NL1009912C2 - Kinderzitje voor gebruik in een voertuig. - Google Patents

Kinderzitje voor gebruik in een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL1009912C2
NL1009912C2 NL1009912A NL1009912A NL1009912C2 NL 1009912 C2 NL1009912 C2 NL 1009912C2 NL 1009912 A NL1009912 A NL 1009912A NL 1009912 A NL1009912 A NL 1009912A NL 1009912 C2 NL1009912 C2 NL 1009912C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
child seat
frame
seat according
devices
fastening
Prior art date
Application number
NL1009912A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendricus Johannes Vertegaal
Original Assignee
Maxi Miliaan Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maxi Miliaan Bv filed Critical Maxi Miliaan Bv
Priority to NL1009912A priority Critical patent/NL1009912C2/nl
Priority to FR9910625A priority patent/FR2782483B1/fr
Application granted granted Critical
Publication of NL1009912C2 publication Critical patent/NL1009912C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2887Fixation to a transversal anchorage bar, e.g. isofix
    • B60N2/2893Fixation to a transversal anchorage bar, e.g. isofix coupled to the seat sub-frame
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2821Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle having a seat and a base part
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60NSEATS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES; VEHICLE PASSENGER ACCOMMODATION NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60N2/00Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles
    • B60N2/24Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles
    • B60N2/26Seats specially adapted for vehicles; Arrangement or mounting of seats in vehicles for particular purposes or particular vehicles for children
    • B60N2/28Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle
    • B60N2/2857Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle characterised by the peculiar orientation of the child
    • B60N2/2863Seats readily mountable on, and dismountable from, existing seats or other parts of the vehicle characterised by the peculiar orientation of the child backward facing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Child & Adolescent Psychology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)

