NL1030534C2 - Inrichting voor het transporteren van lading. - Google Patents

Inrichting voor het transporteren van lading. Download PDF

Info

Publication number
NL1030534C2
NL1030534C2 NL1030534A NL1030534A NL1030534C2 NL 1030534 C2 NL1030534 C2 NL 1030534C2 NL 1030534 A NL1030534 A NL 1030534A NL 1030534 A NL1030534 A NL 1030534A NL 1030534 C2 NL1030534 C2 NL 1030534C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
load carrier
trailer
locking
load
supports
Prior art date
Application number
NL1030534A
Other languages
English (en)
Inventor
Andre Van Der Steen
Original Assignee
Andre Van Der Steen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Andre Van Der Steen filed Critical Andre Van Der Steen
Priority to NL1030534A priority Critical patent/NL1030534C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030534C2 publication Critical patent/NL1030534C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D63/00Motor vehicles or trailers not otherwise provided for
    • B62D63/06Trailers
    • B62D63/061Foldable, extensible or yielding trailers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D21/00Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted
    • B62D21/18Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17
    • B62D21/20Understructures, i.e. chassis frame on which a vehicle body may be mounted characterised by the vehicle type and not provided for in groups B62D21/02 - B62D21/17 trailer type, i.e. a frame specifically constructed for use in a non-powered vehicle

