NL1018069C2 - Systeem voor het transporteren en/of opslaan van fietsen. - Google Patents

Description

SYSTEEM VOOR HET TRANSPORTEREN EN/OF OPSLAAN VAN FIETSEN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor het transporteren en/of opslaan van fietsen.

Tijdens het fabricage- en distributieproces van 5 fietsen wordt een groot aantal (45.000 of meer stelplaat-sen) fietsen tijdelijk opgeslagen in een distributiecentrum (DC) en vervolgens gedistribueerd over een aantal vrachtwagens (met een gemiddelde capaciteit van circa 100 stelplaatsen, verdeeld over een onderlaag en bovenlaag). 10 De vrachtwagens distribueren de fietsen vervolgens in den lande over een aantal bestemmingen.

Op dit moment worden de fietsen met de hand de laadruimte van de betreffende vrachtwagens ingereden en op de plaatsen van bestemming met de hand de laadruimte 15 weer uit gereden. Het op een dergelijke manier laden en lossen van een vrachtwagen met een gemiddelde capaciteit van 100 stelplaatsen neemt circa 1 tot 1,5 uur in beslag, terwijl het lossen van de vrachtwagen in een DC met veel mankracht in totaal circa 1 uur in beslag neemt. Boven-20 dien is het laden en lossen fysiek belastend voor degene (n) die met het laden en lossen belast zijn. Onder andere in het geval van het lossen van de fietsen, wanneer het de bestuurder van de vrachtwagen is die de fietsen op elke bestemming moet lossen, betekent dit een 25 gezondheidsrisico.

Het is een doel van de uitvinding een systeem en werkwijze voor het transporteren van fietsen te verschaffen waarin de bovengenoemde bezwaren zijn ondërvan-gen.

30 Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een systeem voor het transporteren van fietsen verschaft, welke omvat: 1 01 8 0 59 2 - een aantal langgerekte geleidingsorganen; - een eerste en een tweede langgerekte draag-beugel, in langsrichting waarvan respectievelijk een eerste fiets en een tweede fiets zijn aan te brengen; 5 - transportmiddelen voor het transporteren van de draagbeugels over de geleidingsorganen, waarbij de transportmiddelen zijn ingericht voor het in hoofdzaak dwars op de geleidingsorganen geleiden van de draagbeugels. Door op draagbeugels geplaatste fietsen in het 10 distributiecentrum via geleidingsorganen te transporteren naar de betreffende vrachtwagen en de draagbeugels op dezelfde wijze te transporteren over de laadvloer van de vrachtwagen, kan zonder veel fysieke inspanning een vrachtwagen op snelle en efficiënte wijze geladen worden. 15 Het laden en lossen gebruik makend van het systeem van de uitvinding behoeft niet meer dan 15 minuten te vergen. Daar de draagbeugels bovendien dwars op de geleidingsorganen zijn gerangschikt, komen de draagbeugels achter elkaar geplaatst, bij voorkeur dwars op de langsrichting 20 van de laadvloer van de vrachtwagen, in laadruimte van de vrachtwagen terecht, zodat het laadvloeroppervlak optimaal benut kan worden. Verder is het systeem in het bijzonder geschikt voor toepassing van hefsystemen, zoals vorkheftrucks in het bijzonder, bij het laden en lossen. 25 Het hefsysteem kan eenvoudig een vork onder een of meer draagbeugels schuiven of op een andere wijze aan een draagbeugel worden bevestigd, waarna de draagbeugels samen met de fietsen verplaatst kunnen worden.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat een 30 draagbeugel een ligger waarin de wielen van de fiets plaatsbaar zijn; en een tweetal zich ter weerszijden van de ligger uitstrekkende staanders voor het in opgerichte stand houden van de fiets. De fiets wordt met beide wielen in de ligger gereden en rechtop gehouden door de 35 staanders ter weerszijden daarvan. In een andere voorkeursuitvoering waarin de geleidingsorganen boven de draagbeugels zijn gepositioneerd, omvat een draagbeugel een aantal haken waarmee een fiets is vast te haken voor 1 0180 S9 3 het in hangende stand houden van de fiets. De fiets kan hierbij met de wielen naar beneden worden opgehangen of met de wielen omhoog, in welke laatste stand de draagbeu-gel tevens een ligger omvat waarin de wielen van de fiets 5 plaatsbaar zijn. Na omkering van fiets met draagbeugel is dan de fiets, staande in de ligger, te transporteren. Toepassing van een draagbeugel boven een set railorganen in combinatie met draagbeugels onder een andere set railorganen maakt het mogelijk om op eenvoudige wijze 10 twee (of meer) lagen in de vrachtwagen of het magazijn te realiseren. Hiermee wordt de opslagcapaciteit sterk vergroot.

