NL1017876C2 - Geleidingsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot. - Google Patents
Geleidingsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017876C2 NL1017876C2 NL1017876A NL1017876A NL1017876C2 NL 1017876 C2 NL1017876 C2 NL 1017876C2 NL 1017876 A NL1017876 A NL 1017876A NL 1017876 A NL1017876 A NL 1017876A NL 1017876 C2 NL1017876 C2 NL 1017876C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- guide
- leg
- guiding
- guide member
- leg parts
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47B—TABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
- A47B9/00—Tables with tops of variable height
- A47B9/20—Telescopic guides
Landscapes
- Legs For Furniture In General (AREA)
- Holders For Apparel And Elements Relating To Apparel (AREA)
Description
Gel ei di ngsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot.
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een geleidingsorgaan voor opname tussen twee ten opzichte van elkaar in een verschuifrichting verschuifbare pootdelen van een telescopische poot voor een meubelstuk of dergelijk, welk geleidingsorgaan bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het geleidingsorgaan aan een van de twee pootdelen omvat alsmede een 10 geleidingsdeel voor geleidende samenwerking met een tegengeleidingsdeel van de andere van de twee pootdelen waarbij uitzetmiddelen zijn voorzien voor het uitzetten van het geleidingsdeel tegen het tegengeleidingsdeel, alsmede fixatiemiddelen voor het fixeren van een uitgezette toestand van het geleidingsorgaan.
15 Een dergelijk geleidingsorgaan is bekend uit het
Duitse gebruiksmodel DE 298 12 762 UI. Hierin wordt een telescopische hefarm beschreven met tussen de telescopische delen een aantal glij schoenen. Iedere glij schoen omvat twee schoendelen die in horizontale richting, dwars op de lengterichting van de telescopische hefarm, ten 20 opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn. Hiertoe zijn twee wigvormige delen tussen de verplaatsbare schoendelen voorzien, welke wigvormige delen middels een stel schroef naar elkaar toe of van elkaar af kunnen worden bewogen, onder invloed waarvan de schoendelen ten opzichte van elkaar verplaatsen totdat geschikte aanligging binnen een verticale 25 geleidingssleuf van één van de telescopische delen het geval is. Het instellen van de breedte van een dergelijk geleidingsorgaan is tijdrovend. Daarnaast bestaat het risico dat de instellingen van de verschillende geleidingsorganen aan de omtrek van de telescopische delen ongelijk is, waardoor een ongelijke geleiding en belasting kan ontstaan. 30 De uitvinding beoogt een geleidingsorgaan te verschaffen, dat met name geschikt is voor toepassing in een 1017876 2 telescopische poot voor een meubelstuk of dergelijke, waarbij de bezwaren die zijn verbonden aan de bovenstaand beschreven instelbare glijschoenen volgens de stand van de techniek, niet van toepassing zijn. Hiertoe wordt het geleidingsorgaan volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de 5 uitzetmiddelen werkzaam zijn ten gevolge van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de pootdelen. Bij een dergelijke werkzaamheid kan de instelling van geleidingsorganen, als het ware autonoom gebeuren bij assemblage van de telescopische pootdelen. Er is geen noodzaak tot aparte handmatige, tijdrovende instelling van de geleidingsorganen.
10 Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm omvat het geleidingsorgaan twee ten opzichte van elkaar in de verschuif-richting verplaatsbare geleidingselementen voor het bereiken van de gefixeerde uitgezette toestand. De twee ten opzichte van elkaar verschuifbare geleidingselementen staan een relatief eenvoudige 15 constructie toe.
Een zeer compacte en uit een beperkt aantal onderdelen opgebouwde geleidingsorgaan, wordt verkregen indien op ten minste één van de geleidingselementen het geleidingsdeel is aangebracht.
Voor het verder verkorten van de montagetijd van een 20 telescopische poot, zijn de fixatiemiddelen bij voorkeur werkzaam ten gevolge van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de pootdelen.
