NL1008026C2 - Inrichting voor het maaien van een gewas. - Google Patents

Description

NL 2208-dV/jk

Inrichting voor het maaien van een gewas

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maaien van een gewas, voorzien van een frame, een maaieenheid en een conditioneereenheid, die tijdens bedrijf een gewasstroom afgeeft, waarbij het frame aan de achterzij-5 de is voorzien van een linker en rechter zwaddeur, welke zwaddeuren in horizontale richting dwars op de gewasstroom instelbaar zijn voor het in horizontale richting geleiden van de gewasstroom.

Bij een dergelijke inrichting is het van belang, 10 dat de gewasstroom door de linker of rechter zwaddeur die binnenwaarts in de richting van de gewasstroom is gezwenkt, zoveel mogelijk naar rechts resp. links wordt afgebogen, zodat het gewas in een zwad met geringe breedte aan de rechter resp. linker zijde van de inrichting op het veld 15 wordt neergelegd. Hierdoor kan bij het maaien van een volgende strook gewas dit gewas in een zwad dicht bij het voorgaande zwad worden gelegd. Hierdoor kunnen twee zwaden gelijktijdig worden opgenomen door de opneemeenheid van een landbouwmachine. Bij de bekende inrichtingen van de in de 20 aanhef genoemde soort is het tot heden niet goed mogelijk de gewasstroom zodanig te sturen, dat het zwad geheel aan de linker of rechter zijde van de inrichting komt te liggen.

De uitvinding beoogt een verbeterde inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de 25 gewasstroom beter kan worden geleid.

Hiertoe wordt de inrichting gekenmerkt door een linker en een rechter zwadklep, welke zwadkleppen in verticale richting instelbaar zijn voor het in verticale richting geleiden van de gewasstroom.

30 De uitvinding berust op het inzicht, dat het door de ene zwaddeur naar de andere zwaddeur geleide deel van de gewasstroom door het rechtdoorgaande deel van de gewasstroom wordt verstoord, zodat de totale gewasstroom in onvoldoende mate aan de linker of rechter zijde van de inrichting in het 1003026* i 2 zwad wordt neergelegd. Door het aanbrengen van de linker en rechter zwadkleppen kan het rechtdoorgaande deel van de gewasstroom omlaag worden geleid, zodat het door de ene zwaddeur naar de andere zwaddeur afgebogen deel van de 5 gewasstroom niet door de omlaag geleide gewasstroom wordt ; verstoord en op deze omlaag geleide gewasstroom wordt neer gelegd.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van 10 een inrichting volgens de uitvinding schematisch is weergegeven.

~ De Fig. 1 en 2 tonen een bovenaanzicht en een schematisch weergegeven zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij 15 de rechter zwaddeur binnenwaarts is gezwenkt en de linker zwadklep zich in de lage stand bevindt.

De Fig. 3 en 4 tonen op overeenkomstige wijze een bovenaanzicht en zij-aanzicht van de inrichting uit de Fig.

1 en 2, waarbij de linker zwaddeur binnenwaarts is gezwenkt 20 en de rechter zwadklep zich in de lage stand bevindt.

In de tekening is een inrichting voor het maaien van een gewas, zoals bijvoorbeeld gras, weergegeven, die J is voorzien van een frame 1 met een draagplaat 2 voor de montage van een maaieenheid, die terwille van de duidelijk-25 heid van de tekening is weggelaten. De maaieenheid kan zijn uitgevoerd als een op zichzelf bekende trommel- of schijvenmaaier of dergelijke. De constructie van de maaieenheid behoort op zichzelf niet tot de uitvinding. De as van de aandrijving van de maaieenheid is in de Fig. 2 en 4 schema-30 tisch met 3 aangeduid. Voorts is de inrichting voorzien van een in het frame 1 gemonteerde conditioneereenheid 4, die bij de weergegeven uitvoeringsvorm twee conditioneerrollen 5 omvat. De conditioneereenheid 4 kan ook op andere wijze zijn ! ] uitgevoerd en de constructie hiervan behoort evenmin tot de 35 uitvinding.

Het frame 1 omvat voorts een bovenplaat 6 en zij-platen 7, 8, waarbij de zijplaten 7, 8 een achterste deel J 10000181 3 omvatten, dat schuin binnenwaarts verloopt. Op de uiteinden van de schuin binnenwaarts verlopende delen van de zijplaten 7, 8 sluiten een linker zwaddeur 9 resp. een rechter zwad-deur 10 aan. Deze zwaddeuren 9, 10 zijn in horizontale 5 richting instelbaar tussen een rechte stand en een binnenwaarts gezwenkte schuin naar de andere zwaddeur gerichte stand. In Fig. 1 bevindt de linker zwaddeur 9 zich in de rechte stand en is de rechter zwaddeur 10 geheel naar de linker zwaddeur 9 gezwenkt, terwijl in Fig. 3 de rechter 10 zwaddeur 10 zich in de rechte stand bevindt en de linker zwaddeur 9 geheel naar de rechter zwaddeur is gezwenkt.

In de rechte stand staat de zwaddeur 9 resp. 10 ongeveer evenwijdig aan de bewegingsrichting van de inrichting tijdens bedrijf resp. de richting van de gewasstroom 15 die door de conditioneereenheid 4 wordt afgegeven. Deze gewasstroomrichting is in de Fig. 2 en 4 met een pijl aangegeven. In deze rechte stand wordt de richting van de gewasstroom niet beïnvloed, terwijl in de binnenwaarts gezwenkte stand de gewasstroom in de richting van de andere 20 zwaddeur wordt geleid. Daarbij is het van belang, dat het deel van de gewasstroom dat door de linker of rechter zwaddeur 9 resp. 10 wordt geleid, zoveel mogelijk naar de andere zijde van de inrichting wordt geleid, zodat het gewas in een zwad geheel aan de rechter of linker zijde van de 25 inrichting wordt neergelegd. Hierdoor kunnen bij opeenvolgende maaistroken de betreffende zwaden dicht bij elkaar worden neergelegd, zodat twee zwaden gelijktijdig door een opneeminrichting van een landbouwmachine kunnen worden opgenomen.

