NL1017654C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1017654C2
NL1017654C2 NL1017654A NL1017654A NL1017654C2 NL 1017654 C2 NL1017654 C2 NL 1017654C2 NL 1017654 A NL1017654 A NL 1017654A NL 1017654 A NL1017654 A NL 1017654A NL 1017654 C2 NL1017654 C2 NL 1017654C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
channel
forming
tube
foot element
forming means
Prior art date
Application number
NL1017654A
Other languages
English (en)
Inventor
Simon Jacob Poot
Original Assignee
Beton Son Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beton Son Bv filed Critical Beton Son Bv
Priority to NL1017654A priority Critical patent/NL1017654C2/nl
Priority to EP02076083A priority patent/EP1243700A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017654C2 publication Critical patent/NL1017654C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/22Piles
    • E02D5/34Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same
    • E02D5/38Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making by use of mould-pipes or other moulds
    • E02D5/385Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making by use of mould-pipes or other moulds with removal of the outer mould-pipes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24TGEOTHERMAL COLLECTORS; GEOTHERMAL SYSTEMS
    • F24T10/00Geothermal collectors
    • F24T10/10Geothermal collectors with circulation of working fluids through underground channels, the working fluids not coming into direct contact with the ground
    • F24T10/13Geothermal collectors with circulation of working fluids through underground channels, the working fluids not coming into direct contact with the ground using tube assemblies suitable for insertion into boreholes in the ground, e.g. geothermal probes
    • F24T10/17Geothermal collectors with circulation of working fluids through underground channels, the working fluids not coming into direct contact with the ground using tube assemblies suitable for insertion into boreholes in the ground, e.g. geothermal probes using tubes closed at one end, i.e. return-type tubes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S80/00Details, accessories or component parts of solar heat collectors not provided for in groups F24S10/00-F24S70/00
    • F24S2080/03Arrangements for heat transfer optimization
    • F24S2080/05Flow guiding means; Inserts inside conduits
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24TGEOTHERMAL COLLECTORS; GEOTHERMAL SYSTEMS
    • F24T10/00Geothermal collectors
    • F24T2010/50Component parts, details or accessories
    • F24T2010/53Methods for installation
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/10Geothermal energy

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig fluïdumkanaal
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een zich in lengterichting daarvan uitstrekkend inwendig fluïdumkanaal, waarbij wordt voorzien in een vormholte voor de te fabriceren funderingspaal, in de 5 vormholte wapeningsmiddelen en kanaalvormende middelen worden gepositioneerd en de vormholte wordt opgevuld met beton, zoals bekend uit DE-A-37 19 523.
Met een dergelijke werkwijze is een funderingspaal te fabriceren die naast zijn steunfunctie in een funderingsconstructie tevens kan worden 10 gebruikt als warmteuitwisselend lichaam waarmee warmte aan de bodem rond de funderingspaal kan worden onttrokken of daarin opgeslagen.
Daartoe wordt het fluïdumkanaal aangesloten op een circulatiecircuit waarin een warmtepompinstallatie is opgenomen. Dergelijke funderingspalen worden ook wel energiepalen genoemd.
15 Voor het fabriceren van dergelijke funderingspalen is het bekend als vormholte een liggende mal te gebruiken waarin de gewenste wapening en kanaalvormende middelen worden aangebracht voordat de mal wordt gevuld met beton. De wapening kan een langswapening en/of een spiraalwapening zijn en op de gewenste plaatsen over de gewenste lengte in 20 de mal worden geplaatst. De kanaalvormende middelen bestaan uit een slang die zich van of nabij het ene uiteinde van de te vormen funderingspaal uitstrekt tot nabij het andere uiteinde en zich na het doorlopen van een U-bocht weer ononderbroken uitstrekt naar het ene uiteinde.
Aldus is een ook als energiepaal toe te passen, geprefabriceerde 25 funderingspaal verkregen, die naar de bouwplaats getransporteerd wordt en door heien in de grond is te-brengen. Voor het gebruik als energiepaal dient— 1017654 2 de in de funderingspaal opgenomen U-vormige slang op een circulatiecircuit te worden aangesloten.
