NL1016321C2 - Vervoermiddel met cilinders omvattende vering en een dergelijke vering op zich. - Google Patents

Description

’* 1 5

VERVOERMIDDEL MET CILINDERS OMVATTENDE VERING EN EEN DERGELIJKE VERING OP ZICH

10 De onderhavige uitvinding betreft- een vervoer middel, omvattende een gestel, ten minste twee parallel aan de voortbewegingsrichting georiënteerde contactorganen, welke met speling van en naar het gestel hieraan zijn aangebracht, en een vering tussen het gestel en de 15 contactorganen, en betreft verder een dergelijke vering op zich.

Bij de bekende vervoermiddelen is het gebruikelijk, dat voor de vering bladveren, schroeflijnvormige veren etc. worden toegepast. Uit DE-A-3.829.318 zijn als 20 rolschaatsen, skateboards etc. vormgegeven vervoermiddelen bekend, waarbij voor de vering van de als wielen vormgegeven contactorganen ten opzichte van het gestel gebruik wordt gemaakt van hydraulische cilinders. Per wiel is een op zichzelf staande, onafhankelijke hydrauli-25 sche veringscilinder toegepast. Soortgelijke configuraties zijn ook bekend uit de 'autotechniek.

De bekende vervoermiddelen en veringen kennen als nadeel, dat als gevolg van de onafhankelijke vering per contactorgaan de vering van dat contactorgaan samen-30 hangt met de vrije slag van de toegepaste cilinder, eventueel in combinatie met een.bron voor fluïdum onder druk voor die betreffende veringscilinder. Aldus is scheefstand van het vervoermiddel, meer in het bijzonder van het gestel hiervan, ten opzichte van de voortbewe-35 gingsrichting of dwars ten opzichte hiervan een aspect, waardoor het comfort tijdens het voortbewegen voor de gebruiker laag of gering is. In het geval van bijvoorbeeld inline skates, die volgens de bekende techniek in 1 o 1 o 1 j 2 het geheel geen vering kennen, leidt het gebrek aan vering of aanpassingsvermogen aan het wegdek, in het bijzonder in het geval van een sterk oneffen wegdek, tot" een verlies van controle over het vervoermiddel, hetgeen 5 bijzonder gevaarlijke situaties voor de gebruiker op kan leveren.

Een verder nadeel van de bekende vervoermiddelen en veringen, voor zover hierin mechanische veren worden toegepast, is het energieverlies, dat hierin 10 optreedt. Dergelijke mechanische veringen dissiperen energie en de gedissipeerde energie gaat verloren, zodat deze niet ten gunste kan komen aan de voortbewegingssnel-heid.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd de 15 bovengenoemde nadelen en problemen van de bekende techniek te verhelpen of althans te verlichten, waartoe volgens de onderhavige uitvinding een vervoermiddel is verschaft, dat zich onderscheidt doordat de vering per contactorgaan ten minste één met fluïdum onder druk 20 gevuld compartiment omvat en de compartimenten van ten minste twee van de contactorganen onderling voor het fluïdum in open verbinding staan.

Met een vervoermiddel en een vering voor vervoermiddelen volgens de onderhavige uitvinding zijn 25 dissipatieverliezen geminimaliseerd, doordat slechts stromingsverliezen optredenvvoor het fluïdum onder druk, hetgeen hydraulisch of pneumatisch kan zijn. Door de open verbinding met daartussen de compartimenten, wordt een schuin- of scheefstand van het gestel en derhalve van het 30 vervoermiddel in het geheel op doeltreffende wijze voorkomen of gecompenseerd. Aldus wordt het gebruikscomfort verhoogd en wordt door goed contact met de ondergrond, waarover wordt gereden of verplaatst, de grip hierop verbeterd, waarmee de beheersing van het vervoermiddel, 35 zoals een inline skate door een gebruiker wordt verhoogd.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn de contactorganen, waarvan de compartimenten in open verbinding staan, in lijn gelegen. Aldus wordt een schuin- of 101 fi3? 1 3 scheefstand ten opzichte van de voortbewegingsrichting op doeltreffende wijze gecompenseerd of tegengegaan. Dit geldt in het bijzonder voor een uitvoeringsvorm met ten minste drie, in lijn, parallel aan de voortbewegingsrich-5 ting georiënteerde contactorganen, waarbij met de open verbinding tussen de compartimenten wordt verzekerd, dat elk van de contactorganen, ongeacht het verloop van de ondergrond hieronder, binnen bepaalde grenzen in contact blijft met deze ondergrond.