Description

INRICHTING VOOR HET TRANSPORTEREN VAN LADING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren van lading, omvattende een 5 chassis die één of meer dwarsbalken omvat, waaraan ten minste twee van een as voorziene wielen zijn opgehangen en een lastdrager.
Dergelijke inrichtingen voor het transporteren van lading, ook wel aanhangers genoemd, worden veelvuldig gebruikt 10 voor allerlei doeleinden, zoals verhuisactiviteiten, als vervoermiddel van vakantiebagage, het vervoeren van materieel of objecten die niet in de auto passen of om andere redenen niet met de auto vervoerd worden. In de handel zijn aanhangers in verschillende maten en voor verschillende doeleinden 15 beschikbaar. Een aannemer die bijvoorbeeld veelvuldig zwaar en groot materieel zal vervoeren, zal kiezen voor een grote aanhanger. Voor mensen die echter sporadisch gebruik maken van een aanhanger, is een dergelijke grote uitvoering niet gewenst. Bovendien dient een aanhanger ook ergens gestald te worden 20 wanneer deze niet gebruikt wordt. Hoewel aanhangers ook voor korte of langere tijd gehuurd kunnen worden, typische afmetingen van het laadoppervlak zijn doorgaans ongeveer 2 m lengte en 1,3 m breedte, is er ook een groep gebruikers die niet afhankelijk wil zijn van verhuurmogelijkheden en graag de 25 flexibiliteit willen die een eigen aanhanger biedt. Om in de behoefte te voorzien van mensen die graag een aanhanger wensen te bezitten, maar toch beperkte bergruimte hebben, zijn er bekende kleine aanhangers waarvan het laadoppervlak ongeveer 1,5 m lang is en ongeveer 1 m breed is. Hoewel deze kleine 1030534 2 aanhangers minder bergruimte nodig hebben, zijn ze nog steeds niet geschikt om in een standaard schuur opgeborgen te worden.
Bovendien zijn deze kleine aanhangers niet geschikt voor praktisch huishoudelijk gebruik, zoals bijvoorbeeld het 5 afvoeren van bouwafval. Er is derhalve behoefte aan een aanhanger die geschikt is om voor meerdere doeleinden gebruikt te worden, variërend van sporadisch een redelijk grote of zware lading vervoeren tot de toepassing als aanhanger voor vakantiebagage, en tevens niet al te veel ruimte inneemt.
10 Een doel van de onderhavige uitvinding is voorzien in bovengenoemde behoefte, en meer in het bijzonder een aanhanger te verschaffen die flexibel inzetbaar is voor verschillende toepassingen.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige 15 uitvinding, wordt een inrichting verschaft voor het transporteren van lading, waarbij een lastdrager beweegbaar is aangebracht tussen eerste ingeschoven opbergstand en een tweede uitgeschoven werkstand, waarbij in de tweede uitgeschoven werkstand een vergrendelingsarm contact maakt met een 20 vergrendelingsnok en de lastdrager koppelt aan het chassis.
Wanneer de lastdrager zich in de uitgeschoven werkstand bevindt, is er een relatief groot draagoppervlak beschikbaar voor het dragen van een last, terwijl in de ingeschoven opbergstand de lastdrager zodanig op het chassis van de 25 inrichting wordt gepositioneerd dat de inrichting voor het ! transporteren van lading in zijn opgeborgen stand een significant gereduceerd volume inneemt. Op deze wijze wordt een aanhanger verkregen die een relatief groot draagoppervlak heeft en toch makkelijker opbergbaar is dan bestaande aanhangers met 3 een vergelijkbaar draagoppervlak. Door het koppelen van de lastdrager aan het chassis wordt voorkomen dat de lastdrager, tijdens gebruik of tijdens het hanteren in opgeborgen stand, ongewenst verschuift. Met name wanneer dit in zijn werkzame 5 stand tijdens het transporteren zou gebeuren, zou dit ongewenste en onveilige situaties kunnen opleveren.
In een bijzonder gunstige voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van één of meer lastdrager-geleidingsorganen, bij 10 voorkeur één of meer rollen, voor het heen en weer bewegen van de lastdrager tussen de eerste ingeschoven opbergstand en de tweede uitgeschoven werkstand. Door de toepassing van één of meer lastdrager-geleidingsorganen wordt het tussen de eerste ingeschoven opbergstand en de tweede uitgeschoven werkstand 15 heen en weer bewegen van de lastdrager vergemakkelijkt, waardoor deze door één persoon, en zelfs door fysiek minder krachtige personen zoals oudere mensen, heen en weer bewogen kan worden. Voor een vakman zal het duidelijk zijn dat ook andere geleidingsorganen dan rollen, bijvoorbeeld gladde 20 oppervlakken in de vorm van Teflon® glijvlakken, geschikt zijn.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het chassis voorzien van één of meer steunen voor het in een stand, waarin het vlak van de lastdrager in hoofdzaak loodrecht staat op de ondergrond, ondersteunen van de 25 inrichting. In deze opbergstand, waarin de lastdrager in hoofdzaak loodrecht op de ondergrond geplaatst is, heeft de transportinrichting een minimaal vloeroppervlak nodig. Hierdoor is het mogelijk de inrichting, wanneer deze niet gebruikt wordt, op een ruimte besparende wijze op te bergen.
4