Opgemerkt wordt, dat het gebruik van een zich U-vormig in de bodem aangebrachte slang of buis als warmteuitwisselend lichaam op zich 5 bekend is uit DE-A-29 30 773. Voor het in de bodem kunnen aanbrengen van die U-vormige slang wordt over de gewenste lengte een holle vormbuis afgesloten door een verloren voetelement de bodem in gedreven, waarbij de U-vormige slang vooraf zijn gekoppeld aan het verloren voetelement. De vormbuis wordt onder achterlating van het voetelement en de U-vormige 10 slang weer uit de bodem getrokken, waarna de ruimte rond de U-vormige slang wordt opgevuld met een vulmateriaal. Een dergelijke als warmtewisselaar bedoelde constructie is echter noch bedoeld noch geschikt voor enige dragende functie.
Met de uitvinding wordt beoogd funderingspalen van het type 15 energiepaal op de bouwplaats in de grond te vervaardigen.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een werkwijze van het in de eerste alinea omschreven type bereikt, als de vormholte tot stand wordt gebracht door op de plaats waar de funderingspaal zijn steunende functie moet gaan verrichten, over de 20 gewenste lengte van de te vormen funderingspaal een holle vormbuis in de grond te drijven, welke vormbuis voor het in de grond drijven aan een tijdens het indrijven vooroplopend uiteinde wordt afgesloten door middel van een voetelement dat na het indrijven losbaar is van de vormbuis, in de holle vormbuis de wapeningsmiddelen en de 25 kanaalvormende middelen worden gepositioneerd, waarbij althans de kanaalvormende middelen worden gekoppeld met het voetelement, de vormbuis van bovenaf wordt volgestort met het beton, en de vormbuis weer uit de grond wordt getrokken onder gelijktijdig opvullen van de daardoor ontstane ruimte door het beton en onder 30 achterlating van het voetelement.
1017654 3
Door deze maatregelen is op geschikte wijze op de bouwplaats een funderingspaal op de gewenste plaats en met nauwkeurig de gewenste lengte te vervaardigen. In dit verband zij opgemerkt, dat het op zich bekend is om op de bouwplaats met behulp van een vormbuis, die aan de onderzijde 5 voorzien is van een losbaar voetelement, alsmede het volstorten en trekken van de vormbuis een funderingspaal te vervaardigen. Hierbij betreft het echter in de grond gevormde, massieve funderingspalen, die niet als energiepaal zijn in te zetten. Het zonder meer plaatsen van kanaalvormende middelen voordat de vormbuis wordt volgestort met 10 betonmortel levert evenwel niet het gewenste resultaat. Door het verticaal in lengterichting volstorten van de vormholte in plaats van horizontaal, zoals bij de bekende techniek voor het vormen van geprefabriceerde energiepalen, zal het stortbare, uithardende materiaal, bijvoorbeeld betonmortel, dat per volume-eenheid aanzienlijk zwaarder is dan de in 15 principe holle kanaalvormende middelen, de kanaalvormende middelen wegdrukken en omhoogdrijven. Om dit te voorkomen is overeenkomstig de uitvinding een eerste aanvullende stap genomen bestaande uit het aanbrengen van voorzieningen om de kanaalvormende middelen op hun plaats te houden. Het daartoe gebruiken van de vormbuis lijkt op het eerste 20 oog het aangewezen middel zijn, ware het niet dat de vormbuis later weer uit de grond moet worden getrokken. Een andere oplossing is het van bovenaf tegenhouden van de kanaalvormende middelen, hetgeen evenwel in verband met de ruimte die aan de bovenzijde van de vormbuis beschikbaar moet zijn om de buis rondom de kanaalvormende middelen vol te kunnen 25 storten, gecompliceerd is en bovendien de kanaalvormende middelen op druk belast. Volgens de uitvinding wordt dit probleem op uiterst geschikte en voordeelbiedende wijze opgelost door de kanaalvormende middelen te koppelen met het voetelement. Zodoende wordt dit bij de bekende techniek als verloren element te beschouwen deel thans als effectief onderdeel in de 30 te vormen constructie geïntegreerd. Deze oplossing is daarbij in het 1017654 4 bijzonder mogelijk, doordat dat voetelement nu juist op zijn plaats wordt gehouden door hetzelfde stortmateriaal dat de kanaalvormende middelen omhoog tracht te drukken.
Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding 5 kan er in zijn voorzien, dat de kanaalvormende middelen door borgmiddelen worden verankerd aan het voetelement. Op deze wijze worden de kanaalvormende middelen actief vastgehouden. Overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het ook mogelijk, dat de kanaalvormende middelen zodanig op het voetelement worden aangesloten 10 dat er geen stortbaar, uithardend materiaal tussen het voetelement en de kanaalvormende middelen kan dringen. Aldus wordt op effectieve wijze bereikt dat het betonmortel niet zijn opdrijvende werking kan gaan uitoefenen op de kanaalvormende middelen. Uiteraard kan die aansluiting ook zodanig worden uitgevoerd dat er tevens een verankering van de 15 kanaalvormende middelen aan het voetelement tot stand wordt gebracht.