Een combinatie van de draagbeugel met staanders en met haken is eveneens mogelijk, waarbij volstaan kan 15 worden met één type draagbeugel voor transport en opslag van de fiets in zowel staande als hangende stand.

Teneinde het per fiets in beslag genomen oppervlak, bijvoorbeeld het oppervlak in het distributiecentrum of het laadvloeroppervlak in de vrachtwagen, te 20 beperken, zijn in een verdere uitvoeringsvorm de draagbeugels ingericht voor het op in dwarsrichting versprongen posities geleiden van in de draagbeugels aangebrachte fietsen. Als twee fietsen immers direct tegen elkaar worden geplaatst, zullen de relatief brede delen van 25 beide fietsen tegenover elkaar zijn gesitueerd, hetgeen het door twee achter elkaar geplaatste draagbeugels in beslag genomen oppervlak te groot zou maken. Door de fietsen op enigszins versprongen posities achter elkaar te plaatsen, kan het vloeroppervlak maximaal benut wor-3 0 den.

Om de bovengenoemde versprongen posities tot stand te brengen, omvatten de transportmiddelen in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding een aantal geleiders voor transport over de corresponderende 35 geleidingsorganen, waarbij de geleiders zijn ingericht om transport van draagbeugels in tegenovergestelde oriëntaties mogelijk te maken. Na bijvoorbeeld de eerste draagbeugel met fiets de laadruimte te hebben ingeschoven, - 1018069 4 wordt de volgende draagbeugel met fiets in een halve slag (180 graden) verdraaide positie naar binnen geschoven. De volgende draagbeugel wordt dan weer in de oorspronkelijke oriëntatie naar binnen geschoven, enzovoorts. Hierdoor 5 kan worden volstaan met één type draagbeugel voor het transporteren van de fietsen. De toepassing van meer typen draagbeugels blijft uiteraard ook mogelijk. Het "om-en-om" plaatsen van de fietsen wordt verder mogelijk gemaakt in een voorkeursuitvoering waarin de transport -10 middelen een aantal aan de ligger aangebrachte geleiders omvat welke asymmetrisch ten opzichte van het middelpunt van de ligger zijn aangebracht.

Teneinde het systeem geschikt te maken voor fietsen van verschillend type, zijn de staanders zodanig 15 uitgevoerd, dat deze verstelbaar zijn voor het veranderen van de onderlinge afstand daarvan. Bij relatief brede fietsen wordt de onderlinge afstand relatief groot (maximaal circa 12 cm) ingesteld, terwijl bij relatief smalle fietsen volstaan kan worden met een kleinere 20 onderlinge afstand (minimaal circa 8 cm).

Een dergelijke verstelbaarheid van een van de staanders of beide staanders kan worden geïmplementeerd door de althans een van de staanders te voorzien van een knik en de betreffende staander op een aantal in hoek 25 verdraaide standen aan de ligger bevestigbaar te maken.

In een verdere voorkeursuitvoering zijn ter weerszijden van de ligger van een draagbeugel aangrijp-middelen voorzien ter aangrijping op corresponderende aangrijpmiddelen van een opeenvolgende draagbeugel. In 30 een toestand waarin de draagbeugels achter elkaar zijn geschoven, zorgen de aangrijpmiddelen voor een relatief stijve verbinding tussen de opeenvolgende draagbeugels. Dit is met name bedoeld om te verhinderen dat bij voorbeeld bij sterk afremmen van de vrachtwagen, het geheel 35 van draagbeugels en geleidingsorganen zou gaan torderen, waardoor de draagbeugels klem zouden kunnen komen te zitten in de geleidingsorganen.