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, strekken de steunen zich verder achterwaarts uit dan de afmetingen van het wiel. Doordat de steunen zich, gezien in het vlak van de lastdrager, achter het wiel bevinden, kunnen 5 de steunen dienst doen als kantelpunt voor het kantelen van een eerste stand waarin het vlak van de lastdrager in hoofdzaak parallel is aan de ondergrond naar een tweede stand waarin het vlak van de lastdrager in hoofdzaak loodrecht staat op de ondergrond. Wanneer de lastdrager van de inrichting zich in de 10 eerste ingeschoven opbergstand bevindt, en de lastdrager in deze stand vergrendeld is, kan de inrichting op bovengenoemde wijze rechtop geplaatst worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de lastdrager voorzien van bevestigingsmiddelen voor het 15 aanbrengen van hulpmiddelen. Hierdoor kan de inrichting voor het transporteren van lading volgens de onderhavige uitvinding geschikt worden gemaakt voor verschillende toepassingen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting omvatten de hulpmiddelen draagsteunen, wielsteunen, 20 zijwanden of een overkapping.
In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de lastdrager van de inrichting voorzien van opstaande zijranden.
Deze opstaande zijranden begrenzen de buitenperiferie van het draagoppervlak van de lastdrager, en voorkomen derhalve dat 25 lading, met name tijdens transport, van de lastdrager zou kunnen afschuiven. Door deze zijranden van een beperkte hoogte te voorzien kan het volume van de lastdrager met opstaande zijranden, die als het ware een laadbak vormt, beperkt gehouden worden. Op deze wijze zal de lastdrager een beperkte bergruimte i
-------- --- ____ _ WT
5 innemen.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding, omvat de lastdrager ten minste één in de lengte- en breedteafmeting van de lastdrager passende doos. Deze doos kan 5 eenvoudig op en van de lastdrager geplaatst worden en verschaft een handzaam medium voor het opbergen van te transporteren goederen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn ten minste twee dozen met verschillende afmetingen op de lastdrager 10 aangebracht. Door het toepassen van meerdere dozen, kunnen de te transporteren goederen opgedeeld worden in verschillende dozen, hetgeen flexibiliteit verschaft. Bij het laden en lossen is het niet nodig om alle te transporteren goederen afzonderlijk te hanteren, doch kan worden volstaan met het 15 hanteren van handzame dozen. Bovendien kunnen door het gebruik van dozen de te transporteren goederen praktisch verdeeld worden, bijvoorbeeld naar toepassing, zodat bij het gebruik van de transportinrichting voor het vervoeren van vakantiebagage, alle kookbenodigdheden bij elkaar zijn opgeslagen. Daar, 20 afhankelijk van de te transporteren goederen een bepaalde doos wel of niet geschikt kan zijn, zijn bij voorkeur dozen met verschillende afmetingen beschikbaar voor het op de actuele behoefte aanpassen van de te gebruiken doos. Door de te gebruiken doos aan te passen op de actuele behoefte kan telkens 25 de meest handzame doos voor een bepaalde toepassing worden gebruikt. De toepassing van dozen maakt het mogelijk om bij een lastdrager met zijranden van een beperkte hoogte, welke zijranden afschuiven van de dozen van de lastdrager voorkomen, toch een beschikbaar transportvolume te creëeren dat 6 overeenkomt met een conventionele laadbak die gevormd wordt door een lastdrager met zijranden met een hoogte die overeenkomt met de hoogte van een doos.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is ten minste 5 één draagsteun voor het dragen van een accessoire aangebracht.
Op deze wijze kan de transportinrichting volgens de uitvinding tevens gebruikt worden voor het, eventueel in toevoeging op de op de lastdrager geplaatste dozen, vervoeren van een accessoire zoals een skibox, surfplank, kano of ander object.
10 In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn doosvergrendelmiddelen voorzien voor het vergrendelen van de dozen. Op deze wijze kan voorkomen worden dat tijdens transport één of meerdere op de lastdrager aangebrachte dozen los kunnen raken en verloren zouden kunnen worden. Met name tijdens 15 transport kan het losraken van een doos gevaarlijke verkeerssituaties opleveren. Bovendien wordt door het vergrendelen van de op de lastdrager aangebrachte dozen tevens ontvreemding van de dozen voorkomen.
In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de 20 uitvinding is de lastdrager van de transportinrichting voorzien van ten minste één motorsteun, omvattende een wielgoot en een wielsteun. Op deze wijze kan de transportinrichting tevens gebruikt worden voor het vervoeren van bijvoorbeeld een motorrijwiel, bromfiets of ander rijwiel, al dan niet voorzien 25 van een hulpmotor.
In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de zijwanden voorzien van kapbevestigingsmiddelen voor het bevestigen van een overkapping. Door het aanbrengen van een overkapping, zoals een huif of dekzeil, kunnen de op de ---_ 7 lastdrager aanwezige te transporteren goederen beschermd worden tegen weersinvloeden, zoals regen, sneeuw, hagel en/of wind.
