NL1015021C2 - Koppelsysteem alsmede babystoel en koppelingselement geschikt voor een dergelijk koppelsysteem. - Google Patents

Description

r ,

Korte aanduiding: Koppel systeem alsmede babystoel en koppelingselement geschikt voor een dergelijk koppel systeem.

De uitvinding heeft betrekking op een koppel systeem 5 geschikt voor het met behulp van een koppel ingselement bevestigen van een kuipvormige babystoel aan een, een zitting en rugleuning omvattende voertuigstoel, waarbij het koppelingselement losneembaar bevestigbaar is aan de voertuigstoel, terwijl de babystoel losneembaar bevestigbaar is aan het koppelingselement.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een babystoel en koppelingselement geschikt voor een dergelijke koppel systeem.

Bij een dergelijk op zich bekend koppel systeem is het koppelingselement losneembaar bevestigbaar met een voertuigstoel. De babystoel, welke geschikt is voor baby’s tot ongeveer 9 maanden oud en 15 met een gewicht tot ongeveer 13 kg, kan met het koppelingselement worden verbonden zodat een stevige bevestiging tussen de babystoel en het voertuig wordt verkregen. Een dergelijke babystoel wordt gebruikelijk met een zich daarin bevindende baby in het voertuig aangebracht of uit het voertuig verwijderd. Buiten het voertuig, wordt de babystoel gebruikt als losstaand 20 stoeltje of wordt op een verrijdbaar onderstel zoals een wandelwagen aangebracht. Om de babystoel uit het voertuig te tillen en buiten het voertuig te dragen, is de babystoel voorzien van een zwenkbaar met de babystoel verbonden draagbeugel.

Bij een op zich bekend koppel systeem, omvat het 25 koppelingselement een dragerplaat en twee zich dwars op de dragerplaat uitstrekkende flenzen. De flenzen zijn aan van de dragerplaat afgekeerde zijden voorzien van uitsparingen waarin met uiteinden van de draagbeugel verbonden assen positioneerbaar zijn. Ter bevestiging van de babystoel aan het koppelingselement, dient de babystoel over ten minste een flens 30 heen te worden getild om vervolgens tussen de flenzen te kunnen worden gepositioneerd. Aangezien deze handeling dient te worden uitgevoerd bij een reeds in het voertuig gepositioneerd koppel ingselement, is het op deze wijze aanbrengen van de babystoel in het koppel ingselement relatief zwaar.

De uitvinding beoogt een koppel systeem te verschaffen 35 waarbij het koppelen en ontkoppelen van de babystoel met het koppelingselement op een relatief eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd.

1 0 1 502 1 ‘ t 2

Dit doel wordt bij het koppel systeem volgens de uitvinding bereikt doordat het koppelingselement is voorzien van nabij de rugleuning en zitting gelegen bevestigingsorganen die koppelbaar zijn met nabij respectievelijk naar de rugleuning en de zitting toegekeerde 5 voorzijde en onderzijde van de babystoel gelegen bevestigingselementen, waarbij in bedrijf de babystoel aan een van de rugleuning afgekeerde zijde van het koppel ingselement op de zitting positioneerbaar is, waarna de babystoel ten opzichte van van het koppel ingselement kantelbaar is om een zich evenwijdig aan de rugleuning en zitting uitstrekkende as ter koppeling 10 van de bevestigingsorganen met de bevestigingselementen.

Doordat de bevestigingselementen en de bevestigingsorganen zich ter hoogte van de voorzijde en onderzijde van de babystoel bevinden, in plaats van nabij de bovenzijde en het midden van de babystoel, hoeft de babystoel nagenoeg niet over uitstekende elementen heen te worden 15 getild. Bij het koppelsysteem volgens de uitvinding kan de babystoel eenvoudig tegenover het koppelingselement op de zitting van de voer-tuigstoel worden gepositioneerd en vervolgens naar het koppelingselement toe worden geschoven. Daarna wordt door kanteling van de babystoel ten opzichte van het koppelingselement, de bevestigingselementen van de 20 babystoel in aangrijping gebracht met de bevestigingsorganen van het koppel ingselement. Aldus wordt een stevige verbinding tussen de babystoel en het koppelingselement verkregen.