10 In een uitvoeringsvorm met tenminste drie contactorganen in lijn, kent de uitvinding een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij de contactorganen zijn onderverdeeld in ten minste twee sets contactorganen, waarbij de compartimenten van de contactorganen in elke 15 van de sets onderling in open verbinding staan. Aldus worden de veringskarakteristieken per set contactorganen, welke hierboven reeds zijn beschreven, hetgeen een in eenvoud gunstige vormgeving oplevert. Verder kan in een dergelijke uitvoeringsvorm zijn voorzien, dat de open 20 verbinding van ten minste twee van de sets aanvullend zijn verbonden. Aldus wordt een uitvoeringsvorm verschaft waarbij alle, in de lijn gelegen contactorganen een aanpassing of compensatie van de scheef- of schuinstand ten opzichte van de bewegingsrichting verkrijgen, waarbij 25 eerst per set wordt gecompenseerd, en pas daarna via de aanvullende verbinding van de sets. Als alternatief kan, bij het ontbreken van een dergelijke aanvullende verbinding tussen de sets, een uitvoeringsvorm worden verschaft, waarbij in de compartimenten en de open verbin-30 ding van de afzonderlijke sets contactorganen verschillende drukken heersen in het fluïdum onder druk daarin. Aldus kan rekening worden gehouden met een belastingska-rakteristiek. Zo zal de druk op de voorwielen van een auto in het algemeen hoger zijn dan die op de achterwie-35 len in verband met de ligging van de motor, voor in de auto onder de motorkap. Ook kan rekening worden gehouden met de belastingskarakteristiek zoals die bijvoorbeeld optreedt in een inline skate. Hierbij ondervinden de 1 Π 1 β Q O 1 i 4 middelste en achterste contactorganen ten opzichte van de voortbewegingsrichting een hogere belasting dan de contactorganen aan de voorzijde. Door de druk per set in te stellen kan met deze belastingseigenschappen rekening 5 worden gehouden.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding vertoont een vervoermiddel de eigenschap, dat ten minste één van de contactorganen om een dwars op de voortbewegingsrichting gelegen kantelas kantelbaar aan 10 het gestel is aangebracht, en de vering van het betreffende contactorgaan ten minste twee compartimenten omvat aan weerszijden van de kantelas ten opzichte van de voortbewegingsrichting. Met een dergelijke kantelbaarheid van de contactorganen is een verdere mogelijkheid ver-15 schaft voor aanpassing van de onderlinge relatieve stand van de contactorganen aan oneffenheden in het wegdek hieronder. In het bijzonder als hierbij de twee compartimenten van één contactorgaan in open verbinding staan, werken de compartimenten van dat contactorgaan samen om 20 het contactorgaan telkens na kanteling daarvan terug te brengen in een niet-gekantelde evenwichtstoestand. Ook is het in een dergelijke uitvoeringsvorm mogelijk, dat ten minste twee van de contactorganen gezamenlijk aan een sub-gestel zijn aangebracht en het sub-gestel om de 25 kantelas kantelbaar is. Een dergelijke uitvoeringsvorm is vergelijkbaar met de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, waarbij de contactorganen zijn onderverdeeld in ten minste twee sets.

Bij een kantelbaarheid van ten minste één van 30 de contactorganen kan een vervoermiddel volgens de onderhavige uitvinding de eigenschap vertonen van een selectief te bekrachtigen rem, waarbij ten minste één van de contactorganen ten opzichte van de voortbewegingsrichting in gekantelde toestand de rem bekrachtigt. De rem kan 35 hierbij een eenvoudig remblok zijn, dat op het loopvlak van het betreffende kantelbare contactorgaan kan werken in de gekantelde toestand van dat betreffende contactorgaan. In een uitvoeringsvorm, waarbij het kantelbare 101 (33 P 1 5 contactorgaan het in de voortbewegingsrichting achterste contactorgaan van het vervoermiddel is, is een zeer effectieve rem voor bijvoorbeeld een inline skate verschaft. Een gebruiker hoeft slechts licht achterover te 5 hellen, hetgeen een natuurlijke reflex is, wanneer men wenst te remmen, om de rem aldus te bekrachtigen. Op deze wijze wordt een zeer gunstige uitvoeringsvorm van bijvoorbeeld inline skates verschaft, die notoir gevaarlijk zijn in verband met het ontbreken van een adequate rem-10 functie.

