NL1017285C2 - Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een voertuig. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het reinigen van een voertuig.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het reinigen van een voertuig, omvattende het met water en een borstel/veegbeweging verwijderen 5 van vuil daarvan, gevolgd door het aanbrengen van een beschermende waslaag.

Een dergelijke werkwijze is in de stand der techniek algemeen bekend. Daarbij wordt aldan niet gerecycled water toegepast voor het reinigen of spoelen van het voertuig. Met behulp van borstels of andere constructies wordt het vuil van het voertuig verwijderd. Vervolgens wordt met behulp van zogenaamde hot wax in een 10 nabehandeling voorzien. Deze was, die in water oplosbaar is, is een zogenaamde zachte was waarvan de levensduur op voertuig beperkt is (enkele dagen). Bovendien is het gebruikelijk het voertuig na het opbrengen van de waslaag aan een droogbehandeling te onderwerpen. Daarvoor worden zware electrische ventilatoren gebruikt. Bij systemen waarbij het voertuig stil blijft staan en de ventilatoren ten opzichte van het voertuig 15 bewegen is het noodzakelijk de daarmee samenhangende constructie zwaar uit te voeren. Als het voertuig tenslotte de washal heeft verlaten dient de voorruit, uit veiligheidsoverwegingen, te worden ontdaan van de aangebrachte zachte was door middel van een "anti hotwax doekje". Dit doekje wordt na gebruik in de afvalstroom gebracht.

20 Het energieverbruik van deze droogventilatoren is voor een groot deel bepalend voor de kosten van een wasbeurt.

Er wordt steeds meer naar gestreefd wassen milieuvriendelijk te maken. Daarom wordt door sommige overheden het "op straat" wassen niet langer toegestaan. Bij wasinstallaties is het mogelijk het water te recyclen en zijn maatregelen voorgesteld om 25 het energieverbruik te beperken. Veiwezen wordt naar de Nederlandse aanvrage 1014963, ten name van B.V. Twee k.t.

In het Amerikaanse octrooischrift 5.160.430 wordt een werkwijze beschreven waarbij in de laatste behandelingsstap voor het drogen van het voertuig kalkarm water gebruikt wordt om vlekken bij het drogen te vermijden. Dergelijk water wordt bereid 30 met behulp van omgekeerde osmose.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding een meer duurzame bescherming op het voertuig aan te brengen en eveneens de energiekosten van een wasbehandeling verder te beperken.

1017285» 2

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat voor het aanbrengen van die waslaag dat voertuig wordt behandeld met water met een geleidbaarheid tussen 5-10 pS/cm en dat die was een harde was omvat.

Volgens de uitvinding wordt voorgesteld voor het aanbrengen van de waslaag het 5 voertuig te behandelen met water met zeer geringe geleidbaarheid. Behalve dat daardoor alle vuil en shampoo of andere wasmiddelresten van zowel het voertuig als de betreffende borstel of dergelijke verwijderd worden, wordt daardoor ook de oppervlaktespanning van het lakoppervlak verlaagd. Vervolgens kan als was een zogenaamde harde was gebruikt worden. In tegenstelling met de zachte was is deze 10 harde was slechts korte tijd oplosbaar in water (de kleine hoeveelheid water dient slechts als transport medium) waarna de harde was direct een innige hechting) met het oppervlak van de laklaag aangaat. Immers, de poriën zijn geopend. Harde was is in tegenstelling tot zachte was uit te wrijven. Onder een harde was wordt een was verstaan bestaande uit een mengsel van was en siliconen met een kookpunt van ongeveer 100°.

15 De uitlooptijd volgens Din 53211 bedraagt bij 20° C tussen de 10 en 30 seconden en meer in het bijzonder tussen de 15 en 20 seconden.

Indien water met een hierboven beschreven geleidbaarheid tussen 5-10 pS/cm bij de werkwijze volgens het Amerikaanse octrooischrift 5160430 gebruikt zou worden, zou, omdat niet direct daarna een washandeling uitgevoerd wordt, versnelde 20 verontreiniging van het voertuig optreden.

Met gebruik van de reeds aanwezige borstel/veegsystemen is het mogelijk de harde was uit te wrijven waardoor een glanzend oppervlak verkregen kan worden. Aansluitend kan volgens de uitvinding een verdere behandeling met water plaats vinden. Dit water heeft bij voorkeur een hogere geleidbaarheid dan het eerder gebruikte 25 water maar deze is nog veel lager dan leidingwater. Bij voorkeur wordt voor dit water een geleidbaarheid tussen 50 en 75 pS/cm toegepast. Leidingwater in Nederland heeft een geleidbaarheid tussen 190 en 1260 pS/cm.

