NL1018035C2

NL1018035C2 - Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekking met bijbehorende grendel.

Info

Publication number: NL1018035C2
Application number: NL1018035A
Authority: NL
Inventors: Laurentius Andreas Ger Mentink; Johnny Antonius Jaco Wiggemans
Original assignee: Actuant Corp
Priority date: 2001-05-10
Filing date: 2001-05-10
Publication date: 2002-11-12
Also published as: US6764126B2; DE10220455B4; US20020167194A1; DE10220455A1

Description

Korte aanduiding: Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekking met bijbehorende grendel.

De onderhavige uitvinding betreft een hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekking en een bijbehorende grendel voor het borgen van de afdekking in de gesloten stand volgens de aanhef van conclusie 1. In het bijzonder betreft de 5 uitvinding een voertuig van het cabriolettype voorzien van een afdekking en bijbehorende grendel, alsmede voorzien van een dergelijke hydraulische bedieningsinrichting.

Een hydraulische bedieningsinrichting volgens de aanhef van conclusie 1 is bijvoorbeeld bekend uit US 5 253 575. Bij deze 10 bekende bedieningsinrichting is de grendelactuator voorzien van een derde mond, die via een bijbehorende verbindingsleiding aansluit op de bodemzijdige kamer van de afdekkingactuator. Verder is voorzien in een enkele elektromagnetische tweestanden klep voor het aansturen van zowel de grendelactuator als de 15 afdekkingactuator.

Nadeel van de bekende bedieningsinrichting is dat de grendel van een bepaald type moet zijn. In het bijzonder moet de grendel zijn voorzien van een bijbehorende mechanische blokkeerinrichting, die de grendel in zijn vrijgave stand houdt 20 zolang de afdekking geopend is. Bij het sluiten van de afdekking, vlak voor het bereiken van de gesloten stand, komt de afdekking in contact met deze blokkeerinrichting waardoor de blokkering van de grendel wordt opgeheven en de grendel naar zijn vergrendelingsstand kan worden bewogen door de bijbehorende 25 grendelactuator. Gedurende de sluitbeweging van de afdekking staat de stangzijdige kamer van de grendelactuator voortdurend onder druk, maar de blokkeerinrichting verhindert de beweging van de grendelactuator.

De onderhavige uitvinding beoogt een alternatieve 30 bedieningsinrichting te verschaffen, die eveneens slechts een enkele bedienbare hydraulische klep vergt maar die het gebruik van een grendel zonder blokkeerinrichting toelaat.

101603 5 2

De onderhavige uitvinding bereikt dit doel door het verschaffen van een bedieningsinrichting volgens conclusie 1.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen en toepassingen van de bedieningsinrichting zijn beschreven in de conclusies en zullen 5 hierna aan de hand van de tekening nader worden toegelicht. In de tekening tonen:

Fig. 1 schematisch niet op schaal een afdeksamenstel volgens de uitvinding met een afdekking en een grendel alsmede de bijbehorende hydraulische actuators, 10 Fig. 2 het hydraulisch schema van een uitvoeringsvoorbeeld van de hydraulische bedieningsinrichting voor het afdeksamenstel volgens de uitvinding van figuur 1, en

Fig. 3 het hydraulisch schema van een alternatieve uitvoeringsvorm van de hydraulische bedieningsinrichting volgens 15 de uitvinding.

In figuur 1 is schematisch een afdeksamenstel weergegeven met een om een scharnieras 1 zwenkbare afdekking 2 en een 20 bijbehorende grendel 3. Bijvoorbeeld maakt het afdeksamenstel deel uit van een voertuig, in het bijzonder van het cabriolettype. Bij een dergelijk voertuig kan de afdekking 2 bijvoorbeeld de tonneau-cover vormen, het kofferbakdeksel, of de beweegbare afdekkap met vouwbare bekleding of met starre 25 panelen. Ook zou de afdekking een portier of vijfde deur van het voertuig kunnen zijn.

De afdekking 2 is beweegbaar tussen een geopende stand en een gesloten stand.

De grendel 3 is bestemd om de afdekking 2 in zijn gesloten 30 stand te borgen.