Een compacte en constructieve eenvoudige voorkeursuitvoeringsvorm wordt verkregen indien de uitzetmiddelen een eerste wigvlak op een geleidingselement omvatten waarlangs een tegengeleidings-25 deel van het andere geleidingselement kan geleiden.
Bij voorkeur is het tegengeleidingsdeel gevormd door een tweede wigvlak dat verschuifbaar is langs het eerste wigvlak, waardoor een optimale overbrenging van kracht en beweging kan worden berei kt.
30 De fixatiemiddelen omvatten bij voorkeur in elkaar grijpende glijvertandingen. Dergelijke vertandingen kunnen beweging in 1 0 1 7 87 6 3 één richting mogelijk maken, terwijl beweging in de tegenover gestelde richting onmogelijk is. Hierdoor kan, zodra de gewenste uitgezette toestand wordt bereikt, deze situatie worden gefixeerd.
Voor het nog verder autonoom maken van het instellen 5 van de geleidingsorganen is ieder geleidingsorgaan bij voorkeur voorzien van aangrijpmiddelen voor het activeren van het uitzetten van het geleidingsorgaan.
Bij voorkeur zijn de aangrijpmiddelen bestemd voor aangrijping door een pootdeel, zodat het separaat instellen van de 10 geleidingsorganen niet noodzakelijk is, en gelijktijdig met het in elkaar schuiven van de pootdelen tijdens assemblage kan plaatsvinden.
Hiertoe kunnen de aangrijpmiddelen bij voorkeur een breekelement omvatten dat breekbaar is ten gevolge van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de pootdelen. De breekkracht behorend bij het 15 breekelement bepaalt de werkzame instelling van het geleidingsorgaan.
Ditzelfde kan worden bereikt indien, volgens een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm, de aangrijpmiddelen wegklapbaar zijn, bijvoorbeeld uit de baan van een pootdeel dat het aangrijpmiddel aangrijpt.
20 De uitvinding heeft verder betrekking op een telescopische poot voorzien van ten minste twee ten opzichte van elkaar in een verschuifrichting verschuifbare pootdelen waarbij tussen de pootdelen ten minste één geleidingsorgaan overeenkomstig de bovenbeschreven uitvinding is voorzien.
25 Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een meubelstuk voorzien van dergelijke telescopische poten.
De voordelen die zijn verbonden aan een dergelijke telescopische poot en meubelstuk, zijn reeds nader toegelicht aan de hand van de beschrijving van het geleidingsorgaan volgens de uitvinding samen 30 met de voorkeursuitvoeringsvormen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 1817876 4 van de beschrijving van twee voorkeursuitvoeringsvormen van geleidingsorganen volgens de uitvinding. Ter illustratie zal hierbij worden verwezen naar de navolgende figuren.
Figuur 1 toont in perspectivesch aanzicht een eerste 5 voorkeursuitvoeringsvorm van een geleidingsorgaan volgens de uitvinding tijdens assemblage van een telescopische poot; figuur 2 toont in vooraanzicht het vaste geleidings-element van het geleidingsorgaan volgens figuur 1; figuur 3 toont in vooraanzicht het verschuifbare 10 geleidingselement van het geleidingsorgaan volgens figuur 1; figuur 4 toont in perspectivisch vooraanzicht het geleidingsorgaan volgens figuur 1; figuur 5 toont in perspectivisch achteraanzicht het geleidingsorgaan volgens figuur 1; 15 figuur 6 toont in perspectivisch aanzicht een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een geleidingsorgaan volgens de uitvinding tijdens assemblage van een telescopische poot; figuur 7 toont in perspectivisch achteraanzicht het vaste geleidingselement van het geleidingsorgaan volgens figuur 6; 20 figuur 8 toont in zijaanzicht het vaste geleidings element volgens figuur 6; figuur 9 toont in perspectivisch vooraanzicht het verschuifbare geleidingselement van het geleidingsorgaan volgens figuur 6; 25 figuur 10 toont in perspectivisch achteraanzicht het geleidingsorgaan volgens figuur 6; figuur 11 toont het geleidingsorgaan volgens figuur 10 in opengeklapte toestand.