1018069 5

Volgens een verder aspect van de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze voor het laden of lossen van fietsen in of uit een voertuig verschaft, omvattende: - het aanbrengen van een eerste fiets in een 5 eerste draagbeugel; - het over een laadvloer van het voertuig transporteren van de eerste draagbeugel met fiets; - het aanbrengen van een tweede fiets in een tweede draagbeugel; 10 - het over de laadvloer transporteren van de tweede draagbeugel met fiets. Verder omvat de uitvinding het gebruik van de bovengenoemde draagbeugel en/of het bovengenoemde systeem.

Verdere kenmerken, voordelen en details van de 15 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:

Figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht 20 in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, welke is toegepast in een vrachtwagen;

Figuur 2 een gedetailleerder aanzicht in perspectief van de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 1; en

Figuur 3 een aanzicht in perspectief van een 25 voorkeursuitvoeringsvorm van een geleidingsorgaan volgens de uitvinding.

In het hierna volgende wordt een beschrijving gegeven van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de uitvinding is toegepast in een vrachtwa-30 gen. Het moge duidelijk zijn dat andere toepassingen eveneens denkbaar zijn, bijvoorbeeld voor de opslag en het transport van fietsen in een distributiecentrum (DC) of fabriek, waarin een groot aantal fietsen, in de orde van grootte van 45.000 of meer kan worden opgeslagen.

35 Een lading fietsen wordt vanaf een distributie centrum getransporteerd naar de laadbak van een vrachtwagen. De fietsen worden in series met een seriegrootte van circa 100 in een vrachtwagen geladen. De fietsen met _ 1018069 6 het laatste losadres worden als eerste ingeladen, terwijl de fietsen met het eerste losadres als laatste worden ingeladen. Vervolgens transporteert de vrachtwagen de fietsen naar de diverse plaatsen van bestemming. In veel 5 gevallen zal de vrachtwagen een groot aantal adressen (vaak meer dan twintig) moeten afgaan en op elk adres een voorafbepaald aantal fietsen moeten afleveren.

In figuur 1 is een vrachtwagen 1 schematisch weergegeven, waarbij fietsen f met behulp van een niet 10 weergegeven laad- en lossysteem aan de achterzijde van de vrachtwagen geladen zijn. Voor het opbergen van de fietsen zijn op de laadvloer 2 van de vrachtwagen 1 in langs-richting met een onderlinge afstand van circa 1,2 m twee rails 3a en 3b aangebracht. Alhoewel dit niet noodzake-15 lijk is, zal in veel gevallen een dwarsverbinding (niet weergegeven) tussen de rails worden aangebracht teneinde eventuele onvlakheid van de laadvloer 2 of eventuele vervormingen als gevolg van sterke versnellingen c.q. vertragingen van de vrachtwagen op te kunnen vangen.

20 De fietsen zijn geplaatst in fietsdragers 5,5' (figuur 2), die met behulp van glij-ijzers 4a en 4b langs respectievelijke rails 3a en 3b kunnen glijden. De fietsdragers 5 worden achtereenvolgens in de richting van pijlen Pi langs de rails 3a,3b verplaatst. Hierbij zijn de 25 dragers 5 dwars op de rails, en derhalve dwars op de langsrichting van de vrachtwagen geplaatst om een zo groot mogelijke benutting van de laadvloer mogelijk te kunnen maken.

Zoals is weergegeven in figuur 1 zijn de in 30 achtereenvolgende fietsdragers 5, 5' aangebrachte fietsen F, F' in tegenovergestelde richting georiënteerd, dat wil zeggen dat het voorwiel van fiets F aan de rechterzijde en het voorwiel van fiets F' aan de linkerzijde van de laadvloer is gesitueerd. Hierdoor wordt voorkomen dat 35 bepaalde delen van de fiets, zoals bijvoorbeeld de trappers, de sturen en dergelijke, elkaar raken en daarmee een optimale benutting van de laadvloer 2 zouden verhinderen. Door de fietsen F, F' enigszins in dwarsrichting 1 01 S0C9 7 versprongen ten opzichte van elkaar aan te brengen, kunnen de fietsen immers met kleinere onderlinge afstand in de vrachtwagen worden geladen.