Verrassenderwijs is gebleken dat na een dergelijke behandeling het meeste water van het voertuig afloopt en het resterende water als grote druppels op het voertuig 30 achterblij ft. Door geringe beweging van het voertuig lopen deze druppels van het oppervlak af zonder vlekken achter te laten. Dit in tegenstelling tot de stand der techniek waarbij het na het spoelen noodzakelijk is een drooghandeling uit te voeren f017285· 3 omdat het resterende water enerzijds niet makkelijk van het voertuig afbeweegt en anderzijds vlekken achterlaat.

Het hierboven beschreven water met geringe geleidbaarheid kan bijvoorbeeld via omgekeerde osmose uit leidingwater verkregen worden. Het overige water dat gebruikt 5 wordt in de installatie kan via recycling verkregen zijn.

De hierboven beschreven werkwijze kan met gebruikelijke borstels uitgevoerd worden. Bij voorkeur wordt echter gebruik gemaakt van vezels zoals de zogenaamde soft touch vezels die als zodanig door aanvraagster sinds vele jaren toegepast worden bij borstels. Bij een dergelijk systeem wordt voor de wasbehandeling eerst de omtrek 10 van het voertuig met behulp van scannen bepaald en aan de hand daarvan worden borstels met dergelijke zogenaamde soft touch vezels in nauwkeurig gedefinieerd contact met het voertuig gebracht. Dit in tegenstelling tot installaties volgens de stand der techniek waarbij de borstels zover in het voertuig gedrukt worden tot een bepaalde weerstand ondervonden wordt. Begrepen zal worden dat indien deze weerstand 15 lijnvormig is (bumper) de druk ter plaatse vele malen hoger is dan indien deze zich over een groot vlak uitstrekt (deur of dak).

Dergelijke vezels die bij de soft touch methode gebruikt worden bestaan uit plat over elkaar liggend materiaal met een breedte tussen 3 mm en 1,5 cm en meer in het bijzonder ongeveer 1 cm. Daardoor bestaat niet het gevaar van verbranden van de 20 vezels. Bovendien is het mogelijk gebleken met dergelijke vezels de hierboven beschreven opgebrachte harde was uit te wrijven.

Bij dergelijke zogenaamde soft touch vezels die opgebouwd zijn uit een paar keer over elkaar gevouwen kunststofvezel is inwendig ruimte aanwezig voor het transport van water. Dit in tegenstelling tot gebruikelijk dunne vezels met haren met een breedte 25 tussen 1-1,3 mm. Daarbij beweegt het water langs de buitenkant van de vezel naar het uiteinde maar bij rotatie wordt het water van de borstel geslingerd. Dit probleem bestaat niet bij een dergelijke soft touch vezel. Hoewel bij de hierboven beschreven werkwijze het mogelijk is na het opbrengen van de was een drooghandeling uit te voeren, zal dit in praktijk niet noodzakelijk zijn omdat reeds bij de eerste beweging van 30 het voertuig het resterende water van dat voertuig af zal lopen. Dat wil zeggen het is mogelijk zeer energiebesparend te werken door niet langer de veel energie vragende handeling van het drogen uit te voeren. Dit betekent eveneens dat de gehele installatie eenvoudige en vooral lichter uitgevoerd kan worden waardoor verdere besparingen 1017285· 4 optreden. Bovendien kan de (electrische) aansluitwaarde van de installatie verminderd worden wat eveneens tot aanzienlijke kostenreductie leidt.

Behalve beperking van energie wordt de geluidsoverlast van de installatie eveneens aanzienlijk beperkt. Immers, het grootste deel van de geluidsoverlast wordt 5 veroorzaakt door de droogventilatoren die thans in principe niet meer noodzakelijk zijn. Dat betekent dat het bij bepaalde toepassingen niet langer noodzakelijk is de installatie in te bouwen in een hal of dergelijke maar dat deze vrij buiten opgesteld kan worden.

Zoals hierboven aangegeven kan het water met geringe geleidbaarheid door omgekeerde osmose vervaardigd worden. Indien met een bufferreservoir gewerkt 10 wordt, kan deze omgekeerde osmose continu plaats vinden en kan gebruik gemaakt worden van goedkope nachtstroom. Een dergelijke bufferreservoir heeft bijvoorbeeld een inhoud van 1500 liter.

Verrassenderwijs is gebleken dat bij toepassing van harde was dit materiaal zich minder aan glazen voorwerpen zoals ruiten en koplampglas hecht dan zachte was. Dat 15 wil zeggen op glas ontstaat geen vetresten.

Begrepen dient echter te worden dat de uitvinding eveneens met andere soorten borstels uitgevoerd kan worden, zij het dat het resultaat wat minder is.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont de enige figuur schematisch 20 de wasinstallatie volgens de uitvinding.

Deze wasinstallatie is in het geheel met 1 aangegeven. Een portaalconstructie 3 is v aanwezig die beweegt over rails 4 terwijl het voertuig 2 tijdens het wassen stilstaat.

