NL1026629C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal. Download PDF

Info

Publication number
NL1026629C2
NL1026629C2 NL1026629A NL1026629A NL1026629C2 NL 1026629 C2 NL1026629 C2 NL 1026629C2 NL 1026629 A NL1026629 A NL 1026629A NL 1026629 A NL1026629 A NL 1026629A NL 1026629 C2 NL1026629 C2 NL 1026629C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pile
cavity
pile element
seal
space
Prior art date
Application number
NL1026629A
Other languages
English (en)
Inventor
Albertus Joseph De Veer
Original Assignee
Jansen B V A
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jansen B V A filed Critical Jansen B V A
Priority to NL1026629A priority Critical patent/NL1026629C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026629C2 publication Critical patent/NL1026629C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F28HEAT EXCHANGE IN GENERAL
    • F28DHEAT-EXCHANGE APPARATUS, NOT PROVIDED FOR IN ANOTHER SUBCLASS, IN WHICH THE HEAT-EXCHANGE MEDIA DO NOT COME INTO DIRECT CONTACT
    • F28D20/00Heat storage plants or apparatus in general; Regenerative heat-exchange apparatus not covered by groups F28D17/00 or F28D19/00
    • F28D20/0052Heat storage plants or apparatus in general; Regenerative heat-exchange apparatus not covered by groups F28D17/00 or F28D19/00 using the ground body or aquifers as heat storage medium
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24TGEOTHERMAL COLLECTORS; GEOTHERMAL SYSTEMS
    • F24T10/00Geothermal collectors
    • F24T10/30Geothermal collectors using underground reservoirs for accumulating working fluids or intermediate fluids
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/10Geothermal energy
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E60/00Enabling technologies; Technologies with a potential or indirect contribution to GHG emissions mitigation
    • Y02E60/14Thermal energy storage
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E70/00Other energy conversion or management systems reducing GHG emissions
    • Y02E70/30Systems combining energy storage with energy generation of non-fossil origin

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.
BESCHRIJVING
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal omvattende de stappen van het verschaffen van een hol paal element met een rondgaande langswand, 10 - het aanbrengen van een eerste afdichting in de holte van het paal element, het aanbrengen van een twee afdichting op afstand van de eerste afdichting voor het creëren van een afgesloten ruimte tussen de eerste afdichting en de tweede afdichting 15 in de holte van het paal element, het aanbrengen van een toevoerleiding en een afvoerleiding in de holte van het paal element zodanig dat de toevoerleiding en de afvoerleiding zich uitstrekken door de eerste afdichting en dat de toevoerleiding en de 20 afvoerleiding ieder een vrij uiteinde hebben dat uitmondt in de afgesloten ruimte.
De toepassing van geothermische palen, onder andere uitgevoerd als (betonnen) heipalen, is algemeen bekend. Bij toepassing van dergelijke geothermische palen vindt warmte-uitwisseling plaats 25 tussen enerzijds de bodem waarin de geothermische paal is opgenomen en anderzijds een warmte-uitwisselingsvl oei stof die door de paal heen wordt gecirculeerd. Deze vloeistof wordt daarbij hetzij opgewarmd, hetzij afgekoeld, waardoor in de winter met behulp van de opgewarmde vloeistof gebouwen of bijvoorbeeld wegen kunnen worden verwarmd, terwijl in de 30 zomer met behulp van door de bodem afgekoelde warmte-uitwisselingsvloei stof juist koeling kan plaatsvinden.
1026629 2
In het Amerikaans octrooi US 4.286.651 wordt een geothermische paal beschreven die een hol, niet metallisch, bij voorkeur kunststof, paal element omvat dat verticaal in een bodem wordt aangebracht. De betreffende geothermische holle palen zijn aan hun 5 bovenste en onderste uiteinden afgesloten. Op enige afstand van het bovenste uiteinde is in de paal een tussenliggend wandelement op niet nader omschreven wijze vastgemaakt aan de binnenzijde van de rondgaande langswand van de geothermische paal. Aldus is tussen dit wandelement en het afgesloten onderste uiteinde van de geothermische paal een afgesloten 10 ruimte gecreëerd waarin een toevoerleiding en een afvoerleiding uitmonden. Via de toevoerleiding kan warmte-uitwisselingsvloei stof worden toegevoerd aan de genoemde afgesloten ruimte waarna, na warmte-uitwisseling met de bodem die de thermische paal omgeeft, de opgewarmde of afgekoelde warmte-uitwisselingsvloei stof wordt afgevoerd via de 15 afvoerleiding.