Description

Korte aanduiding: Kinderzitje voor gebruik in een voertuig.
De uitvinding heeft betrekking op een kinderzitje voor gebruik in een voertuig, omvattende een frame met een zitgedeelte en twee 5 of meer bevestigingsinrichtingen voor het op vergrendelde wijze aan bevestigingsmiddelen van het voertuig bevestigen van het frame, welke bevestigingsinrichtingen zijn ingericht voor het onafhankelijk op vergrendelde wijze aangrijpen op corresponderende bevestigingsmiddelen, het kinderzitje is verder voorzien van indicatormiddelen voor het ; 10 signaleren van de met het voertuig vergrendelde positie van het frame : wanneer de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen aan weerszijden van het frame op vergrendelde wijze aangrijpen op corresponderende : bevestigingsmiddelen van het voertuig.
Een dergelijk kinderzitje is bijvoorbeeld bekend uit 15 de Europese octrooiaanvrage 0.714.806.
Voor een veilig gebruik van het kinderzitje zijn ; tenminste twee op afstand van elkaar aan weerszijden van het frame : aangebrachte bevestigingsinrichtingen vereist. Bij het monteren van het .
bekende kinderzitje zal een gebruiker aan beide zijden van het zitje moeten ; 20 controleren of de bevestigingsinrichtingen daadwerkelijk op vergrendelde ï
wijze aangrijpen op de corresponderende bevestigingsmiddelen van het Z
voertuig. Z
Wanneer een gebruiker een dergelijke controle niet of ï niet correct uitvoert, kan het voorkomen dat het frame ongewenst aan f
25 slechts één zijde met het voertuig is vergrendeld, waardoor de met het F
kinderzitje beoogde veiligheid tijdens gebruik van het voertuig niet wordt I
verschaft. I
Aan de uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag l een kinderzitje te verschaffen, waarbij het risico van een eenzijdige, 30 foutieve montage effectief wordt voorkomen.
Een kinderzitje volgens de uitvinding wordt daardoor 5
gekenmerkt dat de indicatormiddelen onderling zijn gekoppeld voor het Z
alleen dan signaleren van de vergrendelde positie wanneer de beide of meer j van de bevestigingsinrichtingen op vergrendelde wijze aangrijpen op = 35 corresponderende bevestigingsmiddelen.
Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag dat I
1 0 099 1 2 2 de met het voertuig vergrendelde positie van het kinderzitje alleen dan mag worden gesignaleerd, wanneer ten minste de beide bevestigingsinrich-tingen aan weerszijden van het frame op vergrendelde wijze aangrijpen op de betreffende bevestigingsmiddelen van het voertuig.
5 De vergrendelde positie van het kinderzitje wordt met de uitvinding dan ook pas dan gesignaleerd, wanneer het zitje aan beide zijden met het voertuig is vergrendeld. Het zal duidelijk zijn dat met de uitvinding niet alleen de veiligheid maar ook het gebruiksgemak bij de montage van het kinderzitje effectief zijn verbeterd.
10 Gebleken is dat het precies gelijktijdig vergrendelend monteren van de bevestigingsinrichtingen aan weerszijden van een kinderzitje in de beperkte ruimte binnen bijvoorbeeld een personenauto praktisch niet goed mogelijk is.
Hoewel de indicatormiddelen centraal kunnen zijn aange-15 bracht, biedt de uitvinding de mogelijkheid om desgewenst elke bevesti-gingsinrichting van eigen indicatormiddelen te voorzien. De vergrendelde positie wordt door elk van de indicatormiddelen echter pas dan gesignaleerd, wanneer het zitje aan beide zijden met het voertuig is vergrendeld.
20 Voor het, uit het voertuig verwijderen van het kinderzitje zijn ontgrendelmiddelen verschaft voor het opheffen van de vergrendelde positie van het frame en het voertuig, waarbij de indicatormiddelen en de ontgrendelmiddelen onderling zijn gekoppeld voor het signaleren van de ontgrendelde positie van het frame.
25 In het geval van afzonderlijk vergrendel bare bevestigingsinrichtingen, zijn in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen elk van onderling gekoppelde indicatormiddelen en ontgrendelmiddelen voorzien, waarbij de indicatormiddelen en de ontgrendelmiddelen van de beide of meer 30 van de bevestigingsinrichtingen onderling zijn gekoppeld voor het opheffen van de vergrendeling van het frame door het bedienen van de ontgrendelmiddelen van één van de bevestigingsinrichtingen.
In deze uitvoeringsvorm wordt met voordeel gebruik gemaakt van de koppeling tussen de indicatormiddelen voor het tevens 35 gelijktijdig ontgrendelen van de betreffende vergrendel middel en, waardoor een compacte, zo veel mogelijk geïntegreerde en een beperkt aantal onder- 1 0 099 1 2 3 delen omvattende constructie wordt verschaft.