30 Bij de beschreven inrichting zijn hiertoe een linker zwadklep 11 en een rechter zwadklep 12 aangebracht, die het linker resp. rechter deel van de gewasstroom in verticale richting omlaag kunnen geleiden. De zwadkleppen 11, 12 zijn draaibaar om een horizontale as 11', 12' die 35 nabij de conditioneereenheid 4 is gelegen. In Fig. 1 is bij binnenwaarts gezwenkte rechter zwaddeur 10 de linker zwadklep 11 omlaag gezwenkt, terwijl in de Fig. 3 en 4 bij 10080261 4 binnenwaarts gezwenkte linker zwaddeur de rechter zwadklep 12 omlaag is gezwenkt. In de positie van de zwaddeuren 9, 10 en zwadkleppen 11, 12 volgens de Fig. 1 en 2 wordt hierdoor bereikt, dat het linker deel van de gewasstroom door de 5 linker zwadklep 11 omlaag wordt geleid, zodat het rechter deel van de gewasstroom dat door de rechter zwaddeur 10 naar de linker zijde van de inrichting wordt geleid, niet door de rechtdoorgaande gewasstroom wordt beïnvloed en zoveel mogelijk aan de linker zijde van de inrichting op de recht-10 doorgaande gewasstroom in het zwad wordt neergelegd. In de situatie van de Fig. 3 en 4 wordt op overeenkomstige wijze het linker deel van de gewasstroom op het rechter deel van de gewasstroom neergelegd, zonder dat zij elkaar kunnen beïnvloeden.

2 15 Bij de in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm vindt de bediening van de zwaddeuren 9, 10 en de zwadkleppen 11, 12 plaats door middel van een bedieningsorgaan 13, dat op de bovenplaat 6 is gemonteerd. Dit bedieningsorgaan kan bijvoorbeeld een hydraulisch of elektrisch bedieningsorgaan 20 zijn. Het bedieningsorgaan is gekoppeld met de linker zwaddeur 9 en de linker zwaddeur 9 is door middel van een koppelstang 14 verbonden met de rechter zwaddeur 10. Bij binnenwaarts zwenken van de linker zwaddeur 9 wordt de rechter zwaddeur 10 automatisch naar de rechte stand ver-25 plaatst. De koppelstang 14 bestaat uit twee ten opzichte van :: elkaar verschuifbare delen, zodat de zwaddeuren 9, 10 desgewenst beide binnenwaarts kunnen worden gezwenkt of beide in de rechte stand kunnen worden geplaatst.

De koppelstang 14 is met een dwarsstuk 15 geleid op 30 een geleidingsstang 16 die eveneens op de bovenplaat 6 is gemonteerd. Dit dwarsstuk 15 is door middel van twee kabels 17, 18 gekoppeld met de linker zwadklep 11 en de rechter zwadklep 12. Bij verplaatsen van de zwaddeuren 9, 10 worden via het dwarsstuk 15 en de kabels 17, 18 de zwadkleppen 11, 35 12 bediend.

Opgemerkt wordt, dat de bediening van zwaddeuren en zwadkleppen uiteraard ook op andere wijze kan plaatsvinden, ! 10 ü 8 ü ? 6 4 5 bijvoorbeeld door onafhankelijk bedienbare bedienings-organen. Voorts wordt opgemerkt, dat de beschreven inrichting op elke gewenste wijze met een trekker kan worden gekoppeld. Het frame 1 is hiertoe voorzien van een in de 5 tekening als voorbeeld weergegeven koppelstuk 19. Voorts kan de inrichting al dan niet met wielen zijn uitgerust.

De uitvinding is dan ook niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der conclusies op verschillende manieren kan 10 worden gevarieerd.

V Λ (· "; —n - , - ‘J \i

Claims (5)

1. Inrichting voor het maaien van een gewas, voorzien van een frame, een maaieenheid en een conditioneer-eenheid, die tijdens bedrijf een gewasstroom afgeeft, waarbij het frame aan de achterzijde is voorzien van een 5 linker en rechter zwaddeur, welke zwaddeuren in horizontale richting dwars op de gewasstroom instelbaar zijn voor het in horizontale richting geleiden van de gewasstroom, gekenmerkt J door een linker en een rechter zwadklep, welke zwadkleppen in verticale richting instelbaar zijn voor het in verticale ^ 10 richting geleiden van de gewasstroom.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de zwadkleppen elk nabij de conditioneereenheid draaibaar om een horizontale as met het frame zijn verbonden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 linker zwaddeur is gekoppeld met de rechter zwadklep resp. de rechter zwaddeur is gekoppeld met de linker zwadklep, zodanig dat bij in de richting van de gewasstroom gezwenkte linker resp. rechter zwaddeur de rechter resp. linker zwadklep omlaag is gezwenkt.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de zwaddeuren door een koppelstang met elkaar zijn gekoppeld en door middel van een bedieningsorgaan bedienbaar zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zwadkleppen onafhankelijk van de zwaddeuren bedienbaar zijn. 25 -4i 1C0 ? ?;’ r.;;ig