Een werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal volgens de aanhef is bekend uit het Nederlands octrooi NL 1017655. Hierin wordt een met behulp van een extrusiewerkwijze van beton vervaardigde holle heipaal omschreven, die nadat de onderzijde ervan is 20 afgesloten met een afsluitplaat in de grond wordt gedreven. Aan de bovenzijde is de holle heipaal afgesloten door een aansluitstuk dat voorzien is van een knievormig schachtdeel en een bodemdeel dat afdichtend aansluit op de binnenwand van de holle heipaal. Op de heipaal steunt een funderingsbalk die ter plaatse van de heipaal is voorzien van 25 een doorgaande verticale opening van waaruit een kanaal uitgaat dat in een zijvlak van de funderingsbalk uitmondt. De ruimte rondom het schachtdeel boven de bodemplaat en de doorgaande opening in de funderingsbalk wordt nadat de heipaal in de grond is gedreven, de funderingsbalk op de heipaal is aangebracht en het aansluitstuk correct 30 is gepositioneerd binnen de heipaal en de funderingsbalk, vol gestort met een vulmateriaal zoals gewapend betonmortel. Via het knievormig 1026629 3 schachtdeel is het vervolgens mogelijk een tweetal fluïdumlei dingen tot in de ruimte te leiden tussen het bodemdeel van het aansluitstuk en de afgesloten onderzijde van de heipaal.
Een belangrijk bezwaar van een dergelijke werkwijze volgens 5 de stand van de techniek wordt gevormd door het feit dat veel werkzaamheden voor het creëren van de afgesloten ruimte waarnaar in gebruik warmte-uitwisselingsvloei stof dient te worden gebracht voor warmte-uitwisseling met de omgeving van de heipaal, plaats moet vinden op de bouwlocatie waarmee relatief hoge kosten zijn gemoeid.
10 De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze volgens de aanhef te verschaffen waarmee het mogelijk is geothermische betonnen heipalen te vervaardigen die voordat zij in een bodem worden gedreven reeds zijn voorzien van een afgesloten ruimte zonder dat dit het productieproces van dergelijke heipalen al te zeer nadelig beïnvloedt, 15 bijvoorbeeld zou verlengen. Hiertoe omvat de werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal volgens de uitvinding, ten behoeve van het aanbrengen van de eerste afdichting, de stappen van - het op afstand van elkaar aanbrengen van twee afscheidingselementen in de holte van het paalelement aan 20 twee tegen over elkaar gelegen uiteinden van de doorgang voor het tussen de afscheidingselementen creëren van een afscheidingsruimte, het via een vulopening vullen van de afscheidingsruimte met stollend afdichtingsmateriaal, 25 - het laten stollen van het afdichtingsmateriaal.
Een belangrijk voordeel dat gerelateerd is aan de toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding is gelegen in het feit dat het aanbrengen van de eerste afdichting volledig kan plaatsvinden, voordat het paalelement in de grond wordt gedreven en desgewenst zelfs op 30 een productielocatie van de betreffende geothermische palen waar de optimale omstandigheden voor het uitvoeren van de diverse stappen van de 1026629 4 werkwijze volgens de uitvinding kunnen worden gerealiseerd.
Bij grote voorkeur is het paal element, tijdens het aanbrengen van de twee afscheidingselementen en/of tijdens het vullen van de afscheidingsruimte met het afdichtingsmateriaal, horizontaal 5 georiënteerd. Dit maakt de werkwijze volgens de uitvinding met name geschikt voor toepassing bij betonnen geëxtrudeerde holle heipalen aangezien dergelijke heipalen gebruikelijkerwijs vanaf het moment dat zij worden geëxtrudeerd tot het moment dat zij in de grond worden gedreven horizontaal zijn georiënteerd en dus geen extra manipulatie van de 10 heipalen nodig is voor het aanbrengen van de twee afscheidingselementen en/of voor het vullen van de afschei di ngsruimte met het afdichtings-materi aal.
