NL1017874C2 - Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe. - Google Patents
Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017874C2 NL1017874C2 NL1017874A NL1017874A NL1017874C2 NL 1017874 C2 NL1017874 C2 NL 1017874C2 NL 1017874 A NL1017874 A NL 1017874A NL 1017874 A NL1017874 A NL 1017874A NL 1017874 C2 NL1017874 C2 NL 1017874C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- transport container
- loading system
- loading
- vehicle
- weighing platform
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P1/00—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading
- B60P1/64—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable
- B60P1/6418—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable the load-transporting element being a container or similar
- B60P1/6427—Vehicles predominantly for transporting loads and modified to facilitate loading, consolidating the load, or unloading the load supporting or containing element being readily removable the load-transporting element being a container or similar the load-transporting element being shifted horizontally in a fore and aft direction, combined or not with a vertical displacement
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65D—CONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
- B65D88/00—Large containers
- B65D88/26—Hoppers, i.e. containers having funnel-shaped discharge sections
- B65D88/30—Hoppers, i.e. containers having funnel-shaped discharge sections specially adapted to facilitate transportation from one utilisation site to another
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Transportation (AREA)
- Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)
Description
Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe.
BESCHRIJVING
5 De uitvinding heeft betrekking op een beladingssysteem voor een rechthoekig langwerpige transportcontainer met een afsluitbaar voorvlak, een tegenover het voorvlak gelegen achtervlak, twee tegenover elkaar gelegen zijvlakken, een bodemvlak en een dakvlak omvattende een op een eerste ondergrond rustend voertuig voor de transportcontainer, een 10 kantel inrichting voor het verplaatsen van de transportcontainer tussen een horizontale toestand waarbij de transportcontainer zich op het voertuig bevindt en een verticale toestand waarbij de transportcontainer van het voertuig af op zijn achterzijde rust en laadmiddelen voor het in verticale toestand beladen van de transport-container.
15 Een dergelijk beladingssysteem is bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO 00/44585 Al. Dit octrooi document beschrijft hoe vanaf een oplegger een 40-voets container met behulp van een schaarmechanisme kan worden verzwenkt tussen een horizontale transportstand en een steile laad- en/of losstand. In genoemde steile 20 stand rust de container op de bodem van een bunker.
Een beladingssysteem volgens de aanhef is in zijn algemeenheid tevens bekend voor transport-containers met een lengte van circa 6 m verder te noemen 20-voets container. Hierbij wordt de 20-voets transportcontainer vanaf een vrachtwagen middels een hydraulische 25 hefinrichting van de vrachtwagen vanuit een horizontale positie om een horizontale as aan de achterzijde van de vrachtwagen gekanteld tot een diagonale positie. Vervolgens treedt een aan de hefinrichting verbonden lier in werking die de 20-voets container met een rand op de grond laat zakken, waarna de kantel beweging door de hefinrichting wordt afgerond 30 totdat de 20-voets container verticaal op de grond staat. Vanuit deze verticale positie wordt de 20-voets container via de op dat moment open 1017874* 2 bovenzijde beladen met buikachtig materiaal zoals schroot. Een dergelijke wijze van belading maakt het mogelijk de 20-voets transportcontainer volledig te vullen, dat wil zeggen dat het complete inwendige volume van de container wordt ingenomen door de belading en dat de vullingsgraad 5 100% bedraagt.
Vanuit regelgeving is vastgesteld dat transportcontainers gebonden zijn aan een maximaal toegestaan beladingsgewicht. Ten tijde van de onderhavige uitvinding lag deze bij 26.500 kg. Dit is exclusief het eigen gewicht van de container. Ondanks de maximale vullingsgraad die met 10 het bovenbeschreven verticale beladingssysteem voor 20-voets containers wordt bereikt, blijkt dat voor bepaalde beladingen met een relatief laag specifiek gewicht, dat wil zeggen een relatief laag gewicht per volume-eenheid, het genoemde maximaal toegestane gewicht niet wordt behaald, maar dat bijvoorbeeld slechts 12.000 tot 14.000 kg aan belading in de 20-15 voets container kan worden opgenomen bij een vullingsgraad van 100%. Hierdoor is het toepassen van dergelijke containers voor de export van bepaalde materiaalsoorten economisch onrendabel, ondanks het feit dat deze materialen zich op zich zeer goed lenen voor export gezien de vraag naar deze materialen. In de praktijk zullen deze materialen desondanks 20 niet of slechts in beperkte mate worden geëxporteerd vanwege de relatief hoge transportkosten.
Het genoemde maximaal toegestane gewicht is niet alleen van toepassing op 20-voets containers maar ook op containers met een lengte van circa 12 m, verder te noemen 40-voets containers. Hierbij dient men 25 zich te realiseren dat ten tijde van de uitvinding de vervoersprijs van een 40-voets container, slechts 30% hoger is dan die van een 20-voets container dus aanzienlijk minder dan rechtevenredig met het volume van de transportcontainer. De loskosten van een 40-voets container zijn zelfs gelijk aan de loskosten van een 20-voets container. Met andere woorden 30 met een 40-voets container is het in beginsel mogelijk om de vervoerskosten per kilo of volume-eenheid belading drastisch te beperken. Hiertoe 1017874* 3 is het echter wel noodzakelijk dat de vul capaciteit van een 40-voets container maximaal en optimaal wordt benut. Het beladingssysteem voor 20-voets container zoals bovenstaand beschreven is echter niet geschikt voor toepassing bij het beladen van een 40-voets container. Dit hangt met name 5 samen met gevaarlijke instabiliteiten die zouden kunnen optreden, niet in de laatste plaats veroorzaakt doordat bij het ontwerp van 40-voets containers geen rekening gehouden is met het in een verticale toestand brengen ervan.