In een nog weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de bovenbeschreven koppeling tussen de bevestigingsinrich-tingen met voordeel gebruikt voor het instellen of verstellen van de be-5 vestigingsinrichtingen, voor het o.a. variëren van de afstand waarover de bevestigingsinrichtingen ten opzichte van het frame uitsteken. Dit, om het kinderzitje universeel bruikbaar te maken voor verschillende voertuigen. De instelmiddelen kunnen daarbij zodanig zijn uitgevoerd, dat de bevestigingsinrichtingen in verschillende posities kunnen worden 10 ingesteld afhankelijk van het voertuigtype, of desgewenst in twee of meer vaste standen wanneer het kinderzitje bijvoorbeeld afwisselend in twee of meer voertuigen van verschillend type moet worden gebruikt. Het zal duidelijk zijn dat de gebruiksvriendelijkheid van het kinderzitje volgens de uitvinding hierdoor aanzienlijk wordt verhoogd, hetgeen een gunstige 15 invloed heeft op de montageveil igheid omdat de positie van de bevestigingsinrichtingen steeds gemakkelijk en optimaal op een betreffend voertuig kan worden afgestemd.
Door de indicatormiddelen en de instelmiddelen vanaf dezelfde zijde van het frame van het kinderzitje toegankelijk te maken,
20 kan met één oogopslag zowel de vergrendelde montage als ook de juiste E
positie van de bevestigingsinrichtingen voor het betreffende voertuig 1
worden gecontroleerd. Door in een dergelijke uitvoeringsvorm het E
zitgedeelte verwisselbaar op het frame te monteren, kan met één universeel E
frame zowel montage met de bevestigingsinrichtingen aan de rugzijde van :
25 het zitgedeelte of met de bevestigingsinrichtingen aan de stoelzijde, dat wil zeggen aan de zijde vanaf waarvan het zitgedeelte van het kinderzitje toegankelijk is worden verschaft. Uiteraard kunnen ook voor elk van de E
montagemogelijkheden afzonderlijke kinderzitjes volgens de uitvinding ~ worden vervaardigd.
30 Bij voorkeur zijn de ontgrendelmiddelen zodanig ingericht, dat zij op een kinderveilige manier bedienbaar zijn, d.w.z. : dat bijvoorbeeld twee afzonderlijke handelingen zijn vereist voor het = ontgrendelen van het kinderzitje. Voor dit doel geschikte constructies 1 zijn op zichzelf in de praktijk bekend en kunnen o.a. het gelijktijdig 35 drukken en verdraaien van de ontgrendelmiddelen omvatten.
In een uitvoeringsvorm van het kinderzitje volgens de ^ 1 0 09912 4 uitvinding omvatten de bevestigingsinrichtingen: een scharnierbaar gemonteerd baakvormig vergrendel element voor aangrijping op een as- of staafvormig bevestigingsdeel, een blokkeerelement voor het in vergrendelde aangrijping op een bevestigingsdeel houden van het vergrendelelement, en 5 een indicatorelement dat vrijlopend met het blokkeerelement is gekoppeld, voor het signaleren van de vergrendelde aangrijping van het vergrendelelement.
Middels de vrijloopkoppeling tussen het indicatorelement en het blokkeerelement, wordt bereikt dat indicatorelementen van de beide 10 of zo nodig alle bevestigingsinrichtingen onderling mechanisch kunnen worden gekoppeld en de bevestigingsinrichtingen afzonderlijk in vergrendelde aangrijping kunnen worden gebracht. De afzonderlijke indicatorelementen signaleren pas dan de vergrendelde positie wanneer alle betreffende, gekoppelde bevestigingsinrichtingen de vergrendelde stand 15 hebben bereikt. Het indicatorelement en het blokkeerelement kunnen met voordeel als één geheel, bijvoorbeeld in de vorm van een draaibare knop, zijn uitgevoerd die dan tevens kan worden gebruikt voor het met één enkele handeling ontgrendelen van het kinderzitje.
Door middel van een op de gekoppelde indicator- en ont-] 20 grendel elementen aangrijpende schroefspindelconstructie kunnen de betreffende ontgrendel inrichtingen gemeenschappelijk in een gewenste positie ten opzichte van het frame worden ingesteld, bijvoorbeeld afgestemd op een specifiek voertuigtype, zoals boven beschreven.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een frame ^ 25 voorzien van bevestigingsinrichtingen en/of instelmiddelen en ingericht voor het hierop monteren van een kinderzitje.
De uitvinding wordt in het navolgende aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de bijgevoegde tekeningen nader toegelicht.
Figuur 1 toont schematisch, perspectivisch een 30 kinderzitje volgens de uitvinding, gezien vanaf de rugzijde van het zitje.
Figuur 2 toont schematisch, perspectivisch een achterbank van een motorvoertuig voorzien van bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van een kinderzitje volgens figuur 1.