Doordat bovendien de bevestigingsorganen relatief dicht nabij de rugleuning respectievelijk zitting van de voertuigstoel kunnen 25 worden aangebracht, kan het koppelingselement relatief compact worden uitgevoerd. Dit is met name van belang indien men de voertuigstoel tijdelijk voor een volwassen persoon wenst te gebruiken en het koppel ingselement tijdelijk elders in het voertuig wenst op te bergen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 30 van de tekeningen, waarin: fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een koppelingselement volgens de uitvinding toont, fig. 2 een tweede uitvoeringsvorm van een koppelingselement volgens de uitvinding toont, 35 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een babystoel volgens de uitvinding toont, 1 015021 τ 3 fig. 4 een dwarsdoorsnede van een deel van de in fig. 3 weergegeven babystoel toont, fig. 5 en 6 het bevestigen van de in fig. 3 weergegeven babystoel aan de in fig. 1 weergegeven koppelingselement tonen, 5 fig. 7 een verdere uitvoeringsvorm van een koppel systeem volgens de uitvinding toont, fig. 8 een nog verdere uitvoeringsvorm van een koppel systeem volgens de uitvinding toont.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien 10 van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een koppelingselement 1 volgens de uitvinding welke is voorzien van een zich nagenoeg horizontaal uitstrekkend gedeelte 2 en een zich nagenoeg dwars daarop verticaal uitstrekkend gedeelte 3. Het verticaal uitstrekkende gedeelte 3 is aan een van het 15 horizontaal uitstrekkend gedeelte 2 afgekeerde zijde voorzien van een langgestrekte groef 4. De groef 4 is aan een van het horizontale gedeelte 2 afgekeerde zijde open. Het koppel ingselement 1 is verder voorzien van een brugdeel 5 dat zich uitstrekt tussen van elkaar afgekeerde uiteinden van het horizontale gedeelte 2 en het verticale gedeelte 3. Het brugdeel 5 20 is aan beide langszijden begrensd door ingesprongen gelegen gedeeltes 6. In de ingesprongen gedeeltes 6 zijn nokvormige bevestigingsorganen 7 gelegen welke zich vanaf het horizontale gedeelte 2 naar boven toe uitstrekken.

Het koppelingselement 1 is verder voorzien van in de 25 ingesprongen gedeeltes 6 gelegen lippen 8 welke tegen veerkracht in verplaatsbaar zijn in de door pijl PI aangegeven, naar het verticale gedeelte 3 toe uitstrekkende richting. De lippen 8 zijn met behulp van een bedieningsknop 9 gezamenlijk in de door pijl PI aangegeven richting verplaatsbaar.

30 Het koppelingselement 1 is nabij het horizontale gedeelte 2 aan weerszijden voorzien van scharnierbaar met het horizontale gedeelte verbonden armen 10 die aan van het horizontale gedeelte 2 afgekeerde zijde elk zijn voorzien van een haakvormig element 11.

Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een 35 koppelingselement 21 volgens de uitvinding welke zich onderscheidt van het in fig. 1 weergegeven koppel ingselement 1 doordat het is voorzien van O 1 £f) O 1 4 zich vanaf het horizontale gedeelte 2 af uitstrekkende armen 22 die dienen ter geleiding van een met een voertuig verbonden gordel 23. De overige onderdelen van het koppelingselement 21 komen overeen met die van het koppelingselement 1.

