NL1017069C2 - Inrichting voor het maaien van gewas. - Google Patents

Inrichting voor het maaien van gewas. Download PDF

Info

Publication number
NL1017069C2
NL1017069C2 NL1017069A NL1017069A NL1017069C2 NL 1017069 C2 NL1017069 C2 NL 1017069C2 NL 1017069 A NL1017069 A NL 1017069A NL 1017069 A NL1017069 A NL 1017069A NL 1017069 C2 NL1017069 C2 NL 1017069C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crushing
guide means
crop
crushing member
crop guide
Prior art date
Application number
NL1017069A
Other languages
English (en)
Inventor
Maarten Koorn
Alfonsus Jacobus Van Den Engel
Original Assignee
Lely Entpr Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Entpr Ag filed Critical Lely Entpr Ag
Priority to NL1017069A priority Critical patent/NL1017069C2/nl
Priority to EP01204924A priority patent/EP1222849A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1017069C2 publication Critical patent/NL1017069C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/10Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for crushing or bruising the mown crop

Description

INRICHTING VOOR HET MAAIEN VAN GEWAS
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maaien van gewas, voorzien van een gestel met een maaibalk met motorisch aandrijfbare maaielementen, alsmede van een motorisch aandrijfbaar kneusorgaan, dat geschikt is 5 om het door de maaibalk gemaaide gewas te kneuzen.
Een dergelijke inrichting is bekend.
Bij de bekende inrichting komt het vaak voor dat twee zwaden tot één zwad worden samengevoegd, waardoor minder werkgangen nodig zijn als men het gemaaide gewas bijvoorbeeld 10 gaat persen of hakselen. Bij de bekende inrichting kan het verder ook van belang zijn om twee naast elkaar gelegen werkgangen duidelijk van elkaar te scheiden. Dit laatste is in het bijzonder van belang om te voorkomen dat reeds gemaaid en gekneusd gewas in een volgende werkgang nogmaals gemaaid 15 en eventueel gekneusd wordt.
Het is een doel van de uitvinding om bovengenoemde nadelen en/of problemen op eenvoudige wijze op te lossen.
Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt doordat het kneusorgaan zodanig is gevormd, dat ten minste 20 een deel van de door het kneusorgaan beschreven omtrekbaan tijdens het kneuzen een hogere omtreksnelheid heeft dan het overige deel van de door het kneusorgaan beschreven omtrekbaan. In de praktijk is gebleken dat het materiaal dat door dat deel van het kneusorgaan wordt gekneusd dat een 25 hogere omtreksnelheid heeft dan het overige deel van het kneusorgaan in de richting wordt verplaatst van het overige deel dat een lagere omtreksnelheid heeft. In het bijzonder wordt dit laatst genoemde effect in sterke mate verkregen wanneer de door het kneusorgaan beschreven omtrekbaan 30 overwegend en bij voorkeur geheel conisch is gevormd. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding bestaat de door het kneusorgaan beschreven omtrekbaan uit ten minste twee conisch 1017069 2 gevormde delen. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding zijn de conisch gevormde delen met de spitse uiteinden naar elkaar toe gericht. Op deze wijze wordt bereikt dat het zwad midden achter de spitse delen wordt afgelegd. Volgens weer 5 een ander uitvoeringsvoorbeeld overeenkomstig de uitvinding is het spitse gedeelte van het ene conisch gevormde deel naar het stompe gedeelte van het andere conisch gevormde deel gericht. Op deze wijze wordt bereikt dat nabij het uiteinde van elk van de spitse delen een zwad wordt afgelegd. Volgens 10 een nader kenmerk van de uitvinding sluiten de beide conische delen nagenoeg op elkaar aan.
Teneinde te bewerkstelligen dat het gemaaide gewas optimaal kan worden gekneusd, is het kneusorgaan volgens de uitvinding zodanig aan het gestel aangebracht dat een lijn 15 die wordt gevormd door een raakvlak met het conische deel ongeveer evenwijdig loopt met de maaibalk. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding is het kneusorgaan over de gehele werkbreedte van de maaibalk aangebracht. Volgens weer een ander facet van de uitvinding is het conische verloop van het 20 kneusorgaan zodanig gekozen dat het gekneusde materiaal, gezien in de rijrichting van de inrichting, dwars naar een uiteinde van het kneusorgaan wordt afgevoerd. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding omvat het kneusorgaan een centrale, motorisch aandrijfbare as met daarop aangebracht 25 radiaal uitstekende kneuselementen. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding zijn de kneuselementen onderverdeeld in groepen die onderling een verschillende lengte hebben. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding zijn de kneuselementen rondom de centrale as aangebracht.