Bij voorkeur is de vulopening aanwezig in een afscheidings-element, bij verdere voorkeur in dat afscheidingselement dat het dichtste 15 bij een uiteinde van de geothermische paal is gelegen aangezien dit afscheidingselement het gemakkelijkst bereikbaar is. Aldus is geen beschadiging van de wand van de geothermische paal nodig, die het risico met zich meebrengt dat de sterkte van de geothermische paal ontoereikend zou kunnen worden.
20 Alternatief omvat de werkwijze volgens de uitvinding de stap van het maken van de vulopening in de langswand van het paal element. Enerzijds neemt men dan voor lief dat de vulopening een negatief effect kan hebben op de sterkte van de geothermische paal, met name in afhankelijkheid van de grootte van de vulopening, terwijl anderzijds het 25 voordeel wordt bereikt dat de vulopening gemakkelijk en snel bereikbaar is voor het vullen van de afscheidingsruimte.
Tijdens het vullen van de afscheidingsruimte bevindt de vulopening zich bij voorkeur aan de bovenzijde van het horizontaal georiënteerde paal element aangezien dan de vulopening gemakkelijk 30 bereikbaar is, terwijl bovendien de afscheidingsruimte dan gemakkelijk volledig kan worden gevuld.
1026629 5
Teneinde het volledig vullen van de afscheidingsruimte te waarborgen vindt het vullen van de afscheidingsruimte met stollend afdichtingsmateriaal bij voorkeur plaats totdat de bovenzijde van het afdichtingsmateriaal zich volledig uitstrekt tot binnen de vulopening.
5 Met name bij geëxtrudeerde betonnen geothermisch holle heipalen kan het voordelig zijn dat de twee afscheidingselementen aan twee tegenover elkaar gelegen zijden van de vulopening worden aangebracht via de vulopening. Daarbij wordt opgemerkt dat dit kan plaatsvinden voordat de holle heipalen na het extrusieproces individueel zijn gemaakt 10 door het aanbrengen van een scheiding ter plaatse van de kopse uiteinden daarvan. Het spreekt voor zich dat de afmetingen van de doorgang toereikend moeten zijn om de afscheidingselementen in de holte van het paal element te brengen.
Alternatief is het tevens mogelijk dat de afscheidings- 15 elementen via een opening aan een kops uiteinde van het paal element in de holte van het paalelement worden aangebracht. Belangrijk voordeel is dat dan, voor zover men de vulopening in de langswand van het paalelement aanbrengt, volstaan kan worden met een vulopening met kleinere afmetingen, bijvoorbeeld die met een boring van circa 20 mm. Het vullen 20 van de afscheidingsruimte met stollend afdichtingsmateriaal zou daarbij bijvoorbeeld onder verhoogde druk kunnen plaatsvinden.
Met name, maar niet uitsluitend indien de afscheidingselementen via een opening aan een kops uiteinde van het paalelement in de holte van het paalelement worden aangebracht, geniet het de voorkeur dat 25 de afscheidingselementen tijdens het aanbrengen van de afscheidings elementen in de holte van het paalelement onderling zijn verbonden. Zo wordt het belangrijke voordeel bereikt dat slechts één bewerkingsstap gemoeid is met het aanbrengen van de afscheidingselementen in de holte van het paalelement, terwijl bovendien kan worden gegarandeerd dat deze 30 onderling correct zijn gepositioneerd, zodat bijvoorbeeld gaten voor doorvoer van de toevoerleiding en de afvoerleiding in de beide 1026629 6 afscheidingselementen zich in lijn met elkaar bevinden.
