NL9100089A - Verdamper met gecombineerde continu- en instantactieve werking. - Google Patents

Description

Titel: Verdamper met gecombineerde continu- en instant- actieve werking

De uitvinding heeft betrekking op een verdamper met gecombineerde continu- en instant-actieve werking. Dat wil zeggen een verdamper die constant door opzuiging en verdamping de actieve stof vrijgeeft en indien gewenst instantaan een grote lading van de actieve stof kan vrijgeven.

Bekend zijn verdampers met een continue werking, voorzien van een poreus, opzuigend medium en een verdampingsoppervlak, gevuld met een oplossing van een actieve stof, zoals insecticide, medicinale stof voor medicinale toepassingen, of gevuld met parfum of geurvernietiger voor cosmetische toepassingen of voor de toepassing als luchtverfrisser.

Bekend zijn ook instant-actieve verstuivers, bijvoorbeeld een vervormbare knijpflacon met daarin een dompelbuiskanaal, waarbij vloeistof wordt verstoven door in de flacon druk op te wekken en via de dompelbuis vloeistof uit te drijven die vlak voor het uittreden wordt gemengd met lucht die boven de vloeistof in de flacon aanwezig is. Een variant hiervan is de spuitbus.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verdamper die beide werkingsprincipes combineert en die eenvoudig en economisch is te vervaardigen.

Dit doel wordt bereikt door de verdamper, voorzien van een gedeeltelijk met vloeibare actieve stof te vullen houder met een althans plaatselijk elastisch vervormbare wand, te voorzien van twee dompelbuiskanalen die zich uitstrekken van een plaats nabij de houderbodem tot de bovenzijde van de houder, waarbij het ene kanaal uitmondt in een verstuivingsmondstuk en het andere kanaal een lont of dergelijk opzuigend materiaal bevat en uitmondt in een, naar de buitenlucht openende verdampingsruimte.

Via de lont zal continu actieve stof bevattende vloeistof worden opgezogen die in de naar de buitenlucht openende verdampingsruimte kan verdampen. Door in de houder te knijpen kan via het verstuivingsmondstuk tijdelijk een grote hoeveelheid vloeistof worden verstoven.

Een eenvoudige en economische vervaardiging kan worden bereikt door het verstuivingsmondstuk, de verdampingsruimte en tenminste één van de dompelbuiskanalen uit te voeren als één vormstuk dat ter afsluiting van de houder in de opening daarvan kan worden vastgeklikt.

In nadere uitvoering van de uitvinding kunnen het verstuivingsmondstuk en de verdampingsruimte door één gemeenschappelijk deksel afsluitbaar zijn teneinde verdamping te voorkomen voordat de verdamper in gebruik wordt genomen.

Verder kan, in nadere uitvoering van de uitvinding, het verstuivingsmondstuk in hoofdzaak concentrisch binnen de verdampingsruimte zijn gevormd en kan de lont een langwerpig deel hebben dat zich in het betreffende dompelbuiskanaal uitstrekt en een zich dwars daarop uitstrekkend deel dat zich in de verdampingsruimte om het verstuivingsmondstuk uitstrekt.

Een dergelijke, bijvoorbeeld T-vormige lont kan met het been in het betreffende dompelbuiskanaal worden geplaatst terwijl het dwarsstuk in de verdampingsruimte om het verstuivingsmondstuk wordt gebogen.

Teneinde te verhinderen dat tijdens tijdelijke drukopwekking in de houder vloeistof in het dompelbuiskanaal dat de lont bevat en in de verdampingsruimte wordt geperst kunnen de afmetingen van de lont en die van de dompelbuis die de lont bevat zodanig op elkaar worden afgestemd dat de vloeistof de lont in de dompelbuis niet kan passeren.

Een andere mogelijkheid voor het verhinderen van het, tijdens de tijdelijke drukopwekking, naar boven stromen van vloeistof door het dompelbuiskanaal kan worden verkregen door een terugslagklepvoorziening aan te brengen in het ondereinde van de dompelbuis waarbij deze bijvoorbeeld wordt gevormd door een kogel die met radiale speling in het benedendeel van het dompelbuiskanaal is opgenomen en die met axiale speling wordt begrensd door twee vernauwingen in het kanaal, waarvan de bovenste een klepzitting voor de kogel vormt waardoor het kanaal wordt afgesloten wanneer de druk in de houder toeneemt terwijl een eventueel overschot van vloeistof in de verdampingsruimte naar de houder terug kan vloeien.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld worden besproken.