Figuren 3, 4 en 5 tonen schematisch, perspectivisch 35 een voorkeursuitvoeringsvorm van twee onderling gekoppelde bevestigingsinrichtingen van het in figuur 1 getoonde kinderzitje in verschillende I 1 0099 1 2 5 posities.
Figuur 6 toont schematisch, perspectivisch een verdere uitvoeringsvorm van een kinderzitje volgens de uitvinding, voorzien van instelbare bevestigingsinrichtingen.
5 Figuur 7 toont schematisch, perspectivisch een gedeeltelijk aanzicht van het kinderzitje volgens figuur 6 vanaf de onderzijde van het frame.
Figuur 8 toont schematisch, perspectivisch, met uiteengenomen delen een uitvoeringsvorm van het kinderzitje volgens de uitvinding 10 met een op het frame te monteren zitgedeelte, in gemonteerde toestand op ; een voertuigstoel.
Het in figuur 1, met het verwijzingscijfer 1 aangegeven kinderzitje volgens de uitvinding, omvat een frame 2 met een daarop gemonteerd zitgedeelte 3 en vanaf de rugzijde 4 van het zitgedeelte 3 vanaf 15 het frame 2 aan weerszijden hiervan naar buiten uitstekende bevestigingsin- i richtingen 5, 6.
De onderlinge afstand tussen de bevestigingsinrichtingen - 5, 5 correspondeert met de afstand tussen bevestigingsmiddelen 7, 8, zoals - getoond in figuur 2, die star met het chassis van een voertuig (niet 20 getoond) zijn verbonden en vanaf een stoel of bank 9 hiervan toegankelijk zijn. :
Voor het in een voertuig monteren van het kinderzitje 1 wordt dit met het chassis 2 op het zitgedeelte 10 van de bank 9 geplaatst ;
en worden de verbindingsinrichtingen 5, 6 in vergrendelde aangrijping 25 gebracht met respectievelijk de bevestigingsmiddelen 7, 8. Z
Overeenkomstig de uitvinding is het kinderzitje 1 van indicatormiddelen voorzien voor het signaleren van de, met de bevestigingsmiddelen 7, 8 vergrendelde aangrijping van de bevestigingsinrichtingen 5, 6, zoals meer gedetailleerd geïllustreerd in de figuren 30 3 t/m 5.
Zoals getoond in figuur 3, hebben de bevestigingsinrichtingen 5, 6 een identieke constructie, omvattende een behuizing 11 :: met een opneemopening 12 voor het opnemen van een as- of staafvormig ï bevestigingsdeel 13 van de als rechthoekige haken uitgevoerde be- - 35 vestigingsmiddelen 7, 8. De behuizing 11 en de bevestigingsmiddelen 7, - 8 zijn slechts gedeeltelijk getoond.
1 0 09 9 1 2 6
In de opneemopening 12 is een haakvormig vergrendel element 14 zodanig scharnierbaar 15 gemonteerd, dat het haakvormige deel 16 van het vergrendel element 14 op het as- of staafvormige bevestigingsdeel 13 kan aangrijpen voor het in de opneemopening 12 houden hiervan, zoals 5 geïllustreerd in figuur 4 voor de bevestigingsinrichting 5.
Aan de tegenover de opneemopening 12 gelegen zijde van het vergrendel element 14 is een in hoofdzaak rechthoekig blokkeerelement 17 opgesteld, waarvan een eerste einde 18 met een aanslag 35 van het vergrendel element 14 in aangrijping kan worden gebracht. Nabij het tweede 10 einde 19 van het blokkeerelement 17 is een indicatorelement in de vorm van een draaibaar 21 gemonteerde knop 20 aangebracht. De knop 20 is van een sectorvormige uitsparing 22 voorzien, waarvan een vlak 23 nabij het tweede uiteinde 19 van het blokkeerelement 17 hierop aangrijpt, zoals getoond in figuur 3.
15 De knop 20 is via een verbindingsarm 24 scharnierbaar 25 gekoppeld met het blokkeerelement 17 op een tussen het eerste en tweede einde 18, 19 hiervan gelegen deel 26. De verbindingsarm 24 is via een vrijloopkoppeling 27 in de vorm van een in de verbindingsarm 24 aangebrachte sleuf 28 en een excentrisch van de knop 20 geplaatste pen 20 29 scharnierbaar met de knop 20 verbonden. De knoppen 20 van de beide, op afstand van elkaar geplaatste bevestigingsinrichtingen 5, 6 zijn onderling, mechanisch star door middel van een staaf of as 30 gekoppeld.
Het vergrendel element 14 is onderworpen aan een voorinstel kracht, via door een pijl gerepresenteerde veermiddelen 31, voor 25 het in de niet-vergrendelde stand vrijhouden van de opneemopening 12, zoals getoond in figuur 3. Het in langsrichting verplaatsbare blokkeerelement 17 is onderworpen aan een voorinstel kracht in de richting van het vergrendel element 14, middels door een pijl gerepresenteerde veermiddelen 32. De gecombineerde indicator-ontgrendelknop 20 ondervindt een 30 voorinstel kracht van door een pijl gerepresenteerde veermiddelen 33. De respectieve veermiddelen zijn werkzaam in de pijlrichtingen zoals getoond in figuur 4. Voor dit doel geschikte veermiddelen zijn op zichzelf in de praktijk bekend.
Voor het signaleren van de vergrendelde positie van 35 het vergrendel element 14 is de knop 20 langs een gedeelte van de omtrek vanaf de uitsparing 22 voorzien van een rood gekleurde markering of vlak \ 1 0 099 1 2 7 34. De werking van de constructie is nu als volgt.