In nog een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de transportinrichting is een draaggestel voorzien voor het in 5 zijn opbergstand, d.w.z. de stand waarin het vlak van de lastdrager in hoofdzaak loodrecht op het vlak van de ondergrond gekanteld is, dragen van de transportinrichting. Dit draaggestel omvat een frame met ten minste één opwaarts uitstrekkende arm. Wanneer de transportinrichting volgens de 10 uitvinding zich in zijn opbergstand bevindt, dat wil zeggen wanneer de lastdrager zich in de eerste ingeschoven opbergstand bevindt en de vergrendelmiddelen eventueel de lastdrager in deze stand vergrendelen, kan de inrichting in hoofdzaak rechtop geplaatst worden, waarbij deze steunt op zijn steunen en een 15 minimaal vloeroppervlak benut. Het nadeel van het steunen op de steunen is dat de rechtop geplaatste transportinrichting dan moeilijk verplaatsbaar is. Het draaggestel met de ten minste één opwaarts uitstrekkende arm kan de transportinrichting in deze rechtop geplaatste opbergstand dragen, en omvat in een 20 verdere voorkeursuitvoeringsvorm ten minste twee wielen, bij voorkeur vier zwenkwielen, waardoor het draaggestel met de rechtop geplaatste transportinrichting makkelijk verplaatsbaar is.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een 25 opbergdoos voor gebruik in een transportinrichting, waarbij lengte- en/of breedteafmeting 1/2, 1/3, 1/4, 1/5, ..., 1/n is van de lengte- en/of breedteafmeting van de lastdrager. Door deze keuze voor de afmetingen wordt gewaarborgd dat met een combinatie van dozen - indien gewenst - het gehele 8 draagoppervlak van de lastdrager benut kan worden voor het plaatsen van dozen. Desgewenst kan, door een geschikte keuze uit opbergdozen, ook een gedeelte van het draagoppervlak van de lastdrager benut worden.
5 In de navolgende beschrijving worden uitvoeringsbeelden aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen:
Figuur 1: een eerste perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de transportinrichting volgens de 10 onderhavige uitvinding;
Figuur 2A tot en met 2C: het heen en weer bewegen van de lastdrager tussen een eerste ingeschoven opbergstand en een tweede uitgeschoven werkstand;
Figuur 3: een detailaanzicht van de lastdrager-15 geleidingsorganen van de in figuur 2 getoonde inrichting;
Figuur 4: een detailaanzicht van de sluitinrichting van de in figuur 2 getoonde transportinrichting;
Figuur 5: een detailaanzicht van de vergrendelmiddelen van de in figuur 2 getoonde 20 transportinrichting;
Figuur 6: een perspectivisch aanzicht van de transportinrichting van figuur 1, waarbij de lastdrager zich in de eerste ingeschoven opbergstand bevindt en de transportinrichting in een rechtop geplaatste opbergstand 25 gekanteld is;
Figuur 7: een aanzicht van een draaggestel voor het in zijn opbergstand dragen van de transportinrichting van f iguur 6;
Figuur 8: een perspectivisch aanzicht van het 9 draaggestel van figuur 7 dat de transportinrichting in zijn opbergstand, zoals getoond in figuur 6, draagt;
Figuur 9: een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 getoonde transportinrichting, waarbij de lastdrager I 5 zich in de tweede uitgeschoven werkstand bevindt en meerdere accessoires zijn aangebracht;
Figuur 10: een perspectivisch aanzicht van de verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de in figuur 1 getoonde transportinrichting; 10 Figuur 11: een perspectivisch aanzicht van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de in figuur 1 getoonde transportinrichting, waarbij de transportinrichting als motortrailer wordt gebruikt; en
Figuur 12: een perspectivisch aanzicht van een 15 verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de in figuur 1 getoonde transportinrichting, waarbij zijwanden en een overkapping zijn aangebracht.
De voorkeursuitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1 omvat een aanhanger 2 voor het transporteren van lading, 20 omvattende een chassis 4 die één of meer dwarsbalken omvat, bijvoorbeeld U-profielen, twee wielen 10, een dissel 6 voor de bevestiging van de aanhanger aan een trekkend voertuig, spatborddragers 12 en daarop aangebracht een spatbord 14. De aanhanger 2 omvat verder een lastdrager 16, die over een 25 rolgeleiding 28 met een rol 30 beweegbaar is tussen een eerste ingeschoven opbergstand en een tweede uitgeschoven werkstand.
In figuur 1 wordt de aanhanger 2 afgebeeld met de lastdrager 16 in zijn uitgeschoven werkstand. De wielen 10 zijn door middel van zwenkarmen aan een torsie-as 8 bevestigd. Een 10 dergelijke torsie-as is algemeen bekend in de voertuigbranche en wordt veelvuldig toegepast, waardoor deze makkelijk verkrijgbaar is. De massafabricage van dergelijke torsieassen heeft geresulteerd in een goede prijs-kwaliteitverhouding en 5 maakt de toepassing ervan interessant. In combinatie met een chassis, bijvoorbeeld bestaande uit U-profielen, wordt een aanhanger verkregen die een betrouwbare, beproefde en prijstechnisch gunstige wielophangingsconstructie heeft. De lastdrager ofwel laadvloer 16 is in deze uitgeschoven werkstand 10 vergrendeld door middel van een vergrendelstift 26, zoals een bout. Aan de buitenranden van de laadvloer 16 zijn holle profielen 34 aangebracht waarop hulpmiddelen, zoals draagsteunen 56, wielsteunen 58, zijwanden 74 of een overkapping in de vorm van een huif 78, aangebracht kunnen 15 worden.
