NL1018512C1 - Automatisch kassasysteem. - Google Patents

Description

> I

-1 -

Titel: Automatisch kassasysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kassasysteem, bruikbaar voor toepassing in bijvoorbeeld een supermarkt, waar vaak meerdere klanten tegelijk aanwezig zijn, en waarbij doorgaans elke klant meerdere boodschappen wil 5 afrekenen. De klant heeft die boodschappen verzameld in een boodschappenmand of boodschappenwagen, en arriveert bij een kassa. Traditioneel is die kassa bemand, dat wil zeggen dat er personeel (een kassière) aanwezig is. Bij conventionele kassasystemen zal die kassière de prijs van elk individueel 10 artikel aanslaan op een kasregister. Tegenwoordig zijn de artikelen doorgaans voorzien van een streepjescode, en zijn de modernere kassasystemen voorzien van een streepjescode-lezer die is aangesloten op het kasregister; bij dit soort systemen zal de kassière elk artikel oppakken, en dat artikel, met de 15 streepjescode naar de streepjescode-lezer gericht, door het kijkveld van de streepjescode-lezer bewegen. Dit gaat al veel sneller dan het handmatig invoeren van de prijs.

De noodzakelijke aanwezigheid van bedienend personeel (kassière) is een nadeel van de bekende kassasystemen. Bij een 20 kassasysteem vormen de personeelskosten een aanzienlijk deel van de exploitatiekosten. Voorts zal voor het bedienend personeel ruimte moeten worden vrijgehouden, hetgeen impliceert dat opeenvolgende kassasystemen op relatief grote onderlinge afstand geplaatst moeten worden; omgekeerd, bij een 25 bepaalde beschikbare ruimte betekent dit op een locatie een beperking voor het totale aantal kassasystemen dat naast elkaar kan worden opgesteld. Gebleken is, dat er bij klanten een groeiende behoefte is om geheel zelfstandig en met zo kort mogelijke wachttijd de boodschappen af te rekenen. Die 30 wachttijd kan worden verkort door het plaatsen van meerdere kassasystemen. Er zijn daarom kassasystemen ontwikkeld die kunnen opereren zonder de noodzakelijke aanwezigheid van een kassière. Dergelijke systemen zullen in het hiernavolgende worden aangeduid met de term "automatisch kassasysteem".

1018512 -2-

Bekende automatische kassasystemen zijn gebaseerd op de aanwezigheid van een streepjescode op elk artikel, en omvatten derhalve streepjescode-leesmiddelen alsmede transportmiddelen om de af te rekenen artikelen langs die leesmiddelen te 5 transporteren, zodanig dat die leesmiddelen de op de artikelen aangebrachte streepjescodes kunnen lezen.

De streepjescode-leesmiddelen omvatten doorgaans minstens één scanner, die is ingericht om met een laserstraal het artikel af te tasten, en uit de intensiteits-variaties van 10 het terugontvangen licht de in de streepjescode opgeslagen informatie af te leiden. Aangezien dergelijke scanners algemeen bekend zijn en in de implementatie van de onderhavige uitvinding bruikbaar zijn, terwijl voorts de onderhavige uitvinding geen betrekking heeft op het verbeteren van een 15 dergelijke scanner, zal hier de werking en constructie van een scanner niet nader worden besproken. Volstaan wordt met op te merken, dat de streepjescode-leesmiddelen een. signaal-uitgang hebben, waar zij een leessignaal aanbieden dat representatief is voor de informatie die is opgeslagen in een herkende 20 streepjescode. Dat signaal kan de vorm hebben van een blokvormig signaal dat de zwart-wit delen van de streepjescode representeert, maar kan ook reeds de vorm hebben van een getal, gerepresenteerd door een digitale code. In elk geval is het afgegeven signaal bruikbaar voor een signaal-verwerkende 25 eenheid om de gewenste gegevens van het betreffende artikel op te zoeken in een geassocieerd databestand, met inbegrip van de prijs. Het is zelfs mogelijk dat in het afgegeven signaal de prijs zelf is mee-gecodeerd. In het hiernavolgende zal het door de streepjescode-leesmiddelen afgegeven uitgangssignaal 30 ook worden aangeduid met de term "streepjescode-informatie-signaal", en de in dat signaal vervatte informatie zal ook worden aangeduid met de term "streepjescode-informatie".

Het is van groot belang, dat de artikelen snel en met zekerheid door het kassasysteem op correcte wijze worden 35 herkend. Als een artikel verkeerd wordt herkend, wordt een verkeerde prijs berekend. Als een artikel niet wordt herkend, is alsnog de tussenkomst van personeel nodig om het artikel te beoordelen en de juiste gegevens in het systeem in te voeren.

1018512 -3 -

Een belangrijk probleem in dit verband is bijvoorbeeld, dat het in de praktijk kan voorkomen dat er meerdere artikelen tegelijkertijd langs de leesmiddelen worden geleid, op een dusdanig kleine onderlinge afstand, dat de leesmiddelen die 5 artikelen beschouwen als één gecombineerd artikel. Dit probleem wordt in het hiernavolgende ook aangeduid als "cluster-probleem". Er zijn dan verschillende scenario's mogelijk. In de eerste plaats is het mogelijk dat de streepjescode-lezer beide streepjescodes waarneemt, en daarom 10 niet kan besluiten tot een enkele detectie. In de tweede plaats is het mogelijk dat slechts één streepjescode wordt herkend; dit kan zich voordoen als de tweede streepjescode is afgedekt door het andere artikel, maar ook als er twee identieke artikelen naast elkaar liggen. In het eerste 15 voorbeeld zal het systeem waarschijnlijk in de gaten hebben dat er zich een fout-situatie voordoet; in het tweede voorbeeld is het heel goed mogelijk dat het systeem niet in de gaten heeft dat er zich een fout-situatie voordoet.

Het is derhalve een belangrijk doel van de onderhavige 20 uitvinding om een automatisch kassasysteem te verschaffen dat zodanig is verbeterd, dat de bovengenoemde herkennings-problemen zoveel mogelijk worden vermeden, zodat het automatisch kassasysteem een grote mate van betrouwbaarheid en bedrijfszekerheid heeft. Meer in het bijzonder beoogt de 25 onderhavige uitvinding om een automatisch kassasysteem te verschaffen waarbij fout-situaties van het boven-beschreven type met grotere mate van zekerheid worden herkend.

In winkels zoals supermarkten is het gebruikelijk dat er artikelen zijn waarvan de prijs niet per artikel bekend is 30 maar per gewichtseenheid. Voorbeelden van dit soort artikelen zijn groente, fruit, vleeswaren,.etc. Om dit soort artikelen te kunnen verwerken met de bekende automatische kassasystemen is het thans gebruikelijk dat de betreffende artikelen in de winkel worden gewogen, dat er een prijs wordt berekend, en dat 35 er een streepjescode-label wordt geprint waarin de berekende prijs is verwerkt, welke label op het artikel moet worden geplakt. In het bijzonder bij vers-artikelen zijn dit handelingen die de consument moet verrichten, en die tijd 1018512 -4- kosten. Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding om ook dot probleem te verminderen.

Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding wordt steeds van de gescande artikelen ook het 5 gewicht bepaald, en de gemeten gewichtsinformatie wordt ook verschaft aan de signaal-verwerkende eenheid van het kassasysteem. Deze signaal-verwerkende eenheid kan de gewichtsinformatie gebruiken als controle op de streepjescode-informatie, door het gemeten gewicht te vergelijken met een 10 verwacht gewicht dat wordt afgeleid uit de streepjescode-informatie. In het geval van per gewichtseenheid geprijsde artikelen is het ook mogelijk dat de streepjescode-informatie slechts betrekking heeft op het artikel-type, en eventueel op de prijs per gewichtseenheid, en dat de af te rekenen prijs 15 wordt bepaald door de signaal-verwerkende eenheid op basis van het gemeten gewicht.