De uitvinding beoogt nu een beladingssysteem van de 10 bovengenoemde soort te verschaffen waarmee het mogelijk is om het maximaal toegestane beladingsgewicht van de desbetreffende transportcontainer tijdens het beladen ervan zo dicht mogelijk te benaderen teneinde de transportkosten per kilogram lading zo laag mogelijk te houden. Hiertoe wordt het beladingssysteem volgens de 15 uitvinding in eerste instantie gekenmerkt door een tweede ondergrond met daarop een weegplateau met een dragend oppervlak waarop de transportcontainer in verticale toestand rust. Door toepassing van een dergelijk weegplateau kan tijdens het beladen van de transportcontainer in de verticale toestand, met name bij het beladen van bulkgoederen zoals 20 bijvoorbeeld schrootmateriaal, continu door personeel worden bewaakt in hoeverre het maximaal toegestane beladingsgewicht is bereikt.
Bij voorkeur zijn communicatiemiddelen voorzien voor informatieoverdracht van uitvoergegevens van het weegplateau naar de laadmiddelen. Dergelijke communicatiemiddelen zijn voordelig aangezien 25 het weegplateau en de laadmiddelen, die bijvoorbeeld een eindloze toevoerband kunnen omvatten die uitmondt boven de geopende container in verticale toestand, of welke laadmiddelen kunnen bestaan uit een door een kraandrijver bestuurde grijpinrichting, zich fysiek op afstand van elkaar bevinden. Dankzij de communicatiemiddelen is het mogelijk om het beladen 30 afhankelijk te maken van een reeds beladen gewicht. Zo kan ten minste worden voorkomen dat te veel wordt beladen, waardoor het toegestane f017874· 4 gewicht wordt overschreden. Daarnaast kan, indien de container kan worden beladen met materialen met verschillende specifieke gewichten, een dusdanige keuze worden gemaakt tussen deze materialen dat het volledig volume van de transportcontainer ingenomen kan worden door de belading 5 zonder dat het toegestane gewicht wordt overschreden maar dit gewicht wel zo dicht mogelijk wordt benaderd. Men kan zich bijvoorbeeld voorstellen dat, indien de helft van het volume van de transportcontainer is beladen met een eerste materiaalsoort bijvoorbeeld bestaande uit zogenaamd geslagen aluminium waardoor 40% van het toegestane gewicht is bereikt, 10 dat men de resterende 50% van het volume van de transportcontainer belaadt met een tweede, zwaarder, materiaal zoals gegoten aluminium, waardoor uiteindelijk de transportcontainer volledig wordt gevuld met aluminium, zowel van het geslagen - als het gegoten soort, waarbij precies het maximale toegestane gewicht wordt bereikt.
15 Met name indien de belading van de transportcontainer plaatsvindt op basis van menselijk handelen, verdient het de voorkeur indien de communicatiemiddelen draadloos werkzaam zijn, zodat het betrokken persoon op iedere gewenste positie, bijvoorbeeld in de cabine van een grijpinrichting, kan beschikken over de relevante gegevens van 20 het beladingsgewicht.
Met name, maar niet uitsluitend, indien de belading volledig geautomatiseerd plaatsvindt zijn bij voorkeur sensormiddelen voorzien voor het bepalen van een vullingsgraad van de transportcontainer tijdens het beladen ervan. Onder vullingsgraad wordt het percentage van 25 het volume van de transportcontainer verstaan dat gevuld is met belading. Genoemde sensor-middelen zouden bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een camerasysteem met beeldanalyse mogelijkheden dat vanaf de open bovenzijde van de transport-container in de verticale toestand in de transportcontainer kijkt. Alhoewel in de praktijk is gebleken dat ervaren 30 personeel op basis van akoestische en visuele waarnemingen redelijk nauwkeurig in staat is om de vullingsgraad van de transportcontainer te 1017874É 5 bepalen, bieden toepassing van de sensormiddelen ook het voordeel dat bij niet volledig geautomatiseerde belading van de transportcontainer een nauwkeurige optimale belading plaats kan vinden, zelfs indien er sprake is van relatief onervaren personeel.
5 Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede ondergrond op een lager niveau gelegen dan de eerste ondergrond. Dit biedt met name voordelen bij het beladen van een 40-voets container die dankzij de verlaagde tweede ondergrond gemakkelijker en tenminste veiliger in een verticale toestand kan worden gebracht. Bovendien is het 10 bij een verticale toestand van een 40-voets container tevens mogelijk dergelijke containers met een hogere vuilingsgraad te beladen met een grotere groep materialen in vergelijking met de situatie waarbij dergelijke containers in een horizontale toestand worden beladen waardoor dergelijke materialen eerder economisch verantwoord kunnen worden 15 geëxporteerd en waardoor export over grotere afstanden rendabeler wordt. Door toepassing van de verlaagde tweede ondergrond is het zwaartepunt van de container in verticale toestand, alsmede in diagonale toestand wanneer de transportcontainer wordt verplaatst tussen de horizontale en verticale toestand, lager gelegen in vergelijking met de situatie waarbij de 20 container in de verticale toestand op de eerste ondergrond zou rusten waardoor een stabieler systeem wordt verkregen.