In de figuren 2A tot en met 2C wordt getoond hoe de laadvloer 16 van de eerste ingeschoven opbergstand naar de tweede uitgeschoven werkstand wordt bewogen. Figuur 2A toont de aanhanger 2 waarbij de laadvloer 16 zich in de ingeschoven 20 stand bevindt. De vergrendelstift 26 vergrendelt de laadvloer 16 in deze stand. Allereerst wordt de vergrendelstift 26 verwijderd, waarna de laadvloer 16 aan de voorzijde opgetild kan worden (figuur 2B). Als gevolg hiervan zal de laadvloer 16 kantelen om het punt P en zal vervolgens in contact komen met 25 de rol 30 waarover de laadvloer 16 achterwaarts gerold kan worden (figuur 3 geeft hiervan een detailweergave). Bij voorkeur zijn twee rollen 30 aangebracht, ieder aan één zijde van het chassis 4. Wanneer de laadvloer 16 ver genoeg naar achteren is verschoven, dat wil zeggen wanneer de 11 vergrendelingsarm 22 zich achter de vergrendelingsnok 20 bevindt (zie de met onderbroken lijnen aangegeven vergrendel ingsarm 22 in figuur 5) , wordt de laadvloer 16 aan de voorzijde naar beneden bewogen tot deze steunt op het chassis 5 4, dat de laadvloer 16 nu draagt (figuur 2C). De vergrendelingsarm 22 bevindt zich nu achter de vergrendel ingsnok 20, en de laadvloer 16 wordt gedragen door het chassis 4 en maakt geen contact meer met de rol 30 van de rolgeleiding 28. Voor het vergrendelen van de laadvloer 16 10 dient de laadvloer 16 naar voren, dat wil zeggen in de richting van het trekkende voertuig, bewogen te worden waardoor de vergrendel ingsarm 22 in contact komt met de vergrendel ingsnok 20 (figuur 5) . Doordat de laadvloer 16 niet meer ondersteund wordt door de rol 30 en een relatief groot contactoppervlak 15 heeft met het ondersteunende chassis 4 zal dit naar voren bewegen relatief zwaar gaan, zeker voor fysiek minder krachtige personen. Voor het naar voren trekken van de laadvloer 16 is daarom een treksluiting 24 aangebracht. Door het aantrekken van deze treksluiting wordt de laadvloer 16 naar voren bewogen, 20 waardoor de vergrendelingsarm 22 in contact komt met de vergrendelingsnok 20 en de laadvloer in deze stand wordt gekoppeld aan het chassis 4. De treksluiting 24 maakt gebruik van een hefboomwerking voor het verlichten van het aantrekken van de laadvloer 16. Optioneel kan een vergrendelingstift 26 25 worden toegepast voor het in deze stand vergrendelen van de laadvloer 16 aan het chassis 4.
Figuur 6 toont de aanhanger 2 waarbij de laadvloer 16 zich in de eerste ingeschoven opbergstand bevindt, en in die stand vergrendeld is door middel van de vergrendelstift 26. De 12 elastische elektriciteitsbekabeling 36 loopt vanuit de dissel 6 in de richting van de achterzijde van de laadvloer 16, waar deze wordt af gesplitst naar de verlichtingseenheden. Door deze elektrische bekabeling 36 elastisch uit te voeren kan de 5 beweging van de laadvloer 16 tussen zijn eerste ingeschoven opbergstand en tweede uitgeschoven werkstand plaatsvinden zonder aanpassingen aan de elektriciteitsbekabeling. Op het chassis 4 zijn steunpunten 32 aangebracht, die als kantelpunt dienen bij het rechtop plaatsen van de aanhanger, dat wil 10 zeggen dat het vlak van de laadvloer van een stand in hoofdzaak parallel aan de ondergrond wordt bewogen naar een stand waarin het vlak van de laadvloer in hoofdzaak loodrecht staat op de ondergrond. Voor dit kantelen tilt de gebruiker de aanhanger 2 aan zijn dissel 6 op, en kantelt de 15 aanhanger 2 omhoog. De eerste hoekverdraaiing van de kanteling van de aanhanger 2, bijvoorbeeld de eerste 75°-85°, zullen de wielen 10 contact maken met de ondergrond. Wanneer het vlak van de laadvloer een nog verdere hoekverdraaiing krijgt, en bijvoorbeeld onder een hoek van ongeveer 80° met de ondergrond 20 gepositioneerd is, zullen de steunpunten 32 de ondergrond raken. Wanneer de gebruiker de aanhanger 2 nu verder omhoog kantelt, zullen de steunpunten 32 als kantelpunt fungeren. De aanhanger 2 wordt vervolgens door de gebruiker over zijn dode punt heen geduwd, totdat deze tegen een wand, muur of andere 25 ondersteuning steunt. De aanhanger 2 steunt met zijn steunpunten 32 op de ondergrond. Indien gewenst kan de aanhanger in deze in hoofdzaak rechtop staande opbergstand, teneinde deze stand te verzekeren, aan de muur vastgemaakt worden met bijvoorbeeld een spanband of andere borgmiddelen.
13
Optioneel kunnen - indien noodzakelijk - (niet getoonde) wiggen of andere obstructies achter de wielen 10 geplaatst worden om te voorkomen dat de wielen 10 wegrollen wanneer de aanhanger 2 omhoog gekanteld wordt. Voor de vakman 5 zal het duidelijk zijn dat er ook andere technische oplossingen, zoals bijvoorbeeld een op de wielen aangebrachte rem, kunnen worden toegepast om te voorkomen dat de wielen 10 wegrollen.
De steunpunten zijn bij voorkeur van een materiaal, 10 zoals bijvoorbeeld rubber, vervaardigd dat een voldoende hoge wrijvingscoëfficiënt heeft om wegglijden van de ondersteuningspunten op de ondergrond te voorkomen. Na het kantelen bieden de steunpunten ondersteuning aan de aanhanger in de in hoofdzaak verticale opbergstand. Wanneer de aanhanger 15 in deze rechtop staande opbergstand wordt geplaatst, neemt deze een minimaal vloeroppervlak in. Een nadeel is echter dat de aanhanger - wanneer deze eenmaal rechtop geplaatst is en op zijn steunen 32 steunt - niet meer makkelijk verplaatsbaar is, waardoor de aanhanger op zijn gewenste eindlocatie omhoog 20 gekanteld dient te worden.