In een verdere uitvoeringsvorm wordt van het gescande artikel een kleurenhistogram gemaakt met behulp van één of twee kleurencamera's, en wordt een signaal dat het verkregen 20 kleurenhistogram representeert, verschaft aan de signaal-verwerkende eenheid van het kassasysteem, dat de verkregen kleurenhistogram-informatie gebruikt als alternatief voor of controle op de streepjescode-informatie. Hierdoor is een alternatieve identificatie-mogelijkheid geboden voor het geval 25 dat de streepjescode-detectie niet leidt tot een eenduidige identificatie.

De genoemde en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende bespreking van een 30 uitvoeringsvorm van een kassasysteem volgens de onderhavige uitvinding onder verwijzing naar de tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch een zijaanzicht toont van een artikel-herkenningsstation; figuur 2 schematisch een met een kasregister geassocieerde 35 centrale verwerkingseenheid toont; figuur 3 schematisch een stroomschema toont van door de centrale verwerkingseenheid uit te voeren stappen; figuur 4 een aanpassing toont van het stroomschema van figuur 3, voor identificatie op basis van een kleurhistogram; 1018512 -5 - figuur 5 schematisch een stroomschema toont van een operator-protocol; figuur 6 schematisch een beeldscherm-presentatie toont van aan een operator te verschaffen informatie; 5 en figuur 7 schematisch een automatisch winkelwagen-controleersysteem illustreert.

Figuur 1 toont schematisch een artikel-herkennings-station 1 van een kassasysteem volgens de onderhavige 10 uitvinding, in het hiernavolgende ook aangeduid als automatische kassa 1. De automatische kassa 1 omvat streepjescode-leesmiddelen 20 met een signaaluitgang 21, alsmede transportmiddelen 10 voor het transporteren van artikelen 2 langs de streepjescode-leesmiddelen 20. De 15 streepjescode-leesmiddelen 20 kunnen één of meerdere barcodescanners omvatten, maar dat is in figuur 1 ter wille van de eenvoud niet weergegeven. Bij wijze van alternatief zouden de streepjescode-leesmiddelen 20 bijvoorbeeld een beeldopneem-orgaan kunnen omvatten, zoals bijvoorbeeld een CCD-camera, 20 waarbij dan een streepjescode wordt geanalyseerd op basis van op zich bekende beeldverwerkingstechnieken, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn. Essentieel is slechts, dat de streepjescode-leesmiddelen 20 bij de signaaluitgang 21 een streepjescode-informatiesignaal S20 aanbieden dat representa-25 tief is voor de informatie die is opgeslagen in een herkende streepjescode.

De transportmiddelen 10 zijn bij voorkeur, hoewel niet noodzakelijk, van het type dat een eindloze transportband 11 omvat, zoals op zich bekend voor kassasystemen. Van een 30 mechanisme voor het aandrijven van die transportband 11 zijn in figuur 1 ter wille van de eenvoud alleen twee aandrijf-rollen 12 weergegeven. De bewegingsrichting van de transportband 11 is in figuur 1 van links naar rechts. De te scannen artikelen 2 liggen op de transportband 11, waarbij er van uit 35 wordt gegaan dat de artikelen door de klant zodanig op de transportband 11 worden geplaatst, dat de streepjescode (niet weergegeven in figuur 1) zichtbaar is. In geval een artikel slechts één streepjescode bevat, mag die streepjescode dus niet naar beneden zijn gericht. Deze beperking kan worden 1018512 ' -6- opgeheven indien de artikelen voorzien zijn van meerdere streepjescodes op verschillende gedeelten van hun oppervlak, of indien de streepjescode-leesmiddelen zijn ingericht om ook een op het onderoppervlak aanwezige streepjescode te lezen.

5 Een detectie-gebied van de streepjescode-leesmiddelen 20 is in figuur 1 aangeduid met het verwijzingscijfer 22. Het arriveren van een artikel wordt waargenomen door een met de streepjescode-leesmiddelen 20 geassocieerde passeer-detector 23 (in figuur 1 links bij de rand van het detectie-gebied 22 10 gepositioneerd). De passeer-detector kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een lichtsluis, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.

De automatische kassa 1 is voorts voorzien van weegmiddelen 30. Eventueel zou een afzonderlijk weegstation 15 aanwezig kunnen zijn, maar dit vergt extra kosten en een ingewikkelder constructie. Daarom zijn die weegmiddelen 30 bij voorkeur, en zoals weergegeven, gassocieerd met de transportmiddelen 10. Meer in het bijzonder omvat de transportband 11 drie opeenvolgende secties 13, 14, 15, 20 waarbij de middelste transportbandsectie 14 is voorzien van een weegsensor 30. De linker transportbandsectie 13 is een invoersectie, en de rechter transportbandsectie 15 is een uitvoersectie. De middelste transportbandsectie 14, die ook zal worden aangeduid als weegtransportband, transporteert met 25 grotere snelheid dan de invoersectie 13; in een geschikte uitvoeringsvorm bedragen de snelheden respectievelijk ongeveer 40 cm/sec (13) en 60 cm/sec (14). Door dit snelheidsverschil wordt een separatie van de opeenvolgende artikelen in het detectie-gebied 22 van de streepjescode-leesmiddelen 20, 30 bereikt.

In figuur 1 komt de middelste sectie 14 overeen met het detectie-gebied 22 van de streepjescode-leesmiddelen 20, zodat het te scannen artikel kan worden gewogen gelijktijdig met het scannen. Hoewel het mogelijk is dat het artikel 2 wordt stil 35 gehouden tijdens de weging, verdient een dynamische weging (weging tijdens transport) de voorkeur; hierdoor is immers een hogere doorvoersnelheid mogelijk, en bovendien zou door het steeds maar stoppen en weer starten van de transportband 11 een grotere slijtage optreden.

1018512 -7-

Aangezien transportbanden met geïntegreerde weegsensor, geschikt voor dynamische weging, op zich bekend zijn en als standaard product commercieel verkrijgbaar zijn, zal de constructie van de weegsensor 30 hier niet nader worden 5 omschreven. Volstaan wordt met op te merken, dat de weegsensor 30 is voorzien van een signaaluitgang 31, en daar een meetsignaal S30 verschaft dat representatief is voor het momentaan gemeten gewicht. Dit meetsignaal zal in het hiernavolgende ook worden aangeduid als gewicht-informatie-10 signaal.

Figuur 2 toont schematisch een centrale verwerkings-eenheid 100, die onderdeel uitmaakt van de automatische kassa. In een voorkeursuitvoeringsvorm is die centrale verwerkings-15 eenheid 100 geïmplementeerd door een geschikt geprogrammeerde computer, zoals een PC. De centrale verwerkingseenheid 100 kan ook bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een afzonderlijke, geschikt geprogrammeerde processor. Deze centrale verwerkingseenheid 100 is geassocieerd met een kasregister 110, dat op de 20 gebruikelijke wijze kan zijn voorzien van een pinautomaat 111 en een kasstrookprinter 112. Het kasregister 110 kan ook zijn voorzien van een geldautomaat, om betalen met papiergeld en/of muntgeld mogelijk te maken, hetgeen echter ter wille van de eenvoud niet is weergegeven in figuur 2. Als alternatief is 25 het ook mogelijk dat de klant met de geprinte bon naar een afzonderlijk, bemand afrekenstation gaat om af te rekenen.