Voor het bewegen van de afdekking 2 is voorzien in een hydraulische afdekkingactuator 30 en voor het bedienen van de grendel 3 is voorzien in een hydraulische grendelactuator 15.

De grendelactuator 15 is ingericht om de grendel 3 te bewegen 35 tussen een vergrendelingsstand, waarin de afdekking 2 is vergrendeld, en een vrijgave stand, waarin de afdekking 2 vrij is.

101803 5 3

De getoonde uitvoering van de grendel 3 is uitsluitend bedoeld als voorbeeld en het zal de vakman duidelijk zijn dat de grendel ook op allerlei andere wijzen kan zijn uitgevoerd.

De grendel 3 omvat een aan de afdekking 2 bevestigd eerste 5 grendelelement 4, dat kan samenwerken met een tweede grendelelement 5 om de afdekking 2 gesloten te houden. Het tweede grendelelement 5 is uitgevoerd als een plaatvormige haak met een sleuf 6 voor het opnemen van de as 7 van het eerste grendelelement 4.

10 Het tweede grendelelement 5 is roteerbaar om een as 8. Een bovenste been 9 van het grendelelement 5 kan achter de as 7 grijpen wanneer die as 7 in de sleuf 6 komt. Het onderste been 10 steekt uit voorbij het bovenste been 9 in de vrijgave stand van de grendel 3 zoals getoond in figuur 1.

15 Een veer 11 grijpt aan op het tweede grendelelement 5 en houdt het tweede grendelelement 5 in zijn vrijgave stand.

Voor het roteren van het tweede grendelelement 5 is voorzien in de grendelactuator 15.

De grendelactuator 15 heeft een huis 16 met daarin een 20 actuatorruimte, waarin een heen en weer verschuifbaar zuiger/zuigerstang-samenstel is opgenomen met een zuigerstang 17 en een zuiger 18. De zuigerstang 17 steekt aan een zijde uit het huis naar buiten. Aan zijn vrije uiteinde is de zuigerstang 17 voorzien van een pen 19, die in een sleufgat 20 in het 25 grendelelement 5 steekt.

Het huis 16 is aan de bodemzijde scharnierbaar verbonden met een onderstel, bijvoorbeeld de carrosserie van het voertuig. Ook het uiteinde van de veer 11 en de as 8 zijn aangebracht aan een vast onderstel.

30

De zuiger 18 begrenst een bodemzijdige kamer 21 en een stangzijdige kamer 22.

Het huis 16 is voorzien van een eerste aansluiting 23 en een tweede aansluiting 24 voor het toe- en afvoeren van 35 hydraulische vloeistof. De aansluitingen 23, 24 staan respectievelijk in verbinding met een bijbehorende eerste en 1Ö1Êi.Sü 4 tweede 23a, 24a mond, welke monden grenzen aan de actuatorruimte.

De eerste mond 23a en de tweede mond 24a staan in elke stand van het zuiger/zuigerstangsamenstel respectievelijk in 5 verbinding met de bodemzijdige kamer 21 en de stangzijdige kamer 22.

De afdekkingactuator 30 heeft een huis 31 met daarin een actuatorruimte, waarin een heen en weer verschuifbaar 10 zuiger/zuigerstang-samenstel is opgenomen met een zuigerstang 32 en een zuiger 33. De zuigerstang 32 steekt aan een zijde uit het huis naar buiten en is aan zijn uiteinde via een scharnierkoppeling 40 verbonden met de afdekking 2. Het huis 31 is aan het andere einde scharnierbaar verbonden met een 15 onderstel, bijvoorbeeld de carrosserie van het voertuig.

De zuiger 33 begrenst een bodemzijdige kamer 34 en een stangzijdige kamer 35.

Het huis 31 van de actuator 30 is voorzien van een eerste aansluiting 36 en een tweede aansluiting 37 en verder van een 20 derde aansluiting 38 voor het toe- en afvoeren van hydraulische vloeistof. De aansluitingen 36, 37, 38 staan respectievelijk in verbinding staan met een bijbehorende eerste, tweede en derde mond 36a, 37a, 38a welke monden grenzen aan de actuatorruimte.

De eerste mond 36a en de tweede mond 37a staan in elke 25 stand van het zuiger/zuigerstangsamenstel respectievelijk in verbinding met de bodemzijdige kamer 34 en de stangzijdige kamer 35.