Figuur 1 toont een telescopische poot 1 tijdens 30 assemblage. De telescopische poot 1 heeft een onderste pootdeel 2, waarbinnen een bovenste pootdeel 3 kan worden geschoven. De pootdelen 2 1 0 1 7 8 7 6 5 en 3 zijn geëxtrudeerde aluminium profielen met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede. Op de buitenzijden van het bovenste pootdeel 3 zijn, zich in langsrichting uitstrekkende, sleuven 4 aanwezig. In iedere langssleuf 4 zijn twee geleidingsorganen 5 opgenomen. De 5 geleidingsorganen 5 zullen nog nader worden toegelicht aan de hand van de figuren 2 tot en met 5. Geleidingsorganen 5 zijn bestemd voor samenwerking met rillen 6, die zich centraal aan de binnenzijden van het onderste pootdeel 2 uitstrekken in langsrichting daarvan. In de in figuur 1 weergegeven toestand bevindt de onderzijde van het bovenste pootdeel 3 10 zich op hetzelfde verticale niveau als de bovenzijde van het onderste pootdeel 2.
Geleidingsorgaan 5 bestaat uit een vast geleidings-element 7 (figuur 2) en een verschuifbaar geleidingselement 8 (figuur 3). Beide geleidingselementen 7 en 8 betreffen kunststof gespoten producten. 15 Het vaste geleidingselement 7 is aan zijn achterzijde voorzien van twee verbindingselementen 9 en 10 (figuur 5). Ieder verbindingselement 9, 10 wordt gevormd door twee tegenover elkaar gelegen half cirkel vormige stompen 11, 12 respectievelijk 13, 14 met daartussen twee elastische arrêteerhaken 15, 16 respectievelijk 17, 18. Ieder verbindingselement 9, 20 10 heeft een buitenomtrek in de vorm van een uitgerekte cirkel. Deze vorm komt overeen met de vorm van gaten in de binnenwand van langssleuven 4, waardoor de verbindingselementen 9, 10 in deze gaten kunnen worden opgenomen waarbij het vaste geleidingselement 7, vanwege de werkzaamheid van arrêteerhaken 15 tot en met 18, vast verbonden wordt met het bovenste 25 pootdeel 3.
Verbindingselementen 9 en 10 vormen de verbinding tussen zich in langsrichting uitstrekkende geleidingsdelen 29, 30, waardoor het vaste geleidingselement 7 in boven- of onderaanzicht een in hoofdzaak U-vormige doorsnede heeft, waarbij de poten worden gevormd door 30 geleidingsdelen 29 en 30. De ruimte tussen de geleidingsdelen 29 en 30 is bestemd voor opname van rillen 6 van het onderste pootdeel 2. De naar 1 0 1 7 δ 7 € 6 elkaar toe gerichte zijden van geleidingsdelen 29 en 30 vormen hiertoe glijvlakken 31, 32. Aan de buitenzijden van de geleidingsdelen 29, 30 is het vaste geleidingselement 7 voorzien van conisch toelopende geleidings-vlakken 19, 20 met geleidingen 21, 22. Deze geleidingsvlakken 19, 20 5 strekken zich uit over de gehele lengte van het vaste geleidingselement 7. In het midden van de geleidingsvlakken 19, 20 zijn naar boven gerichte vertandingen 23, 24 aangebracht tussen voorste opsluitvlakken 25, 26 en achterste opsluitvlakken 27, 28.