Voorts is de automatische kassa 1 bij voorkeur voorzien van een display 130, bij voorbeeld een monitor of een LCD beeldscherm, waarop bijvoorbeeld informatie omtrent de 30 voortgang van het afreken-proces kan worden getoond aan de klant, en waarop aanwijzingen voor de klant getoond kunnen worden. Voor het eventueel invoeren van gegevens en/of opdrachten door de klant kunnen één of meerdere toetsen aanwezig zijn, zoals symbolisch aangeduid bij 140.

35 De centrale verwerkingseenheid 100 is voorzien van een eerste signaalingang 102 die gekoppeld is met de signaaluitgang 21 van de streepjescode-leesmiddelen 20, zodat de centrale verwerkingseenheid 100 het streepjescode-informatie-signaal S20 ontvangt. De centrale verwerkingseenheid 100 is 1018512 -8- voorts voorzien van een tweede signaalingang 103 die gekoppeld is met de signaaluitgang 31 van de weegsensor 30, zodat de centrale verwerkingseenheid 100 het gewicht-informatiesignaal S30 ontvangt.

5 Voorts is de centrale verwerkingseenheid 100 uitgerust met of aangesloten op een geheugen 120 met daarin opgeslagen een bestand met artikel-informatie.

De werking van het kassasysteem volgens de onderhavige 10 uitvinding zal thans worden uitgelegd onder verwijzing naar figuur 3, dat schematisch een stroomschema toont van de door de centrale verwerkingseenheid 100 uit te voeren stappen bij het berekenen van de prijs van een aangeboden artikel. Het moge duidelijk zijn, dat die stappen het gevolg kunnen zijn 15 van het aflopen van een geschikt computerprogramma.

Een klant arriveert bij de automatische kassa 1, en start een afrekencyclus, bijvoorbeeld door te drukken op een ter wille van de eenvoud niet weergegeven startknop (stap 301) . Als klanten een speciale autorisatie moeten hebben om 20 van de automatische kassa 1 gebruik te mogen maken, wordt die autorisatie gecontroleerd (stap 302), waartoe de klant gevraagd wordt (via display 130) om bijvoorbeeld een klantenpas te introduceren en/of een code in te toetsen. Als de centrale verwerkingseenheid 100 de klantautorisatie in orde 25 bevindt, wordt de transportband 11 gestart, en kan de klant zijn boodschappen plaatsen op de invoersectie 13 van de transportband 11. Het is dan de bedoeling dat de boodschappen één voor één geplaatst worden, waarbij de vrij snel bewegende transportband 14 (ca. 60 cm/s) normaliter een voldoende 30 ruimtelijke scheiding tussen de opeenvolgende artikelen 2 zal verzekeren.

Een identificatiecyclus wordt gestart wanneer een artikel de passeerdetector 23 passeert. De leesmiddelen 20 lezen de streepjescode van dat artikel, en genereren het 35 streepjescode-informatiesignaal S20/ dat wordt ontvangen door de centrale verwerkingseenheid 100 (stap 311).

Eerst onderzoekt de centrale verwerkingseenheid 100 het streepjescode-informatiesignaal S20r waarbij de centrale 1018512 -9- verwerkingseenheid 100 nagaat of er sprake is van een volledige en/of valide streepjescode (stap 312).

Indien de streepjescode-informatie onvolledig dan wel ongeldig is, kan de centrale verwerkingseenheid 100 de 5 informatie niet verwerken en constateert de centrale verwerkingseenheid 100 een foutsituatie. De centrale verwerkingseenheid 100 stelt dan een alternatief identificatie-protocol in werking, of roept de hulp in van een menselijke operator (stap 500). Voorbeelden van een 10 alternatief identificatie-protocol zullen later worden besproken.

Indien de centrale verwerkingseenheid 100 concludeert dat de streepjescode-informatie correspondeert met een volledige en valide streepjescode, zoekt de centrale 15 verwerkingseenheid 100 in het artikelinformatie-geheugen 120 naar de bekende gegevens van het betreffende artikel (stap 313), en bepaalt de centrale verwerkingseenheid 100 het verwachte gewicht Gx van dat artikel (stap 314). Tevens ontvangt de centrale verwerkingseenheid 100 het gewicht-20 informatiesignaal S30 (stap 315), en wordt het daaruit afgeleide gemeten gewicht Gm vergeleken met het verwachte gewicht Gx (stap 316). Indien het gemeten gewicht Gm binnen voorafbepaalde tolerantie-grenzen overeenkomt met het verwachte gewicht Gx, dat wil zeggen dat de uitkomst van de 25 streepjescode-detectie wordt bevestigd door de uitkomst van de simultane gewichtmeting, concludeert de centrale verwerkingseenheid 100 dat de identificatie met zekerheid succesvol is verlopen. In dat geval geeft de centrale verwerkingseenheid 100 de noodzakelijke informatie door aan het kasregister 110, 30 namelijk de af te rekenen prijs en bij voorkeur ook de omschrijving voor op de kassabon (stap 317).

Indien het gemeten gewicht met meer dan de voorafbepaalde tolerantie afwijkt van het verwachte gewicht, stelt de centrale verwerkingseenheid 100 het alternatieve 35 identificatie-protocol in werking (stap 500).

Aldus kan een groot deel van de in de praktijk mogelijkerwijs optredende clusterproblemen met zekerheid worden vermeden.

1018512 » -10-

De identificatiecyclus begint steeds wanneer een nieuw artikel 2 de passeerdetector 23 passeert (stap 321). Zijn er geen artikelen meer, dan geeft de klant dat aan, bijvoorbeeld door te drukken op een ter wille van de eenvoud niet 5 weergegeven stopknop (stap 322). De transportband 11 wordt dan stopgezet. Dat gebeurt ook als er gedurende een voorafbepaalde tijd geen artikelen worden gedetecteerd (time out).

De klant betaalt het af te rekenen totaalbedrag, bijvoorbeeld door middel van de pinautomaat 111 (stap 330).

10 Hiermee is de afrekencyclus ten einde (399), en is de automatische kassa 1 klaar voor een volgende afrekencyclus.

Als alternatief kan de klant een afrekenbon meekrijgen, en wordt er bij een afzonderlijk afrekenstation betaald. In dat geval is de automatische kassa 1 dus reeds klaar voor een 15 volgende afrekencyclus wanneer de feitelijke betaling nog moet worden verricht bij dat afrekenstation.

Opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding primair betrekking heeft op het bepalen van de correcte prijs van de af te rekenen artikelen. In een praktische implementatie van 20 het kassasysteem zal het .uiteraard ook van belang zijn dat de af te rekenen prijs op correcte wijze wordt betaald. Het is mogelijk dat hierop wordt toegezien door een supervisor, een persoon die toezicht houdt op de goede gang van zaken bij meerdere kassa-systemen. Het is ook mogelijk dat de gescande 25 artikelen door het kassasysteem worden vastgehouden en pas worden vrijgegeven na betaling.

In het voorgaande is vermeld, dat de centrale verwerkingseenheid 100 het verwachte gewicht Gx van een 30 artikel 2 bepaalt. Dit kan op verschillende manieren worden geïmplementeerd. Daarbij is het verstandig om onderscheid te maken tussen genus-informatie en species-informatie. Met genus-informatie wordt bedoeld, dat de informatie betrekking heeft op een bepaalde groep van artikelen met in principe 35 onderling gelijke specificaties, zoals bijvoorbeeld pakken suiker: alle pakken suiker hebben dezelfde prijs, en in principe het zelfde gewicht. Toch zullen de individuele gewichten van de individuele artikelen binnen die groep een zekere spreiding vertonen. Met species-informatie wordt 1018512 - 11 - bedoeld, dat de informatie uitsluitend betrekking heeft op één bepaald individueel artikel.