Een zeer voordelige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien dat de tweede ondergrond wordt gevormd door een bodem van een eerste verdiepte bunker met een open bovenzijde.
25 Volgens een zeer voordelige voorkeursuitvoeringsvorm is het voertuig nabij zijn achtereinde voorzien van verbredingselementen, die zich aan weerszijden tot buiten de zijvlakken van de transportcontainer uitstrekken, voor ondersteuning door geleidingen die zijn voorzien aan weerszijden van de open bovenzijde van de tweede ondergrond. Dankzij de 30 toepassing van dergelijke verbredingselementen en geleidingen wordt het voertuig, bijvoorbeeld gevormd door een trekker met oplegger of een 1017874· 6 vrachtwagen, aan zijn achterzijde ondersteund, zodat het risico van het kantelen van het voertuig onder invloed van het gewicht van een beladen transportcontainer, kan worden uitgesloten.
Dergelijke verbredingselementen worden bij voorkeur gevormd 5 door uitstekende asdelen die roteerbaar zijn gelegerd ten opzichte van het voertuig. Hierdoor is het mogelijk het voertuig achterwaarts te bewegen, terwijl het voertuig aan zijn achterzijde met zijn verbredingselementen rollend op de geleidingen rust.
De verbredingselementen zijn bij voorkeur losneembaar 10 verbonden met het voertuig zodat deze verbredingselementen gemakkelijk weggenomen kunnen worden en niet tot ongewenste situaties in het verkeer aanleiding kunnen geven. Daarnaast is het met losneembare verbredingselementen mogelijk deze verbredingselementen toe te passen bij achtereenvolgende voertuigen bij dezelfde bunker.
15 Bij voorkeur bedraagt de verticale afstand tussen het dragend oppervlak van het weegplateau en de geleidingen tussen 1,5 m en 2,5 m. Binnen het kader van de uitvinding dient onder het begrip "bodem" dat deel te worden verstaan waarop de transportcontainer in verticale toestand rust. Bij een kleinere verticale afstand wordt het aanzienlijk 20 moeilijker om een 40-voets container beheersbaar in de verticale toestand te brengen, of om deze container vanuit de verticale toestand naar de horizontale toestand te verplaatsen. Indien de genoemde verticale afstand te groot is zal een 40-voets container weliswaar in de verticale toestand kunnen worden gebracht, maar van daar uit, in beladen toestand, slechts 25 met dure, complexe voorzieningen naar de horizontale toestand kunnen worden verplaatst vanwege een aanzienlijk risico dat beschadiging van de transportcontainer en haar omgeving op zal treden.
Bij voorkeur is het dragend oppervlak van het weegplateau voorzien van opname-organen, bijvoorbeeld in de vorm van schalen, voor 30 opname van koppel organen, bijvoorbeeld in de vorm van rolelementen, die zijn aangebracht nabij de achterzijde van het ondervlak van de transport- 1017374« 7 container, welke opnameorganen en koppel organen gezamenlijk scharnierend werkzaam kunnen zijn. Een dergelijke combinatie van opname-organen en koppelorganen maken het mogelijk dat de transportcontainer in diagonale toestand in contact komt met het dragend oppervlak van het weegplateau 5 zonder dat daarbij het risico bestaat dat de container in horizontale richting langs het dragen oppervlak van het weegplateau weg zal glijden. Vanwege de scharnierende werkzaamheid kan de transportcontainer tevens zwenkend tussen de diagonale toestand en de verticale toestand worden verplaatst.
10 De koppelorganen maken bij voorkeur onderdeel uit van een sub-frame dat losmaakbaar met de onderzijde van de transportcontainer is verbonden. Door gebruik te maken van een dergelijk sub-frame, is het niet noodzakelijk aanpassingen aan de transportcontainers aan te brengen. Tevens kan een dergelijk sub-frame dienen ter verhoging van de stijfheid 15 van de transportcontainer en kunnen op het sub-frame nog andere voorzieningen worden aangebracht ten behoeve van het in de verticale toestand brengen van de transportcontainer.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is een bordes voorzien ter hoogte van het voorvlak van de transportcontainer in verticale 20 toestand. Vanaf een dergelijk bordes kan afsluiting van het voorvlak plaatsvinden na belading van de transportcontainer, waarna de transportcontainer kan worden verplaatst vanuit de verticale positie naar de horizontale positie op een voertuig.