De derde mond 38a ligt tussen de eerste en de tweede mond 36a, 37a in en op een afstand verwijderd van elk van deze 30 monden. Bij voorkeur ligt de derde mond 38a dichterbij de eerste mond 36a dan bij de tweede mond 37a.

De zuiger 33 passeert langs de derde mond 38a, zodat die mond 38a afhankelijk van de stand van de zuiger 33 in verbinding 35 staat met de bodemzijdige of stangzijdige kamer.

1 0 15.

5

Aan de hand van de figuur 2 zal nu een uitvoeringsvoorbeeld worden beschreven van het afdeksamenstel volgens figuur 1 met de bijbehorende hydraulische bedieningsinrichting.

5 In figuur 2 zijn de afdekkingactuator 30 en de grendelactuator 15 te herkennen en tevens de parallel daarmee aangesloten afdekkingactuator 30'en grendelactuator 15'. Deze parallel aangesloten actuatoren 15'en 30' zijn in dit voorbeeld voorzien omdat de afdekking middels twee actuatoren wordt 10 bewogen die naast elkaar zijn opgesteld. Voor het borgen van de afdekking 2 zijn in dit voorbeeld twee grendels 3 voorzien met elk een bijbehorende grendelactuator 15, 15'.

In figuur 2 zijn verder een reservoir 50 voor hydraulische 15 vloeistof te herkennen en een pomp 51 met een perspoort 52 voor het afgeven van hydraulische vloeistof onder druk. Bijvoorbeeld is de pomp 51 een elektrisch aangedreven plunjerpomp.

In figuur 2 is te herkennen dat de derde aansluiting 38 van 20 de afdekkingactuator 30 via een eerste verbindingsleiding 60 aansluit op de tweede aansluiting 24 van de grendelactuator 15. Verder zijn de eerste aansluiting 36 van de afdekkingactuator 30 en de eerste aansluiting 23 van de grendelactuator 15 op een gemeenschappelijke tweede verbindingsleiding 61 aangesloten.

25

In de tweede verbindingsleiding 61 is een enkele bedienbare klep 65 opgenomen, in dit voorbeeld een elektromagnetisch bediende tweestanden klep met veerterugstelling.

In de eerste, niet elektrisch bekrachtigde stand verbindt 30 de klep 65 de tweede verbindingsleiding 61 met het reservoir 50.

In de tweede, bekrachtigde stand van de klep 65 is de perspoort 52 van de pomp 51 verbonden met de tweede verbindingsleiding 61.

In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is tussen de 35 perspoort 52 van de pomp 51 en de klep 65 in de tweede verbindingsleiding 61 een in de richting van de pomp sluitende ιοιε:·$$ 6 terugslagklep 64 opgenomen. Bij voorkeur is de terugslagfunctie van klep 64 in de klep 65 is geïntegreerd.

De tweede aansluiting 37 van de afdekkingactuator 30 staat 5 via de aansluitingleiding 66 voortdurend in verbinding met de perspoort 52 van de pomp 51.

In de in figuur 2 getoonde stand van de zuigerstangen 17, 32 is de afdekking 2 gesloten en zijn de grendels 3 vergrendeld. 10 Het openen van de afdekking 2 verloopt nu als volgt.

De pomp 51 wordt in bedrijf gesteld en de klep 65 bekrachtigd. Hierdoor worden alle actuators 15,15',30,30' regeneratief bedreven, zodanig dat de zuigerstangen uitschuiven. Hierbij 15 verlaat de vloeistof de stangzijdige kamers 22 van de grendelactuators 15,15' via de eerste verbindingsleiding 60.

De grendelactuators 15, 15' bereiken hun volledig uitgeschoven stand, en de grendels 3 dus hun vrijgave stand, gedurende een klein deel van de uitschuivende beweging van de 20 afdekkingactuators 30,30'. De afdekkingactuators 30,30' zetten hun uitschuivende beweging voort totdat ook zij hun volledig uitgeschoven stand hebben bereikt. Tijdens deze beweging blijven de zuigerstangen van de grendelactuators 15, 15' in hun volledig uitgeschoven stand gefixeerd door de regeneratieve aansturing 25 van die actuators.