In de eerste plaats is het mogelijk, dat in het databestand dat de centrale verwerkingseenheid 100 raadpleegt 5 bij het herkennen van het artikel, tevens de gewichten zijn opgeslagen van de artikelen. In dat geval kan de centrale verwerkingseenheid 100 het verwachte, gewicht Gx van het betreffende artikel eenvoudigweg bepalen door uitlezing van de in het databestand opgeslagen gewicht-informatie. Deze 10 implementatie is met name geschikt voor genus-informatie.

In de tweede plaats is het mogelijk, dat in de streepjescode zelf informatie is verwerkt met betrekking tot het gewicht van het betreffende individuele artikel. Hierbij is dus sprake van species-informatie. In dat geval kan de 15 centrale verwerkingseenheid 100 het verwachte gewicht Gx van dat artikel eenvoudigweg bepalen door uitwerking van de gelezen streepjescode. Een beperking van deze implementatie is, dat het gewicht gemeten moet worden bij het aanbrengen van de streepjescode, en dat de te schrijven streepjescode moet 20 worden aangepast aan het individuele artikel. Deze oplossing is echter bij uitstek geschikt voor toepassing bij vers-artikelen zoals vleeswaren, groente, etc., waarbij de prijs vooraf slechts per gewichtseenheid bekend is, en waarbij de prijs van een individueel artikel juist wordt bepaald door dat 25 artikel te wegen. Hierbij wordt dus de te schrijven streepjescode berekend na weging van het artikel, en aangezien op dat moment het gewicht bekend is, kan dat gewicht worden verwerkt in de te schrijven streepjes-code. Bij bestaande apparatuur is hiervoor slechts een relatief eenvoudige aanpassing van de 30 software nodig. Voorts is een belangrijk pluspunt van deze implementatie, dat het afwegen van de individuele artikelen en het genereren van de aangepaste streepjescode plaatsvindt binnen de winkel waar het onderhavige kassasysteem zal zijn opgesteld, zodat de beheerder van het onderhavige kassasysteem 35 (i.c. de betreffende winkelier) bij deze implementatie dus niet afhankelijk is van de medewerking van producenten van de artikelen.

In een variant van deze implementatie is het mogelijk dat bij het afwegen (en eventueel prijzen) van het betreffende 1018512 ' - 12- artikel alleen een volgnummer wordt gecodeerd en in de streepjescode opgenomen, terwijl de combinatie van volgnummer en het bijbehorende gewicht wordt opgeslagen in een door de centrale verwerkingseenheid 100 te raadplegen geheugen. De 5 methode waarmee de centrale verwerkingseenheid 100 het verwachte gewicht bepaalt, lijkt dan sterk op de hierboven beschreven methode: door lezing van de streepjescode identificeert de centrale verwerkingseenheid 100 het artikel, meer in het bijzonder het volgnummer van dat artikel, en in 10 het geheugen leest de centrale verwerkingseenheid 100 het bij dat volgnummer horende gewicht.

De onderhavige uitvinding biedt echter het inzicht, dat het niet nodig is om dit soort artikelen (zoals versartikelen) in de winkel te wegen, maar dat volstaan kan worden 15 met een algemene streepjescode met daarin verwerkt een aanduiding van de soort alsmede de prijs per gewichtseenheid (doorgaans prijs per kilo). In dat geval zal de identificatie-cyclus in gewijzigde vorm kunnen verlopen. De stappen 313 en 314 kunnen worden overgeslagen, en na stap 315 berekent de 20 centrale verwerkingseenheid 100 de artikel-prijs op basis van het gemeten gewicht Gm en de uit de streepjescode afgeleide prijs per gewichtseenheid, waarna verder wordt gegaan met stap 317. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1018512 >

In het voorafgaande is vermeld, dat het gemeten gewicht 2 wordt afgeleid uit het weegsignaal S30. Indien op de weegband 3 14 steeds slechts een enkel artikel 2 zou liggen, is het 4 meetsignaal een directe maat voor het gewicht van het 5 betreffende artikel. Echter, in het algemeen kan een volgend 6 artikel de weegband 14 al bereiken voordat het vorige artikel · 7 de weegband 14 heeft verlaten: in dat geval heeft het 8 weegsignaal dus betrekking op het totale gewicht van twee ' 9 artikelen. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen er zelfs 10 meer dan twee artikelen tegelijkertijd op de weegband 14 11 liggen. Het "afleiden" van het meetgewicht Gm van een enkel artikel betreft dan een meetsignaalverwerking, waarbij rekening wordt gehouden met de grootte van gewicht-stappen in associatie met het bereiken en verlaten van de meetband 14 door een artikel; dit wordt ook aangeduid met "sequencen".

-13 -

In het voorgaande is vermeld, dat de centrale verwerkingseenheid bij het vergelijken van het gemeten gewicht en het verwachte gewicht, rekening houdt met een vooraf-5 bepaalde tolerantie. Informatie omtrent die voorafbepaalde tolerantie kan op verschillende manieren aan de centrale verwerkingseenheid 100 worden medegedeeld.

In de eerste plaats is het mogelijk, dat de centrale verwerkingseenheid altijd een vaste tolerantie hanteert voor 10 alle artikelen.

In de tweede plaats is het mogelijk, dat de toegelaten tolerantie artikel-afhankelijk is en is opgeslagen in het te raadplegen geheugen 120 of is verwerkt in de streepjescode zelf, op vergelijkbare wijze als hierboven is uitgelegd met 15 betrekking tot het verwachte gewicht. Ook hierbij kan weer onderscheid worden gemaakt tussen genus-informatie en species-informatie. Als de toegelaten tolerantie genus-informatie betreft, wordt daarin zowel met de genoemde artikel-spreiding als met de meet-tolerantie van de meetsensor 30 rekening 20 gehouden. Als de toegelaten tolerantie species-informatie betreft, wordt daarin rekening gehouden met de meet-tolerantie ♦ van de meetsensor 30 van het kassasysteem en ook met de meet- tolerantie van de meetsensor van het afweeg- en prijsstation dat de streepjescode genereert.

25

Het in het door de centrale verwerkingseenheid 100 te raadplegen geheugen 120 invoeren van de gegevens met betrekking tot gewicht en tolerantie kan handmatig worden uitgevoerd, maar het kassasysteem volgens de onderhavige 30 uitvinding is in een voorkeursuitvoeringsvorm ingericht om die gegevens dynamisch te berekenen en in het geheugen te schrijven, hetgeen met name van toepassing is bij genus-informatie.

Om van deze mogelijkheid gebruik te maken om een gewicht 35 en tolerantie in te voeren, bijvoorbeeld wanneer nieuwe artikelen worden toegevoegd aan een assortiment, schakelt een beheerder het kassa-systeem om naar een train-modus.

Vervolgens voert de beheerder een groot aantal "dezelfde" artikelen door de kassa-eenheid 1, welk aantal willekeurig kan 1018512 ' - 14- zijn maar bij voorkeur groter is dan 10. Overigens mogen hierbij artikelen van verschillend type door elkaar worden ingevoerd. De centrale verwerkingseenheid 100 bepaalt van elk individueel artikel het gewicht, en berekent per type het 5 statistisch gemiddelde van de gemeten gewichten alsmede de bijbehorende spreiding. Na afloop van deze meet-cyclus schrijft de centrale verwerkingseenheid 100 het berekende gemiddelde en de spreiding in het genoemde geheugen, waarna de centrale verwerkingseenheid 100 deze gegevens kan raadplegen 10 in een afreken-modus.