De beide bevestigingsinrichtingen 5, 6 kunnen onafhankelijk van elkaar aangrijpen op een corresponderend bevestigingsmiddel 7, 8, door het zodanig in de richting van een bevestigingsmiddel 7, 5 8 verplaatsen van een bevestigingsinrichting 5, 6 dat het as- of staaf- vormige bevestigingsdeel 13 aangrijpt in de opneemopening 12. Bij aangrijping van het bevestigingsdeel 13 op het haakvormige deel 16 van het vergrendel element 14 zal dit laatste, in het vlak van de tekening gezien, linksom roteren. De aanslag 35 van het vergrendel element 14 zal 10 hierdoor voorbij het einde 18 van het blokkeerelement 17worden verplaatst, waardoor het blokkeerelement 17 onder invloed van de veermiddelen 32 in richting naar het grendel element 14 wordt verplaatst. Het eerste einde 18 van het blokkeerelement 17 en_de aanslag 35 van het grendel element 14 grijpen dan zodanig op elkaar aan, dat het grendel element 14, in het vlak 15 van de tekening gezien, niet meer rechtsom kan roteren voor het vrijgeven ; van de opneemopening 12. Een en ander zoals geïllustreerd in figuur 4. "
Hiermee is een vergrendelde aangrijping van de bevestigingsinrichting 5 en de bevestigingsmiddelen 7 tot stand gebracht.
Door de verplaatsing van het blokkeerelement 17 wordt : 20 ook de aangrijping van de knop 20, respectievelijk het vlak 23 hiervan, op het tweede einde 19 van het blokkeerelement 17 opgeheven, waardoor de | knop 20 onder invloed van de veermiddelen 33 in de vergrendelde stand kan j roteren, zodanig dat het vlak 34 voor een in de richting van de pijl 36 l kijkende gebruiker zichtbaar wordt, zoals getoond in figuur 5.
25 Doordat de knoppen 20 van de beide bevestigingsinrich- - tingen 5, 6 via de as of staaf 30 mechanisch met elkaar zijn gekoppeld, kan rotatie van een knop 20 echter pas dan plaatsvinden, wanneer ook de overeenkomstige knop 20 van de andere bevestigingsinrichting is = vrijgegeven, doordat ook hier het overeenkomstige vergrendel element 14 ^ 30 vergrendeld aangrijpt op het corresponderende bevestigingselement 13. g
Figuur 4 toont de situatie waarbij de bevestigings- - inrichting 5 wel in vergrendelde aangrijping verkeert echter de ξ bevestigingsinrichting 6 nog niet. Door de vrijloopkoppeling 27 kan elke - bevestigingsinrichting c.q. het blokkeerelement 17 hiervan voor het 35 vergrendelen van het vergrendel element 14 worden verplaatst, ongeacht de - rotatie van de knop 20. D.w.z., de bevestigingsinrichtingen 5, 6 kunnen 1 0 09 9 1 2 8 onafhankelijk van elkaar vergrendeld aangrijpen, terwijl de vergrendelde positie pas wordt gesignaleerd wanneer beide bevestigingsinrichtingen 5, 6 in vergrendelde toestand verkeren.
Voor het opheffen van de vergrendelde aangri jping dient 5 de knop 20 tegen de werking van de veermiddelen 33 in, in het vlak van de tekening gezien rechtsom, te worden verplaatst waardoor het blokkeer-element 17 in richting weg van het vergrendel element 14 wordt bewogen en het eerste einde 18 hiervan het vergrendel element 14 vrijgeeft voor het onder invloed van de veermiddelen 31 hiervan, in het vlak van de tekening 10 gezien, rechtsom te roteren. Hierdoor wordt de opneemopening 12 weer vrijgegeven en de vergrendeling met de bevestigingsmiddelen 7, 8 opgeheven, overeenkomstig figuur 3. Door de onderlinge koppeling van de knoppen 20 c. q. de gecombineerde indicator-ontgrendelelementen, wordt ook de vergrendeling van de andere bevestigingsinrichting opgeheven, zodat een 15 ontgrendeling middels één enkele bedieningshandeling is verschaft.
Om een universeel toepasbaar kinderzitje 1 te verschaffen, dat geschikt is voor een groot aantal voertuigtypen, is het noodzakelijk om de bevestigingsinrichtingen 5, 6 instelbaar te maken, d. w.z. dat de afstand waarover de bevestigingsinrichtingen 5, 6 ten 20 opzichte van het frame 2 naar buiten uitsteken moet kunnen worden gevarieerd en bij voorkeur ook de hoek van de bevestigingsinrichtingen 5, 6 ten opzichte van het frame 2.
Voor het gelijktijdig in de gewenste positie instellen van de bevestigingsinrichtingen 5, 6, wordt met voordeel gebruik gemaakt 25 van de koppel as of koppel staaf 30 door het via een schroef spindel- constructie 37 en een hiermee gekoppelde instel knop 38 verplaatsen van de bevestigingsinrichtingen 5, 6 in de richtingen zoals schematisch geïllustreerd in figuur 6 met pijlen 41, 42.