Verder kan het vervoermiddel zijn voorzien van ten minste één aansluiting voor toevoer of afvoer van het fluïdum onder druk om de druk selectief te verhogen, resp. te verlagen. Hiermee is de verings- of dempings-15 karakteristiek van het vervoermiddel te beïnvloeden. In het bijzonder in het geval van niet-gemotoriseerde toepassingen, waarin al een hydraulisch of pneumatisch systeem aanwezig kan zijn, kan een gebruiker van een dergelijk niet-gemotoriseerd vervoermiddel de dempings-20 karakteristiek aldus instellen. Hierbij kan rekening worden gehouden met de ervaring en behendigheid van een gebruiker, hetgeen in het bijzonder in het geval van inline skates gunstig is. Bij een hogere druk wordt een stijvere vering verschaft.

25 Naast de hierboven genoemde inline skates of rolschaatsen in het algemeen", en auto's, betreft de onderhavige uitvinding verder bijvoorbeeld rolstoelen, terreinwagens, vrachtwagens, rupsvoertuigen, boten zoals raceboten, etc. en tevens, zoals hierboven reeds is 30 vermeld, afzonderlijk een vering voor gebruik in een dergelijk vervoermiddel.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden verduidelijkt aan de hand van een beschrijving van voorkeursuitvoeringsvormen in samenhang met de bijvoegde 35 tekeningen waarin: fig. 1 een gedeeltelijk opgewerkt perspectivisch aanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van het vervoermiddel volgens de onderhavige uitvinding; en 1016321 6 fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht toont van een soortgelijk vervoermiddel volgens de onderhavige uitvinding als fig. 1, doch met enkele wezenlijke verschillen.

5 In de figuren van afzonderlijke uitvoeringsvor men van de onderhavige uitvinding zijn gelijke of soortgelijke onderdelen en componenten aangeduid met dezelfde referentienummers.

In fig. 1 is als mogelijke uitvoeringsvorm van 10 een vervoermiddel volgens de onderhavige uitvinding een inline skate 1 getoond. Opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding vele andere uitvoeringsvormen kent, zoals rolschaatsen, rolstoelen, auto's, terreinwagens, vrachtwagens, boten etc. In het algemeen kan worden gesteld, 15 dat de onderhavige uitvinding allerlei soorten voertuigen omhelst, waarbij een vering van belang is, zoals hieronder is beschreven.

De inline skate in fig. 1 omvat een schoen 2 die op een gestel 3 is gemonteerd. Het gestel 3 is voor-20 zien van beugels 4, waartussen met speling in in de figuur opwaartse richting als wielen 5 vormgegeven contactorganen zijn gemonteerd. Hierbij zijn de wielen 5 in profielen 6 gemonteerd, en zijn de profielen 6 voorzien van pennen 7, die in in de beugels 4 aangebrachte sleuf-25 gaten 8 steken. De sleufgaten 8 strekken zich in in de figuur bovenwaartse richting uit, zodat de wielen 5 te zamen met de profielen 6 een speling van en naar het gestel 3 vertonen.

De profielen 6 zijn U-vormig, waarbij de benen 30 van de U-vormige profielen 6 zich neerwaarts langs de wielen 5 uitstrekken en het lijf van het U-vormige profiel 6 telkens in hoofdzaak horizontaal is vormgegeven en zich over enige afstand in de voortbewegingsrichting uitstrekt.

35 Tussen de lijven van de U-vormige profielen 6 en het gestel 3 zijn voor elk lijf van de U-vormige profielen 6 twee aanslagen 9 aangebracht, in zijaanzicht voor en achter de door de pen 7 en sleufgat 8 gedefi- 1016321 , 7 nieerde kantelassen, ten opzichte van de voortbewegings-richting. Aldus kunnen de profielen 6 met hierin de wielen 5 voor en achterwaarts kantelen om de in hoofdzaak' door de pennen 7 gedefinieerde kantelassen, zoals duide-5 lijk is weergegeven bij het tweede wiel 5 vanaf rechts in de fig. 1.