In figuur 7 is een draaggestel 40 in de vorm van een verrijdbare bok getoond. Deze verrijdbare bok heeft twee opstaande armen 44 en is zodanig uitgevoerd dat de aanhanger in rechtop geplaatste stand op de bok 40 past en tegen de 2 5 opstaande armen 44 zal rusten. Door middel van een spanband 46 kan de aanhanger vervolgens aan de bok vastgemaakt worden. Doordat de bok is voorzien van zwenkwielen 42 kan de aanhanger nu ook in zijn rechtop staande opbergstand makkelijk verplaatst worden. Het is zelfs mogelijk om de aanhanger, waarvan de 14 laadvloer typische afmetingen van 1,70 m (lengte) x 1,20 m (breedte) heeft, op deze wijze door een standaard deur van 2,1 m hoogte te rollen, waarna deze in een opslagruimte kan worden gestald. Inclusief de wielen, zal de totale breedte van de 5 aanhanger bij bovengenoemde afmeting voor de laadvloer ongeveer 1,7 m zijn.
Figuur 9 toont een uitvoeringsvorm van de aanhanger waarbij de aanhanger is voorzien van meerdere hulpmiddelen, zoals twee draagsteunen 56, wielsteunen 58 waarin een fiets 60 10 is geplaatst en aantal dozen 48 waarin goederen vervoerd kunnen worden. De draagsteunen 56 zijn met sloten 62 vergrendeld aan de kokers 34, die aangebracht zijn op de laadvloer 16. In de getoonde uitvoering worden acht dozen 48 door de aanhanger gedragen. De draagsteunen 56 kunnen gebruikt worden voor het 15 dragen van een last, maar sluiten in de in figuur 9 getoonde uitvoering ook de dozen op, waardoor de draagsteunen voorkomen i dat, bijvoorbeeld ten gevolge van een versnelling of vertraging i van de aanhanger 2, de dozen respectievelijk naar de achterzijde of naar de voorzijde van de aanhanger 2 20 verplaatsen. De draagsteunen 56 zijn verschoven ten opzichte van de wielsteunen 58 aangebracht, teneinde ruimte te creëren voor de trappers van een op de wielsteunen aangebrachte fiets 60. De draagsteunen dienen bij het vervoeren van een fiets 60 voor het in langsrichting van de aanhanger 2 ondersteunen van 25 de fiets 60.
Door middel van een vergrendel stang 52, die aan beide uiteinden een schijf omvat, wordt tezamen met hoekprofielen 54 een opsluiting van de dozen 48 gecreëerd, die voorkomt dat de dozen tijdens transport los kunnen raken of ontvreemd kunnen 15 worden. De hoekprofielen 54 zijn bevestigd op de draagsteunen 56 en kunnen door middel van een slot zijn beveiligd. De plaats van de hoekprof ielen 54 kan over de stangen van de draagsteunen 56 gevarieerd worden. Optioneel kunnen de dozen door middel van 5 bijvoorbeeld spanbanden nog verder verzekerd worden.
Figuur 10 toont een verdere voorkeursuitvoeringsvorm waarin het draagoppervlak van de laadvloer 16 geheel is opgevuld door een aantal kleine dozen 48a en één grote doos 48b. Afhankelijk van de behoefte kunnen dozen 48a en 48b ook in 10 andere samenstelling op de laadvloer geplaatst worden. De laadvloer 16 is voorzien van opstaande randen, bijvoorbeeld van ongeveer 0,1 m hoogte, voor het in lengte- en breedterichting begrenzen van de bewegingsvrijheid van de dozen 48.
Door middel van de draagsteunen 56 en daarop 15 aangebracht de hoeklijnen 54 worden de dozen beschermd tegen losraken en diefstal. Op de draagsteunen 56 kan additioneel een accessoire 64, zoals een skibox, surfplank, kano of ander object, worden aangebracht. De combinatie van twee draagsteunen verschaft aan de aanhanger 2 de functionaliteit van een 20 imperiaal.
De dozen 48 zijn beschikbaar in verschillende | afmetingen, zoals de kleine doos 48a en de grote doos 48b. Tevens kunnen andere formaten zijn voorzien, waarbij bij voorkeur de lengte- en/of breedteafmeting van elke doos 1/2, 25 1/3, 1/4, 1/5, ... 1/n is van de lengte- en/of breedteafmeting van de laadvloer 16, waardoor gewaarborgd wordt dat het gehele draagoppervlak van de laadvloer benut kan worden dozen, terwijl de verschillende beschikbare dozen ook flexibiliteit bieden voor het transport van goederen van verschillende afmetingen.
16
Met een typische breedte van de laadvloer van 1,2 m, zullen twee dozen met een lengte van 0,6 m over de breedte geplaatst kunnen worden. Een doos met een lengte van 0,6 m is lang genoeg om een gemiddelde weekendtas in te kunnen plaatsen.
5 Wanneer de aanhanger 2 wordt gebruikt voor het transport van vakantiebagage, kunnen bijvoorbeeld alle kookspullen in een bepaalde doos, die makkelijk bereikbaar op de laadvloer 16 geplaatst wordt, ondergebracht worden. Tijdens l ! een rustpauze op een parkeerplaats kan deze specifieke doos van 10 de laadvloer verwijderd worden, waarna alle benodigde spullen handzaam bij elkaar zijn. Tevens kunnen de dozen opgedeeld worden over meerdere personen, zodat een ieder zijn eigen j
spullen overzichtelijk bij elkaar heeft. Eenmaal aangekomen op I
de vakantiebestemming of weer thuis, kunnen de dozen als geheel 15 door de betreffende persoon meegenomen worden en opgeborgen worden voor een volgend gebruik.
Figuur 11 toont een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding waarin de laadvloer 16 een wielgoot 68 en een wielsteun 70 heeft voor het vervoeren van een motor. Op deze 20 wijze kan de aanhanger volgens de uitvinding ook gebruikt ! worden als motortrailer. '
Figuur 12 toont een voorkeursuitvoeringsvorm waarin in de kokers 34 zijwanden 74 zijn geplaatst, waardoor de laadvloer 16 benut kan worden als een laadbak. De zijwanden 74 25 zijn zelf wederom voorzien van kokers 76, waardoor een overkapping, zoals een dekzeil of een huif 78, op de aanhanger 2 aangebracht kan worden voor het tegen weersinvloeden beschermen van de te transporteren lading.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, 17 hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend 5 bepaald door de nu volgende conclusies.
1030534