De instel knop 38 is centraal aan de zijde van het frame 30 2 opgesteld vanaf waarvan het zitgedeelte 3 toegankelijk is, zodat een snelle en gebruiksvriendelijke instelmogelijkheid wordt verschaft. Ook de indicatie 34 van de vergrendelde positie van de bevestigingsinrichtingen 5, 6 is vanaf het zitgedeelte visueel waarneembaar, zodat in één oogopslag kan worden gecontroleerd of met de ingestelde positie het kinderzitje 1 35 aan het voertuig kan worden vergrendeld.
Desgewenst kunnen verdere indicatormiddelen 39 zijn | 1 0 099 1 2 9 voorzien, voor het vooraf in een gewenste positie instellen van de bevestigingsinrichtingen 5, 6, zoals geïllustreerd in figuur 7. Deze verdere indicatormiddelen 39 kunnen bijvoorbeeld aan de onderzijde van het frame 2 nabij de rugzijde 4 van het zitgedeelte 3 worden aangebracht 5 of bijvoorbeeld zijwaarts van het frame 2 bij één of beide bevestigingsinrichtingen 5, 6 zoals met onderbroken lijnen geïllustreerd in figuur 6.
De indicatormiddelen 39 kunnen bijvoorbeeld een voor een bepaald voertuigtype noodzakelijke instelling aangeven, die door een gebruiker kan worden ingesteld voordat het kinderzitje 1 in het voertuig wordt 10 gemonteerd.
Voor gebruik van het kinderzitje in een voertuig waarbij de rugzijde 4 tegen de rijrichting wordt gemonteerd, kunnen de bevestigingsinrichtingen 5, 6 zich ook aan de voorzijde van het zitgedeelte 3, dat wil zeggen de zijde vanaf waarvan het zitgedeelte 3 toegankelijk is, 15 uitstrekken (niet getoond). Door het zitgedeelte 1 verwisselbaar, bijvoorbeeld losneembaar, met het frame 2 te monteren zodanig, dat het zitgedeelte zowel met de rugzijde 4 als met de stoelzijde tegenover de bevestigingsinrichtingen 5, 6 kan worden gemonteerd, kan met behoud van de voordelen van de uitvinding ten aanzien van de eenduidige indicatie [ 20 van een tweezijdige vergrendeling en desgewenst het instellen van de ï
positie van de bevestigingsinrichtingen 5, 6 een algemeen, universeel inzetbaar kinderzitje worden verschaft. I
Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van de uitvinding, ] waarbij het frame 2 met de bevestigingsinrichtingen 5, 6 en desgewenste “ 25 instelmiddelen 38, 39 zijn ingericht voor het hierop monteren van een kinderzitje 43, dat een op zichzelf in de handel verkrijgbaar kinderzitje ^ kan zijn. De situatie zoals getoond infiguur 8 is die waarbij het | kinderzitje 43 tegen de rijrichting in op een stoel 40 van een voertuig met bevestigingsmiddelen 7, 8 is gemonteerd. Op deze wijze kan, met behoud 30 van alle voordelen van de uitvinding een betreffend kinderzitje 43 veilig in een voertuig worden gemonteerd. Voor het monteren van het kinderzitje Γ 43 op het frame 2 zijn op zichzelf in de praktijk geschikte bevestigings-technieken bekend.
Voor gebruik in verschillende typen voertuig kan de 3- 35 instelknop 38 ook bijvoorbeeld zodanig worden uitgevoerd, dat de bevestigingsinrichtingen 5, 6 in twee of meer vaste standen kunnen worden 1 0 039 1 2 10 geplaatst, afgestemd op de betreffende voertuigen. Hiertoe kan het frame 2 van geschikte, instelbare aanslagen zijn voorzien waartussen de bevestigingsinrichtingen 5, 6 c.q. de behuizing 11 hiervan kan worden verplaatst (niet getoond).
5 Voor een deskundige zal het duidelijk zijn, dat de indi- catormiddelen op verschillende manieren kunnen worden uitgevoerd, waarbij bijvoorbeeld het rood gekleurde vlak 34 op de behuizing 11 van de vergrendel inrichtingen 5, 6 is aangebracht en door een bijvoorbeeld groen gekleurde knop 20 wordt bedekt zolang de beide of alle bevestigingsinrich-10 tingen 5, 6 nog niet in een met de betreffende bevestigingsmiddelen 7, 8 vergrendelde aangrijping zijn gebracht.
Om een ongewenste ontgrendeling door een zich in het kinderzitje 1 bevindend kind te voorkomen, kunnen de knoppen 20 bijvoorbeeld in het vlak van de tekening verplaatsbaar zijn gemonteerd, 15 zodanig dat door een gecombineerde handeling van drukken en draaien van de knop 20 pas een ontgrendeling tot stand kan worden gebracht.
In aanvulling op de getoonde bevestigingsinrichtingen 5, 6 kan het frame 2 ook aan de zijde waarvan het zitgedeelte 3 toeganke- 3 lijk is van corresponderende verdere bevestigingsinrichtingen zijn 20 voorzien, voor het op vier punten bevestigen van het kinderzitje. Deze verdere bevestigingsinrichtingen kunnen overeenkomstig paarsgewijs of als geheel zijn gekoppeld voor het signaleren van de vergrendelde aangrijping op overeenkomstige bevestigingsmiddelen (niet getoond).
De beschermingsomvang van de uitvinding is uiteraard 25 niet beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen, op basis waarvan voor een deskundige wijzigingen en aanvullingen binnen de omvang van de uitvindingsgedachte realiseerbaar zijn.
1 0 099 1 2