5 Fig. 3 en 4 tonen respectievelijk een perspectivisch aanzicht en een dwarsdoorsnede van een deel van een babystoel 31 volgens de uitvinding. De babystoel 31 is voorzien van een kuip 32 en een scharnierbaar daarmee verbonden draagbeugel 33. De kuip 32 is aan een voorzijde en onderzijde voorzien van twee flensvormige zijwanden 34 10 waartussen een wanddeel 35 zich uitstrekt. Tegen het wanddeel 35 rusten bij gebruik de benen van de in de babystoel 31 liggende baby aan. De flensvormige zijwanden 34 zijn elk aan de onderzijde voorzien van een uitsparing 36 en aan een bovenzijde, welke nabij de voorzijde van de babystoel 31 is gelegen, voorzien van een U-vormige sleuf 37. De kuip 32 15 is verder nabij de voorzijde voorzien van een zich voorbij de sleuven 37 uitstrekkende rand 38 welke zich ten minste tussen de wanden 34 in de richting van de onderzijde van de kuip 32 uitstrekt.

Fig. 5 en 6 tonen het bevestigen van de babystoel 31 met behulp van het koppel ingselement 1 aan een in een voertuig (niet 20 weergegeven) gelegen voertuigstoel 41. De voertuigstoel 41 is voorzien van een op zich bekende zitting 42 en een daarmee verbonden rugleuning 43.

Het koppel ingselement 1 wordt met behulp van de haken 11 bevestigd aan in het voertuig, tussen de rugleuning 43 en de zitting 42 gelegen bevestigingsbeugels (niet weergegeven). Het op een dergelijke wijze 25 bevestigen van een constructie aan een voertuig is bijvoorbeeld bekend uit het Nederlandse octrooi 1009912 van aanvraagster en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

Nadat het koppelingselement 1 met de voertuigstoel 41 is verbonden, wordt de babystoel 31 met de onderzijde op de zitting 42 30 tegenover het koppelingselement 1 gepositioneerd. Vervolgens wordt de babystoel 31 in de door pijl P2 aangegeven richting over de zitting 42 naar het koppelingselement 1 toe geschoven waarbij de zijwanden 34 aan weerszijden van het brugdeel 5 in de ingesprongen gedeeltes 6 komen te liggen. De babystoel 31 wordt hierbij zodanig ten opzichte van het 35 koppel ingselement 1 gehouden dat de rand 38 eenvoudig over het brugdeel 5 heen kan worden geschoven. Nadat de babystoel 31 in de in fig. 5 n 150 21 5 weergegeven stand is gebracht, wordt de babystoel 31 in de door pijl P3 aangegeven richting om een zich evenwijdig aan de rugleuning en zitting uitstrekkende as gekanteld, waarbij de aan de onderzijde van de zijwanden 3 gelegen uitsparingen 36 over de nokvormige bevestigingsorganen 7 worden 5 gepositioneerd. Tegelijkertijd worden door de wanden 34 de pinnen 8 tegen veerkracht in in de door pijl PI aangegeven richting gedrukt. Zodra echter de steunen 37 tegenover de lippen 8 zijn gelegen, worden de lippen 8 onder invloed van de veerkracht in de aan pijl PI tegengestelde richting in de sleuven 37 gepositioneerd. De babystoel 31 is nu stevig met het 10 koppelingselement 1 verbonden. Bovendien ligt na kanteling van de kuip 32 in de door pijl P3 aangegeven richting, de rand 38 in de groef 4 (zie fig. 6). Indien bij een botsing van het voertuig, op de babystoel 31, een relatief grote kracht in een van de rugleuning 43 afgekeerde richting wordt uitgeoefend, wordt mede door de in de groef 4 gelegen rand 38 een 15 ongewenste verplaatsing van de babystoel 31 ten opzichte van het koppel ingselement 1 op effectieve wijze verhinderd.

Het in fig. 2 weergegeven koppelingselement 21 wordt op eenzelfde wijze met de babystoel 31 vergrendeld. Alleen de bevestiging van het koppelingselement 21 geschiedt met in het voertuig aanwezige 20 gordels in plaats van met daarin aanwezige bevestigingsbeugels.