30 Teneinde het gekneusde gewas op een nog nauwkeurigere en efficiëntere manier in een gewenste richting af te geleiden is de inrichting volgens een nader kenmerk van de uitvinding voorzien van gewasgeleidingsmiddelen die geschikt zijn om de door het kneusorgaan gekneusde 35 gewasstroom in een bepaalde richting af te buigen c.q. te 1 0 1 70βθ 3 geleiden. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding zijn de gewasgeleidingsmiddelen ten minste nabij dat deel van het kneusorgaan aangebracht dat tijdens het bedrijf de hoogste omtreksnelheid heeft. Op deze wijze kan worden bereikt dat 5 het gekneusde gewas over een relatief grote afstand kan worden verplaatst, daar het materiaal door de hoge omtreksnelheid veel kinetische energie bezit. In het bijzonder is het op deze wijze mogelijk om het gewas dat is gekneusd door het deel van het kneusorgaan met een hoge 10 omtreksnelheid ten minste althans ten dele te laten neerkomen boven op het gewas dat door het kneusorgaan met een lagere omtreksnelheid is gekneusd. Volgens een nader kenmerk van de uitvinding zijn de gewasgeleidingsmiddelen nabij een uiteinde van het kneusorgaan aangebracht. Volgens weer een ander 15 kenmerk van de uitvinding trekken de gewasgeleidingsmiddelen zich uit tot ongeveer de helft van de werkbreedte van het kneusorgaan. Volgens weer een ander facet van de uitvinding bevindt het bovenste gedeelte van de gewasgeleidingsmiddelen zich op ongeveer hetzelfde niveau als het hoogste niveau van 20 het kneusorgaan. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding bevindt het onderste gedeelte van de gewasgeleidingsmiddelen zich op ongeveer hetzelfde niveau als het hoogste niveau van de maaielementen. Op deze wijze wordt het gemaaide en gekneusde gewas optimaal door de 25 gewasgeleidingsmiddelen in een bepaalde richting geleid. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding wordt een nog betere geleiding gewaarborgd indien de gewasgeleidingsmiddelen gootvormig zijn uitgevoerd. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding verlopen de 30 gewasgeleidingsmiddelen, in bovenaanzicht van de inrichting gezien, gekromd. Volgens weer een ander facet van de uitvinding omvat de inrichting ten minste twee gewasgeleidingsmiddelen. Het zal duidelijk zijn dat met twee of meer gewasgeleidingsmiddelen het mogelijk is diverse 35 gewasstromen in een bepaalde richting te geleiden.
4
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin:
Figuur 1 een bovenaanzicht toont van de inrichting 5 voor het maaien van gewas met een motorisch aandrijfbaar kneusorgaan overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2 een achteraanzicht toont van de inrichting overeenkomstig figuur 1;
Figuur 3 een verder uitvoeringsvoorbeeld toont van 10 de inrichting overeenkomstig de uitvinding die is voorzien van twee conisch gevormde kneusorganen.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een inrichting 1 voor het maaien van gewas die is voorzien van een gestel 2 15 met een maaibalk 3 met motorisch aandrijfbare maaielementen 4. De maaielementen 4 warden door middel van een transmissie 5 aangedreven. Het gestel 2 is verder voorzien van een aankoppelbok 6 met behulp waarvan de inrichting 1 aan een trekker 7 kan worden gekoppeld. De inrichting 1 is verder 20 voorzien van een kneusorgaan 8 voor het kneuzen van het door de maaibalk 3 gemaaide gewas. Het kneusorgaan 8 is via een verdere transmissie 9 motorisch aandrijfbaar om een as 10 die in het gestel 2 is gelegen. Zoals in figuur 1 en 2 is weergegeven is het kneusorgaan 8 conisch gevormd. De 25 opstelling van de as 10 in het gestel 2 is daarbij zodanig gekozen dat een lijn die wordt gevormd door een raakvlak met het conische deel ongeveer evenwijdig loopt met de maaibalk 3 (figuur 2) . Afhankelijk van de dimensionering van het conische kneusorgaan 8 zal de as 10 onder een andere dan de 30 in het uitvoeringsvoorbeeld getekende hoek in het gestel 2 worden aangebracht. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld omvat het kneusorgaan 8 overigens niet weergegeven radiaal op de as 10 aangebrachte kneuselementen. Zoals in figuur 1 en 2 is weergegeven is boven het kneusorgaan 8 een kap 11 35 aangebracht. Nabij het stompe gedeelte van het kneusorgaan 8 ί ( : V ^ 5 zijn verder gewasgeleidingsmiddelen 12 aangebracht. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de gewasgeleidingsmiddelen 12 uitgevoerd als een gekromde goot. Het zal echter duidelijk zijn dat in plaats van een gekromde goot het ook 5 mogelijk is de gewasgeleidingsmiddelen 12 in een andere dan een gootvormige vorm uit te voeren. Zoals weergegeven in figuur 1 wordt het gekneusde materiaal door de gewasgeleidingsmiddelen 12 in de richting van het spitse deel van het kneusorgaan 8 geleid. De mate waarin en de afstand 10 waarover het materiaal respectievelijk wordt afgewogen en verplaatst hangen onder andere af van de omtreksnelheid van het kneusorgaan 8 en de vorm en de lengte van de gewasgeleidingsmiddelen 12.
Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van 15 de inrichting 1 overeenkomstig de uitvinding waarbij gelijke onderdelen met het eerste uitvoeringsvoorbeeld met gelijke verwijzingscijfers zijn weergegeven. Het tweede uitvoeringsvoorbeeld betreft een getrokken maaimachine die door middel van een trekboom 13 en de aankoppelbok 6 met de 20 trekker 7 is verbonden. Het gestel 2 is verder voorzien van twee loopwielen 14 die de inrichting 1 tijdens het bedrijf ondersteunen. Achter de maaibalk 3 zijn verder twee kneusorganen 8 opgesteld die met hun spitse uiteinden naar elkaar toe zijn gericht. Verder is elk van de kneusorganen 8 25 nabij het stompe uiteinde voorzien van gewasgeleidingsmiddelen 12. De kneusorganen 8 tezamen met de gewasgeleidingsmiddelen 12 zorgen er voor dat het gemaaide en gekneusde materiaal in een zwad ongeveer midden achter de inrichting 1 wordt afgelegd.
30 '! : '?0 69 1