Het sluiten van de afdekking 2 verloopt als volgt.

Door het niet langer bekrachtigen van de klep 65 gaan de 30 zuigerstangen 32 van de afdekkingactuators 30, 30' inschuiven aangezien de aansluiting 36 nu is verbonden met het reservoir 50 en via de leiding 66 vloeistof onder druk wordt toegevoerd aan de stangzijdige kamers 35.

Gedurende het eerste deel van de inschuivende beweging van 35 de zuigerstangen 32 zijn de grendelactuators 15, 15' drukloos en zullen in hun uitgeschoven stand blijven staan. In de praktijk zal er een stuwdruk worden veroorzaakt door de uit de 1 0 1 6038 7 bodemzijdige kamers 34 stromende vloeistof die de grendelactuators 15, 15' op regeneratieve wijze helpt in hun uitgeschoven stand te houden.

Wanneer de zuiger 33, in het bijzonder de daaromheen 5 liggende afdichtring, de derde mond 38a van de afdekkingactuator 30 passeert bij het inschuiven van de zuigerstang 32, komt de eerste verbindingsleiding 60 in verbinding met de stangzijdige kamer 35. Hierdoor komt vloeistof onder druk in de stangzijdige kamer 22 en schuiven de zuigerstangen 17 van de grendelactuators 10 15, 15' naar binnen.

De positie van de derde mond 38a is zo gekozen dat de inschuivende beweging van de zuigerstangen 17 pas aanvangt, wanneer de as 7 van het eerste grendelelement 4 zich binnen het 15 bereik van het tweede grendelelement 5 bevindt. Hierdoor wordt vermeden dat de grendelactuators 15, 15' de grendels 3 te vroeg of- onbedoeld naar de vergrendelde stand bewegen.

Bij voorkeur is erin voorzien dat de as 7 zich al in de 20 sleuf 6 bevindt voordat de actuators 15, 15' in werking worden gesteld. Dat is in dit voorbeeld mogelijk gemaakt doordat het tweede grendelelement 5 via de pen-sleufkoppeling 19,20 is verbonden met de zuigerstang 17.

Bij het sluiten van de afdekking 2 komt de as 7 tegen het 25 onderste been 10 waardoor het tweede grendelelement 5 tegen de kracht van de veer 11 in over een beperkte hoek roteert om de as 8 en de as 7 in het begin van de sleuf 6 komt. Vervolgens gaat de zuigerstang 17 inschuiven, zodat het grendelelement 5 verder roteert en de vergrendeling wordt voltooid.

30 Samenvattend worden het eerste en tweede grendelelement 4, 5 al in een soort "vooringrijping" gebracht voordat de grendelactuators 15, 15' in werking worden gezet door het verbinden van de stangzijdige kamers daarvan met de stangzijdige kamer van de afdekkingactuator 15. Hierdoor wordt elk risico 35 vermeden dat de vergrendeling niet tot stand komt.

101S03 5 8

De als voorbeeld getoonde grendels 3 hebben ook het effect dat bij het openen van de afdekking 2 de vergrendeling snel volledig wordt opgeheven, zodat de afdekking 2 ongehinderd naar de geopende stand kan bewegen.

5

In figuur 3 is een schema getoond dat een alternatief vormt voor het schema volgens figuur 2. Hierbij zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Verschil met figuur 2 is dat erin is voorzien dat een derde 10 verbindingsleiding 70 is voorzien, die aan een einde aansluit op de eerste verbindingsleiding 60 en die, in dit voorbeeld via de leiding 66, voortdurend in verbinding staat met de perspoort 52 van de pomp. In de derde verbindingsleiding 70 is een in de richting van de tweede aansluiting 24 van de grendelactuator 15 15 sluitende terugslagklep 71 is opgenomen.

Dit alternatief heeft als voordeel dat de uitschuivende beweging van de zuigerstangen van de grendelactuators 15, 15' en dus het opheffen van de vergrendeling van de afdekking 2 niet wordt beïnvloed door de passage van de zuiger 33 langs de derde 20 mond 38a. In het bijzonder kan de derde mond 38a dichtbij de mond 36a worden geplaatst, zodat bij het sluiten van de afdekking 2 de grendelelementen duidelijk in ingrijping zijn voordat de grendelactuators in werking worden gesteld. Hier kan eventueel de eerder beschreven pen-sleufkoppeling of dergelijke 25 met de grendelactuator vervallen.