In een geavanceerde uitvoeringsvorm berekent de centrale verwerkingseenheid 100 ook in de afreken-modus de spreiding van de gemeten gewichten, en wordt de in de praktijk optredende spreiding door de centrale verwerkingseenheid 100 15 in het genoemde geheugen geschreven.

Het kan dan voorkomen, dat de in de praktijk optredende spreiding afwijkt van de vooraf in het geheugen ingevoerde toegelaten tolerantie. In dat geval kan de centrale verwerkingseenheid 100, in de afreken-cyclus, een gemeten 20 gewicht eerst vergelijken met de vooraf in het geheugen ingevoerde toegelaten tolerantie, en, indien er een afwijking geconstateerd wordt, het gemeten gewicht in tweede instantie vergelijken met de in de praktijk optredende spreiding die door de centrale verwerkingseenheid 100 in het genoemde 25 geheugen is geschreven. Indien bij de vergelijking in tweede instantie geen afwijking geconstateerd wordt, kan de centrale verwerkingseenheid 100 het betreffende artikel alsnog "goedkeuren".

Ook kan de centrale verwerkingseenheid 100, in het geval 30 dat de in de praktijk optredende spreiding afwijkt van de vooraf in het geheugen ingevoerde toegelaten tolerantie, een waarschuwingssignaal genereren, opdat de situatie wordt onderzocht door een operator. 1 1018512·

In de praktijk kan het voorkomen, dat twee (of meerdere) verschillende artikelen dermate dicht bij elkaar liggen, dat zij tegelijkertijd worden gewogen door de weegsensor 30, en/of dat zij door de automatische kassa 1 worden geïnterpreteerd als een enkel artikel, terwijl de corresponderende twee (of - 15- meerdere) streepjescodes door de leesinrichting 20 correct worden gelezen en naar de streepjescode-ingang 102 van de centrale verwerkingseenheid 100 worden overgedragen. Om deze situatie aan te kunnen, is de centrale verwerkingseenheid 100 5 bij voorkeur ingericht om al de ontvangen streepjescodes te verwerken op de hierboven beschreven wijze; om van elk individueel artikel het bijbehorende verwachte gewicht Gx te bepalen; om de betreffende verwachte gewichten bij elkaar op te tellen tot een verwacht totaalgewicht Gxt en de bij-10 behorende toleranties te combineren tot een totaaltolerantie; en om het gewogen gewicht Gm op de eerder beschreven wijze te vergelijken met dat totaalgewicht Gmt, rekening houdende met de totaaltolerantie.

15 Gebleken is, dat het over het algemeen goed mogelijk is om een artikel te identificeren door middel van beeld-herkenning, zoals bijvoorbeeld een kleurhistogram, patroonherkenning, optische lezing van tekens (OCR), of een combinatie van genoemde methoden. In het hiernavolgende zal 20 het voorbeeld van een kleurhistogram verder worden uitgewerkt, maar als alternatief kan steeds een willekeurige van de andere methoden worden gelezen. Op vergelijkbare wijze als hiervoor beschreven met betrekking tot het gewicht, is het dan mogelijk om van een aangeboden artikel het kleurhistogram te meten en 25 te vergelijken met een verwacht kleurhistogram, als controle na een geslaagde identificatie op basis van streepjescode.

Deze controle kan worden uitgevoerd in plaats van de controle op basis van gewicht, in welk geval de weegsensor 30 achterwege kan blijven. De kleurhistogram-controle kan ook 30 worden uitgevoerd als de gewicht-controle niet leidt tot een "goedkeuring", in welk geval een geslaagde kleurhistogram-controle alsnog kan leiden tot een "goedkeuring". Ook is het mogelijk dat de gewicht-controle en de kleurhistogram-controle beide worden uitgevoerd, en dat de centrale verwerkingseenheid 35 100 alleen besluit tot een "goedkeuring" indien beide controles slagen: in dat geval is er dus sprake van een dubbele controle.

Echter, in een vookeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het kassasysteem ingericht om 1018512 i - 16- identificatie op basis van kleurhistogram toe te passen als alternatieve identificatie-methode wanneer eenduidige identificatie op basis van streepjescode is mislukt. Slaagt de identificatie op basis van kleurhistogram, dan gaat de 5 centrale verwerkingseenheid 100 verder met de gewichtscontrole zoals hierboven besproken, en kan het inroepen van operator-hulp achterwege blijven; de hulp van een operator wordt pas dan ingeroepen als ook de identificatie op basis van kleurhistogram mislukt.

10 Bij voorkeur, en zoals eveneens geïllustreerd in figuur 1, is de automatische kassa 1 volgens de onderhavige uitvinding daartoe voorzien van kleurhistogram-genereermiddelen 40 die bij een uitgang 41 een signaal S40 aanbieden dat representatief is voor het kleurhistogram, en is de centrale 15 verwerkingseenheid 100 voorzien van een derde ingang 104 die is gekoppeld met die signaaluitgang 41. In het hiernavolgende zal genoemd signaal S40 ook worden aangeduid als kleur-histogram-signaal, en zal de daarin vervatte informatie ook worden aangeduid als kleurhistogram-informatie.

20 Kleurhistogram-genereermiddelen zijn op zich bekend. Zij omvatten bijvoorbeeld een kleuren-CCDcamera alsmede middelen voor het tellen hoe vaak een bepaalde kleur voorkomt in het opgenomen beeld (d.w.z.: hoeveel pixels die bepaalde kleur hebben). De techniek van het maken van een kleurenhistogram op 25 zich hoeft derhalve hier niet nader te worden uitgelegd.

Volgens de onderhavige uitvinding omvatten de kleur-histogram-genereermiddelen 40 minstens één en bij voorkeur ten minste twee beeldopneem-organen (zoals bijvoorbeeld twee kleuren-CCDcamera's), opgesteld aan weerszijden van de weeg-30 transportband 14, om een te onderzoeken artikel van twee of meer richtingen waar te nemen, en zijn de kleurhistogram-genereermiddelen 40 ingericht om als kleurhistogram-signaal S40 een combinatie te genereren van de twee (of meer) individuele kleurhistogram-signalen van de twee (of meer) individuele 35 beeldopneem-organen. Die combinatie is met voordeel een eenvoudige optelling.

In een mogelijke variant leveren de camera's twee volledige beelden aan de centrale verwerkingseenheid 100, en is de centrale verwerkingseenheid 100 zelf geprogrammeerd voor 1018512 ' - 17- het uitrekenen van het kleurhistogram uit de aangeboden beeldsignalen.

Thans zal onder verwijzing naar figuur 4 de identificatie op basis van kleurhistogram nader worden 5 toegelicht.

Als bij stap 312 besloten wordt dat de streepjescode-informatie onvolledig dan wel ongeldig is, gaat de centrale verwerkingseenheid 100 het kleurhistogram controleren. Eerst ontvangt (stap 401) de centrale verwerkingseenheid 100 de 10 beeldsignalen S40 van de beeldopneemeenheden (camera's). Deze beeldsignalen kunnen reeds een gecodeerd kleurhistogram zijn, maar ook een gecodeerde originele beeldopname, in welk geval de centrale verwerkingseenheid 100 het kleurhistogram bepaalt (stap 402). Dan raadpleegt de centrale verwerkingseenheid 100 15 het geheugen 120, en vergelijkt de daarin opgeslagen kleur- histogrammen met het gemeten kleurhistogram van het aangeboden artikel (stap 403). Als er in het geheugen 120 een kleurhistogram gevonden wordt dat in voldoende mate overeenkomt met het gemeten kleurhistogram van het aangeboden artikel, besluit 20 de centrale verwerkingseenheid 100 dat er een identificatie heeft plaats gevonden met voldoende mate van zekerheid, en gaat de centrale verwerkingseenheid 100 verder met stap 313.