Claims (15)

1. Kinderzitje voor gebruik in een voertuig, omvattende een frame met een zitgedeelte en twee of meer bevestigingsinrichtingen 5 voor het op vergrendelde wijze aan bevestigingsmiddelen van het voertuig bevestigen van het frame, welke bevestigingsinrichtingen zijn ingericht voor het onafhankel ijk op vergrendelde wijze aangrijpen op corresponderende bevestigingsmiddelen, het kinderzitje is verder voorzien van indicatormid-delen voor het signaleren van de met het voertuig vergrendelde positie 10 van het frame wanneer de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen aan weerszijden van het frame op vergrendelde wijze aangrijpen op corresponderende bevestigingsmiddelen van het voertuig, met het kenmerk, dat de indicatormiddelen onderling zijn gekoppeld voor het alleen dan signaleren van de vergrendelde positie wanneer de beide of meer van de 15 bevestigingsinrichtingen op vergrendelde wijze aangrijpen op corresponderende bevestigingsmiddelen.
2. Kinderzitje volgens conclusie 1, gekenmerkt door i ontgrendelmiddelen voor het opheffen van de vergrendelde positie van het ‘ frame aan het voertuig, waarbij de indicatormiddelen en de ontgrendelmidde- 20 len onderling zijn gekoppeld voor het signaleren van de ontgrendelde ξ positie van het frame.
3. Kinderzitje volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat r de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen elk van onderling Γ gekoppelde indicatormiddelen en ontgrendelmiddelen zijn voorzien, waarbij 25 de indicatormiddelen en de ontgrendelmiddelen van de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen zijn gekoppeld voor het opheffen van de vergrendeling van het frame door het bedienen van de ontgrendelmiddelen van één van de bevestigingsinrichtingen.
4. Kinderzitje volgens één of meer van de voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen elk omvatten: - een scharnierbaar gemonteerd haakvormig vergrendel element voor aangrijping op een as- of staafvormig bevestigingsdeel, - een blokkeerelement voor het in vergrendelde I 35 aangrijping op een bevestigingsdeel houden van het vergrendel element, en - een indicatorelement dat vrijlopend met het 1 0099 1 2 > blokkeerelement is gekoppeld, voor het signaleren van de vergrendelde aangrijping van het vergrendel element.
5. Kinderzitje volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de indicatorelementen van de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen 5 onderling zijn gekoppeld.
6. Kinderzitje volgens conclusie 4 of 5, verder gekenmerkt door een met het blokkeerelement gekoppeld ontgrendel element, voor het opheffen van de vergrendelde aangrijping van het vergrendel element en het blokkeerelement en het terugstellen van het indicatorelement.
7. Kinderzitje volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het ontgrendel element via een kinderveilige bediening op het blokkeerelement aangrijpt.
8. Kinderzitje volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het indicatorelement en het ontgrendel element als één geheel in de 15 vorm van een draaibare knop zijn uitgevoerd, waarbij het blokkeerelement via een excentrisch met de draaibare knop vrijlopend gekoppelde arm is - verbonden.
9. Kinderzitje volgens één of meer van de voorgaande conclusies in afhankelijkheid van conclusie 3 of 5, met het kenmerk, dat 20 de beide of alle verbindingsinrichtingen verstelbaar zijn gemonteerd met op de koppeling van de beide of meer van de bevestigingsinrichtingen aangrijpende instelmiddelen.
, 10. Kinderzitje volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de instelmiddelen een draaiknop omvatten, voor het via een schroef-25 spindel constructie verstellen van de bevestigingsinrichtingen.
11. Kinderzitje volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat instelmiddelen voor het in verschillende posities instellen van de bevestigingsinrichtingen zijn verschaft.
12. Kinderzitje volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 30 de instelmiddelen zijn ingericht voor het in twee of meer vaste posities instellen van de bevestigingsinrichtingen.
13. Kinderzitje volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsinrichtingen en instelmiddelen voor het bedienen hiervan toegankelijk zijn vanaf de 35 eenzelfde zijde van het frame.
14. Kinderzitje volgens één of meer van de voorgaande con- : i 0 099 1 2 L“*j * *· clusies, met het kenmerk, dat het zitgedeelte en het frame verwisselbaar zijn gemonteerd, voor het ten opzichte van de zijde van het frame vanaf waarvan de bevestigingsinrichtingen en de instelmiddelen toegankelijk zijn omgekeerd monteren van het zitgedeelte.
15. Frame, omvattende de kenmerkende eigenschappen volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 14, welk frame is ingericht voor het hierop monteren van een kinderzitje. 1 0 09 9 1 2
NL1009912A 1998-08-20 1998-08-20 Kinderzitje voor gebruik in een voertuig. NL1009912C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009912A NL1009912C2 (nl) 1998-08-20 1998-08-20 Kinderzitje voor gebruik in een voertuig.
FR9910625A FR2782483B1 (fr) 1998-08-20 1999-08-19 Siege pour enfants, et cadre pour celui-ci