Claims (16)

1. Inrichting voor het transporteren van lading, omvattende: 5. een chassis (4) die één of meer dwarsbalken omvat en waaraan ten minste twee van een as voorziene wielen zijn opgehangen; - een lastdrager (16), waarbij de lastdrager beweegbaar is tussen een eerste ingeschoven opbergstand en een 10 tweede uitgeschoven werkstand; en - vergrendelmiddelen voor het in de eerste en/of tweede stand vergrendelen van de lastdrager, waarbij in de tweede uitgeschoven werkstand een vergrendelingsarm (22) contact maakt met een vergrendelingsnok (20) en de lastdrager 15 (16) koppelt aan het chassis (4). |
2. Inrichting volgens conclusie 1, die is voorzien van één of meer lastdrager-geleidingsorganen, bij voorkeur één of meer rollen, voor het heen en weer bewegen van de lastdrager 20 tussen de eerste ingeschoven opbergstand en de tweede uitgeschoven werkstand.
3. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, i waarbij het chassis is voorzien van één of meer steunen voor 25 het in een stand, waarin het vlak van de lastdrager in hoofdzaak loodrecht staat op de ondergrond, ondersteunen van de inrichting.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de steunen 1030534 ------------1 - zich verder achterwaarts uitstrekken dan de afmetingen van het wiel.
5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij de lastdrager is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aanbrengen van hulpmiddelen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de hulpmiddelen draagsteunen, wielsteunen, zijwanden of een 10 overkapping omvatten.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lastdrager is voorzien van opstaande zijranden.
8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de lastdrager een lengte- en breedteafmeting heeft en de inrichting ten minste één in deze lengte- en breedteafmeting passende doos omvat.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij ten minste twee dozen met verschillende afmetingen op de lastdrager zijn aangebracht.
10. Inrichting volgens één der conclusies 6-9, 25 waarbij ten minste één draagsteun is aangebracht voor het dragen van een accessoire.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij doosvergrendelmiddelen zijn voorzien.
12. Inrichting volgens één der conclusies 1-5, waarbij de lastdrager is voorzien van ten minste één motorsteun, omvattende een wielgoot en wielsteun.
13. Inrichting volgens één der conclusies 6-9, waarbij de zijwanden zijn voorzien van kapbevestigingsmiddelen voor het bevestigen van een overkapping.
14. Draaggestel voor het in zijn opbergstand dragen 10 van een inrichting volgens één der conclusies 1-13, omvattende een frame met ten minste één opwaarts uitstrekkende arm.
15. Draaggestel volgens conclusie 13, verder voorzien van ten minste twee wielen, bij voorkeur vier zwenkwielen. 15
16. Opbergdoos voor gebruik in een inrichting volgens één der conclusies 1-13, waarvan de lengte- en/of breedteafmeting 1/2, 1/3, 1/4, 1/5, ....., l/n is van de lengte- en/of breedteafmeting van de lastdrager. 1030534
NL1030534A 2005-11-28 2005-11-28 Inrichting voor het transporteren van lading. NL1030534C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030534A NL1030534C2 (nl) 2005-11-28 2005-11-28 Inrichting voor het transporteren van lading.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030534 2005-11-28
NL1030534A NL1030534C2 (nl) 2005-11-28 2005-11-28 Inrichting voor het transporteren van lading.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030534C2 true NL1030534C2 (nl) 2007-06-01

