicht wordt gelaten op een balie of bovenkant van een tafel, als een decoratief voorwerp welke als een passieve afgeefinrichting werkt 25 voor hetzelfde of een verschillend materiaal zoals wordt afgegeven door de verneveling.

Hoewel het mogelijk is dat de spuitbushouder en verbonden hardware permanent aangebracht zijn binnen de omhulling of mantel van de afgeefinrichting volgens de 3 0 uitvinding, is het in plaats daarvan van voorkeur dat de binnenste oppervlakken van de afgeefomhulling zo gevormd zijn dat de spuitbushouder, zijn bijbehorende klepsteel, en de verdampbare media houder en gerelateerde structuren een enkele eenheid kunnen omvatten welke verwijderbaar is 35 van de omhulling en vervangbaar door een navuleenheid welke gelijke elementen omvat.

Een voordeel van de onderhavige uitvinding is de 10180*0 39 constante vrijgave van een luchtververser, bijvoorbeeld van de verdampbare vulling, of passieve afgeefinrichting, welke aldus een constant en lange termijneffect verschaft, terwijl de consument, naar zijn of haar keuze, het effect 5 van de luchtververser kan vergroten door het bedienen van de vernevelhouder voor het verkrijgen van extra luchtververser of parfum bijvoorbeeld, zoals gewenst of vereist. Ook binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding wordt beschouwd om verschillende samenstellingen 10 te gebruiken voor de actieve vernevelcomponent en de passieve component, voor het verschaffen van verschillende effecten. Bijvoorbeeld zou de vernevelcomponent een geur-verdrijver kunnen zijn, om men toe te staan om onaangename geuren tegen te gaan zoals in een keuken of toilet, ter-15 wijl de passieve afgeefinrichting een parfum zou kunnen zijn, om een aangename omgevingsgeur te verschaffen in een kamer of gegeven gebied wanneer echt onaangename geuren niet aanwezig zijn. Overeenkomstig kan men een vernevelaf-geefinrichting verschaffen met een insectenwerend middel 20 of insecticide, in combinatie met een lange termijn passieve afgeefinrichting met insecticide of een insecticide-vermeerderregelaar.

Ook dient begrepen te worden dat de term vluchtig materiaal zoals gebruikt in combinatie met de passief 25 verspreide stof, bedoeld is te refereren aan een materiaal welke onderhevig is aan verdamping of verstuiving als zijn primaire wijze van verspreiding. Dit betekent niet dat de actief verspreide materialen niet "vluchtig" kunnen zijn in de normale betekenis van het woord, omdat zulke materi-30 alen als parfums natuurlijk vluchtig zijn. Het onderscheid dat gemaakt moet worden is dat onderscheid tussen actieve verspreiding en passieve verspreiding, met de term vluchtig hierin betrekking hebbend op die materialen welke passief afgegeven zijn, dat wil zeggen die welke worden 35 verspreid door verdamping of vervlieging.

Verder wordt, wanneer aangeduid wordt dat het actief afgegeven materiaal en het passief afgegeven mate- 1015:: 5 n 40 riaal "dezelfde" kunnen zijn, niet bedoeld te impliceren dat de twee chemisch identiek zijn, maar dat de twee tot dezelfde klasse of groep van passende materialen kunnen behoren, om aan te geven dat beide parfums zijn, beide 5 reinigers zijn, beide insecticiden zijn enzovoorts. Zoals hiervoor aangeduid, is goed bekend dat een gegeven specifieke samenstelling niet goed behoeft te functioneren als zowel een passief verspreide stof en als een actief, of vernevelde, verspreide stof. Echter wanneer wordt aangege-10 ven dat het actief afgegeven materiaal en het passief afgegeven materiaal "verschillen", wordt bedoeld dat dit impliceert dat de twee niet chemisch identiek zijn, maar niet de mogelijkheid uitsluiten dat beide tot dezelfde klasse of groep van verspreidbare stoffen behoren. Het is 15 dus mogelijk dat de actieve- en passieve verspreidbare stoffen kunnen verschillen, maar beide parfums kunnen zijn bijvoorbeeld.

Hoewel onderhavige uitvinding beschreven is met betrekking tot wat momenteel beschouwd worden als de voor-20 keursuitvoeringsvormen, dient begrepen te worden dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvormen. Bijvoorbeeld is de beschrijving van voorbeelden voorzien in termen van parfums en luchtverversers, terwijl het duidelijk is dat andere verspreidbare materialen, 25 zoals insectenwerende middelen en andere hierboven aangeduide verspreidbare stoffen kunnen worden gebruikt. Dienovereenkomstig is de uitvinding bedoeld om verschillende modificaties en equivalente opstellingen te bestrijken die binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies 30 vallen.

De praktische bruikbaarheid van de dubbele func-tie-afgeefinrichting en navulvullingen welke hierin beschreven zijn met betrekking tot het af geven van verspreidbare media welke conventioneel geleverd worden door 35 een spuitbusleversysteem, of door verdamping, omvattende, slechts als voorbeeld, luchtparfumerings- of insectenbe-heersverspreidbare elementen en dergelijke, zal duidelijk 1018B60 41 zijn voor de vakman. Behalve de spuitbushouder kunnen alle hierin beschreven delen vervaardigd zijn van geschikte kunststoffen door conventioneel gieten of andere kunst-stofvervaardigingstechnieken. De spuitbushouder kan ver-5 vaardigd zijn op conventionele wijze van aluminium of andere passende metalen, met een conventioneel afmetend of niet-afmetend klepmiddel. De verdampbare mediumhouder kan vervaardigd zijn van kunststoffen, metaal, papier, keramiek, of gelamineerd materiaal, of combinaties daarvan.

1018S60

Claims (5)

1. Dubbele functie muiticapaciteitafgeefinrichting, welke afgeefinrichting ten minste één nevelafgeefinrichting heeft, omvattende een reservoir voor een tot nevel verspreidbaar materiaal en middelen om het tot nevel 5 verspreidbare materiaal af te geven aan de atmosfeer, ten minste één gelvullingafgeefinrichting omvattende een reservoir voor een vluchtig verspreidbaar materiaal en middelen om verdamping van het vluchtig verspreidbare materiaal te regelen, en verder omvattende middelen om de 10 verdamping van het vluchtig verspreidbare materiaal te vergroten.

2. Dubbele functiemulticapaciteitafgeefinrichting volgens conclusie 1, waarbij de vergrotende middelen een ventilator omvatten.

3. Dubbele functiemulticapaciteitafgeefinrich ting volgens conclusie 1, waarbij de vergrotende middelen middelen omvatten om het vluchtig verspreidbare materiaal te verhitten.

4. Dubbele functiemulticapaciteitafgeefinrich- 20 ting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de ten minste ene nevelafgeefinrichting en de ten minste ene gelvullingafgeef inrichting elk een verspreiding afgeven gekozen uit de groep omvattende parfums, luchtverversers, reukverdrij-vers, geurverdrijvers, stankbestrijders, insecticiden, 25 insectenwerende middelen, medicinale substanties, desin-fectanten, reinigers, stemmingsversterkers, en aromathera-piesamenstellingen.

5. Dubbele functiemulticapaciteitafgeefinrich ting volgens een der conclusies 1-4, waarin de gelvulling 30 een damppermeabel membraan omvat om verdamping van het vluchtig verspreidbare materiaal toe te staan. 1018 ; h 0