Zo niet, dan wordt de hulp ingeroepen van een operator (500) als tweede alternatieve identificatie-methode.

25

Thans zal onder verwijzing naar figuur 5 een voorbeeld worden beschreven van een operator-protocol 500 dat door de centrale verwerkingseenheid 100 in werking wordt gesteld als de identificatie van een artikel mislukt dan wel het gemeten 30 gewicht niet correspondeert met het verwachte gewicht.

De basis-gedachte achter de door de onderhavige uitvinding voorgestelde tweede alternatieve identificatiemethode is, dat menselijke hulp moet worden ingeroepen als automatische identificatie mislukt. Natuurlijk is het dan 35 mogelijk om een attentie-signaal te genereren om de aandacht van een patrouillerende kassa-assistent te trekken, die dan fysiek naar de betreffende kassa gaat om de situatie te beoordelen. Dit kost echter relatief veel tijd, en heeft bovendien als nadeel dat het inschakelen van die kassa- 1018512 -18- assistent door omstanders wordt waargenomen hetgeen door de afrekenende klant als indiscreet kan worden ervaren.

Bij voorkeur wordt daarom de hulp ingeroepen van een zich op afstand bevindende operator door een camera-beeld van 5 het betreffende artikel te versturen naar een door die operator bewaakte monitor. De door de onderhavige uitvinding voorgestelde automatische kassa is daartoe bij voorkeur, en zoals geïllustreerd in figuur 1, voorzien van een beeldopneem-orgaan zoals een kleurencamera 50, met een uitgang 51 voor het 10 genereren (stap 501) van een beeldsignaal S50 dat representatief is voor een van een artikel opgenomen beeld. Die uitgang 51 is gekoppeld met de centrale verwerkingseenheid 100, die het beeldsignaal S50 doorgeeft aan een operatorstation 600 (stap 502) indien de centrale verwerkingseenheid 100 15 constateert dat automatische identificatie van het betreffende artikel mislukt. Op basis van het ontvangen beeld verricht de operator een identificatie (stap 503), en de operator stuurt de benodigde gegevens naar de centrale verwerkingseenheid 100 (stap 504). De centrale.verwerkingseenheid 100 is daartoe 20 voorzien van een vierde ingang 106 die gekoppeld is met het operatorstation 600 om de door de operator verschafte informatie te ontvangen.

De door de operator naar de centrale verwerkingseenheid 100 gestuurde gegevens kunnen direct de prijs-informatie en 25 eventueel een omschrijving voor op de kassabon zijn. In dat geval kan de centrale verwerkingseenheid 100 verder gaan bij stap 317. Het is echter ook mogelijk dat de door de operator naar de centrale verwerkingseenheid 100 gestuurde gegevens bestaan uit barcodes, en door de centrale verwerkingseenheid 30 100 worden verwerkt op dezelfde manier als de barcodes die ontvangen worden van de barcode-scanners; in dat geval kan de centrale verwerkingseenheid 100 verder gaan bij stap 313.

In principe kunnen er aparte camera's aanwezig zijn voor het genereren van een kleurhistogram enerzijds en voor het 35 verschaffen van een beeldopname ten behoeve van het operatorstation 600 anderzijds. Hiervoor bestaat echter geen noodzaak. In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de automatische kassa 1 twee aan weerszijden van de transportband 11 opgestelde camera's, die van de aangeboden artikelen beeldopnamen maken 1018512 « - 19- die zowel voor het bepalen van het kleurhistogram worden gebruikt door de centrale verwerkingseenheid 100 als voor het bewerkstelligen van een menslijke identificatie worden gebruikt door het operatorstation 600, zodat deze camera's 5 zowel de functie van de middelen 40 als de functie van de middelen 50 vervullen.

In principe is het mogelijk dat het beeldopneemorgaan 50 slechts een beeld opneemt als de identificatie is mislukt. In de praktijk is het handiger dat er altijd van elk aangeboden 10 artikel 2 een beeldopname wordt gemaakt door het beeldopneemorgaan 50 (dat wil zeggen: twee opnames door de twee aan weerszijden van de transportband 11 opgestelde camera's), en dat de centrale verwerkingseenheid 100 beslist of die opnames al dan niet worden gebruikt voor het berekenen van een 15 kleurhistogram en/of het doorsturen naar het operatorstation 600.

Het operatorstation 600 kan op afstand van de automatische kassa 1 zijn opgesteld binnen hetzelfde pand, maar het is eventueel mogelijk dat het operatorstation 600 zich op 20 grotere afstand bevindt en onderdeel uitmaakt van een centrum waar meerdere winkels op zijn aangesloten, en dat de gegevens-communicatie verloopt via een communicatienetwerk, bij voorbeeld een computernetwerk zoals Internet, een intranet, etc.

Het operatorstation 600 kan geassocieerd zijn met 25 meerdere automatische kassa's, zodat een enkele operator kan assisteren bij de artikel-detectie voor meerdere kassa's.

Ook kan er een pool aanwezig zijn van meerdere operator-stations 600, en wordt het beeldsignaal doorgegeven aan een willekeurige van de op dat moment vrije operatorstations.

30

In een eenvoudige uitvoeringsvorm is een operatorstation slechts voorzien van een monitor waarop het waargenomen artikel-beeld wordt geprojecteerd, en een toetsenbord of andere invoer-inrichting waarmee de operator een prijs en 35 eventueel een omschrijving kan intoetsen, en/of een artikel-code. De operator bepaalt dan zelf de prijs, bijvoorbeeld door een artikel-lijst te raadplegen.

Figuur 6 toont een voorbeeld van een beeldscherm-presentatie voor een operator in een meer geavanceerde 10185121 -20- uitvoeringsvorm van een operatorstation. Op het beeldscherm 700 worden, bijvoorbeeld door een geschikt geprogrammeerde computer, niet alleen de twee beeldopnames 701 en 702 van het artikel geprojecteerd, maar ook enkele suggesties voor 5 mogelijke identificaties. Die suggesties kunnen worden geprojecteerd in de vorm van een geschreven lijst 703, en/of in de vorm van een reeks van voorbeeld-afbeeldingen, welke zijn opgeslagen in een met het kassasysteem geassocieerd voorraadgeheugen. In figuur 6 is in het rechtsonder-kwadrant 10 van het beeldscherm 700 een mozaïek 710 met negen voorbeeld-afbeeldingen 711 t/m 719 weergegeven.

De volgorde van de suggesties in de lijst 703 en het mozaiek 710 correspondeert bij voorkeur met de waarschijnlijkheid dat de betreffende suggestie correct is. Bij het 15 uitrekenen van die waarschijnlijkheid kan de computer zich baseren op de van het betreffende artikel verkregen informatie, ook al is dat onvolledige informatie. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat een streepjescodefragment herkend is; in dat geval zal de computer eerst die. artikelen 20 suggereren wiens streepjescodes dat streepjescodefragment bevatten, steeds rekening houdend met de gemeten gewichten.

Ook is het bijvoorbeeld mogelijk dat de computer het kleurhistogram vergelijkt met de kleurhistogrammen van de in zijn geheugen opgeslagen afbeeldingen, en de mate van 25 waarschijnlijkheid baseert op de mate van overeenkomst tussen gemeten kleurhistogram en uit het geheugen opgehaald kleurhistogram.

Niet alleen zal het op deze manier voor een operator makkelijker zijn om het afgebeelde artikel te herkennen, maar 30 het is voor de operator ook makkelijker om zijn identificatie aan de centrale verwerkingseenheid 100 mede te delen door, op een manier zoals algemeen bekend bij computersystemen, een aanwijzer over het monitorscherm 700 te bewegen met behulp van een hulpmiddel zoals een computermuis, en op de gewenste tekst 35 of het gewenste plaatje te klikken.