Om de onderlinge afstand klein te houden, 5 kunnen de fietsen in opeenvolgende draagbeugels hetzij op versprongen posities worden geplaatst ofwel in tegengestelde richting worden georiënteerd. Ook een combinatie hiervan is mogelijk. Het is bijvoorbeeld denkbaar een eerste fiets met de draagbeugel op een linker positie met 10 zijn voorwiel links, een tweede fiets op dezelfde positie met het voorwiel rechts, een derde fiets met de draagbeugel op een rechter positie met het voorwiel links, en een vierde fiets op een rechter positie met het voorwiel rechts te plaatsen. Hierbij zijn de draagbeugels bijvoor-15 beeld hetzij via een eerste set linker rails te verplaatsen en op een tweede set rechter rails te verplaatsen.

De fietsdragers 5, 5' bestaan uit een ligger 6 resp. 6', waarbij ter weerszijde van elke ligger een tweetal staanders 27 (figuur 2) is aangebracht. De staan-20 ders 27 hebben bij voorkeur een vierkante dwarsdoorsnede en zijn aangebracht in opvanghuizen 26 die met behulp van een dwarsstrip 18 aan de betreffende ligger 6 zijn bevestigd. De tussenruimte a tussen twee staanders 27 van dezelfde ligger 6 fungeren als steun voor het rechtop 25 houden van de in de betreffende ligger 6 aangebrachte fiets F.

Aangezien het dragersysteem geschikt moet zijn voor een groot aantal verschillende fietstypen, zijn de staanders zodanig uitgevoerd dat de afstand a tussen twee 30 staanders gevarieerd kan worden. Zoals uit figuur 2 blijkt, kan één van de staanders of kunnen beiden staanders over een kwart of halve slag gedraaid in de betreffende opvanghuis 26 geplaatst worden. Doordat de staanders bovendien een knik 28 omvatten, kan daarmee de 35 tussenafstand a tussen het bovenste delen van de staanders gevarieerd worden. Door draaiing van één of beide staanders 27 is daarmee een zestal afstanden a realiseer- - 1 01 80 09 8 baar en is de draagbeugel daarmee geschikt voor fietsen van een zestal typen.

Om het vloeroppervlak goed te kunnen benutten, is het eveneens mogelijk de fietsen enigszins verspron-5 gen, maar in dezelfde oriëntatie ten opzichte van elkaar in achtereenvolgende fietsdragers te plaatsen. Hiertoe kunnen de staanders van opeenvolgende fietsdragers op enigszins versprongen posities worden voorzien.

In de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm 10 zijn de staanders 27 niet halverwege een ligger aangebracht, maar op enige afstand daarvandaan. In het weergegeven voorbeeld is ligger 6 bijvoorbeeld 1,5 m lang en is de afstand b tussen glij-ijzer 4b en staander 27 en de afstand c tussen glij-ijzer 4a en staander 27 ongeveer 60: 15 cm. Wanneer nu de opeenvolgende fietsdragers 5, 5' om en om geplaatst worden, zoals is weergeven in figuur 2, zullen eveneens de fietsen F, F' om en om op een verschoven positie ten opzichte van elkaar terecht komen, zodat een verbeterde benutting van de laadvloer en een vermin-20 dering van het risico op beschadiging van de fietsen F,F' tot stand kan worden gebracht.