Ook een indirecte koppeling tussen de kanaalvormende middelen en het voetelement is mogelijk. Dit wordt bijvoorbeeld op voordeelbiedende wijze bereikt, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de kanaalvormende middelen vast worden verbonden met de 20 wapeningsmiddelen, die door borgmiddelen worden verankerd aan het voetelement.
Weer een andere wijze van koppeling tussen het voetelement en de kanaalvormende middelen wordt verkregen, als overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding de kanaalvormende middelen al 25 dan niet tijdelijk worden verzwaard, waarbij er dan verder een voorkeur voor kan worden uitgesproken, dat de kanaalvormende middelen worden verzwaard met een gewicht dat de bij het storten optredende opdrijvende kracht compenseert.
Voor het aldus vormen van een fluïdumkanaal in een in de grond 30 gevormde funderingspaal wordt er overeenkomstig een verdere 1017654 5 uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitgesproken, dat de kanaalvormende middelen worden gevormd door een kernhuis en de wapeningsmiddelen in dwarsdoorsnede gezien ringvormig worden geconfigureerd, waarbij de kernhuis binnen de ringvormig geconfigureerde 5 wapeningsmiddelen wordt geplaatst.
Door het koppelen van de kanaalvormende middelen met het voetelement is niet alleen een op zijn plaats houden van de kanaalvormende middelen in lengterichting van de funderingspaal mogelijk, maar ook in dwarsrichting. Dit laatste richten is verder te optimaliseren, als 10 geleidingsmiddelen worden aangehracht waarmee de kernhuis tijdens het in de vormbuis brengen op de gewenste plaats wordt gebracht en gehouden.
Als kernhuis kan overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding gedacht worden aan een kunststoffen buis. Evenwel is het ook mogelijk dat als zodanig een geprefabriceerde, gewapende betonnen 15 paal met een voorgevormde holte wordt gebruikt.
Een andere mogelijkheid voor het in de funderingspaal créëren van een fluïdumcircuit wordt verkregen, wanneer als kanaalvormende middelen ten minste een slang wordt gebruikt, die U-vormig wordt gebogen en met zijn beide U-poten bovenwaarts gericht tot nabij het voetelement in 20 de vormbuis wordt gebracht, waarbij er dan voor het in de gewenste positie houden van de slang over de lengte van de funderingspaal verder een voorkeur voor wordt uitgesproken, dat de ten minste ene slang wordt verankerd aan de wapeningsmiddelen voordat deze in de vormbuis worden gebracht.
25 Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen zal de werkwijze volgens de uitvinding zij het uitsluitend bij wijze van niet-beperkende voorbeelden thans nader worden besproken. Daarbij tonen:
Fig. la - le achtereenvolgens te nemen stappen bij een eerste 30 uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding; 1017654 6
Fig. 2a - 2d achtereenvolgens te nemen stappen bij een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding; en
Fig. 3a - 3c een derde uitvoeringsvariant van de werkwijze volgens de uitvinding.
5 In Fig. la is het onderuiteinde van een vormbuis 1 weergegeven die aan zijn buitenoppervlak is voorzien van een schroefdraad la, hetgeen aangeeft dat de vormbuis 1 draaiend in en uit de bodem wordt gebracht. Concentrisch binnen de vormbuis 1 is een kernhuis 2 geplaatst, die aan zijn onderzijde is afgesloten met een in een punt uitlopend zoekdeksel 6, dat 10 grijpt in een centreerkraag 5 die bevestigd is aan een voetelement 4, dat op het maaiveld van een bodem 10 ligt en aan zijn onderzijde is voorzien van een S-vormig uitgevoerd graafblad. Buiten de centreerkraag 5 is op de bovenzijde van het voetelement 4 een verbindingskraag 4b aangebracht, die een koppeling tussen de vormbuis en het voetelement 4 tot stand kan 15 brengen. In Fig. la is de vormbuis 1 op afstand van het voetelement 4 opgesteld. Op deze wijze is het tot stand komen van een koppeling tussen het voetelement 4 en de kernhuis 2 door het in de centreerkraag 5 dringen van de aan zijn onderzijde met het zoekdeksel 6 afgesloten kernhuis 2 optimaal te observeren en sturen. Desgewenst kunnen de kernhuis 2 en het 20 voetelement 4 via de centreerkraag 5 en/of het zoekdeksel 6 onderling vast worden verbonden op een wijze dat de kernhuis 2 ten opzichte van het voetelement 5 niet in verticale richting kan bewegen, maar wel ten opzichte van dat voetelement kan draaien. Nadat aldus de koppeling tussen de kernhuis 2 en het voetelement 4 tot stand is gebracht, wordt de vormbuis 1 25 omlaag gebracht en via de verbindingskraag 4b gekoppeld met het voetelement 4. Deze koppeling wordt zodanig uitgevoerd, dat bij draaiing van de vormbuis 1 het voetelement 4 roterend wordt meegenomen, maar dat door bovenwaarts verplaatsen van de vormbuis 1 de koppeling wordt verbroken.