In de praktijk kan het gebeuren, dat een klant vergeet een.artikel vanuit de winkelwagen op de transportband 13 te leggen, zodat dit artikel niet wordt gedetecteerd en niet 1018512 ' -21 - wordt afgerekend. Om dit tegen te gaan is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het kassasysteem volgens de onderhavige uitvinding voorzien van een winkelwagen-controleersysteem 70 dat controleert of de winkelwagens 5 volledig leeg zijn. Volgens een bijzonder aspect van de onderhavige uitvinding vindt die controle plaats op basis van beeldverwerking. Zoals schematisch geïllustreerd in figuur 7 is de automatische kassa 1 daartoe voorzien van een verdere camera 71, die is opgesteld boven een pad waar de winkelwagens 10 72 de automatische kassa 1 moeten passeren. Een geschikte wagendetector 73, die bijvoorbeeld een inductielus omvat, detecteert de aanwezigheid van een winkelwagen 72, en genereert een triggersignaal voor de camera 71, die een opname maakt van de winkelwagen. Die opname wordt doorgegeven aan een 15 beeldverwerkingseenheid 74, die de gemaakte opname beoordeelt en vergelijkt met een vooraf in een geheugen opgeslagen beeld van een lege winkelwagen. In geval de vergelijking significante verschillen oplevert die indicatief zijn voor een niet-lege winkelwagen, genereert de beeldverwerkingseenheid 74 20 een waarschuwingssignaal, bijvoorbeeld naar het reeds genoemde operatorstation 600.

Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de in het 25 voorgaande besproken voorbeelden, maar dat alternatieven, wijzigingen, modificaties en variaties mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.

In het voorgaande is onder verwijzing naar figuur 3 het 30 verloop van een identificatie-cyclus beschreven, en is opgemerkt dat die cyclus wordt doorlopen voor elk aangeboden artikel. In feite is het juister om te zeggen dat er voor elk aangeboden artikel een dergelijke cyclus wordt doorlopen. Elke individuele cyclus start met het ontvangen van het streepjes-35 code-informatiesignaal S20 (stap 311) en elke individuele cyclus eindigt met het doorgeven van de artikel-informatie naar het kasregister (stap 317). De individuele cycli hoeven echter niet allemaal even lang te duren. Sommige artikelen zullen snel worden geïdentificeerd, bij andere duurt het wat 1018512 -22- langer, en soms is zelfs de hulp van een operator nodig. In principe is het mogelijk dat een nieuwe identificatie-cyclus pas begint na het succesvol afronden van de vorige identifi-catie-cyclus, maar de consequentie kan zijn dat de transport-5 band 11 regelmatig stil gehouden moet worden, zeker wanneer de hulp van een operator nodig is. Volgens de onderhavige uitvinding vindt het transport door middel van de transportband continu plaats, en kan een nieuwe identificatie-cyclus beginnen onafhankelijk van het al dan niet zijn afgelopen van 10 de vorige identificatie-cyclus. Er zullen dan in de praktijk doorgaans meerdere identificatie-cycli parallel kunnen verlopen, en de volgorde van herkenning kan afwijken van de volgorde van doorvoeren.

Daarenboven kan in dit verband worden opgemerkt, dat een 15 identificatie-cyclus ook kan worden gestart indien het gewicht-residu groter is dan een voorafbepaalde drempel. Hierbij wordt met gewicht-residu bedoeld het verschil tussen enerzijds het gemeten cluster-gewicht en anderzijds het totaalgewicht van de reeds geïdentificeerde artikelen binnen 20 die cluster.

Voorts is het mogelijk, dat operationele parameters van een automatische kassa worden doorgegeven aan de operator, zodat in een vroeg stadium kan worden ingegrepen als er zich verschijnselen voordoen die wijzen op een mogelijk toekomstig 25 falen van een onderdeel. Een voorbeeld van dergelijke operationele parameters is bijvoorbeeld de diodestroom van de in de barcodescanners toegepaste lasers.

Bij de in het voorgaande besproken voorkeursuitvoeringsvorm worden de artikelen langs één of meerdere vast 30 gepositioneerde scanners bewogen door middel van een transportband die is voorzien van geïntegreerde weegorganen. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is een eenvoudiger versie van het kassasysteem mogelijk, waarbij de streepjescodes worden gelezen met een door de klant te 35 bedienen handscanner, en waarbij een afzonderlijk weegstation aanwezig is voor de gewichtscontrole.

1018512

Claims (22)

1. Werkwijze voor het met behulp van een automatische kassa afrekenen van goederen (2), omvattende de stappen van: het vooraf in een geheugen (120) opslaan van informatie omtrent een meetbare parameter de af te rekenen artikelen (2); 5 het in een afreken-cyclus uitvoeren van een eerste identificatiestap met betrekking tot een artikel (2); het, bij voorkeur tegelijkertijd, meten van de genoemde meetbare parameter (Gm) van het betreffende artikel (2); het in het genoemde geheugen (120) opzoeken van een verwachte •10 waarde (Gx) van de genoemde meetbare parameter van het geïdentificeerde artikel (2); het vergelijken (316) van de gemeten waarde (Gm) met de verwachte waarde (Gx); en het concluderen dat het aangeboden artikel correct is 15 geïdentificeerd als de gemeten waarde (Gm) binnen voorafbepaalde tolerantiegrenzen blijkt overeen te komen met de verwachte waarde (Gx).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de genoemde 20 meetbare parameter het gewicht is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de genoemde meetbare parameter een kleurhistogram is.

4. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 1-3, waarbij genoemde goederen (2) zijn voorzien van een streepjescode, en waarbij de genoemde eerste identificatiestap het lezen van de streepjescode omvat.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de streepjescode wordt gelezen met een handscanner, of met de hand wordt bewogen langs een vaste scanner.

6. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij een artikel (2) 35 door middel van transportmiddelen (10) wordt getransporteerd 1018512 -24- langs streepjescode-leesmiddelen (20), en waarbij het betreffende artikel (2) wordt geïdentificeerd op basis van de door de streepjescode-leesmiddelen (20) gelezen streepjescode.

7. Werkwijze volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij, indien identificatie door middel van de genoemde eerste identificatiestap niet of niet volledig lukt, een alternatieve identificatiestap wordt uitgevoerd op basis van beeldherkenning. 10

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij vooraf in het geheugen (120) informatie wordt opgeslagen omtrent de kleurhistogrammen van de af te rekenen artikelen (2); 15 waarbij genoemde alternatieve identificatiestap een identificatie op basis van een kleurhistogram betreft; en waarbij, na een geslaagde alternatieve identificatiestap, wordt verder gegaan met de controle op basis van genoemde meetbare parameter. 20

9. Werkwijze volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij, indien identificatie mislukt dan wel de controle op basis van genoemde meetbare parameter niet leidt tot overeenstemming met het identificatie-resultaat, een door 25 een beeldopneemorgaan zoals een camera verkregen beeld van het betreffende artikel wordt vestuurd naar een operatorstation (600), waar dat beeld wordt bestudeerd door een operator, die vervolgens de benodigde informatie verstuurt naar de automatische kassa (1). 30

10. Kassasysteem, omvattende: streepjescode-leesmiddelen (20), ingericht voor het aftasten van een zich in een detectiegebied (22) bevindend artikel (2), het lezen van een zich daarop bevindende streepjescode, en het 35 genereren van een streepjescode-informatiesignaal (S20) dat representatief is voor de informatie die is opgeslagen in een gelezen streepjescode of streepjescode-fragment; een meetorgaan (30) voor het meten van een voorafbepaalde meetbare parameter van de artikelen, en voor het genereren van 1018512 -25- een meetsignaal (S30) dat representatief is voor de gemeten parameter; een centrale verwerkingseenheid (100) ,. waarvan een eerste ingang (102) gekoppeld is met een signaaluitgang (21) van de 5 streepjescode-leesmiddelen (20) voor het ontvangen van het streepjescode-informatiesignaal (S20) t en waarvan een tweede ingang (103) gekoppeld is met een signaaluitgang (31) van het meetorgaan (30) voor het ontvangen van het meetsignaal (S30) ; waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is ingericht om 10 uit het ontvangen streepjescode-informatiesignaal (S20) een identificatie van het betreffende artikel af te leiden; om van het geïdentificeerde artikel een verwachte waarde (Gx) van genoemde parameter te bepalen; om uit het ontvangen meetsignaal (S30) een meetwaarde (Gm) van genoemde parameter af te 15 leiden; om die meetwaarde (Gm) te vergelijken met de verwachte waarde (Gx); en om de identificatie goed te keuren als die meetwaarde (Gm) binnen voorafbepaalde tolerantiegrenzen overeenkomt met de verwachte waarde (Gx).