10 1803 5

Claims

1. Hydraulische bedieningsinrichting voor een afdekking (2) en 5 een bijbehorende grendel (3) voor het borgen van de afdekking in de gesloten stand, omvattende: - een hydraulische afdekkingactuator (30) voor het bewegen van de afdekking tussen een geopende en een gesloten stand, - een hydraulische grendelactuator (15) voor het bewegen van de 10 grendel tussen een vergrendelingsstand en een vrijgave stand, waarbij de afdekkingactuator en de grendelactuator elk een huis omvatten met daarin een actuatorruimte, waarin een heen en weer verschuifbaar zuiger/zuigerstang-samenstel is opgenomen met een zuigerstang (32,17) die aan een zijde uit het huis naar buiten 15 steekt, waarbij de zuiger een bodemzijdige kamer (34,21) en een stangzijdige kamer (35,22) in de actuatorruimte begrenst, waarbij het huis is voorzien van een eerste en een tweede aansluiting (36,37,23,24) voor het toe- en afvoeren van hydraulische vloeistof, welke aansluitingen respectievelijk in 20 verbinding staan met een bijbehorende eerste en tweede aan de actuatorruimte grenzende mond (36a,37a,23a,24a), welke monden in elke stand van het zuiger/zuigerstangsamenstel respectievelijk in verbinding staan met de bodemzijdige kamer en de stangzijdige kamer, 25. een reservoir (50) voor hydraulische vloeistof, - een pomp (51) met een perspoort (52) voor het afgeven van hydraulische vloeistof onder druk, - een enkele bedienbare hydraulische klep (65) voor het aansturen van zowel de afdekkingactuator als de grendelactuator, 30 met het kenmerk, dat de afdekkingactuator (30) is voorzien van een derde mond (38a) die tussen de eerste en de tweede mond ligt, en dat de derde mond van de afdekkingactuator via een eerste verbindingsleiding (60) aansluit op de tweede aansluiting (24) van de grendelactuator (15), en 35 waarbij de eerste aansluiting (36) van de afdekkingactuator en de eerste aansluiting (23) van de grendelactuator op een gemeenschappelijke tweede verbindingsleiding (61) zijn ^ ö1 ij35 aangesloten, in welke tweede verbindingsleiding (61) de enkele bedienbare klep (65) is opgenomen, die in een eerste stand de tweede verbindingsleiding (61) verbindt met het reservoir (50) en in een tweede stand de perspoort (52) van de pomp verbindt 5 met de tweede verbindingsleiding (61), en waarbij de tweede aansluiting (37) van de afdekkingactuator in verbinding staat met de perspoort (52) van de pomp (51).

2. Bedieningsinrichting volgens conclusie 1, waarbij een in de 10 richting van de pomp sluitende terugslagklep (64) aanwezig is tussen de perspoort (52) van de pomp en de in de tweede verbindingsleiding (61) opgenomen bedienbare klep (65).

3. Bedieningsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij is 15 voorzien in een derde verbindingsleiding (70), die aansluit op de eerste verbindingsleiding (60) en die voortdurend in verbinding staat met de perspoort (52) van de pomp, waarbij in de derde verbindingsleiding (70) een in de richting van de tweede aansluiting van de grendelactuator sluitende 20 terugslagklep (71) is opgenomen.

4. Afdeksamenstel omvattende een beweegbare afdekking (2) en een bijbehorende grendel (3), waarbij verder is voorzien in een hydraulische bedieningsinrichting volgens een of meer van de 25 voorgaande conclusies 1-3.

5. Voertuig omvattende een beweegbare afdekking (2), bijvoorbeeld een tonneau-cover, een kofferbakdeksel, een beweegbare afdekkap met vouwbare bekleding of met starre 30 panelen, en een bijbehorende grendel (3) voor het borgen van de afdekking in de gesloten stand, waarbij verder is voorzien in een hydraulische bedieningsinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1-3.

1 V > - · J ö