De aanslagen 9 vormen, of zijn verbonden met zuigers in als cilinders 10 vormgegeven compartimenten.

De cilinders 10 zijn aan de tegenover de zuigers 9 gele-10 gen zijde open en het gestel 3 is hol en gevuld met fluïdum onder druk, zoals hydraulische vloeistof. Als alternatief kan ook een pneumatisch systeem worden verwezenlijkt, waarbij gas onder druk in de plaats van hydraulische vloeistof wordt toegepast.

15 Aan de voorzijde van het gestel is een expan- siekamer 11 gedefinieerd door een membraan 12. De expan-siekamer 11 is op een met een expansievat in een verwar-mingssysteem vergelijkbare wijze geschikt om abrupte drukveranderingen op te vangen en te vereffenen. Hiertoe 20 is de expansiekamer 11 gevuld met gas of fluïdum onder een gelijke of lagere druk dan die in het overige gedeelte van het holle gestel 3 in onbelaste of licht belaste toestand.

De in het holle gestel 3 gevormde ruimte vormt 25 een open verbinding, via welke alle cilinders 10 in de uitvoeringsvorm van fig. 1 ïn open verbinding met elkaar staan. De werking van een dusdanige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is als volgt. Wanneer één van de wielen 5 rijdt over een obstakel 13, dan komen de 30 pennen 7 in de sleufgaten 8 bij dit betreffende wiel 5 omhoog, zoals bij het tweede wiel 5 vanaf rechts in de fig. 1 is weergegeven. De hydraulische vloeistof wordt uit de betreffende twee cilinders 10, die bij het omhoog gekomen wiel 5 horen, verdrongen. Omdat het binnenste van 35 het holle gestel 3 een open verbinding vormt tussen alle cilinders, worden de overige wielen, die geen hinder van het obstakel 13 ondervinden, onder invloed van de hydraulische vloeistof in het holle gestel enigszins omlaag 1016321 8 gedrukt. De afstand waarover de wielen 5, die geen hinder van het obstakel 13 ondervinden, omlaag worden gedrukt, komt overeen met de verhouding tussen het aantal wielen dat niet op zich gedrukt en het aantal wielen 5, dat 5 hinder van het obstakel ondervindt. In de in fig. 1 getoonde situatie komt het tweede wiel vanaf rechts omhoog naar het gestel 3 over een afstand, die overeenkomt met de hoogte van het obstakel 13. De overige wielen worden door verplaatsing van fluïda over een kwart van 10 deze afstand omlaag gedrukt, omdat in de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm de opwaartse verplaatsing van het wiel, dat hinder ondervindt van het obstakel 13, over vier wielen 5 moet worden verdeeld, die geen hinder van het obstakel ondervinden. Aldus is de hinder, die het 15 gehele gestel en derhalve de hele inline skate 1 van een dergelijk obstakel 13 ondervindt beperkt tot slechts een kwart van de hoogte van het obstakel. In het geval van zes wielen wordt het gestel 3 met de schoen 2 hieraan slechts over eenvijfde deel van de hoogte van het obsta-20 kei 13 verplaatst, wanneer één van de wielen 5 hierover-heen rijdt. Het blijkt, dat met de onderhavige uitvinding een vering is verschaft, die de profielen 6, de aanslagen 9, de cilinders 10 en de holle ruimte in het gestel 3. omvat, waarmee een vereffenende, dempende veerwerking is 25 verschaft, waarbij alle wielen 5 optimaal in contact worden gehouden met de ondergrond, waarover de inline skate 1 rijdt. De hinder van oneffenheden en obstakels in resp. op de ondergrond wordt hierbij geminimaliseerd.

In fig. 2 is een andere uitvoeringsvorm van een 30 vervoermiddel volgens de onderhavige uitvinding weergegeven, die is vormgegeven, wederom als inline skate 14. De inline skate 14 van fig. 2 verschilt in een aantal aspecten van de inline skate 1 in fig. 1. Zo is de open verbinding, gevormd door het holle gestel 3 heen, tussen 35 verschillende cilinders 10 van afzonderlijke wielen onderverdeeld met behulp van schotten 15. Door de schotten 15 zijn de wielen onderverdeeld, qua werking van de vering, in drie sets. Er zijn twee sets met elk twee 1016321 9 wielen en er is één wiel afzonderlijk geveerd. Dit afzonderlijk geveerde wiel is het in de voortbewegingsrichting van de inline skate 14 het achterste wiel 5.