De ligger 6 van een eerste uitvoeringsvorm van de fietsdrager 5 bestaat uit een tweetal platen 21, 22 die onder een voorafbepaalde hoek ten opzichte met elkaar 25 zijn verbonden. Hierdoor kent deze uitvoeringsvorm van de ligger 6 in dwarsdoorsnede een V-vorm. De vorm maakt het mogelijk om daarin wielen of banden van diverse diktes vast te klemmen. In een andere uitvoeringsvorm heeft de ligger 6' van de fietsdrager 5' een U-vormige dwarsdoor-30 snede en bestaat uit een liggende plaat 25 welke is voorzien van een tweetal opstaande randen 23 en 24. Dit type drager is meer geschikt voor het vast klemmen van een band of wiel van één bepaalde dikte. De dragers klemmen de wielen of banden van de fiets vast om ongewenste 35 verplaatsing langs de drager te voorkomen.

Bij voorkeur zijn de liggers vervaardigd van een lichtgewicht harde kunststof.

10100 09 9

De transportmiddelen van de liggers 6,6' worden gevormd door glij-ijzers 4a en 4b die in rails 3a, 3b verplaatst kunnen worden. In figuur 3 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een dergelijke rail 3 weergegeven. Op 5 de laadvloer 2 is een U-profiel 10 bevestigd, waarbij aan de uiteinden van de U een tweetal flenzen 11 is voorzien. In het profiel zijn twee naast elkaar geplaatste kleinere profielen 12 bevestigd, welke aan hun boveneinde zijn voorzien van openingen 13 waarin assen 14 van een groot 10 aantal rollen 15 zijn opgenomen. De aan de liggers bevestigde glij-ijzers 4a, 4b kunnen nu in de ruimte tussen de onderzijde van de flenzen 11 en de bovenzijde van de rollers 15 worden opgevangen. Deze constructie verzekert een soepele en eenvoudige verplaatsing van de fietsdra-15 gers over de laadvloer, waarbij door middel van de flenzen 11 voorkomen wordt dat bij sterk afremmen de fiets-dragers zouden kunnen loskomen van de laadvloer.

In figuur 2 is weergegeven dat aan de rechterzijde van de ligger 6 ter plaatse van de verbindingsstrip 20 18 (welke in gemonteerde toestand zich boven het vloeroppervlak uitstrekt) een uitsteeksel 19 en een opvangdeel 20 is voorzien. Evenzeer zijn corresponderende uitsteeksels 19 en opvangdelen 20 voorzien aan de andere zijde van de ligger 6 alsmede aan de overige liggers 6'. Door-25 dat de afstanden b en c in de weergegeven uitvoeringsvorm gelijk zijn en de liggers 6, 6' om en om geplaatst zijn, grijpt het uitsteeksel 19 aan de linkerzijde van ligger 6 aan op het corresponderende opvangdeel 20 van ligger 6' en vice versa. Opeenvolgende liggers worden door deze 30 constructie derhalve ten opzichte van elkaar gefixeerd, hetgeen de invloed van een te grote torsie bij sterk afremmen van de vrachtwagen opvangt. Dit verzekert een blijvend soepel transport langs de rails.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot 35 de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvorm daarvan; de gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Het systeem kan, zoals eerder is 101 SC 69 10 aangegeven., "ondersteboven" worden uitgevoerd, waarbij ook de fiets ondersteboven hangt en de draagbeugel een aantal haken omvat waarin de fiets is vast te haken. Ook een combinatie daarvan behoort tot de mogelijkheden.

5 1 o 1 SO 69

Claims (20)

1. Systeem voor het transporteren van fietsen, omvattende: - een aantal langgerekte geleidingsorganen; - een eerste en een tweede langgerekte draag-beugel, in langsrichting waarvan respectievelijk een 10 eerste fiets en een tweede fiets zijn aan te brengen; - transportmiddelen voor het transporteren van de draagbeugels over de geleidingsorganen, waarbij de transportmiddelen zijn ingericht voor het in hoofdzaak dwars op de geleidingsorganen geleiden van de draagbeu- 15 gels.

2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsorganen zijn aangebracht op een ondergrond en de draagbeugels boven de ondergrond te positioneren zijn.

3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 20 draagbeugel omvat: - een ligger waarin de wielen van de fiets plaatsbaar zijn; - een tweetal zich ter weerszijden van de ligger uitstrekkende staanders voor het in opgerichte 25 positie houden van de fiets.

4. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsorganen zijn aangebracht boven een ondergrond en de draagbeugels onder de geleidingsorganen te positioneren zijn.

5. Systeem volgens een der conclusies 1-4, waarbij de draagbeugel omvat: - een aantal haken waaraan een fiets is vast te haken voor het in hangende stand houden van de fiets.

6. Systeem volgens een van de conclusies 1-5, 35 waarbij de draagbeugels zijn ingericht voor het op in dwarsrichting versprongen posities geleiden van in de draagbeugels aangebrachte fietsen. 10l8OnQ

7. Systeem volgens conclusie 5, waarbij de staanders van een draagbeugel op een positie buiten het middelpunt van de ligger zijn gepositioneerd.

8. Systeem volgens een der voorgaande conclu-5 sies, waarbij de transportmiddelen van elke draagbeugel een aantal geleiders voor transport over de corresponderende geleidingsorganen omvat, waarbij de geleiders zijn ingericht om transport van draagbeugels in tegenovergestelde oriëntaties mogelijk te maken.

9. Systeem volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de transportmiddelen een aantal aan de ligger aangebrachte geleiders omvat welke asymmetrisch ten opzichte van het middelpunt van de ligger zijn aangebracht .

10. Systeem volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de transportmiddelen een eerste nabij een eerste uiteinde van de ligger aangebrachte eerste geleider en een tweede op relatief grote afstand, bij voorkeur ten minste 20 cm, vanaf het andere uiteinde van de ligger 20 aangebrachte tweede geleider omvatten.

11. Systeem volgens een der conclusie 2-10, waarbij de staanders van een draagbeugel verstelbaar zijn voor het veranderen van de onderlinge afstand daarvan.

12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij al-25 thans een van de staanders een knik omvat en de betreffende staander op een aantal in hoek verdraaide standen aan de ligger bevestigbaar is.

13. Systeem volgens conclusie 11 of 12, waarbij althans een van de staanders van een draagbeugel is 30 opgebouwd uit een liggend deel, een aan het ene uiteinde daarvan voorzien onderste, aan de ligger aangebracht staanderdeel en een aan het andere uiteinde daarvan voorzien bovenste staanderdeel, waarbij althans een deel van het onderste staanderdeel een dwarsdoorsnede heeft om 35 deze in over telkens een kwartslag verdraaide standen aan de ligger te kunnen bevestigen.

14. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ter weerszijden van de ligger van een 101 80 59 draagbeugel aangrijpmiddelen zijn voorzien ter aangrij-ping op corresponderende aangrijpmiddelen van een opeenvolgende draagbeugel.

15. Systeem volgens een der voorgaande conclu-5 sies, waarbij de geleidingsorganen twee evenwijdige railorganen omvatten, welke voorzien zijn van een aantal rollen, en de transportmiddelen een aantal glij-ijzers omvatten welke over de rollen van de corresponderende railorganen kunnen rollen.

16. Systeem volgens een der conclusies 1-15, waarbij de breedte van de draagbeugel circa 15 cm bedraagt .

17. Draagbeugel, kennelijk bestemd voor een samenstel volgens een der voorgaande conclusies.

18. Werkwijze voor het laden of lossen van fietsen in of uit een voertuig, omvattende: - het aanbrengen van een eerste fiets in een eerste draagbeugel; - het over een laadvloer van het voertuig 20 transporteren van de eerste draagbeugel met fiets; - het aanbrengen van een tweede fiets in een tweede draagbeugel; - het over de laadvloer transporteren van de tweede draagbeugel met fiets.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, omvattende het in een eerste oriëntatie dwars op de langsrichting van de laadvloer aanbrengen van een eerste draagbeugel en het in een tweede, tegenovergestelde oriëntatie dwars op de langsrichting van de laadvloer aanbrengen van een 30 tweede draagbeugel.

20. Werkwijze voor het transporteren van fietsen, waarin het systeem volgens een der conclusies 1-16 wordt toegepast. 1 01 80 69