11. Kassasysteem volgens conclusie 10, waarbij het meetorgaan (30) een weegsensor omvat.

12. Kassasysteem volgens conclusie 10 of 11, voorts voorzien van transportmiddelen (10) voor het transporteren van •25 artikelen (2) langs de streepjescode-leesmiddelen (20) .

13. Kassasysteem volgens conclusie 12, waarbij de transportmiddelen (10) een transportband (11) omvatten, die ten minste één weegbandsectie (14) met een geïntegreerde weegsensor (30) 30 omvat. 1 2 3 4 5 1018512 Kassasysteem volgens conclusie 13, waarbij de transportmiddelen (10) met geïntegreerde weegsensor (30) zijn ingericht voor het uitvoeren van dynamische wegingen. 35 2 Kassasysteem volgens conclusie 13 of 14, waarbij de 3 weegbandsectie (14) met geïntegreerde weegsensor (30) zich 4 bevindt binnen het detectiegebied (22) van de streepjescode- 5 leesmiddelen (20) . -26-

16. Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 13-15, waarbij de transportband (11) een stroomopwaarts van de weegbandsectie (14) geplaatste invoersectie (13) omvat, 5 waarvan de transportsnelheid kleiner is dan die van de weegbandsectie (14) .

17. Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 10-16, waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is 10 ingericht om de genoemde verwachte waarde (Gx) van genoemde parameter te bepalen op basis van het ontvangen streepjescode-informatiesignaal (S20) ·

18. Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 15 10-16, voorts omvattende een met de centrale verwerkings eenheid (100) geassocieerd geheugen (120), waarin met betrekking tot de artikelen (2) de te verwachten waarde (Gx) van de genoemde meetbare parameter is opgeslagen; waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is ingericht om 20 de genoemde verwachte waarde (Gx) van genoemde parameter te bepalen door raadpleging van het geheugen (120). 1 2 1018512 1 Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 10-16, waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is 25 ingericht om, indien de streepjescode-informatie van een bepaald artikel representatief is voor een prijs per gewichtseenheid, voor dat artikel de prijs te bepalen door genoemde gewichtsprijs te vermenigvuldigen met het uit het weegsignaal (S30) afgeleide gewicht. 30 2 Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 10-19, voorts omvattende; beeldverwerkingsmiddelen voor het verwerken van een beeldopname van een zich in het detectiegiebied (22) van de 35 streepjescodeleesmiddelen (20) bevindend artikel; waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is ingericht om, indien identificatie op basis van de streepjescode mislukt, in een alternatieve identificatie-procedure het betreffende artikel te identificeren door middel van beeldverwerking. -27-

21. Kassasysteem volgens conclusie 20, waarbij genoemde beeldverwerkingsmiddelen middelen omvatten voor het berekenen van een kleurhistogram van een artikel; 5 waarbij is voorzien in een met de centrale verwerkingseenheid (100) geassocieerd geheugen (120) , waarin met betrekking tot de artikelen (2) informatie omtrent het bijbehorende kleurhistogram is opgeslagen; en waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is ingericht 10 om, indien identificatie op basis van de streepjescode mislukt, het berekende kleurhistogram te vergelijken met de in het geheugen (120) opgeslagen informatie om aldus het aangeboden artikel te identificeren.

22. Kassasysteem volgens conclusie 21, omvattende ten minste één beeldopneemorgaan (40) voor het genereren van een beeldsignaal (S40) dat een beeldopname van een zich in het detectiegebied (22) van de streepjescodeleesmiddelen (20) bevindend artikel representeert, en waarbij de centrale 20 verwerkingseenheid (100) is voorzien van een derde ingang (104) die is gekoppeld met een uitgang (41) van het ' beeldopneemorgaan (40) voor het ontvangen van het beeldsignaal (S40).

23. Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 10-22, voorts omvattende: ten minste één beeldopneemorgaan (50) voor het genereren van een beeldsignaal (S50) dat een beeldopname van een zich in het detectiegebied (22) van de streepjescodeleesmiddelen (20) 30 bevindend artikel representeert; ten minste één operatorstation (600), dat zich op afstand bevind van de automatische kassa (1) maar daarmee via een communicatienetwerk kan communiceren; waarbij de centrale verwerkingseenheid (100) is ingericht om, 35 indien identificatie van een artikel mislukt dan wel de controle op basis van genoemde meetbare parameter niet leidt tot overeenstemming met het identificatie-resultaat, het beeldsignaal (S50) te versturen naar het operatorstation (600), 10185121 -28- en om door een operator na bestudering van de beeldopname gegenereerde informatie te ontvangen.

24. Kassasysteem volgens conclusie 23, waarbij het operator-5 station (600) is voorzien van ten minste één beeldscherm, en is ingericht om de beeldopname te projecteren op dat beeldscherm; en waarbij het operatorstation (600) voorts is ingericht om op dat beeldscherm een reeks suggesties te projecteren van 10 waarschijnlijke artikelen, in de vorm van een.geschreven lijst en/of in de vorm van een reeks voorafvervaardigde en in een geheugen opgeslagen afbeeldingen, waarbij de reeks bij voorkeur wordt geprojecteerd in een volgorde van afnemende waarschijnlij kheid; 15 en waarbij het operatorstation (600) bij voorkeur is ingericht om de operator zijn beslissing te laten invoeren door op een geprojecteerde suggestie te klikken.

25. Kassasysteem volgens een willekeurige der conclusies 20 10-24, voorts omvattende een op basis van beeldverwerking opererend winkelwagen-controleersy.steem (70) .

26. Kassasysteem volgens conclusie 25, waarbij het winkelwagen-controleersysteem (70) omvat: 25 een camera (71), opgesteld boven een pad waar winkelwagens (72) de automatische kassa (1) moeten passeren; een met de camera (71) gekoppelde beeldverwerkingseenheid (74); een met de beeldverwerkingseenheid (74) geassocieerd geheugen 30 met daarin opgeslagen ten minste één referentiebeeld van een lege winkelwagen; een met de camera (71) gekoppelde wagendetector (73) voor het detecteren van de aanwezigheid van een winkelwagen (72), ingericht voor het genereren van een triggersignaal voor de 35 camera (71) of de beeldverwerkingseenheid (74); waarbij de beeldverwerkingseenheid (74) is ingericht voor het ontvangen van een door de camera (71) in respons op het door de wagendetector (73) gegenereerde triggersignaal gemaakte opname en het vergelijken van de ontvangen opname met ten 101851? -29- minste één van de in het geheugen opgeslagen referentiebeelden . 1018512 i