^ 0 H (c O· 7
Na het koppelen van de vormbuis 1 met het voetelement 4 wordt de vormbuis 1 in rotatie gebracht, waardoor deze, zo nodig ondersteund door een op de bovenzijde uitgeoefende druk, in de grond wordt gedraaid, waarbij de grond opzij wordt gedrukt voor het vormen van een holte in de bodem 10.
5 Het aldus in de bodem 10 drijven van de vormbuis 1 gaat door tot de gewenste diepte is bereikt, welke situatie is weergegeven in Fig. lb. Aldaar bevindt het zoekdeksel 6 zich op afstand van de centreerkraag 5, waarmee wordt aangeduid, dat het plaatsen van de kernbuis 2 in de vormbuis 1 niet steeds voor het begin van het in de grond drijven van de vormbuis 1 hoeft te 10 geschieden, maar ook later kan plaatsvinden, bijvoorbeeld nadat de vormbuis 1 tot de gewenste diepte tot in de grond is gedreven. In dat geval zullen de centreerkraag 5 en het in een punt uitlopende zoekdeksel 6 geleidingsmiddelen vormen die een automatisch tot stand komen van de gewenste koppeling tussen de kernbuis 2 en het voetelement 4 15 bewerkstelligen. Daarbij kan dan desgewenst nog een borging tussen de delen tot stand worden gebracht door daartoe geschikte, niet-weergegeven middelen, zoals een ring die over aan de bovenzijde toelopende nokken schuift die terugveren na het passeren van de ring.
In Fig. lc is de situatie weergegeven, waarbij het in de bodem 10 20 drijven van de vormbuis 1 en het inbrengen van de kernbuis 2 alsmede het tot stand brengen van een koppeling 7 tussen de kernbuis 2 en het voetelement 4 is beëindigd. In Fig. lc is eveneens aangegeven dat de vormbuis 1 over het deel dat aan de buitenzijde is voorzien van de draad la een kleinere diameter heeft dan het erboven gelegen deel. Verder is in Fig. 25 lc een langswapening 3 rond de kernbuis 2 geplaatst, welke zich desgewenst tot op of nabij het voetelement 4 kan uitstrekken. Deze langswapening 3 kan ook tegelijk met de kernbuis 2 voor het begin van het in de bodem drijven van de vormbuis 1 daarin worden geplaatst. Andere mogelijkheden zijn het tezamen met de kernbuis 2 plaatsen na het indrijven 1017654 8 en het rond de kernhuis 2 schuiven nadat deze tezamen met de vormbuis 1 de grond in is gedreven.
Na het bereiken van de in Fig. lc getoonde stand wordt vulmateriaal 8, bijvoorbeeld betonmortel, in de vormbuis 1 gestort. Om 5 daarbij te voorkomen dat vulmateriaal in de kernbuis 2 terechtkomt, is deze vooraf tijdelijk afgesloten door een deksel 20. Het eerste vulmateriaal 8 komt op de voetplaat 4 te liggen rondom de centreerkraag 5, waarbij de aansluiting van die kraag op de kernbuis 2 voorkomt dat vulmateriaal 8 kan doordringen tot onder het zoekdeksel, hetgeen bij het verder volstorten 10 van de vormbuis een opdrijvende kracht op de holle, afgesloten, en zodoende en relatief geringe massa hebbende kernbuis 2.