Claims (21)

1. Inrichting voor het maaien van gewas, voorzien van een gestel (2) met een maaibalk (3) met motorisch aandrijfbare maaielementen (4), alsmede van een motorisch aandrijfbaar kneusorgaan (8), dat geschikt is om het door de 5 maaibalk (3) gemaaide gewas te kneuzen, met het kenmerk, dat het kneusorgaan (8) zodanig is gevormd, dat ten minste een deel van de door het kneusorgaan (8) beschreven omtrekbaan tijdens het kneuzen een hogere omtreksnelheid heeft dan het overige deel van de door het kneusorgaan (8) beschreven 10 omtrekbaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door het kneusorgaan (8) beschreven omtrekbaan overwegend en bij voorkeur geheel conisch is gevormd.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de door het kneusorgaan (8) beschreven omtrekbaan bestaat uit ten minste twee conisch gevormde delen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de conisch gevormde delen met de spitse uiteinden naar elkaar toe zijn gericht.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het spitse gedeelte van het ene conisch gevormde deel naar het stompe gedeelte van het andere conische deel is gericht.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het 25 kenmerk, dat de beide conische delen nagenoeg op elkaar aansluiten.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kneusorgaan (8) zodanig aan het gestel (2) is aangebracht dat een lijn die wordt gevormd door 30 een raakvlak met het conische deel ongeveer evenwijdig loopt met de maaibalk (3). 1 o : ; :,· V
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kneusorgaan (8) over de gehele werkbreedte van de maaibalk (3) is aangebracht.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat het conische verloop van het kneusorgaan (8) zodanig is gekozen dat het gekneusde materiaal, gezien in de rijrichting van de inrichting (1), dwars naar een uiteinde van het kneusorgaan (8) wordt afgevoerd.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat het kneusorgaan (8) een centrale, motorisch aandrijfbare as (10) omvat met daarop aangebracht radiaal uitstekende kneuselementen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de kneuselementen zijn onderverdeeld in groepen die 15 onderling een verschillende lengte hebben.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de kneuselementen rondom de centrale as (10) zijn aangebracht.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van gewasgeleidingsmiddelen (12) die geschikt zijn om de door het kneusorgaan (8) gekneusde gewasstroom in een bepaalde richting te geleiden.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, 25 dat de gewasgeleidingsmiddelen (12) ten minste nabij dat deel van het kneusorgaan (8) zijn aangebracht dat tijdens het bedrijf de hoogste omtreksnelheid heeft.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de gewasgeleidingsmiddelen (12) nabij een 30 uiteinde van het kneusorgaan (8) zijn aangebracht.
16. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 15, met het kenmerk, dat de gewasgeleidingsmiddelen (12) zich tot ongeveer de helft van de werkbreedte van het kneusorgaan (8) uitstrekken. : Γ- o.9 \
17. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 16, met het kenmerk, dat het bovenste gedeelte van de gewasgeleidingsmiddelen (12) zich op ongeveer hetzelfde niveau bevindt als het hoogste niveau van het kneusorgaan 5 (8).
18. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 17, met het kenmerk, dat het onderste gedeelte van de gewasgeleidingsmiddelen (12) zich op ongeveer hetzelfde niveau bevindt als het hoogste niveau van de maaielementen 10 (4) .
19. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 18, met het kenmerk, dat de gewasgeleidingsmiddelen (12) gootvormig zijn uitgevoerd.
20. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 19, met 15 het kenmerk, dat de gewasgeleidingsmiddelen (12), in bovenaanzicht van de inrichting (1) gezien, een gekromd verloop hebben.
21. Inrichting volgens een der conclusies 13 - 20, met het kenmerk, dat de inrichting (1) ten minste twee 20 gewasgeleidingsmiddelen(12) omvat. in 1 V' Λ
NL1017069A 2001-01-10 2001-01-10 Inrichting voor het maaien van gewas. NL1017069C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017069A NL1017069C2 (nl) 2001-01-10 2001-01-10 Inrichting voor het maaien van gewas.
EP01204924A EP1222849A1 (en) 2001-01-10 2001-12-17 Mowing and crushing device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1017069 2001-01-10
NL1017069A NL1017069C2 (nl) 2001-01-10 2001-01-10 Inrichting voor het maaien van gewas.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1017069C2 true NL1017069C2 (nl) 2002-07-11