Het beladingssysteem is volgens een zeer voordelige 25 voorkeursuitvoeringsvorm dubbel uitgevoerd, dat wil zeggen dat een verdere tweede ondergrond, bijvoorbeeld als bodem van een tweede bunker, met een verder weegplateu is voorzien. De tweede ondergrond en de verdere tweede ondergrond met ieder een weegplateau kunnen in beginsel identiek aan elkaar zijn uitgevoerd. Dankzij een dergelijke dubbele uitvoering kan 30 een voertuig een eerste transportcontainer, aanvoeren en in verticale toestand op het weegplateau van de tweede ondergrond plaatsen. Vervolgens 1017874« δ kan het voertuig een tweede beladen transportcontainer weer opnemen vanaf het weegplateau behorend bij de verdere tweede ondergrond, terwijl de eerste transportcontainer wordt beladen. Vervolgens voert het voertuig de tweede transportcontainer af, waarna een tweede voertuig een derde 5 transportcontainer aan kan voeren en in verticaal op het weegplateau van de de verdere tweede ondergrond kan plaatsen, waarna het tweede voertuig de beladen, eerste transportcontainer kan opnemen. Op deze wijze kan vrijwel continu belading van transport-containers plaatsvinden met minimale onproductieve stilstand van voertuigen.
10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een voertuig voor toepassing in een beladingssysteem voor transportcontainers voorzien van middelen voor opname van verbredingselementen zoals bovenstaand beschreven.
Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een bunker 15 voorzien van een weegplateau voor toepassing in een beladingssysteem voor transportcontainers zoals boven-staand beschreven.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het toepassen van het beladingssysteem zoals bovenstaand beschreven, omvattende het verschaffen van de transportcontainer op het voertuig, het 20 openen van het afsluitbare voorvlak, het verplaatsen van de transportcontainer tussen de horizontale toestand en de verticale toestand waarbij de transportcontainer rust op het weegplateau, en het beladen van de transportcontainer in verticale toestand terwijl weging van de transportcontainer met behulp van het weegplateau plaatsvindt. Het 25 is hierbij voordelig, maar binnen het kader van de uitvinding niet noodzakelijk dat het openen van het afsluitbare voorvlak plaatsvindt voordat de transportcontainer van de horizontale toestand naar de verticale toestand wordt verplaatst.
De voordelen die zijn verbonden aan het voertuig, de bunker 30 en de werkwijze volgens de uitvinding zijn aan de hand van de beschrijving van het beladingssysteem volgens de uitvinding reeds 1017874· 9 uitvoerig bovenstaand besproken.
De uitvinding zal navolgend worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een niet-beperkende voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding. Hierbij zal worden verwezen naar de volgende figuren.
5 Figuur 1 toont in zijaanzicht en gedeeltelijk in verticale doorsnede, een eerste toestand voor de toepassing van het beladings-systeem volgens de uitvinding; figuur 2 toont een tweede toestand; figuur 3 toont een derde toestand; 10 figuur 4 toont een vierde toestand; figuur 5 toont een vijfde toestand; figuur 6 toont een zesde toestand; figuur 7 toont een zevende toestand; figuur 8 toont in perspectivisch aanzicht vrijwel de derde 15 toestand van figuur 3; figuur 9 toont in perspectivisch aanzicht een detail van figuur 8; figuur 10 toont in perspectivisch aanzicht een toestand tussen de vierde en vijfde toestand; 20 figuur 11 toont in perspectivisch aanzicht een detail van figuur 10; figuur 12 toont in perspectivisch aanzicht de vierde toestand volgens figuur 4; figuur 13 toont een detail van figuur 12; 25 figuur 14 toont in perspectivisch aanzicht de omgeving van een opsluitmechanisme; figuur 15 toont het opsluitmechanisme meer in detail; figuur 16 toont het opsluitmechanisme in samenwerking met een transportcontainer in de toestand volgens figuur 10; 30 figuur 17 toont de samenwerking tussen opsluitmechanisme en container tijdens het op!ieren; 1017874· 10 figuur 18 toont de toestand na onverhoopt breken van de 1ierkabels; figuur 19 toont het opsluitmechanisme in de toestand volgens figuur 18 en 5 figuur 20 toont de transportcontainer met verstijvings- frame.
Figuur 1 toont een trekker 1 met oplegger 2 waarop een standaard 40-voets container 3, zoals deze bij de vakman bekend is, is aangebracht. De transportcontainer 3 is opgebouwd uit stalen wanden en 10 slechts te openen via, dubbele klapdeuren 43 (figuur 2) aan de voorzijde 4 van de transportcontainer 3.
Aan de achterzijde van de transportcontainer bevindt zich een bunker 5 met een vloer 6 waarop zich een weegplateau 7 bevindt. Het bovenoppervlak 8 van weegplateau 7 bevindt zich op een verticale afstand 15 van 150 cm volgens maatlijn 9 onder ondergrond 10 voor trekker 1 en oplegger 2. U-vormig strekt zich om de bunker 5 een betonnen rand 11 uit boven het niveau van ondergrond 10. De U-vorm is open aan de voorzijde zodat de transportcontainer tussen de poten van de U-vorm kan worden gebracht. De betonnen rand 11 gaat ondergronds over in de wanden en vloer 20 van bunker 5. Op het uiteinde van de poten van de U-vormige betonnen rand zijn aan weerszijden van de transportcontainer 3 stalen strippen 12 aangebracht die dienst doen als geleidingselementen. De bovenzijde van strippen 12 strekken zich uit volgens maatlijn 13 op een afstand van 40 cm boven het niveau van ondergrond 10, waarmee de afstand tussen het 25 bovenoppervlak 8 van weegplateau 7 en de bovenzijde van de stalen strippen 12 bepaald is op 200 cm. Aan de achterzijde van de bunker 5 is een stellage 14 aanwezig met een bordes 15 en trappen 16 voor het bereiken van het bordes 15.