Fig. 1 toont een doorsnede in lengterichting van de verdamper; fig. 2 toont een dwarsdoorsnede van de verdamper; en fig. 3 toont een zijaanzicht van de lont.

De verdamper 1 van het uitvoeringsvoorbeeld die bijvoorbeeld kan dienen als luchtverfrisser omvat een houder 2, een bovenkap 3, een lont 4, een deksel 5, dat gedeeltelijk is aangegeven op de linkerzijde van fig. 1 en dat dient om de verdamper voor de ingebruikname af te sluiten, en een plug 6.

De plug 6 is één vormstuk en wordt door middel van een snapverbinding 7 op de opening van de houder 2 bevestigd en bevat een verstuivingsmondstuk 8 van waaruit zich een dompelbuiskanaal 9 uitstrekt tot aan een plaats nabij de houderbodem. Verder is de plug 6 voorzien van een tweede dompelbuiskanaal 10 dat zich uitstrekt vanaf een verdampingsruimte 11 die rond het verstuivingsmondstuk 8 is aangebracht tot aan een plaats nabij de houderbodem. In de onderzijde van het dompelbuiskanaal 10 is een terugslagklepvoorziening 12 aangebracht. De terugslagklep 12 in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een kogel 13 die met radiale speling is opgenomen in het benedendeel van het dompelbuiskanaal 10 en die met axiale speling wordt begrensd door twee vernauwingen in het kanaal 10 waarvan de bovenste een klepzitting 14 voor de kogel 13 vormt waardoor het kanaal 10 wordt afgesloten wanneer de druk in de houder 2 toeneemt.

De lont 4 is vervaardigd van poreus vloeistof opzuigend materiaal en is T-vormig. In fign. 1 en 2 is de lont 4 ten behoeve van de duidelijkheid niet aangegeven. Wanneer de lont 4 zich in de verdamper 1 bevindt is het been 15 van de T-vormige lont 4 in de dompelbuis 10 gelegen en is de dwarsbalk 16 van de T-vormige lont 4 opgerold en ligt tegen de binnenwand van de verdampingsruimte 11. De dwarsbalk 16 vormt het verdampingsoppervlak van de lont 4.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Essentieel is het dat volgens de uitvinding een verdamper wordt verkregen die een instant-actieve werking combineert met een continue werking voor het verkrijgen van een achtergrondgeur.

Claims (6)

1. Verdamper voorzien van een gedeeltelijk met vloeibare actieve stof te vullen houder met een althans plaatselijk elastisch vervormbare wand, voorzien van twee dompelbuiskanalen die zich uitstrekken van een plaats nabij de houderbodem tot de bovenzijde van de houder, waarbij het ene kanaal uitmondt in een verstuivingsmondstuk en het andere kanaal een lont of dergelijk opzuigend materiaal bevat en uitmondt in een naar de buitenlucht openende verdampingsruimte.

2. Verdamper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verstuivingsmondstuk, de verdampingsruimte en tenminste één van de dompelbuiskanalen als één vormstuk zijn uitgevoerd dat ter afsluiting van de houder in de opening daarvan kan worden vastgeklikt.

3. Verdamper volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het verstuivingsmondstuk en de verdampingsruimte door een gemeenschappelijk deksel afsluitbaar zijn.

4. Verdamper volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het verstuivingsmondstuk in hoofdzaak concentrisch binnen de verdampingsruimte is gevormd en de lont een langwerpig deel heeft dat zich in het betreffende dompelbuiskanaal uitstrekt en een zich dwars daarop uitstrekkend deel dat zich in de verdampingsruimte om het verstuivingsmondstuk uitstrekt.

5. Verdamper volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het ondereinde van het kanaal dat de lont bevat een terugslagklepvoorziening is aangebracht.

6. Verdamper volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de terugslagklepvoorziening wordt gevormd door een kogel die met radiale speling in het benedendeel van het kanaal is opgenomen en die met axiale speling wordt begrensd door twee vernauwingen in het kanaal, waarvan de bovenste een klepzitting voor de kogel vormt.