Borstels 5, 6 en 7 zijn aanwezig die tijdens het langs het voertuig bewegen, het voertuig • = in meer of mindere mate aangrijpen. Daarbij wordt shampoo of ander wasmiddel 25 toegevoegd om het voertuig te reinigen. Met 8 is een omgekeerde osmose installatie aangegeven die enerzijds aangesloten is op het waterleidingnet en anderzijds aangesloten is op de borstels 5-7. Daarmee wordt water bereid met een geleidbaarheid tussen 5-20 pS/cm. Met 9 is een overeenkomstige installatie aangegeven waarmee water bereid wordt met een geleidbaarheid tussen 50 en 75 pS/cm. 20 geeft de toevoer 30 voor harde was aan.

De hierboven beschreven installatie werkt als volgt. Na de eerste gebruikelijke washandeling met borstels 5-7 en niet nader afgebeeld wasmiddel wordt eventueel na een tussenliggende spoelstap via toevoer 8 water aan de borstels 5-7 toegevoegd. Dit 1017285· 5 water met een zeer geringe geleidbaarheid reinigt zowel deze borstels als de poriën in de lak. De oppervlaktespanning wordt in hoofdzaak weggenomen.

Vervolgens wordt de zich in de opslag 10 bevindende harde was die slechts korte tijd oplosbaar is in het transportmedium water dat via de nozzles 11 vernevelt op het 5 voertuig. Hierna volgt een extra uitwrijf (borstel) gang om de harde was geleidelijk in te masseren. Behalve toevoegen aan het oppervlak wordt door de borstels eveneens een poetsende werking uitgevoerd waardoor het voertuig afhankelijk van de lak meer of minder zal gaan glanzen.

Bij een volgende stap wordt water uit installatie 9 toegevoerd. Bij deze 10 facultatieve stap met water met een hoger geleidbaarheid dan het water uit installatie 8 maar een lagere geleidbaarheid dan leidingwater wordt de oppervlaktespanning van de zojuist verkregen waslaag op de laklaag verhoogd en wordt het ontstaan van vlekken vermeden. Daardoor is het niet langer noodzakelijk een drooghandeling uit te voeren omdat het water in hoofdzaak van het voertuig afloopt en de resterende grote druppels 15 door eenvoudige beweging van het voertuig verwijderd kunnen worden.

Het is vanzelfsprekend mogelijk deze laatste spoelhandeling niet uit te voeren en als nog dadelijk na het aanbrengen van de was een drooghandeling uit te voeren. Daardoor wordt de energiebesparing aanzienlijk minder maar ontstaat wel een voertuig dat voorzien is van een beschermlaag die gedurende een aantal maanden effectief is.

20 Hoewel de uitvinding hierboven beschreven is aan de hand van een voorkeursuitvoering zal begrepen worden dat de uitvindingsgedachte bij elke wijze van reinigen van een voertuig gebruikt kan worden. Een en ander is niet beperkt tot automobielen maar kan ook andere voer-/vaartuigen omvatten. Dergelijke wijzigingen zijn voor de hand liggend voor degene bekwaam in de stand der techniek en liggen 25 binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

T017285·

Claims (10)

1. Werkwijze voor het reinigen van een voertuig, omvattende het met water en een 5 borstel/veegbeweging verwijderen van vuil daarvan, gevolgd door het aanbrengen van een beschermende waslaag, met het kenmerk, dat voor het aanbrengen van die waslaag dat voertuig wordt behandeld met water met een geleidbaarheid tussen 5-10 gS/cm en dat die was een harde was omvat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij na het aanbrengen van die waslaag een 10 nabehandeling met water met een geleidbaarheid tussen 50 en 75 gS/cm plaats vindt.

3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het aanbrengen van was en/of de behandeling met water via platte vezels plaats vindt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij die vezels gebruikt worden voor het verwijderen van vuil.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat voertuig voor het behandelen met water met een geleidbaarheid tussen 5-10 gS/cm gespoeld wordt met water met een geleidbaarheid groter dan 150 gS/cm.

6. Inrichting voor het reinigen van een voertuig (2) omvattende een wasinstallatie (1) met borstel/veegmiddelen (5-7) voor het verwijderen van vuil en 20 watertoevoermiddelen alsmede wastoevoermiddelen voor het aan dat voertuig afgeven van was, waarbij die watertoevoermiddelen een installatie omvatten voor het verminderen van de geleidbaarheid van dat water tot een eerste niveau, met het kenmerk, dat de installatie uitgevoerd is voor het behandelen van dat water tot een geleidbaarheid tussen 5-10 gS/cm.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij een verdere installatie (9) aanwezig is voor het verminderen van de geleidbaarheid van dat water tot een tweede hoger niveau.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij die installatie een omgekeerde osmose-installatie omvat.

9. Inrichting volgens conclusies 5-8, waarbij die inrichting van scanmiddelen 30 voorzien is voor het aftasten van de contouren van dat voertuig, welke scanmiddelen gekoppeld zijn met die borstel/veegmiddelen.

10. Inrichting volgens een van de conclusies 6-9, waarbij die borstel/veegmiddelen een softtouch vezel omvatten. 'f017285·