Het verschuifbare geleidingselement 8 bestaat uit een 10 tweetal uitzetdelen 33, 34 die aan de bovenzijde worden verbonden door een U-vormig breekkoord 35. De uitzetdelen 33 en 34 zijn aan hun bovenzijden voorzien van bovenste geleidingsblokken 36, 37 en aan hun onderzijden van onderste geleidingsblokken 38, 39. Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de bovenste geleidingsblokken 36 en 37, zijn deze 15 voorzien van groeven 40, 41. De bodems van deze groeven vormen de uiteinden van geleidingsvlakken 42, 43. Deze geleidingsvlakken 42, 43 lopen taps naar elkaar naar beneden toe over de gehele lengte van uitzetdelen 33, 34 en zijn bestemd voor geleidende samenwerking met tapse geleidingsvlakken 19, 20 van het vaste geleidingselement 7. In het midden 20 van de geleidingsvlakken 42, 43 zijn naar binnen gerichte glij- vertandingen 44, 45 aangebracht. Deze glijvertandingen 44, 45 zijn bestemd voor samenwerking met vertandingen 23, 24, waarbij vanwege de neerwaartse richting van vertandingen 44, 45 en de bovenwaartse richting van vertandingen 23, 24 verschuiving van het verschuifbare geleidings-25 element 8 in de richting volgens pijl 46 wel mogelijk is, maar een teruggaande verschuiving niet. Aan hun buitenzijden zijn de bovenste geleidingsblokken 36, 37 en de onderste geleidingsblokken 38, 39 voorzien van aanligvlakken 47, 48 respectievelijk 49, 50, welke vlakken parallel zijn gelegen aan de langsrichting van het verschuifbare geleidingselement 30 8. De aanligvlakken 47, 48, 49, 50 zijn bestemd voor aanligging tegen de randen van langsgleuf 4.
1017876 7
De werking van het geleidingsorgaan 5 tijdens assemblage van de telescopische poot is als volgt. Vanuit de toestand zoals weergegeven in figuur 1 wordt het binnenste pootdeel 3 geschoven in het onderste pootdeel 2 waarbij rillen 6 worden opgenomen in de ruimte 5 tussen glijvlakken 31 en 32 van het vaste geleidingselement 7. Voortzetting van deze neerwaartse beweging zal er op een gegeven moment toe leiden dat de bovenrand van ril 6 de voortzetting van de neerwaartse beweging van het verschuifbare geleidingselement 8 verhindert doordat de bovenzijde van ril 6 aan komt te liggen tegen de binnenzijde van het U-10 vormige breekkoord 35. Verdere voortzetting van de neerwaartse beweging van het bovenste pootdeel 3 zal ertoe leiden dat het vaste geleidingselement 7 tezamen met pootdeel 3 neerwaarts zal bewegen, terwijl het verschuifbare geleidingselement 8 ruimtelijk gezien op dezelfde positie blijft. Dit heeft tot gevolg dat enerzijds de aanligvlakken 47, 48, 49 en 15 50 zullen glijden langs de randen van langssleuven 4, en dat anderzijds de geleidingsvlakken 19 en 20 van het vaste geleidingselement 7 zullen glijden langs de geleidingsvlakken 42 en 43 van het verschuifbare geleidingselement 8. Vanwege de conische oriëntatie van de genoemde geleidingsvlakken zullen tijdens deze relatieve beweging van het 20 verschuifbare geleidingselement 8 ten opzichte van het vaste geleidingselement 7 enerzijds de geleidingsdelen 29 en 30 naar elkaar toe worden bewogen waardoor de glijvlakken 31 en 32 met een verhoogde contactdruk tegen rillen 6 komen aan te liggen, terwijl anderzijds de bovenste geleidingsblokken 36 en 37 en de onderste geleidingsblokken 38 en 39 naar 25 buiten zullen bewegen, waardoor de aanligvlakken 47, 48, 49 en 50 met een verhoogde contactdruk tegen de randen van langssleuven 4 komen aan te liggen. Tevens zullen gelijktijdig de vertandingen 44, 45 van het verschuifbare geleidingselement 8 afglijden langs de vertandingen 23, 24 van het vaste geleidingselement 7. Hiertoe zijn de middelste gebieden 51, 30 52 van uitzetdelen 33, 34 relatief dun vormgegeven, waardoor elastische vervormingen van uitzetdelen 33, 34 ter plaatse van vertandingen 44, 45 1017??