Fig. 7 toont een verdere uitvoeringsvorm van een koppelingselement 51 volgens de uitvinding waarbij in het verticale gedeelte 3 een om een as 52 zwenkbare arm 53 is gelegen welke aan een van de as 52 afgekeerde zijde is voorzien van een lip 54, die in aangrijping 25 kan worden gebracht met de bovenzijde van de rand 38 van de babystoel 31. De arm 53 is tegen veerkracht in zwenkbaar in de door pijl P4 aangegeven richting. Bij de in fig. 7 weergegeven uitvoeringsvorm strekken de lippen 54 zich uit in de groef 4.

Fig.8 toont een nog verdere uitvoeringsvorm van een 30 koppel ingselement 61 volgens de uitvinding welke is voorzien van een om een as 62 zwenkbare arm 63 die aan een van de as 62 afgekeerde zijde is voorzien van lippen 64 die in in de wand 34 van de babystoel 31 aangebrachte uitsparingen 65 in aangrijping kunnen worden gebracht. De lippen 64 zijn hierbij in het brugdeel 5 gelegen.

35 Om de babystoel 31 van het koppelingselement 1, 21 te verwijderen wordt de bedieningsknop 9 ingedrukt, waarna de babystoel 31 1015021 * 6 in de aan pijl P3 tegengestelde richting wordt gekanteld en van het koppelingselement 31 af wordt geschoven.

5 1 015021

Claims (10)

1. Koppel systeem geschikt voor het met behulp van een koppelingselement bevestigen van een kuipvormige babystoel aan een, een 5 zitting en rugleuning omvattende voertuigstoel, waarbij het koppel ingselement losneembaar bevestigbaar is aan de voertuigstoel, terwijl de babystoel losneembaar bevestigbaar is aan het koppelingselement, met het kenmerk, dat het koppelingselement is voorzien van nabij de rugleuning en zitting gelegen bevestigingsorganen die koppelbaar zijn met nabij respectievelijk 10 naar de rugleuning en de zitting toegekeerde voorzijde en onderzijde van de babystoel gelegen bevestigingselementen, waarbij in bedrijf de babystoel aan een van de rugleuning afgekeerde zijde van het koppelingselement op de zitting positioneerbaar is, waarna de babystoel ten opzichte van van het koppelingselement kantelbaar is om een zich evenwijdig aan de 15 rugleuning en zitting uitstrekkende as ter koppeling van de bevestigingsorganen met de bevestigingselementen.

2. Koppelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koppelingselement is voorzien van een zich evenwijdig aan de as uitstrekkende, naar een van de zitting afgekeerde richting open groef 20 waarin een nabij de voorzijde van de babystoel gelegen, naar de zitting toe uitstrekkende flens positioneerbaar is.

3. Koppelsysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de babystoel nabij de onderzijde is voorzien van ten minste een uitsparing omvattend bevestigingselement, waarin een nokvormig bevesti- 25 gingsorgaan van het koppelingselement positioneerbaar is.

4. Koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de babystoel nabij de voorzijde is voorzien van ten minste een uitsparing omvattend bevestigingselement, waarin een nokvormig bevestigingsorgaan van het koppelingselement positioneerbaar is.

5. Koppel ingselement volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het nokvormige bevestigingsorgaan tegen de veerkracht in verplaatsbaar is in een naar het koppelingselement toegekeerde richting.

6. Koppel ingsel ement volgens een der voorgaande concl usies, met het kenmerk, dat de babystoel is voorzien van zich nagenoeg dwars op 35 de zitting en rugleuning uitstrekkende zijwanden waarbij het koppelingselement is voorzien van een tussen de zijwanden positioneerbaar brugdeel. 1015021 t

7. Koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het koppelingselement met behulp van een met het voertuig verbonden gordel met de voertuigstoel koppel baar is.

8. Koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies 5 1-6, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van bevestigingsbeugels, waarbij het koppelingselement is voorzien van twee aan weerszijden van het koppelingselement gelegen, met de bevestigingsbeugels koppelbare haken.

9. Babystoel geschikt voor een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies.

10. Koppelingselement geschikt voor een koppelsysteem volgens een der voorgaande conclusies 1-8. 01 5021