Family

ID=36764613

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030534A NL1030534C2 (nl) 2005-11-28 2005-11-28 Inrichting voor het transporteren van lading.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030534C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2524860A1 (de) * 2011-05-18 2012-11-21 Stefan Wenner Klappbarer Anhänger

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2089293A (en) * 1980-11-28 1982-06-23 Wright John Owen Stowable trailer
US5340145A (en) * 1992-07-29 1994-08-23 Donald Leib Collapsible trailer
US5354090A (en) * 1993-11-05 1994-10-11 Douglas Grovom Collapsible portable trailer for all terrain vehicles
US20050104323A1 (en) * 2003-11-14 2005-05-19 Thurm Kenneth R. Vertically stowable modular multi-purpose trailer
US20050184485A1 (en) * 2004-02-13 2005-08-25 Joseph Timmermans Folding trailer with kneeling device

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2089293A (en) * 1980-11-28 1982-06-23 Wright John Owen Stowable trailer
US5340145A (en) * 1992-07-29 1994-08-23 Donald Leib Collapsible trailer
US5354090A (en) * 1993-11-05 1994-10-11 Douglas Grovom Collapsible portable trailer for all terrain vehicles
US20050104323A1 (en) * 2003-11-14 2005-05-19 Thurm Kenneth R. Vertically stowable modular multi-purpose trailer
US20050184485A1 (en) * 2004-02-13 2005-08-25 Joseph Timmermans Folding trailer with kneeling device

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2524860A1 (de) * 2011-05-18 2012-11-21 Stefan Wenner Klappbarer Anhänger

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6880851B1 (en) Hand cart
US6846017B2 (en) Hitch mounted cargo carrier
US4744590A (en) Removably attachable suspended trailer apparatus and method
US7658388B1 (en) Cart apparatus
US7377569B2 (en) Trackless cargo bed organizer
US20060151555A1 (en) Pivotal cargo carrier for vehicles
US4342467A (en) Cart for vehicle with single rear wheel
US10654396B2 (en) Motorcycle carrier with retractable wheels
US20080061531A1 (en) Transporting apparatus
US9694758B1 (en) Tiltable hauling device
CA2252282A1 (en) Apparatus and system for securing cargo
US5855291A (en) Vehicle cargo restrainer
US6379101B1 (en) Ramp and cargo system
US20030156930A1 (en) Vehicle article carrier
US7090275B2 (en) Tailgate cargo box
WO2010064233A1 (en) Car rack
US6913304B1 (en) Dual-compartment storage apparatus for a truck bed with receiving zone for bi-wheeled vehicle and collapsible ramp stowed in ramp storage compartment
US8777544B1 (en) Storage means and shipping method for motorcycles
US5967736A (en) Equipment handling device
NL1030534C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van lading.
US6010296A (en) Seat stowage cart for a removable vehicle seat
US20100155443A1 (en) Utility carrier apparatus for motorcycles
EP1218282B1 (en) Lift-truck
US20170291623A1 (en) Motorcycle Carrier with Retractable Wheels
US7128355B1 (en) Side access truck rack and system

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120601