« 8 mogelijk zijn. Naarmate de relatieve verplaatsing tussen het vaste geleidingselement 7 en het verschuifbare geleidingselement 8 toeneemt, zal vanwege de verhoogde contactdruk ook de wrijvingskracht die werkzaam is tussen het verschuifbare geleidingselement 8 en de randen van groeven 5 4 enerzijds en tussen het verschuifbare geleidingselement 8 en het vaste geleidingselement 7 anderzijds, toenemen. Dit zal ertoe leiden dat op een gegeven moment bij het bereiken van de breekspanning het breekkoord 35 zal breken waardoor ril 6 verder ongemoeid kan glijden tussen de glijvlakken 31 en 32. Er zal geen verdere relatieve verplaatsing tussen 10 het vaste geleidingselement 7 en het verschuifbare geleidingselement 8 meer plaatsvinden, mede gezien de vergrendelende samenwerking tussen de vertandingen 44, 45 en 23, 24. Een optimale functionaliteit van geleidingsorgaan 5 binnen telescopische poot 1 kan nu worden verkregen door de breekspanning van breekkoord 35 aan deze optimale situatie aan te 15 passen. Een separate handmatige instelling of vaststelling van het instelbare glijorgaan 5 is overbodig, hetgeen de assemblage van de telescopische poot 1 aanzienlijk kan doen versnellen ten opzichte van de stand van de techniek.
In figuur 6 is een telescopische poot 101 weergegeven 20 met onderste pootdeel 102 en bovenste pootdeel 103. De beide pootdelen 102 en 103 betreffen geëxtrudeerde aluminium profielen met een vierkante dwarsdoorsnede. In het midden van de zijden van het bovenste pootdeel 103 zijn aan de buitenzijde per zijde twee geleidingsorganen 104 volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm boven elkaar aangebracht. Nu reeds wordt 25 opgemerkt dat het eveneens mogelijk is om in plaats van één geleidingsorgaan 104 twee geleidingsorganen 104 naast elkaar nabij de randen tussen de zijden van het bovenste pootdeel 103 te plaatsen waardoor een verhoogde torsie- en buigstijfheid wordt verkregen.
Geleidingsorganen 104 bestaan uit een vast geleidings-30 element 105 (figuren 7 en 8) en een verschuifbaar geleidingselement 106 (figuur 9). Het vaste geleidingselement 105 is middels verbindings- 1017876 > 9 elementen 107, 108 met elastisch naar elkaar toe beweegbare halve schijven 109, 110 respectievelijk 111, 112 verbonden met het bovenste pootdeel 103. Pootdeel 103 is hiertoe voorzien van gaten waarvan de vorm overeenkomt met die van de verbindingselementen 107, 108. Aan de 5 voorzijde is het vaste geleidingselement 105 voorzien van een glijvlak 113 voor glijdende samenwerking met de binnenzijde van de tegenover het geleidingsorgaan 104 gelegen zijde van het onderste pootdeel 102. Aan de achterzijde van het vaste geleidingselement 105 bevindt zich een gel ei di ngsvlak 114 dat naar beneden toe taps toeloopt naar glijvlak 113. 10 Aan weerszijden van het vaste geleidingselement 105 zijn naar boven gerichte vertandingen 115, 116 aangebracht. Nabij vertandingen 115, 116 zijn in het vaste geleidingselement 105 sleufgaten 117, 118 aangebracht die het zijdelings binnenwaarts wijken van vertandingen 115 en 116 mogelijk maken.
15 Het verschuifbare geleidingselement 106 (figuur 9) heeft in onderaanzicht in hoofdzaak een U-vorm. Op de poten van de U-vorm zijn aan de binnenzijde naar beneden gerichte vertandingen 119, 120 aangebracht over de gehele lengte van het verschuifbare geleidingselement 106. In het lijf van de U-vorm is een in langsrichting uitstrekkend 20 centraal sleufgat 121 aanwezig waardoorheen zich in samengestelde toestand de verbindingselementen 107 en 108 uitstrekken. De achterzijde 122 ligt aan tegen de bijbehorende buitenzijde van het bovenste pootdeel 103. De binnenzijde 123 van het lijf loopt naar boven toe licht taps toe naar de achterzijde 122 met eenzelfde tapsheid als die van geleidingsvlak 25 114 van het vaste geleidingselement 105.