Op het in de voortbewegingsrichting achterste 5 wiel 5 na zijn alle wielen 5 op dezelfde wijze opgehangen en geveerd in profielen 6, als in samenhang met fig, 1 is weergegeven. Door het aanbrengen van de schotten 15 in het holle gestel 3 vormen de voorste twee wielen 5 van de inline skate 14 een functionele eenheid, die op dezelfde 10 wijze werkt als het geheel, dat in fig. 1 is weergegeven, en hetzelfde geldt voor het derde en het vierde wiel, gerekend vanaf de voorzijde van de inline skate 14 in de voortbewegingsrichting hiervan. Aldus staan de bij de eerste en tweede wielen 5, gerekend vanaf de voorzijde 15 van de inline skate 14, behorende cilinders 10 onderling in open verbinding, maar niet met de cilinders van de overige wielen. De keuze voor de plaatsing van de schotten 15 kan samenhangen met belastingsgebieden. Een berijder van de inline skate 14 zal in het algemeen minder 20 kracht zetten op de voorste wielen, zodat ook in het bijbehorende voorste gedeelte van het holle gestel 3 een hogere druk van het fluïdum hierin kan worden toegepast. Onder de hiel van een gebruiker of onder het midden van de voet of schoen 2 kan, omdat daar een hogere kracht of 25 belasting wordt verwezenlijkt, een andere druk worden gekozen.

Als alternatief kunnen de door de schotten 15 van elkaar gescheiden delen van de ruimte in het holle gestel 3 worden verbonden met hiertussen bijv. een smoor. 30 Dit kan door het schot 15 heen, maar er kan ook een afzonderlijke leiding worden gelegd. Dit is in de figuren niet weergegeven.

Zoals hierboven reeds is opgemerkt is de ophanging van het achterste wiel 5 ten opzichte van de voort-35 bewegingsrichting anders dan die van de overige wielen 5. De door de pen 7 in het sleufgat 8 gedefinieerde kantelas van dit achterste wiel 5 is excentrisch ten opzichte van de twee cilinders 10 en voorwaarts verplaatst ten opzich- 1016321 10 te van de positie van deze kantelas bij de overige wielen 5. Wanneer een berijder wil stoppen, hoeft hij slechts licht achterwaarts te hangen in de schoen 2 om een stevige hoekverdraaiing van het profiel 6 van het achterste 5 wiel 5 te bewerkstelligen. Achter het achterste wiel 5 is een remblok 16 aangebracht, zodat in deze achteroverhel- « lende positie van de berijder, die in fig. 2 is weergegeven, een ferm remmend contact tussen het achterste wiel 5 en het remblok 16 wordt verwezenlijkt.

10 In fig. 2 is de voorste van de onderverdeelde ruimtes in het holle gestel 3 voorzien van een ventiel 17, waarmee fluidum onder druk kan worden toegevoegd of afgevoerd om de stijfheid van de vering te beïnvloeden.

Door toevoer van fluïdum onder druk wordt de druk ver-15 hoogd en wordt een stijvere vering gegenereerd. De overige delen van de door de schotten 15 onderverdeelde ruimte in het holle gestel 3 kunnen tevens zijn voorzien van een eigen ventiel of soortgelijke maatregel voor het beïnvloeden of beheersen van de druk van het fluïdum onder 20 druk in het binnenste hiervan. In de uitvoeringsvorm van fig. 1 kan vanzelfsprekend worden volstaan met een enkel ventiel. Ook andere soorten aansluiting dan een ventiel 17 zijn mogelijk.

Opgemerkt wordt, dat bij de twee expliciet 25 hierboven beschreven uitvoeringsvormen, die toevalligerwijs beide een inline skate 1', 14 betreffen, elk van de wielen onafhankelijk is opgehangen. Het zal duidelijk zijn, dat ook de mogelijkheid, dat ten minste twee van de wielen gezamenlijk aan een subgestel zijn aangebracht, 30 onder de onderhavige uitvinding valt, waarbij het subgestel om de kantelas kantelbaar is. Een mogelijke uitvoeringsvorm is er één, waarbij de voorste twee wielen aan een dergelijk subframe zijn aangebracht, evenals de achterste twee wielen in de uitvoeringsvormen van fig. 1 35 en 2, terwijl het middelste wiel nog altijd onafhankelijk van de overige kan zijn opgehangen. Een dergelijke uitvoeringsvorm resulteert in een aanzienlijke vermindering 1016321 11 van het aantal componenten, in het bijzonder cilinders, etc.