Nadat de vormbuis 1 over althans een deel van zijn lengte is gevuld met vulmateriaal 8, wordt de vormbuis 1 getrokken door deze tegengesteld aan de rotatie bij het indrijven te verdraaien. Bij de daardoor 15 veroorzaakte bovenwaartse verplaatsing van de vormbuis 1 komt deze los van het voetelement 4. Vervolgens wordt de rotatierichting weer gelijkgesteld aan het indraaien onder opvoering van de trekkracht. Bij het aldus terugtrekken van de vormbuis 1 komt een ruimte tussen de bodem 10 en het reeds gestorte vulmateriaal 8 vrij, welke ruimte direct wordt 20 opgevuld door het daartoe uitdijende vulmateriaal 8. De gevormde funderingspaal krijgt derhalve een diameter die gelijk is aan die van de buitendiameter van de schroefdraad op de vormbuis 1, zoals blijkt uit vergelijking van Fig. lc en Fig. ld, welke laatste figuur de na het geheel trekken van de vormbuis 1 gevormde funderingspaal toont. Fig. ld toont 25 verder nog een aanvullende, in het vulmateriaal 8 gestoken wapening 9, waarmee verdere delen van een te vormen funderingsconstructie met de funderingspaal kunnen worden verbonden, zoals een in Fig. Ie getoonde funderingsbalk 22.
Fig. Ie toont eveneens hoe de kernbuis 2 ook na het voltooien van 30 de funderingsconstructie toegankelijk blijft om de funderingspaal ook als
1 0 1 ? 6 5 "V
9 energiepaal te kunnen inzetten. Daartoe is voor het vormen van de funderingsbalk 22 de kernhuis aangesloten op een kniebocht 21, die na voltooien van de funderingsbalk 22 in het zijvlak daarvan uitmondt.
Het als energiepaal inzetten van een aldus gevormde 5 funderingspaal is bijvoorbeeld te realiseren door het via de kniebocht 21 in de kernhuis 2 steken van twee slangen, waarvan de ene, als inlaat dienende slang uitmondt ter hoogte van het onderuiteinde van de kernhuis 2 en de andere, als uitlaat dienende slang uitmondt ter hoogte van het bovenuiteinde van de kernhuis 2. Door beide slangen aan te sluiten op een 10 circulatiecircuit is aldus in de kernhuis een stroming op te wekken, waardoor de funderingspaal gaat werken als warmteuitwisselend lichaam tussen het fluïdum in de kernhuis en de bodem rond de funderingspaal.
In Fig. 2a is een vormbuis 10 weergegeven , die is afgesloten door een losbaar voetelement 14 en bijvoorbeeld door heien of trillen in de bodem 15 10 is gedreven. Op het voetelement 14 zijn omhoog reikende ankerorganen 15 met verende strippen 15a bevestigd. Een in de vormbuis 10 te plaatsen kernhuis 12 is aan de onderzijde afgesloten door een deksel 12a en gepositioneerd binnen een eveneens in de vormbuis 10 te plaatsen langswapening 11, waarbij de kernhuis 12 door bevestigingsorganen 13 star 20 met de langswapening 11 is verbonden. Nabij het ondereinde van de langswapening 11 is een daarmee verbonden ring 16 aangebracht, die tezamen met de langswapening 11 over de ankerorganen 15 met verende strippen 15a is te schuiven. Bij dit opschuiven zullen de onderuiteinden van de verende strippen door de ring 16 naar de ankerorganen 15 toe worden 25 gedrukt, zodat de ring 16 kan passeren. Bevindt de ring 16 zich voorbij de onderuiteinden van de verende strippen 15a, dan veren deze strippen weer terug en vormen daarbij, zoals getoond in Fig. 2b, een borging 17 tegen het weer tot voorbij het ankerorgaan 15 omhoog trekken van de langswapening 11 en zodoende van de daaraan bevestigde kernhuis 12. Aldus is de 1017654 10 kernhuis 12 tegen opdrijven geborgd via een indirecte verankering aan het voetelement 14 door de borging 17.
Nadat de aldus, in Fig 2b getoonde situatie is verkregen, wordt gestart met het in de vormbuis 10 storten van vulmateriaal, waarbij de 5 kernhuis 12 tijdelijk met een deksel 20 is afgesloten. Na het over althans een zekere hoogte vullen van de vormbuis 10 onder en rond de kernhuis 12, wordt begonnen met het trekken van de vormbuis 10, waarbij het voetelement 14 in de bodem 10 achterblijft en de door het omhoog trekken van de vormbuis ontstane ruimte tussen de bodem 10 en vulmateriaal 18 10 door dit laatste wordt opgevuld. De na het voltooien van het volstorten en trekken van de vormbuis 10 verkregen funderingspaal is weergegeven in Fig. 2c. Door het vervolgens, zoals getoond in Fig. 2d plaatsen van een kniebocht 21 en aangieten van een funderingsbalk 22 is de funderingspaal voorbereid voor gebruik als energiepaal in een funderingsconstructie te 15 integreren.