Aan de bovenzijde van het verschuifbare geleidingselement 106 is een aanslagelement 123 voorzien die zich vóór assemblage van telescopische poot 101 horizontaal uitstrekt tot boven de zijden van het onderste pootdeel 102. Het aanslagelement is met een buigscharnier 30 124 verbonden met de rest van het verschuifbare geleidingselement 106.
Aan de binnenzijde van het aanslagelement 123 zijn tanden 125, 126 1017876 10 aangebracht die in een gesloten toestand overeenkomstig figuur 9 aangrijpen in de vertandingen 120, 119.
De werking van het geleidingsorgaan 104 tijdens assemblage is als volgt. Uitgaande van de situatie in figuur 6 waarin het 5 bovenste pootdeel 103 al ten dele in het onderste pootdeel 102 is geschoven, wordt deze neerwaartse verschuiving voortgezet totdat de bovenrand van de zijden van het onderste pootdeel 102 in contact komen met aanslagelement 123 van het verschuifbare geleidingselement 106. Een voortgaande neerwaartse beweging van het bovenste pootdeel 103 leidt 10 ertoe dat het verschuifbare geleidingselement 106 ten opzichte van het vaste geleidingselement 105 naar boven zal schuiven tussen het vaste geleidingselement 105 en de desbetreffende buitenzijde van het bovenste pootdeel 103. Vanwege de tapse oriëntatie van de samenwerkende geleidingsvlakken 114 en 123 zal deze relatieve verschuiving ertoe leiden 15 dat het vaste geleidingselement 105 naar buiten toe tegen een binnenzijde van het onderste pootdeel 102 wordt geduwd. Tegelijkertijd zullen de vertandingen 115, 116 en 119, 120 langs elkaar afglijden. Door het buitenwaarts uitzetten van het vaste geleidingselement 105 zal enerzijds een verhoogde contactdruk tussen glijvlak 113 en een binnenzijde van het 20 onderste pootdeel 102 worden verkregen terwijl anderzijds er ook sprake zal zijn van een verhoogde contactdruk tussen geleidingsvlakken 114 en 123. Dit brengt extra wrijvingskrachten met zich mee. Naarmate de relatieve verschuiving vordert tussen het vaste geleidingselement 105 en het verschuifbare geleidingselement 106 zal de belasting op de verbinding 25 tussen tanden 125, 126 enerzijds en vertandingen 119, 120 anderzijds toenemen en bij het passeren van een grensbelasting deze verbindingen verbreken doordat het aanslagelement 123 openklapt om buigscharnier 124 tot een verticale oriëntatie. Deze situatie is weergegeven in figuur 11. Zodra het aanslagelement 123 is opengeklapt zal het verder verschuiven 30 van het bovenste pootdeel 103 in het onderste pootdeel 102 geen verdere relatieve verschuiving tussen de beide geleidingselementen 105 en 106 tot 1017876 # 11 gevolg hebben. Vanwege de vorm van de vertandingen 119, 120 van het verschuifbare geleidingselement 106 en vertandingen 115 van het vaste geleidingselement 105 zal de onderlinge positie van het vaste geleidingselement 105 en het verschuifbare geleidingselement 106 niet 5 veranderen tijdens het telescopisch verstellen van poot 101 in gebruik ervan.