Met name, maar niet uitsluitend indien de afscheidings-elementen via een opening aan een kops uiteinde van het paal element in de holte van het paalelement worden aangebracht, geniet het verder de 5 voorkeur dat de afscheidingselementen tijdens het vullen van de afscheidingsruimte onderling zijn verbonden. Aldus wordt bewerkstelligd dat de afscheidingselementen correct en stabiel ten opzichte van elkaar kunnen worden gepositioneerd in de holte van het paalelement. Met name indien de afscheidingselementen via de vulopening in de holte van het 10 paalelement zouden worden aangebracht, is het denkbaar dat de verbinding tussen de afscheidingselementen pas tot stand wordt gebracht nadat de afscheidingselementen na elkaar in de holte van het paalelement zijn aangebracht.
Zoals bovenstaand reeds aangeroerd geniet het de voorkeur 15 dat bij het aanbrengen van de twee afschei dingselementen, de afscheidingselementen zijn voorzien van gaten voor doorvoer van de toevoerleiding en de afvoerleiding. Dit voorkomt de noodzaak om nadat de afscheidingselementen in de holte van het paalelement zijn aangebracht, alsnog gaten in de afscheidingselementen moeten worden gemaakt voor de 20 doorvoer van de toevoerleiding en de afvoerleiding.
Teneinde een optimale aansluiting te krijgen tussen het gestolde afdichtingsmateriaal en de toevoerleiding en de afvoerleiding, geniet het de voorkeur dat het aanbrengen van de toevoerleiding en de afvoerleiding in de holte van het paalelement geschiedt voordat de 25 afscheidingsruimte wordt gevuld met het afdichtingsmateriaal. De toevoerleiding en de afvoerleiding worden dan naadloos omgeven door het gestolde afdi chti ngsmateri aal.
De voordelen van de uitvinding komen met name tot uitdrukking indien het holle paalelement van beton is vervaardigd, meer 30 specifiek indien het holle paalelement middels extrusie wordt verschaft.
Bij voorkeur is het stollend afdichtingsmateriaal van het 1026629 7 krimpvrije type. De eigenschap van het stollend afdichtingsmateriaal dat deze krimpvrij is voorkomt dat naden ontstaan tussen het stollend afdichtingsmateriaal enerzijds en de binnenzijde van de langswand en/of de toevoerleiding en/of de afvoerleiding anderzijds.
5 Bij verdere voorkeur is het stollend afdichtingsmateriaal van het mortel type. De aard van dit materiaal brengt met zich mee dat een goede hechting kan ontstaan met de binnenzijde van de langswand, met name indien deze van beton is vervaardigd.
De uitvinding verschaft tevens een geothermische paal 10 vervaardigd volgens een werkwijze volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm ervan onder verwijzing naar de navolgende figuren: 15 figuur 1 toont een geothermische paal tijdens een uitgangstoestand; figuren 2 tot en met 7 tonen de geothermische paal volgens figuur 1 tijdens achtereenvolgende bewerkingsstappen volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding; 20 figuren 8 tot en met 10 tonen de geothermische paal volgens figuur 1 tijdens ' achtereenvolgende bewerkingsstappen van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding; en figuur 11 toont een geothermische paal vervaardigd volgens de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding 25 in toegepaste vorm.
Figuur 1 toont een betonnen heipaal 1 met een in dwarsdoorsnede vierkante buitenomtrek. De heipaal 1 heeft een in dwarsdoorsnede eindloze langswand 2 die daarbinnen een cilindrische holte 3 bepaalt waarvan de dwarsdoorsnede rond is. De holte 3 strekt zich 30 over de volledige lengte van de heipaal 1 uit zodat de beide kopse uiteinden 4, 5 van heipaal 1 open zijn ter plaatse van de holte 3.
1026629 8
Heipaal 1 is middels extrusie geproduceerd, tijdens welk productieproces een extrusie-inrichting langs de (uiteindelijke) lengte van het betonnen extrudaat wordt bewogen. Een dergelijke lengte is typisch meer dan 100 meter, bijvoorbeeld 150 meter. Nadat het extrudaat voldoende is 5 uitgehard, wordt deze door dwarssnedes verdeeld in individuele lengtes van bijvoorbeeld 12 of 15 meter, welke individuele lengtes dan kunnen fungeren als heipalen 1. In deze toestand is heipaal 1 in figuur 1 weergegeven.