Aan de achterzijde van oplegger 2 zijn aan weerszijden van 30 de transportcontainer 3 uitstekende astappen 16 aanwezig.
In de figuren 12 en 13 is een van de beide astappen 16 meer 1017874* 11 in detail weergegeven. De astap 16 is opgebouwd uit een gel ei di ngsdeel 37, een lagerdeel 38 en daartussenin een kraag 39. Aan oplegger 2 is aan zijn achterzijde een bevestigingsbalk 40 bevestigd met een zijvlak 41 die samenvalt met de bijbehorende langszijde van de transportcontainer 3.
5 In het zijvlak 41 is een boring 42 aangebracht waarin lagerdeel 38 kan worden opgenomen waarbij kraag 39 aanslaat tegen zijvlak 41. In principe kunnen de astappen 16 aan weerszijden van de transportcontainer 3 gebonden zijn aan de bunker 5 zodat de astappen 38 worden toegepast bij alle opleggers 2, die achtereenvolgens zich aandienen bij bunker 5.
10 De astappen 16 hebben een gemeenschappelijke hartlijn en zijn roteerbaar gelegerd ten opzichte van oplegger 2. In de in figuur 1 weergegeven situatie bevinden de achterzijden van de oplegger 2 en van de transportcontainer 3 zich juist boven de uiteinden van de stalen strippen 12. De trekker 1 beweegt zich achterwaarts volgens pijl 17, uiteraard met 15 oplegger 2 en transportcontainer 3. Alhoewel aanvankelijk zowel astappen 16 met strippen 12 als wielen 18 van oplegger 2 met ondergrond 10 in rollend contact met elkaar zijn, gaat laatstgenoemd contact verloren naarmate de achterwaartse beweging vordert doordat de verticale afstand tussen ondergrond 10 en de bovenzijde van stalen strippen 12 in 20 achterwaartse richting licht toeneemt. Hierdoor komen achterwielen 18 los van de ondergrond 10 en rust de achterzijde van de oplegger volledig met de uitstekende astappen 16 op strippen 12.
Tijdens het achteruit bewegen van trekker 1 vanuit de situatie weergegeven in figuur 1 vindt gelijktijdig het eerste kantelen 25 van de transportcontainer 3 plaats. Deze situatie is weergegeven in figuur 2. Voor het kantelen is op de oplegger 2 een kantel inrichting 20 voorzien die in hoofdzaak bestaat uit een kantelbare draagconstructie 21 en een hydraulische telescooparm 22 die werkzaam is tussen oplegger 2 en draagconstructie 21. Kantelen vindt plaats om kantel as 23 die zich in de 30 onmiddellijke nabijheid van de gemeenschappelijke hartlijn van astappen 16 bevindt. In de situatie in figuur 2 heeft eveneens een eerste aflieren *017874"» 12 van de transportcontainer 3 volgen pijl 27 langs draagconstructie 21 plaatsgevonden waardoor aan de voorzijde 4 van transportcontainer 3 ruimte is vrijgekomen voor het openen van de dubbele klapdeuren 43.
Onder gelijktijdig verder achteruit bewegen volgens pijl 24 5 en verder kantelen volgens pijl 25 wordt de situatie zoals weergeven in de figuren 3 en 8 bereikt. Alle achterste wielen 18 zijn nu losgekomen van de ondergrond 10. Hun dragende capaciteit is met name overgenomen door astappen 16 die hiertoe steunen op strippen 12. Zoals met name in de figuren 8 en 9 is weergegeven, is aan draagconstructie 21 een dubbele 10 lierinrichting 29 aan de voorzijde van de draagconstructie 21 bevestigd met een kabel 28 die is gekoppeld met de transportcontainer 3. Vanwege dit aflieren verplaatst de transportcontainer 3 zich tot in de bunker 5. De koppeling tussen kabel 28 en transportcontainer 3 is in detail getoond in figuur 9. Aan het uiteinde van kabel 28 is een oog 50 aangebracht. 15 Door dit oog 50 strekt zich een uitschuifbare pen 51 uit die onderdeel vormt van een koppelstuk 52. Koppelstuk 52 omvat verder twee stripdelen 53 en een afstandhouder 54 die zich tussen de beide stripdelen 53 uitstrekt. De stripdelen 53 tezamen met de pen 51 en de afstandhouder 54 vormen een gesloten doorgang 55 voor een gespannen stalen kabel 56, die 20 is aangebracht op een nog nader te beschrijven sub-frame 80 dat losmaakbaar is verbonden met de onderzijde van transportcontainer 3.