1017876
Claims (13)
1. Geleidingsorgaan voor opname tussen twee ten opzichte van elkaar in een verschuifrichting verschuifbare pootdelen van een 5 telescopische poot voor een meubelstuk of dergelijk, welk geleidings orgaan bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het geleidingsorgaan aan een van de twee pootdelen omvat alsmede een geleidingsdeel voor geleidende samenwerking met een tegengeleidingsdeel van de andere van de twee pootdelen waarbij uitzetmiddelen zijn voorzien voor het uitzetten 10 van het geleidingsdeel tegen het tegengeleidingsdeel, alsmede fixatie- middelen voor het fixeren van een uitgezette toestand van het geleidingsorgaan, met het kenmerk, dat de uitzetmiddelen werkzaam zijn ten gevolge van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de pootdelen.
2. Geleidingsorgaan volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat het geleidingsorgaan twee ten opzichte van elkaar in de verschuif- richting verplaatsbare geleidingselementen omvat voor het bereiken van de gefixeerde uitgezette toestand.
3. Geleidingsorgaan volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat op ten minste één van de geleidingselementen het geleidingsdeel is 20 aangebracht.
4. Geleidingsorgaan volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen werkzaam zijn ten gevolge van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de pootdelen.
5. Geleidingsorgaan volgens conclusie 2, 3 of 4, met het 25 kenmerk, dat de uitzetmiddelen een eerste wigvlak op een geleidings- element omvatten waarlangs een tegengeleidingsdeel van het andere geleidingselement kan geleiden.
6. Geleidingsorgaan volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het tegengeleidingsdeel is gevormd door een tweede wigvlak dat 30 verschuifbaar is langs het eerste wigvlak.
7. Geleidingsorgaan volgens een der voorgaande 1017876 4 conclusies, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen in elkaar grijpende glijvertandingen omvatten.
8. Geleidingsorgaan volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geleidingsorgaan is voorzien van 5 aangrijpmiddelen voor het activeren van het uitzetten van het geleidingsorgaan.
9. Geleidingsorgaan volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen bestemd zijn voor aangrijping door een pootdeel.
10. Geleidingsorgaan volgens conclusie 8 of 9, met het 10 kenmerk, dat de aangrijpmiddelen een breekelement omvatten dat breekbaar is ten gevolge van het ten opzichte van elkaar verschuiven van de pootdelen.
11. Geleidingsorgaan volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de aangrijpmiddelen wegklapbaar zijn.
12. Telescopische poot voorzien van ten minste twee ten opzichte van elkaar in een verschuifrichting verschuifbare pootdelen, met het kenmerk, dat tussen de pootdelen ten minste een geleidingsorgaan overeenkomstig een van de voorgaande conclusies is opgenomen.
13. Meubelstuk, met het kenmerk, dat het meubelstuk is 20 voorzien van telescopische poten volgens conclusie 10. _ 1017876
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017876A NL1017876C2 (nl) | 2001-04-19 | 2001-04-19 | Geleidingsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot. |
EP02076328A EP1250866A1 (en) | 2001-04-19 | 2002-04-05 | Guide means to be fitted between two leg members of a telescopic leg |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017876A NL1017876C2 (nl) | 2001-04-19 | 2001-04-19 | Geleidingsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot. |
NL1017876 | 2001-04-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017876C2 true NL1017876C2 (nl) | 2002-10-22 |
Family
ID=19773261
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017876A NL1017876C2 (nl) | 2001-04-19 | 2001-04-19 | Geleidingsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1250866A1 (nl) |