Na kennisneming van het voorgaande zullen zich ook andere uitvoeringsvormen aan de vakman opdringen, die 5 alle zijn gelegen binnen het kader van de door de bijgevoegde conclusies gedefinieerde beschermingsomvang. Zo hoeven niet noodzakelijkerwijs alle wielophangingen ook kantelbaar te zijn in de voortbewegingsrichting. Wanneer slechts een speling onder inwerking van de vering van en 10 naar het gestel voor elk van de wielen 5 zou volstaan, kan een uitvoeringsvorm van een vervoermiddel worden uitgerust met een enkele cilinder per wiel. In een hierboven beschreven uitvoeringsvorm, waarbij ten minste twee wielen gezamenlijk in een enkel profiel zijn opgehangen, 15 waarbij dit enkele profiel op-en-neer hoeft te kunnen bewegen van en naar het gestel toe, dan kan nog altijd worden volstaan met een enkele cilinder, afhankelijk van overige geleidingsmiddelen, zoals de pen 7 en sleufgat 8 verbindingen voor het geleiden van een dergelijk sub-20 gestel. Zoals opgemerkt kan, naast of als alternatief voor een hydraulisch systeem, ook gebruik worden gemaakt van een pneumatisch systeem. Het vervoermiddel kan meer of minder dan vijf wielen hebben en is desgewenst zelfs toepasbaar in een fiets met slechts twee wielen in lijn, 25 parallel aan de voortbewegingsrichting. Een andere uitvoeringsvorm is er één, waarbij vier wielen worden gebruikt van twee paren, die elk twee in lijn, parallel aan de voortbewegingsrichting gelegen wielen omvatten en de paren wielen op afstand van elkaar zijn gelegen, zoals 30 een rolstoel, een auto, een terreinwagen, etc. In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn hierbij ook open verbindingen over en weer tussen de veringsci-linders van de afzonderlijke paren wielen verschaft. In het geval van een voertuig, zoals een auto, wordt aldus 35 bereikt, dat zelfs als een bocht wordt doorlopen, het koetswerk op het als carrosserie vormgegeven gestel horizontaal wordt gehouden, terwijl de wielen aan de binnenzijde van de bocht naar het gestel worden gedrukt 1016321 12 en de wielen aan de buitenzijde van de bocht omlaag worden gedrukt.

Een bekend truck of vrachtwagen heeft in het bijzonder aan de achterzijde of onder een oplegger önaf-5 hankelijk opgehangen wielen. Als over een obstakel, zoals een verkeersdrempel, wordt gereden verliest telkens een i wiel contact met het wegdek. Het frame torteert en wordt aldus beschadigd. Door de uitvinding hier toe te passen, wordt dit nadeel effectief verholpen.

10 In een raceboot kan de uitvinding worden verwe zenlijkt door de romp samen te stellen uit een aantal segmenten, die de contactorganen vormen en ten opzichte van elkaar op en neer verplaatsbaar zijn. Met elk segment hangt een compartiment samen, bijv. een met water, olie 15 of gel gevulde kamer, en de kamers bij de segmenten staan in open verbinding. Als over een golf in het water wordt gevaren, neemt d romp de vorm van de golf aan, waarbij de segmenten zich naar de golf schikken. De vorm van de golf verplaatst zich door de romp heen als over de golf. wordt 20 gevaren. De weerstand van de boot is verlaagd, dus kan bij eenzelfde motorvermogen sneller worden gevaren.

Bovendien zal een dergelijke boot bij hoge snelheden niet op de golven stampen, dus kan nog sneller worden gevaren zonder schade aan de romp of het risico, dat de boot van 25 het water loskomt en buiten besturing als het ware wordt gelanceerd. v

De in fig. 1 en 2 gebruikte cilinders kunnen als alternatief plunjers omvatten die niet direct de werking van het fluïdum ondervinden, maar via een of meer 30 dan een, de compartimenten vormende omhullung van het fluïdum. De plunjers drukken tegen de omhulling bij opwaartse verplaatsing en als gevolg van de verplaatsing van het fluïdum om de omhulling worden andere plunjers omlaag gedrukt. Hierbij werkt het fluïdum dus indirect 35 via de bijv. als membraam vormgegeven omhulling van de plunjers.