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009912 1998-08-20
NL1009912A NL1009912C2 (nl) 1998-08-20 1998-08-20 Kinderzitje voor gebruik in een voertuig.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009912C2 true NL1009912C2 (nl) 2000-02-22

Family

ID=19767687

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009912A NL1009912C2 (nl) 1998-08-20 1998-08-20 Kinderzitje voor gebruik in een voertuig.

Country Status (2)

Country Link
FR (1) FR2782483B1 (nl)
NL (1) NL1009912C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015020C2 (nl) * 2000-04-26 2001-10-30 Maxi Miliaan Bv Bevestigingselement voor het losneembaar bevestigen van een stoeldrager aan een voertuigstoel alsmede dergelijke stoeldragers.
NL1015021C2 (nl) 2000-04-26 2001-11-05 Maxi Miliaan Bv Koppelsysteem alsmede babystoel en koppelingselement geschikt voor een dergelijk koppelsysteem.
NL1029196C2 (nl) * 2005-06-06 2006-12-07 Maxi Miliaan Bv Onderstel alsmede samenstel voorzien van een dergelijk onderstel.

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1020764C2 (nl) * 2002-06-05 2003-12-08 Maxi Miliaan Bv Kindervoertuigstoel voorzien van een onderstel en een met het onderstel verbonden stoel alsmede een dergelijk onderstel.
FR2861658B1 (fr) * 2003-10-29 2006-12-29 Ampafrance Siege pour enfant pour vehicule automobile et dispositif de controle de sa bonne mise en place, embase et vehicule correspondant
US8713765B2 (en) 2008-03-31 2014-05-06 Amsafe Commercial Products, Inc. Multi-pivot latch assemblies
US8646158B2 (en) 2008-03-31 2014-02-11 Amsafe Commercial Products, Inc. Multi-pivot latch assemblies
US7918001B2 (en) 2008-03-31 2011-04-05 Amsafe Commercial Products, Inc. Multi-pivot latch assemblies
US8291555B2 (en) 2008-03-31 2012-10-23 Amsafe Commercial Products, Inc. Multi-pivot latch assemblies
US9022483B2 (en) 2012-06-07 2015-05-05 Shield Restraint Systems, Inc. Seatbelt buckle tongue assembly
DE102012020269B4 (de) 2012-07-31 2021-01-07 Adient Luxembourg Holding S.À R.L. Verriegelungsvorrichtung für einen Fahrzeugsitz und Fahrzeugsitz
CN103661023B (zh) * 2012-09-20 2017-04-12 明门香港股份有限公司 婴幼儿安全椅装置及其婴幼儿安全椅基座
US9718427B2 (en) 2013-07-19 2017-08-01 Shield Restraint Sytems, Inc. Latch device and anchor with swivel coupling
US9358914B2 (en) 2014-06-05 2016-06-07 Amsafe, Inc. Seatbelt anchor systems for aircraft and other vehicles, and associated methods of manufacture and use

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0603733A1 (de) * 1992-12-23 1994-06-29 Adam Opel Ag Kraftfahrzeug mit mindestens einem Fahrzeugsitz und ein dazugehöriger Kindersitz
DE4413535A1 (de) * 1993-04-16 1994-10-20 Autoliv Dev Kindersitzanordnung
EP0703113A2 (en) 1994-08-25 1996-03-27 BRITAX RÖMER Kindersicherheit GmbH Child safety seat for vehicles
EP0714806A2 (en) * 1994-11-29 1996-06-05 BRITAX RÖMER Kindersicherheit GmbH Child safety seat for motor vehicles
WO1997019835A1 (en) * 1995-11-30 1997-06-05 Breed Automotive Technology, Inc. tNTEGRATED SWITCH FOR AIR BAG DEACTIVATION

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE378676A (nl) 1930-06-26

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0603733A1 (de) * 1992-12-23 1994-06-29 Adam Opel Ag Kraftfahrzeug mit mindestens einem Fahrzeugsitz und ein dazugehöriger Kindersitz
DE4413535A1 (de) * 1993-04-16 1994-10-20 Autoliv Dev Kindersitzanordnung
EP0703113A2 (en) 1994-08-25 1996-03-27 BRITAX RÖMER Kindersicherheit GmbH Child safety seat for vehicles
EP0714806A2 (en) * 1994-11-29 1996-06-05 BRITAX RÖMER Kindersicherheit GmbH Child safety seat for motor vehicles
WO1997019835A1 (en) * 1995-11-30 1997-06-05 Breed Automotive Technology, Inc. tNTEGRATED SWITCH FOR AIR BAG DEACTIVATION

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1015020C2 (nl) * 2000-04-26 2001-10-30 Maxi Miliaan Bv Bevestigingselement voor het losneembaar bevestigen van een stoeldrager aan een voertuigstoel alsmede dergelijke stoeldragers.
NL1015021C2 (nl) 2000-04-26 2001-11-05 Maxi Miliaan Bv Koppelsysteem alsmede babystoel en koppelingselement geschikt voor een dergelijk koppelsysteem.
EP1151893A3 (en) * 2000-04-26 2001-11-21 Maxi Miliaan B.V. Connecting element for detachably connecting a child seat support to a vehicle seat
EP1157881A3 (en) * 2000-04-26 2004-02-11 Maxi Miliaan B.V. Coupling system for a baby seat
NL1029196C2 (nl) * 2005-06-06 2006-12-07 Maxi Miliaan Bv Onderstel alsmede samenstel voorzien van een dergelijk onderstel.

Also Published As

Publication number Publication date
FR2782483B1 (fr) 2001-06-08
FR2782483A1 (fr) 2000-02-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1009912C2 (nl) Kinderzitje voor gebruik in een voertuig.
US7207628B2 (en) Infant car seat with adjustable base platform
US5566431A (en) Locking arrangement
AU636840B2 (en) A frame
GB2188541A (en) Angular position adjustable headrest
US4223946A (en) Vehicle seat fitting
US4920771A (en) Case lock
EP0646496A1 (en) Bicycle carrier adapted to be mounted on the back of a vehicle
EP0009956A1 (en) A releasable lock mechanism
JPH0820250B2 (ja) 自動車シート・レベル表示装置
US5125711A (en) Removable motor vehicle seat
EP1731355B1 (en) A chassis as well as an assembly comprising such a chassis
JPH022048U (nl)
JPS61218980A (ja) コリメータ交換装置
EP1000571B1 (en) A carrycot
US20060108847A1 (en) Seat latch and latching method
US5326067A (en) Quick release pedestal
US4583780A (en) Child's seat sunscreen
JP2017171289A5 (nl)
JPH0391850U (nl)
US20050194826A1 (en) Seat latch and latching method
EP0331299B1 (en) Child's safety seat
US6186572B1 (en) Full floating device of a rear seat cushion for an automobile
EP0748716A2 (en) Hinge assembly for a vehicle rear seat
US4936628A (en) Child car seat

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170901