NL (1) | NL1017876C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN112074209A (zh) * | 2018-05-02 | 2020-12-11 | 利纳克有限公司 | 用于升降柱的滑块元件 |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2012013190A2 (en) | 2010-07-29 | 2012-02-02 | Linak A/S | Lifting column preferably for height-adjustable tables |
US9144301B2 (en) | 2011-12-06 | 2015-09-29 | Linak A/S | Lifting column, preferably for height adjustable tables |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7408117U (de) * | 1974-06-12 | Hoernlein R Kg | Höhenverstellbare Teleskopführung, insbesondere für Tische | |
DE3340087A1 (de) * | 1983-11-05 | 1985-05-15 | Konrad Merkt Gmbh & Co Kg, 7208 Spaichingen | Hoehenverstellbares gestell, insbesondere fuer einen tisch |
EP0681891A1 (de) * | 1994-04-20 | 1995-11-15 | Otto Kind AG | Arbeits- und Montagetisch |
DE29812762U1 (de) * | 1998-07-17 | 1998-09-17 | Phoenix Mecano Komponenten AG, Niederdorf | Teleskopierbare Hubsäule |
-
2001
- 2001-04-19 NL NL1017876A patent/NL1017876C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-04-05 EP EP02076328A patent/EP1250866A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE7408117U (de) * | 1974-06-12 | Hoernlein R Kg | Höhenverstellbare Teleskopführung, insbesondere für Tische | |
DE3340087A1 (de) * | 1983-11-05 | 1985-05-15 | Konrad Merkt Gmbh & Co Kg, 7208 Spaichingen | Hoehenverstellbares gestell, insbesondere fuer einen tisch |
EP0681891A1 (de) * | 1994-04-20 | 1995-11-15 | Otto Kind AG | Arbeits- und Montagetisch |
DE29812762U1 (de) * | 1998-07-17 | 1998-09-17 | Phoenix Mecano Komponenten AG, Niederdorf | Teleskopierbare Hubsäule |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN112074209A (zh) * | 2018-05-02 | 2020-12-11 | 利纳克有限公司 | 用于升降柱的滑块元件 |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1250866A1 (en) | 2002-10-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1010136C2 (nl) | Disco-locking. | |
NL1017876C2 (nl) | Geleidingsorgaan voor opname tussen twee pootdelen van een telescopische poot. | |
NL1007057C2 (nl) | Scharnierconstructie en daarbij gebruikte onderdelen. | |
NL192332C (nl) | Samenstel omvattende een raam, waarin een schuifkanteldak is opgenomen, voor montage in een motorvoertuigdak. | |
NL9002550A (nl) | Wandconstructie met door middel van blindkoppelingen aan stijlen en/of liggers bevestigde wanddelen. | |
BE1022089B1 (nl) | Hulpstuk voor regelen van de afstand tussen een scharnier en een profiel van een raam of deur en scharnier uitgerust met zulk hulpstuk | |
NL1007700C2 (nl) | Meeneemelement. | |
KR102211949B1 (ko) | 조립식 알루미늄 바닥재 | |
EP1719849A3 (de) | Schlitzrinne | |
US5211260A (en) | Collapsible ladder | |
BE1028559B1 (nl) | Verbindingselement | |
BE1016414A3 (nl) | Scharnierconstructie. | |
NL2003991A (en) | Cable drop out device in cable trays. | |
NL1019535C2 (nl) | Schuifgeleiding, sluitblok en werkwijze voor monteren van een schuifgeleiding. | |
NL2011050C2 (nl) | Klemelement voor het omklemmen van een vlak soepel materiaal, alsmede verzwaringselement en greepelement, en paneelwagen. | |
NL8502236A (nl) | Jaloeziedeur omvattende scharnierend met elkaar verbonden lamellen en de einden van de lamellen opnemende geleidingsrails. | |
AU2020234661A1 (en) | Metal shutter in particular for protection against cyclones | |
NL1021101C2 (nl) | Afdekconstructie, en steunbalk daarvoor. | |
NL194026C (nl) | Verbindingsconstructie in een kas of warenhuis. | |
NL1025810C2 (nl) | Lateiprofiel. | |
NL194428C (nl) | Bevestigingsinrichting voor een lade aan een telescooprail. | |
NL1003729C2 (nl) | Opklapbare stoel en vergrendelinrichting. | |
NL1013151C2 (nl) | Hor en bouwpakket voor het vervaardigen daarvan. | |
NL1035130C2 (nl) | Huis voor een slipkoppeling, slipkoppeling, warenhuis met een dergelijke slipkoppeling en werkwijze voor het toepassen van een slipkoppeling. | |
NL2021793A (nl) | Kleminrichting voor toepassing op een doek, folie of plaat |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20091101 |