Binnen het kader van de onderhavige uitvinding zijn, zo blijkt, vele alternatieve en aanvullende uitvoe- 13 ringsvormen mogelijk ten opzichte van die, welke in het voorgaande expliciet zijn beschreven. De uitvinding is aldus slechts beperkt door de definities hiervan volgens de bijgevoegde conclusies, en de expliciete uitvoerings-5 vormen, zoals die hierboven zijn beschreven en in de figuren zijn getoond, dienen slechts ter uitleg van dergelijke definities.

1016321

Claims (15)

1. Vervoermiddel, omvattende: een gestel; ten minste twee parallel aan de voortbewegingsrichting georiënteerde contactorganen zoals ski's, wielen, welke met een speling van en naar het gestel hieraan zijn aange- 10 bracht; en een vering tussen het gestel en de wielen, waarbij de vering per wiel ten minste één met fluïdum gevuld compartiment omvat en de compartimenten van ten minste twee van de contactorganen onderling voor het fluïdum in open verbinding staan.

2. Vervoermiddel volgens conclusie 1, waarbij de contactorganen, waarvan de compartimenten in open verbinding staan, in lijn zijn gelegen.

3. Vervoermiddel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de compartimenten hydraulische of pneumatische 20 cilinders zijn.

4. Vervoermiddel volgens conclusie 1, 2 of 3, omvattende ten minste drie in lijn, parallel aan de voortbewegingsrichting georiënteerde contactorganen.

5. Vervoermiddel volgens conclusie 4, waarbij 25 de wielen zijn onderverdeeld in ten minste twee sets wielen, waarbij de veringscilïnders van de wielen in elke van de sets onderling in open verbinding staan.

6. Vervoermiddel volgens conclusie 5, waarbij de open verbindingen van ten minste twee van de sets 30 aanvullend zijn verbonden.

7. Vervoermiddel volgens conclusie 5, waarbij in de compartimenten en de open verbindingen van afzonderlijke sets contactorganen verschillende drukken heersen in het fluïdum onder druk daarin.

8. Vervoermiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de contactorganen om een dwars op de voortbewegingsrichting gelegen kan-telas kantelbaar aan het gestel is aangebracht, en de 1016321 vering van het betreffende contactorgaan ten minste twee veringscilinders omvat aan weerszijden van de kantelas ten opzichte van de voortbewegingsrichting.

9. Vervoermiddel volgens conclusie 8, waarbij 5 ten minste twee van de contactorganen gezamenlijk aan een sub-gestel zijn aangebracht, en het sub-gestel om de kantelas kantelbaar is.

10. Vervoermiddel volgens conclusie 8 of 9, verder omvattende een selectief te bekrachtigen rem, 10 waarbij ten minste één van de kantelbare contactorganen ten opzichte van de voortbewegingsrichting in gekantelde toestand de rem bekrachtigt.

11. Vervoermiddel volgens conclusie 10, waarbij het betreffende van de contactorganen, waarmee de rem te 15 bekrachtigen is, in de voortbewegingsrichting het achterste wiel is.

12. Vervoermiddel volgens conclusie 10 of 11, waarbij het betreffende van de contactorganen, waarmee de rem te bekrachtigen is, een excentrisch ten opzichte van 20 de veringscilinders geplaatste kantelas omvat, waarbij bekrachtiging van de rem te versterken is.

13. Vervoermiddel volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende ten minste één aansluiting voor toevoer of afvoer van het fluïdum onder druk om de 25 druk selectief te verhogen resp. te verlagen.

14. Vervoermiddel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het vervoermiddel er een is uit de groep, die omvat: rolschaatsen, in-line skates, rolstoelen, auto's, terreinwagens, vrachtwagens, rupsvoertuigen, 30 raceboten, etc.

15. Vering voor gebruik in een vervoermiddel volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende per contactorgaan ten minste één op fluïdum onder druk functionerend compartiment, waarbij de veringscilinders ten 35 minste twee van de contactorganen onderling voor het fluïdum in open verbinding staan. 1016321 '