Voor een goed begrip van het navolgende zal eerst het genoemde sub-frame 80 worden beschreven. Zoals in figuur 20 weergegeven is sub-frame 80 losmaakbaar aan de onderzijde van transportcontainer 3, 25 hiermee verbonden middels verbindingsbouten 81 op de hoekpunten van het sub-frame 80. Het sub-frame 80 bestaat in hoofdzaak uit twee langsliggers 82 die aan hun uiteinden zijn verbonden met een eerste dwarsligger 83 en een tweede dwarsligger 84. Eerste dwarsligger 83 heeft een rond buitenoppervlak, waardoor deze, zoals nog uit het navolgende zal blijken, 30 dienst kan doen als een rol element. Over een deel van de lengte van langsliggers 82 strekken zich aan hun buitenzijden stripdelen 85 uit met, 1017874· 13 aan de tweede dwarsligger 84 gelegen zijde, aanslagelementen 86. De functie van stripdelen 85 en aanslagelementen 86 zullen nog nader worden toegelicht aan de hand van de figuren 14 tot en met 19. Tevens is in figuur 20 zichtbaar hoe de stalen kabel 56 zich uitstrekt langs de 5 langsligger 82. De tweede stalen kabel 56 aan de achterzijde is niet zichtbaar.
Verder aflieren van de transportcontainer 3 vanuit de toestand in figuur 3 leidt ertoe dat de transportcontainer 3 met de eerste dwarsligger 83 van sub-frame 80 in contact komt met weegplateau 7 10 (zie figuren 4 en 12). Hier wordt de eerste dwarsligger 83 opgenomen in schalen 32 die zijn aangebracht op het bovenoppervlak 8 van weegplateau 7. Zodra contact is gemaakt tussen dwarsligger 83 van transportcontainer 3 en schalen 32 op weegplateau 7 wordt voorkomen dat transportcontainer 3 in horizontale richting langs het bovenoppervlak 8 van het weegplateau 7 15 wegglijdt. Schalen 32 doen dienst als 1 agering voor dwarsligger 83. Na het genoemde contact wordt de trekker van de rem gehaald en rolt de trekker met oplegger zelfstandig achteruit onder invloed van de zwaartekracht van transportcontainer 3 totdat de transportcontainer 3 zich in de verticale toestand bevindt waarbij de transportcontainer 3 20 rust op het weegplateau 7. De schalen 32 met dwarsligger 83 zijn hierbij scharnierend werkzaam. Zodra deze verticale toestand is bereikt (figuren 10 en 11) wordt kabel 28 losgenomen van de transportcontainer 3 door kabel 28 nog verder af te lieren, waardoor oog 50 samen met koppelstuk 52 langs de gespannen stalen kabel 56 zich benedenwaarts zal bewegen totdat 25 deze binnen het bereik van het bedieningspersoneel komt. Dit personeel kan vervolgens kabel 28 losmaken van koppelstuk 52 door het uittrekken van pen 51. Vervolgens verwijdert de trekker 1 met oplegger 2 zich.
Zoals in figuur 5 weergegeven vindt vervolgens belading van de transportcontainer, bijvoorbeeld met aluminium schrootmateriaal, 30 plaats door middel van een zelf-rijdende grijpwagen 33. Tijdens het beladen worden weeggegevens afkomstig van weegplateau 7 geregistreerd 1017874« 14 door schematisch weergegeven registratiesysteem 34 dat deze weeggegevens vervolgens draadloos communiceert volgens pijl 35 naar de bestuurder van de grijpwagen 33, die deze gegevens bijvoorbeeld af kan lezen op een display. Zodoende is de bestuurder continu op de hoogte van het gewicht 5 van de transportcontainer en kan worden voorkomen dat de transport-container 3 te zwaar wordt beladen. Daarnaast kan ervoor worden zorg gedragen dat de transportcontainer 3 zo optimaal mogelijk wordt beladen door de specifieke gewichten van de materialen waarmee de transportcontainer 3 wordt beladen dusdanig te kiezen dat het volume van de 10 transportcontainer 3 volledig wordt ingenomen door de belading en tevens het maximale toegestane beladingsgewicht zo dicht mogelijk wordt benaderd.
Nadat de transportcontainer 3 is beladen wordt deze aan zijn voorzijde 4 gesloten vanaf bordes 15 door het dichtklappen en 15 vergrendelen van klapdeuren 43. De transportcontainer 3 wordt vervolgens vanuit de verticale toestand weer naar de horizontale toestand op de oplegger 2 gebracht door kabel 28 weer te bevestigen aan de transportcontainer 3 door oog 50 weer op te nemen in koppelstuk 52 door het sluiten van pen 51. In eerste instantie wordt transportcontainer 3 over 20 een hoek van circa 45 graden gekanteld waarbij trekker 1 met oplegger 2 voorwaarts beweegt. Vanuit deze gekantelde toestand wordt gestart met het oplieren van transportcontainer 3 in de richting van pijl 70. Aangezien het oplieren plaatsvindt met een beladen container, moet rekening worden gehouden met het breken van één of beide kabels 28. Dit zou uiteraard tot 25 onveilige situaties kunnen leiden. Om dergelijke onveilige situaties te voorkomen is een beveiligingssysteem voorzien dat nader zal worden toegelicht aan de hand van de figuren 14 tot en met 19.