In de bovenstaand besproken uitvoeringsvoorbeelden van de werkwijze volgens de uitvinding zal de kernhuis een relatief licht constructie-element zijn, zoals bijvoorbeeld een kunststoffen buis. In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 3a is in de in de bodem 10 gedreven vormbuis 20 10 in plaats van een kernhuis 12 met langswapening 11, zoals bij Fig. 2b, een geprefabriceerde, holle betonnen schacht 23 met een in Fig. 3b getoonde, veelhoekige buitenomtrek geplaatst De schacht 23 is aan de bovenzijde afgesloten door een prop 24 en aan de onderzijde door een prop 25. De koppeling van deze holle schacht met het voetelement 14 vindt in 25 eerste instantie plaats door het gewicht van de holle schacht 23, desgewenst aan ondersteund door aanvullend aangebrachte gewichten in of op de kernhuis. Voor een centrering van de holle schacht 23.
Na het plaatsen van de schacht 23, zoals getoond in Fig. 3a, wordt gestart met het in de vormbuis 10 storten van vulmateriaal 26 gevolgd door 30 het trekken van de vormbuis, waarbij de ruimte ontstaan door het trekken ? J ' ^ D 4 11 van de vormbuis wordt ingenomen door het nazakken van vulmateriaal 26. Omdat de holle schacht 23, die voorzien kan zijn van een langswapening, op zich reeds een lichaam met voldoende vormstabiliteit en draagkracht kan zijn, is het bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk het storten 5 van vulmateriaal 26 te beëindigen voordat het bovenoppervlak daarvan het oppervlak van de bodem 10 bereikt, waarmee een funderingspaal met verdikt ondereinde is te vormen, zoals die is weergegeven in Fig. 3c, waar verdere de prop 24 uit het boveneinde van de schacht 23 is verwijderd. In deze situatie is het gewicht van de holle schacht voldoende om opdrijven te 10 voorkomen. Bij het tot het oppervlak van bodem 10 storten van vulmateriaal 26 kan centrering van de holle schacht 23 op het voetelement 14 plaatsvinden waarbij niet getoonde organen op een soortgelijke wijze zoals getoond in Fig. lc het ondereinde van de schacht 23 afschermen, zodat geen vulmateriaal onder de schacht kan komen om een opwaarts 15 drijvende kracht te vormen. Een andere mogelijkheid is het aanbrengen van een indrukbaar materiaal aan de onderzijde van de holle schacht 23, waardoor deze wel rechtstreeks op het voetelement 14 rust, maar er geen vulmateriaal onder kan komen.
Hierna kan op soortgelijke wijze zoals weergegeven in 20 bijvoorbeeld Fig. 2d een funderingsbalk worden aangebracht met daarin een opzij uitmondend kanaal voor het desgewenst aanvullend kunnen gebruiken van de funderingspaal als energiepaal.
Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en 25 varianten mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld bij de uitvoeringsvorm volgens Fig. 2a- 2d de met de langswapening verbonden kernhuis worden vervangen door ten minste een slang, die zich van boven naar beneden uitstrekt en na het doorlopen van een U-bocht nabij het voetelement zich weer ononderbroken naar boven toe uitstrekt, waarbij de twee bovengelegen 30 uiteinden van de slang worden verbonden met een fluïdumcirculatiecircuit.
1017654 * 12
Verder zijn er naast de besproken koppelingsvarianten tussen de kanaalvormende middelen en het voetelement nog vele andere koppelingswijzen mogelijk. Een relatief lichte kernbuis kan desgewenst worden verzwaard, bijvoorbeeld door het daarin plaatsen van een gewicht 5 om de tijdens het storten van vulmateriaal optredende opdrijvende kracht te compenseren. Verder kan in plaats van een concentrisch in de vormbuis opgestelde kernbuis worden gekozen voor een aan de onderzijde gekoppelde duobuis, terwijl ook combinaties van slangen en buizen mogelijk zijn.