De figuren 2 t/m 7 (in combinatie met figuur 1) geven in 10 achtereenvolgende stappen van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding weer om heipalen 1 geschikt te maken voor toepassing als geothermische palen.
Heipaal 1 is horizontaal georiënteerd. Uiteinde 5 zal in toegepaste vorm waarbij heipaal 1 verticaal wordt georiënteerd, de 15 bovenzijde van de heipaal 1 vormen, terwijl logischerwijs dan uiteinde 4 de onderzijde van de heipaal 1 vormt.
Als eerste stap na het verschaffen van de geëxtrudeerde betonnen heipaal 1 in horizontale toestand wordt in de langswand 2 aan de bovenzijde daarvan een doorgang 6 gemaakt (figuur 2). Via deze doorgang 6 20 worden vervolgens pijlen 13, 14 respectievelijk schijven 7, 8 van schuimmateriaal in de holte 3 gebracht aan weerszijden van de doorgang 6. Schijven 7, 8 vormen scheidingswanden binnen holte 3 die aansluiten op de binnenzijde van langswand 2. De kwaliteit van deze aansluiting is niet dusdanig dat gesteld mag worden dat de scheiding vloeistofdicht is. In de 25 schijven 7, 8 bevinden zich respectievelijk boringen 9, 10 en boringen 11, 12 waarbij boringen 9 en 11 in lijn met elkaar zijn gepositioneerd net als boringen 10 en 12. Het is uiteraard zaak om hiermee tijdens het plaatsen van de schijven 7, 8 in de holte 3 rekening te houden (figuur 3).
30 Vervolgens worden via open uiteinde 5 een toevoerleiding 15 en een afvoerleiding 16 door respectievelijk boringen 11, 9 en 9 boringen 12, 10 gestoken, zodat uiteinden 23, 24 van respectievelijk toevoerleiding 15 en afvoerleiding 16 uitmonden in dat deel van de holte 3 dat zich uitstrekt tussen uiteinde 4 van heipaal 1 en schijf 7 (figuur 4).
5 Als volgende stap wordt via doorgang 6, die daarbij als vulopening fungeert, krimpvrije mortel 17 in de ruimte tussen schijven 7, 8 gestort, zodat deze mortel 17 deze ruimte volledig vult en de bovenzijde 25 van de mortel 17 zich uitstrekt binnen de wanddikte van langswand 2 ter plaatse van de doorgang 6. De eigenschappen van mortel 17 10 zijn dusdanig gekozen dat de naden tussen enerzijds schijven 7, 8 (en meer specifiek boringen 9-12 daarvan) enerzijds en (de binnenzijde van) de langswand 2 en (de buitenomtrek van) toevoerleiding 15 en afvoerleiding 16 anderzijds goed worden afgedicht door het mortel 17 zonder dat mortel 17 deze naden volledig passeert, zodat de ruimte tussen 15 schijven 7, 8 via deze naden leeg zou lopen. Nadat mortel 17 is gestold, is tussen schijven 7, 8 een vloeistofdichte afdichting 26 gecreëerd tussen de ruimte van holte 3 voor zover zich uitstrekkend tussen schijf 8 en uiteinde 5 enerzijds en de ruimte van holte 3 voor zover zich uitstrekkend tussen schijf 7 en uiteinde 4 anderzijds (figuur 5).
20 Vervolgens wordt op min of meer vergelijkbare wijze een tweede afdichting 27 ter plaatse van uiteinde 4 gemaakt. Hiertoe wordt via open uiteinde 4 een schijf 18, vergelijkbaar met schijven 7, 8 maar dan zonder boringen, in holte 3 nabij open uiteinde 4 aangebracht. Middels afdekplaat 19 wordt vervolgens het open uiteinde 4 afgesloten. In 25 de afdekplaat 19 is nabij de bovenzijde daarvan een boring 20 aanwezig (figuur 6). Via deze boring 20 wordt de ruimte van holte 3 voor zover zich uitstrekkend tussen de afdekplaat 19 en schijf 18 gevuld met krimpvrije mortel 22, waarbij het vullen van de genoemde ruimte onder druk kan plaatsvinden, zodat gewaarborgd kan worden dat de gehele ruimte 30 wordt gevuld. Vervolgens wordt boring 20 middels schematisch weergegeven afdichting 21 afgesloten (figuur 7). Aldus is de tweede afdichting 27 1026629 10 gevormd waardoor holte 3 voor zover zich uitstrekkend tussen afdichtingen 26 en 27 een vloeistofdichte ruimte 28 vormt waarnaar via toevoerleiding 15 warmte-uitwisselingsvl oei stof zoals bijvoorbeeld water kan worden toegevoerd en waarvandaan diezelfde warmte-uitwisselingsvl oei stof via 5 afvoerleiding 16 weer kan worden afgevoerd nadat binnen de ruimte 28 warmte-uitwisseling heeft plaatsgevonden tussen de desbetreffende warmte-uitwisselingsvloei stof enerzijds en de bodem waarin de heipaal 1 is opgenomen anderzijds.