Aan het achteruiteinde van draagconstructie 21 zijn aan weerszijden ervan twee vergrendelmechanismen 60 voorzien. Ieder 30 vergrendel mechanisme 60 omvat in hoofdzaak een as 61 met aan beide uiteinden flensdelen 62. Tussen de flensdelen 62 is een vergrendel blok 63 1017874* 15 aangebracht, welk blok zowel axiaal kan schuiven over as 61 volgens dubbele pijl 64, als over een hoek van 180 graden om as 61 kan roteren volgens dubbele pijl 65. Op het vergrendel blok 63 zijn twee loopwielen 66 aangebracht. De positie van vergrendel blok 63 ten opzichte van as 61 kan 5 worden gefixeerd door middel van bediening van hendel 67. Voor het opnemen van transportcontainer 3 door draagconstructie 21 worden de vergrendel blokken 63 naar hun axiale buitenste toestand over as 61 geschoven en worden de vergrendel blokken 63 met hun loopwielen 66 naar de transportcontainer 3 geroteerd. Vervolgens wordt de trekker 1 met 10 oplegger 2 achteruit tegen transportcontainer 3 gereden met de draagconstructie 21 in verticale oriëntatie. Voor koppeling worden de vergrendel blokken 63 binnenwaarts geschoven over as 63, waardoor wielen 66 achter stripdelen 85 komen te liggen en deze opsluiten. Deze axiale positie van vergrendel blok 63 wordt tenslotte gefixeerd door bediening 15 van hendel 67. Indien nu onverhoopt één of beide kabels 28 van de
Herinrichting breekt, vanuit de situatie weergegeven in figuur 17, zal transportcontainer 3 langs draagconstructie 21 benedenwaarts schuiven, totdat de beide vergrendel blokken 63 met hun bovenste loopwielen 66 in aanraking komen met aanslagelementen 86, waardoor verdere neerwaartse 20 beweging van transportcontainer 3 wordt voorkomen. Deze situatie is weergegeven in figuur 18.
Het beladingssysteem volgens de uitvinding leent zich met voordeel voor een dubbele uitvoering ervan, bijvoorbeeld door het naast elkaar plaatsen van twee bunkers met bijbehorende voorzieningen. Zodra 25 trekker 1 met oplegger 2 gereed is met het verticaal plaatsen van een lege transportcontainer 3 en hiermee is ontkoppeld, kan de trekker 1 met oplegger 2 direct aansluitend een tweede, beladen transportcontainer uit de tweede bunker opnemen en naar zijn bestemming vervoeren. Op deze wijze wordt onproductieve stilstand van trekker 1 met oplegger 2 voorkomen.
30 tOt 78 74»
Claims (17)
1. Beladingssysteem voor een rechthoekig langwerpige 5 transportcontainer met een afsluitbaar voorvlak, een tegenover het voorvlak gelegen achtervlak, twee tegenover elkaar gelegen zijvlakken, een bodemvlak en een dakvlak omvattende een op een eerste ondergrond rustend voertuig voor de transportcontainer, een kantel inrichting voor het verplaatsen van de transportcontainer tussen een horizontale toestand 10 waarbij de transportcontainer zich op het voertuig bevindt en een verticale toestand waarbij de transportcontainer van het voertuig af op zijn achterzijde rust en laadmiddelen voor het in verticale toestand beladen van de transport-container, gekenmerkt door een tweede ondergrond met daarop een weegplateau met een dragend oppervlak waarop de 15 transportcontainer in verticale toestand rust.
1 6 Conclusies.
2. Beladingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat communicatiemiddelen zijn voorzien voor informatie-overdracht van uitvoergegevens van het weegplateau naar de laadmiddelen.
3. Beladingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 de communicatiemiddelen draadloos werkzaam zijn.
4. Beladingssysteem volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat sensormiddelen zijn voorzien voor het bepalen van een vullingsgraad van de transportcontainer tijdens het beladen ervan.
5. Beladingssysteem volgens conclusie 1, 2, 3 of 4 met het 25 kenmerk, dat de tweede ondergrond op een lager niveau is gelegen dan de eerste ondergrond.
6. Beladingssysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de tweede ondergrond wordt gevormd door een bodem van een eerste verdiepte bunker met een open bovenzijde.
7. Beladingssysteem volgens één van de voorgande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig nabij zijn achtereinde is voorzien van verbredingselementen, die zich aan weerszijden tot buiten de zijvlakken van de transport-container uitstrekken, voor ondersteuning door tOt 78 74β 1 7 geleidingen aan weerszijden van de tweede ondergrond.
8. Beladingssysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de verbredingselementen worden gevormd door uitstekende asdelen die 5 roteerbaar zijn gelegerd ten opzichte van het voertuig.
9. Beladingssysteem volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de verbredingselementen losneembaar zijn verbonden met het voertuig.
10. Beladingssysteem volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de verticale afstand tussen het dragend oppervlak van het 10 weegplateau en de geleidingen tussen 1,5 m en 2,5 m bedraagt.
11. Beladingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het dragend oppervlak van het weegplateau is voorzien van opname-organen voor opname van koppel organen, die zijn aangebracht nabij de achterzijde van het ondervlak van de transport- 15 container, welke opnameorganen en koppelorganen gezamenlijk scharnierend werkzaam kunnen zijn.
12. Beladingssysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de koppelorganen onderdeel uitmaken van een sub-frame dat losmaakbaar met de onderzijde van de transportcontainer is verbonden.
13. Beladingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bordes is voorzien ter hoogte van het voorvlak van de transportcontainer in verticale toestand.
14. Beladingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een verdere tweede ondergrond met een verder weegplateau 25 is voorzien.