Family

ID=19772709

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1017069A NL1017069C2 (nl) 2001-01-10 2001-01-10 Inrichting voor het maaien van gewas.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1222849A1 (nl)
NL (1) NL1017069C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2001179C2 (nl) * 2008-01-11 2009-07-14 Gewitech Machb B V Kneuzer.

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7117406A (nl) * 1971-01-06 1972-07-10
US3721073A (en) * 1972-04-10 1973-03-20 Int Harvester Co Method of processing,positioning and aerating crops
US3896609A (en) * 1973-10-26 1975-07-29 Krone Bernhard Gmbh Maschf Mowing machine
GB2007955A (en) * 1977-11-21 1979-05-31 Deere & Co Mower/conditioner
DE3142594A1 (de) * 1981-10-27 1983-05-05 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Kreiselmaeher mit konditioniereinrichtung
EP0089257A1 (fr) * 1982-03-05 1983-09-21 Simag S.A. Faucheuse-andaineuse et procédé de regroupement d'andains
GB2169784A (en) * 1985-01-22 1986-07-23 Fortschritt Veb K Cut material distribution in a harvesting machine
EP0349015A2 (en) * 1984-03-15 1990-01-03 C. van der Lely N.V. A mowing machine

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7117406A (nl) * 1971-01-06 1972-07-10
US3721073A (en) * 1972-04-10 1973-03-20 Int Harvester Co Method of processing,positioning and aerating crops
US3896609A (en) * 1973-10-26 1975-07-29 Krone Bernhard Gmbh Maschf Mowing machine
GB2007955A (en) * 1977-11-21 1979-05-31 Deere & Co Mower/conditioner
DE3142594A1 (de) * 1981-10-27 1983-05-05 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Kreiselmaeher mit konditioniereinrichtung
EP0089257A1 (fr) * 1982-03-05 1983-09-21 Simag S.A. Faucheuse-andaineuse et procédé de regroupement d'andains
EP0349015A2 (en) * 1984-03-15 1990-01-03 C. van der Lely N.V. A mowing machine
GB2169784A (en) * 1985-01-22 1986-07-23 Fortschritt Veb K Cut material distribution in a harvesting machine

Also Published As

Publication number Publication date
EP1222849A1 (en) 2002-07-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3977165A (en) Conditioning crops
US4479347A (en) Loading vehicle for picking up and transporting straw material
US9930832B2 (en) Mower with reconfigurable crop material ejection
CA2342613C (en) Device for harvesting agricultural stalk crops
US20080016837A1 (en) Rotary platform having converging elements for specialty crops
US3388538A (en) Harvesting apparatus
US5170614A (en) Harvesting machinery
US4301644A (en) Attachment for combine harvester
US7028458B2 (en) Machine for mowing stalk-like crops
US4304088A (en) Rotary mower with end-to-end connected blade-carrier supports
NL1017069C2 (nl) Inrichting voor het maaien van gewas.
US6668532B2 (en) Harvesting machine for stalk crops having a stepped cutting blades
US7877974B2 (en) Floating swathgate
EP0558436B1 (en) Mower for harvesting grass crops
NL2017172B1 (nl) Loofbewerkingsinrichting alsmede rooimachine omvattende een dergelijke loofbewerkingsinrichting
US4825628A (en) Header platform
DE102014005904A1 (de) Fahrzeug mit Streugutverteilvorrichtung
BE1027397B1 (nl) Landbouwmachine en werkwijze voor het oogsten van vezelgewassen
CA1130575A (en) Asparagus harvester
NL1007189C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het oogsten van maïs.
GB2088686A (en) Threshing machine
NL1008026C2 (nl) Inrichting voor het maaien van een gewas.
NL1034852C2 (nl) Hooiverzamelmachine.
US20220322605A1 (en) Agricultural header with swath gate for spreading and converging crop material
US4506840A (en) Baffle means for forage harvesters

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050801