Het moge duidelijk zijn dat waar bovenstaand is omschreven 10 dat de afdichtingen 26 en 27 na elkaar worden gemaakt, het in de praktijk veelal gemakkelijker zal zijn om deze afdichtingen gelijktijdig te maken.
De figuren 8 t/m 10 tonen achtereenvolgende stappen van een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een geothermische paal. Uitgangspunt is wederom 15 dat een liggende geëxtrudeerde betonnen heipaal 1 wordt verschaft zoals weergegeven in figuur 1. Vervolgens wordt via het open uiteinde 5 volgens pijl 36 een samenstel 42 in de holte 3 van heipaal 1 geschoven. Samenstel 42 omvat een tweetal schijven 31, 32 die op zich vergelijkbaar zijn met schijven 7, 8 en eveneens zijn voorzien van (niet nader 20 getoonde) boringen zoals boringen 9-12. Het samenstel 42 omvat verder een aantal verbindingsstangen, waarvan de verbindingsstangen 33, 34, 35 zichtbaar zijn in figuur 8. De verbindingsstangen 33, 34, 35 dragen er zorg voor dat de schijven 31, 32 zich op een vaste afstand van elkaar bevinden, terwijl bovendien ook de onderlinge oriëntatie van de 25 schijven 31, 32 vast is, waardoor de boringen daarin in lijn met elkaar zijn gelegen (figuur 8).
Als volgende stap worden toevoerleiding 15 en afvoerleiding 16 door de schijven 32, 31 via de boringen daarin geschoven, zodat de uiteinden 23, 24 uitmonden in het gebied van holte 3 30 gelegen tussen schijf 31 en uiteinde 4. Hierbij wordt opgemerkt dat, alhoewel in figuren 4 en 9 is weergegeven dat uiteinde 24 dichter bij 1026629 11 uiteinde 4 van heipaal 1 is gelegen dan uiteinde 23, dit ook andersom zou kunnen zijn. In verband met de uiteindelijke warmte-uitwisseling is het wel voordelig dat uiteinden 23 en 24 zich op een zo groot mogelijke afstand van elkaar bevinden.
5 Voor of na het aanbrengen van de toevoerleiding en de afvoerleiding 16 wordt in de.langswand 2 een radiale boring 37 gemaakt bovenin heipaal 1 tussen schijven 31 en 32 (figuur 9). Deze boring 37 fungeert als vulopening via welke mortel 38 in de ruimte tussen schijven 31, 32 wordt gebracht, waarbij boring 37 zelf ook (deels) wordt gevuld. 10 Na stolling vormt mortel 38 net als mortel 17 een vloeistofdichte afdichting 43 tussen de ruimte van holte 3 voor zover gelegen tussen schijf 32 en uiteinde 5 enerzijds en de ruimte van holte 3 voor zover gelegen tussen schijf 31 en uiteinde 4 anderzijds. Afdichting 43 bevindt zich op een afstand 39 van uiteinde 5 van heipaal 1. Een typische lengte 15 voor afstand 39 bedraagt 1 meter waardoor er nog ruimte beschikbaar is aan de zijde van uiteinde 5 om heipaal 1 in te korten nadat deze in de grond is geslagen (figuur 10). Ter plaatse van open uiteinde 4 wordt vervolgens een afdichting gemaakt op eenzelfde wijze als afdichting 27 volgens figuur 7. Tussen deze afdichting 27 en afdichting 43 ontstaat 20 aldus een vloeistofdicht afgesloten ruimte 45 zoals zichtbaar in figuur 11.