101V384

Claims (12)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een zich in lengterichting daarvan uitstrekkend inwendig fluïdumkanaal, waarbij wordt voorzien in een vormholte voor de te fabriceren funderingspaal, in de vormholte wapeningsmiddelen en 5 kanaalvormende middelen worden gepositioneerd en de vormholte wordt op gevuld met beton, met het kenmerk, dat de vormholte tot stand wordt gebracht door op de plaats waar de funderingspaal zijn steunende functie moet gaan verrichten, over de gewenste lengte van de te vormen funderingspaal een holle vormbuis in de 10 grond te drijven, welke vormbuis voor het in de grond drijven aan een tijdens het indrijven vooroplopend uiteinde wordt afgesloten door middel van een voetelement dat na het indrijven losbaar is van de vormbuis, in de holle vormbuis de wapeningsmiddelen en de kanaalvormende middelen worden gepositioneerd, waarbij althans de 15 kanaalvormende middelen worden gekoppeld met het voetelement, de vormbuis van bovenaf wordt volgestort met het beton, en de vormbuis weer uit de grond wordt getrokken onder gelijktijdig opvullen van de daardoor ontstane ruimte door het beton en onder achterlating van het voetelement.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kanaalvormende middelen door borgmiddelen worden verankerd aan het voetelement.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kanaalvormende middelen zodanig op het voetelement worden aangesloten 25 dat er geen beton tussen het voetelement en de kanaalvormende middelen kan dringen. 1 0 ? V .i
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kanaalvormende middelen vast worden verbonden met de wapeningsmiddelen, die door borgmiddelen worden verankerd aan het voetelement.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kanaalvormende middelen al dan niet tijdelijk worden verzwaard.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kanaalvormende middelen worden verzwaard met een gewicht dat de bij het 10 storten optredende opdrijvende kracht compenseert.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kanaalvormende middelen worden gevormd door een kernhuis en de wapeningsmiddelen in dwarsdoorsnede gezien ringvormig worden geconfigureerd, waarbij de kernhuis binnen de ringvormig 15 geconfigureerde wapeningsmiddelen wordt geplaatst.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat geleidingsmiddelen worden aangebracht waarmee de kernhuis tijdens het in de vormbuis brengen op de gewenste plaats wordt gebracht en gehouden.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met kenmerk, dat als 20 kernhuis een kunststoffen buis wordt gebruikt.
10. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met kenmerk, dat als kernhuis een geprefabriceerde, gewapende betonnen paal met een voorgevormde holte wordt gebruikt.
11. Werkwijze volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat 25 als kanaalvormende middelen ten minste een slang wordt gebruikt, die U- vormig wordt gebogen en met zijn beide U-poten bovenwaarts gericht tot nabij het voetelement in de vormbuis wordt gebracht.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de ten minste ene slang wordt verankerd aan de wapeningsmiddelen voordat deze 30 in de vormbuis worden gebracht. 1017654
NL1017654A 2001-03-20 2001-03-20 Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal. NL1017654C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017654A NL1017654C2 (nl) 2001-03-20 2001-03-20 Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.
EP02076083A EP1243700A1 (en) 2001-03-20 2002-03-20 Method for manufacturing a concrete foundation pile having an internal fluid channel

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017654A NL1017654C2 (nl) 2001-03-20 2001-03-20 Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.
NL1017654 2001-03-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017654C2 true NL1017654C2 (nl) 2002-09-23

Family

ID=19773104

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017654A NL1017654C2 (nl) 2001-03-20 2001-03-20 Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1243700A1 (nl)
NL (1) NL1017654C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026629C2 (nl) * 2004-07-09 2006-01-10 Jansen B V A Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.