15. Voertuig voor toepassing in een beladingssysteem voor transport containers voorzien van middelen voor opname van verbredingselementen zoals beschreven in conclusie 7, 8 of 9.
16. Bunker voorzien van een weegplateau voor toepassing in een 30 beladingssysteem voor transportcontainers volgens een van de conclusies 1-14.
17. Werkwijze voor het toepassen van een beladingssysteem volgens een van de conclusies 1-14, omvattende het verschaffen van de 1017874· 1 8 transportcontainer op het voertuig, het openen van het afsluitbare voorvlak, het verplaatsen van de transportcontainer tussen de horizontale toestand en de verticale toestand waarbij de transportcontainer rust op 5 het weegplateau, en het beladen van de transportcontainer in verticale toestand terwijl weging van de transportcontainer met behulp van het weegplateau plaatsvindt. 10 1017874«
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017874A NL1017874C2 (nl) | 2001-04-18 | 2001-04-18 | Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe. |
EP02076468A EP1251030A1 (en) | 2001-04-18 | 2002-04-16 | A loading system for an elongate transport container, as well as a vehicle, a bunker and a method to be used therewith |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017874 | 2001-04-18 | ||
NL1017874A NL1017874C2 (nl) | 2001-04-18 | 2001-04-18 | Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017874C2 true NL1017874C2 (nl) | 2002-10-21 |
Family
ID=19773260
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017874A NL1017874C2 (nl) | 2001-04-18 | 2001-04-18 | Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1251030A1 (nl) |
NL (1) | NL1017874C2 (nl) |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4526094A (en) * | 1982-12-31 | 1985-07-02 | Hoechst Aktiengesellschaft | Process and device for packing staple fibers into bales |
WO2000044585A1 (en) * | 1999-01-28 | 2000-08-03 | N.C.H. Hydraulic Systems B.V. | Vehicle for transporting elongate containers in a horizontal position, and an assembly comprising a loading and unloading terminal and a vehicle of this nature |
-
2001
- 2001-04-18 NL NL1017874A patent/NL1017874C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-04-16 EP EP02076468A patent/EP1251030A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4526094A (en) * | 1982-12-31 | 1985-07-02 | Hoechst Aktiengesellschaft | Process and device for packing staple fibers into bales |
WO2000044585A1 (en) * | 1999-01-28 | 2000-08-03 | N.C.H. Hydraulic Systems B.V. | Vehicle for transporting elongate containers in a horizontal position, and an assembly comprising a loading and unloading terminal and a vehicle of this nature |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1251030A1 (en) | 2002-10-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2393967C9 (ru) | Система перевалки грузов и пригодный для этого железнодорожный вагон | |
US20070166139A1 (en) | Truck lifted rear-load transfer system | |
US4579502A (en) | Truck with exchangeable load carrier | |
NZ535203A (en) | A transport trolley having pivotable roller housings | |
US5456520A (en) | Vehicle for transporting alternative substances in alternative containers | |
NL8005426A (nl) | Werkwijze voor het overbrengen van een container naar of vanaf de laadvloer van een voertuig en hydraulische cilinder voor het uitvoeren van die werkwijze. | |
NL1017874C2 (nl) | Beladingssysteem voor een langwerpige transportcontainer, alsmede voertuig, bunker en werkwijze hiertoe. | |
US4026429A (en) | Method of unloading container from transport vehicle | |
NL8402470A (nl) | Inrichting voor het op- en afladen van houders voor voertuigen met een chassis, dat is uitgevoerd als laadplatform. | |
NL1006062C2 (nl) | Werkwijzen en combinatie van een vrachtwagen en transporteenheid voor het transporteren en distribueren van goederen. | |
CN100418823C (zh) | 用于支承铁路/公路联合运输的车厢的绕枢轴转动运载结构的绕枢轴转动支承基体 | |
US4930972A (en) | Material handling vehicles | |
US3514000A (en) | Mobile trucking equipment | |
US11724632B1 (en) | Material collection and transfer cart | |
NL1010346C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het koppelen van een trekker aan lading, trekkervoertuig en trailer ter gebruike daarbij. | |
NL8600714A (nl) | Container voor korrelvormige stoffen voor het wegtransport. | |
DE19634711C2 (de) | Selbstfahrendes Frachtumschlagsgerät | |
NL2020597B1 (nl) | Inklapbaar werkplatform en werkwijze voor het in- of uitklappen daarvan | |
NL1010738C2 (nl) | Transporteur en opslagsysteem voor zijdelings verplaatsbare lasten. | |
GB2070555A (en) | Vehicle tipping rig | |
BR202020026594U2 (pt) | Plataforma oscilatória para descarga de grãos | |
NL1014643C1 (nl) | Verplaatsbare voertuig-weegtoestel. | |
GB2266697A (en) | Waste container cradle | |
RU25305U1 (ru) | Железнодорожная платформа для перевозки контейнеров | |
SU1749720A1 (ru) | Транспортное средство со взвешивающим устройством |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
TD | Modifications of names of proprietors of patents |
Owner name: STICHTING FORTYFEET Effective date: 20060419 |
|
SD | Assignments of patents |
Owner name: EUROPE METALS B.V. Effective date: 20071122 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200501 |