Figuur 11 toont een geothermische paal in de vorm van een heipaal zoals vervaardigd volgens de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding (zoals toegelicht aan de hand van de 25 figuren 8 t/m 10) in toegepaste vorm waarbij deze heipaal in grond 41 is geslagen en daar nog net bovenuit steekt. Op deze heipaal is een horizontale funderingsbalk 40 opgelegd, die, zoals de vakman zal begrijpen, ook rust op andere heipalen die niet zichtbaar zijn in figuur 11 en eveneens zijn uitgevoerd als geothermisch paal. Tussen 30 funderingsbalk 40 en grond 41 is een kruipruimte 44 ontstaan alwaar toevoerleiding 15 en afvoerleiding 16 uitmonden. Deze leidingen 15, 16 1026629 12 zijn hiertoe verlengd vergeleken met de situatie volgens de figuren 8-10 waarbij toevoerleiding 15 verloopt door een sleuf die is aangebracht aan de kopse zijde van langswand 2 terwijl afvoerleiding 16 zich uitstrekt door een boring in langswand 2.
5 1026629

Claims (17)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal omvattende de stappen van 5. het verschaffen van een hol paal element met een rondgaande langswand, het aanbrengen van een eerste afdichting in de holte van het paalelement, het aanbrengen van een twee afdichting op afstand van de 10 eerste afdichting voor het creëren van een afgesloten ruimte tussen de eerste afdichting en de tweede afdichting in de holte van het paalelement, het aanbrengen van een toevoerleiding en een afvoerleiding in de holte van het paalelement zodanig dat de 15 toevoerleiding en de afvoerleiding zich uitstrekken door de eerste afdichting en dat de toevoerleiding en de afvoerleiding ieder een vrij uiteinde hebben dat uitmondt in de afgesloten ruimte, gekenmerkt door, ten behoeve van het aanbrengen van de eerste afdichting, 20 de stappen van - het op afstand van elkaar aanbrengen van twee afscheidingselementen in de holte van het paalelement aan twee tegen over elkaar gelegen uiteinden van de doorgang voor het tussen de afscheidingselementen creëren van een 25 afscheidingsruimte, het via een vulopening vullen van de afscheidingsruimte met stollend afdichtingsmateriaal, het laten stollen van het afdichtingsmateriaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens 30 het aanbrengen van de twee afscheidingselementen en/of tijdens het vullen van de afscheidingsruimte met het afdichtingsmateriaal, het paalelement 1026629 horizontaal is georiënteerd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de vulopening aanwezig is in een afscheidingselement.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door de stap 5 van het maken van de vulopening in de langswand van het paal element.
5. Werkwijze volgens conclusie 2 en volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de vulopening zich tijdens het vullen van de afscheidingsruimte aan de bovenzijde van het horizontaal georiënteerde paal element bevindt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat het vullen van de afscheidingsruimte met stollend afdichtingsmateriaal plaatsvindt totdat de bovenzijde van het afdichtingsmateriaal zich volledig uitstrekt tot binnen de vulopening.
7. Werkwijze volgens conclusie 4, 5 of 6 gekenmerkt door het 15 aan twee tegen over elkaar gelegen zijden van de vulopening aanbrengen van de twee afscheidingselementen in de holte van het paal element via de vulopening.
8. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, gekenmerkt door het aanbrengen van de twee afscheidingselementen in de 20 holte van het paal element via een opening aan een kopse uiteinde van het paal element.
9. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afscheidingselementen tijdens het aanbrengen van de afscheidingselementen in de holte van het paal element onderling zijn 25 verbonden.
10. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afscheidingselementen tijdens het vullen van de afscheidingsruimte onderling zijn verbonden.
11. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat bij het aanbrengen van de twee afscheidi ngselementen, de afscheidingselementen zijn voorzien van gaten voor doorvoer van de 1026629 toevoerlei di ng en de afvoerleiding.
12. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aanbrengen van de toevoerleiding en de afvoerleiding in de holte van het paal element geschiedt voordat de afscheidingsruimte 5 wordt gevuld met het afdichtingsmateriaal.
13. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het holle paal element van beton is vervaardigd.
14. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het holle paal element middels extrusie wordt verschaft.
15. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stollend afdichtingsmateriaal van het krimpvrije type is.
16. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stollend afdichtingsmateriaal van het mortel type is.
17. Geothermische paal vervaardigd volgens een werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies. 20 1026629
NL1026629A 2004-07-09 2004-07-09 Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal. NL1026629C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026629A NL1026629C2 (nl) 2004-07-09 2004-07-09 Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1026629A NL1026629C2 (nl) 2004-07-09 2004-07-09 Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.
NL1026629 2004-07-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1026629C2 true NL1026629C2 (nl) 2006-01-10

Family

ID=34974005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026629A NL1026629C2 (nl) 2004-07-09 2004-07-09 Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1026629C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3472314A (en) * 1967-07-26 1969-10-14 Thermo Dynamics Inc Temperature control tube
US4286651A (en) 1980-04-28 1981-09-01 Environmental Impact Research Group Geothermal heating system and method of installing the same
DE3719523A1 (de) * 1986-06-24 1988-01-07 Naegele & Co Bau Fundierungs- oder absicherungselement
NL1017654C2 (nl) * 2001-03-20 2002-09-23 Beton Son Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.
NL1017655C2 (nl) * 2001-03-20 2002-09-23 Beton Son Bv Geothermische paal met een holte doorstroombaar door een flu´dum.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3472314A (en) * 1967-07-26 1969-10-14 Thermo Dynamics Inc Temperature control tube
US4286651A (en) 1980-04-28 1981-09-01 Environmental Impact Research Group Geothermal heating system and method of installing the same
DE3719523A1 (de) * 1986-06-24 1988-01-07 Naegele & Co Bau Fundierungs- oder absicherungselement
NL1017654C2 (nl) * 2001-03-20 2002-09-23 Beton Son Bv Werkwijze voor het vervaardigen van een betonnen funderingspaal met een inwendig flu´dumkanaal.
NL1017655C2 (nl) * 2001-03-20 2002-09-23 Beton Son Bv Geothermische paal met een holte doorstroombaar door een flu´dum.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPH0222168B2 (nl)
CN107558603B (zh) 一种装配式建筑结构体系及其施工方法
CN108149709A (zh) 地下综合管廊预制拼装施工方法
CN107003033A (zh) 用于太阳能蒸汽发生的蓄热装置及相关的系统和方法
JP6731040B2 (ja) 型枠挿入部、及び当該型枠挿入部を備えた壁部ブロック
RO116658B1 (ro) Dispozitiv de etansare a unui rost de turnare la
NL1026629C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een geothermische paal.
CN102209616B (zh) 模制的模块化建筑物
US11155988B1 (en) Systems and methods for stormwater detention
JP2013529267A (ja) 土木工事における連続流体密封性
CN112227598A (zh) 一种设有内置空腔的预制板及制作方法
CN112832412A (zh) 一种预制墙体、模具、上下层墙体的连接结构和方法
WO2014009892A1 (en) Stackable, interlockable building elements and a system including such elements
CN106592532B (zh) 带有增强纤维的混凝土工程变形缝止水型腔模的施工方法
EP0593598A1 (en) Stiffening of plastic formwork elements
FR2971803A1 (fr) Elements de construction prefabriques et dispositif de fabrication
JP7124224B2 (ja) 浅深度部への応用のための地下流体管理用のモジュール及びアセンブリ
WO2013057374A1 (en) Three-dimensional constructions
CN207879352U (zh) 一种盾构隧道的复合管片环
CN207348269U (zh) 现浇墙体灌浆结构及现浇墙体
FR2458643A1 (fr) Element de construction
NL192526C (nl) Afvoergoot en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US9707697B1 (en) Livestock guard apparatus, systems and methods
JPH05247993A (ja) 下水道における既設人孔の補修方法
NL2019231B1 (en) Crack introducer and concrete assembly comprising such a crack introducer.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090201