CN103315011A (zh) * 2013-06-27 2013-09-25 吕海滨 一种新型贡丸烤箱
CN106703023A (zh) * 2017-01-09 2017-05-24 浙江双和环境建设有限公司 一种液压锤击式四翼预制桩及其施工方法

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2434200A (en) * 2006-01-14 2007-07-18 Roxbury Ltd Heat exchanger component for a geothermal system
ITTO20090016A1 (it) * 2009-01-13 2010-07-14 Trevi Spa Scambiatore di calore geotermico verticale e procedimento per la sua installazione
DE102010050846A1 (de) * 2010-11-09 2012-05-10 Rehau Ag + Co. System zum Bewehren und Einrichten eines Tragpfahls für die Durchströmung mit einem Wärmeträgermedium und Verfahren zur Herstellung des Tragpfahls
CN103485332B (zh) * 2013-09-26 2015-09-23 河海大学 一种预制能量桩的施工方法
JP6284135B2 (ja) * 2016-12-28 2018-02-28 三谷セキサン株式会社 地中熱の熱交換パイプの埋設方法
CN112606197A (zh) * 2020-12-31 2021-04-06 陆彬燕 一种混凝土管桩制备装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2930773A1 (de) * 1979-07-28 1981-02-12 Heinz Dipl Ing Borsdorf Rammnadeln mit verlorener kontaktspitze
EP0032272A2 (en) * 1980-01-11 1981-07-22 Thermopälning Konsult och Handelsbolag A method and a device for absorbing and emitting heat or cold from the ground
DE3719523A1 (de) * 1986-06-24 1988-01-07 Naegele & Co Bau Fundierungs- oder absicherungselement
US6041862A (en) * 1995-09-12 2000-03-28 Amerman; Thomas R. Ground heat exchange system
EP1006322A2 (de) * 1998-12-04 2000-06-07 A.P. van den Berg Beheer B.V. Verfahren zum Einbringen von einem Erdwärmetauscher in das Erdreich sowie eine Erdwärmetauschervorrichtung

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2930773A1 (de) * 1979-07-28 1981-02-12 Heinz Dipl Ing Borsdorf Rammnadeln mit verlorener kontaktspitze
EP0032272A2 (en) * 1980-01-11 1981-07-22 Thermopälning Konsult och Handelsbolag A method and a device for absorbing and emitting heat or cold from the ground
DE3719523A1 (de) * 1986-06-24 1988-01-07 Naegele & Co Bau Fundierungs- oder absicherungselement
US6041862A (en) * 1995-09-12 2000-03-28 Amerman; Thomas R. Ground heat exchange system
EP1006322A2 (de) * 1998-12-04 2000-06-07 A.P. van den Berg Beheer B.V. Verfahren zum Einbringen von einem Erdwärmetauscher in das Erdreich sowie eine Erdwärmetauschervorrichtung

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1026629C2 (nl) * 2004-07-09 2006-01-10 Jansen B V A Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.
CN103315011A (zh) * 2013-06-27 2013-09-25 吕海滨 一种新型贡丸烤箱
CN106703023A (zh) * 2017-01-09 2017-05-24 浙江双和环境建设有限公司 一种液压锤击式四翼预制桩及其施工方法

Also Published As

Publication number Publication date
EP1243700A1 (en) 2002-09-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1017654C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.
US3685302A (en) Method for forming expanded base piles for uplift loads
JPS587765B2 (ja) 地中に充てん物の柱体を形成する方法と装置
US6773208B2 (en) Method for casting a partially reinforced concrete pile in the ground
US20020176749A1 (en) Method and apparatus for lifting, leveling, amd underpinning a building foundation
US6814524B1 (en) Method and apparatus for lifting and stabilizing subsided slabs, flatwork and foundations of buildings
US5501550A (en) Pile assembly and method employing external mandrel
BR112013005081A2 (pt) Sistema para construir uma coluna de suporte e método de construção de uma coluna de suporte
US20110116873A1 (en) System for Forming a Movable Slab Foundation
JPS62502128A (ja) パイルの施工法とこの方法を実施する装置
EP0921234A1 (en) Method and device for arranging a pile in a ground
EP0413422B1 (en) Foundation construction method
AU2017218639B2 (en) Method for producing an anchoring tie rod and anchoring tie rod
JPH0610344A (ja) 場所打ち杭の支持力の確認と増加方法
EP0519575B1 (en) Method of making a foundation pile
GB2293850A (en) Cast in situ piles
US3654767A (en) Method of forming a composite pile
US20050019104A1 (en) Soil stabilization and pile formation method
NL1018792C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een funderingspaal, alsmede een holle buis ten gebruike bij deze werkwijze.
JP3242293B2 (ja) 立坑用のコルゲートパイプ
NL1014207C2 (nl) Werkwijze voor het plaatsen van een heipaal in en door relatief slappe grondlagen met klevende eigenschappen.
KR0148168B1 (ko) 스티로폴볼을 이용한 트랜치내 콘크리트 타설공법
WO1994017252A1 (en) Improvements in or relating to foundations
US11866902B2 (en) Underpinning pile assembly for supporting structure upon the earth
GB2284843A (en) Cast in situ piles

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20210319