NL1013868C2 - Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van producten door gebruikmaking van afvalmaterialen van verschillende soort, alsmede product verkregen met de werkwijze. - Google Patents

Description

t

Werkwijze en inrichting voor de vervaardiging van producten door gebruikmaking van afvalmaterialen van verschillende soort, alsmede product verkregen met de werkwijze

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van producten door gebruik te maken van afvalmaterialen van verschillende soort zoals heterogene plastic materialen, hout, mineralen, etc., ver-5 kregen uit recyclingprocessen, gedifferentieerde afvalverzame-lingssystemen, vast huisvuil, uitval van industriële processen en dergelijke, welke producten bruikbaar zijn voor de meest gevarieerde toepassingen en in het bijzonder, alhoewel niet uitsluitend, voor het vervaardigen van structurele delen en 10 uitwendige afwerkingen voor kantoormeubilair, meubilair voor het publiek, filmtheaters, concertgebouwen en dergelijke.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een product verkregen met de werkwijze en de betreffende inrichting.

Momenteel wordt de vervaardiging van producten van 15 verschillend type, verschillende vorm en verschillende afmetingen uitgevoerd door gebruik te maken van de respectievelijke vereiste materialen zoals bijvoorbeeld plastic materialen en metallische materialen van verschillende soort, natuurlijk hout of houtmaterialen van conventionele soort, etc. en door 20 dergelijke materialen op de juiste wijze te bewerken met machines, gereedschappen en verwerkingswerkwijzen die uit de stand van de techniek algemeen bekend zijn en dergelijke producten zijn derhalve afhankelijk van de beschikbaarheid van ruwe materialen die vaak zeer duur zijn en soms moeilijk zijn 25 te vinden.

Anderzijds is het ook mogelijk om producten te vervaardigen uit afvalmaterialen van verschillende soort, zoals bijvoorbeeld metallische materialen, hout en plastic materialen afkomstig van afvalverzamelingswerkwijzen van vast huis-30 vuil met uitsortering, uitval van industriële processen, recyclingprocessen en dergelijke waarvan de samenstelling hoofdzakelijk bestaat uit polyolefinen (PE-LD, PE-LLD, PE-HD, PE-MD, PPO-PPC) die tot ongeveer 80% van het totaal vormen en een heterogene samenstelling van PET, PA, PVC, ABS, PS, POM alsmede 35 verschillende polymere legeringen, welke materialen ofwel 1013888- I - 2 - I apart ofwel in combinatie worden gebruikt met de meestal ge- I bruikte ruwe materialen, met daarvan het gevolg zijnde voorde- I len in termen van zowel het verzamelen en het hergebruik van I voor het overige nutteloze materialen en van de reductie van I 5 de totale vervaardigingskosten, in deze gevallen blijkt even- wel de verwerking van de heterogene afvalmaterialen uitermate I moeilijk en vaak onmogelijk om te voltooien ten gevolge van de I slechte compatibiliteit en mengbaarheid van de betreffende ma- I terialen als gevolg van de verschillende smelttemperaturen die I 10 vereist zijn voor de verschillende gebruikte materialen waar- I door het risico ontstaat van beschadigingen van de betreffende materialen en de mogelijke ontwikkeling van giftige en schade- lijke substanties gedurende de verwerking daarvan.

I De onderhavige uitvinding heeft tot doel om het te- H 15 rugwinnen en hergebruiken van heterogene afvalmaterialen, of- I wel alleen ofwel tevens in combinatie met ruwe materialen van I traditioneel type door middel van een proces voor het vervaar- digen van producten van verschillende soort, waarbij deze ma- terialen effectief en homogeen op eenvoudige wijze met elkaar 20 kunnen worden gemengd zonder aanleiding te geven tot de boven- genoemde nadelen en waardoor het mogelijk wordt om de totale kostenlast aanmerkelijk te reduceren door het tevens vermijden I van problemen die samenhangen met de wegwerking van de afval- I materialen.

H 25 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrich- I ting voor het implementeren van een dergelijke vervaardigings- I werkwijze en op een product verkregen met de werkwijze en de betreffende inrichting.

De uitvinding zal gemakkelijker worden begrepen uit 30 de uitsluitend als niet-limitatief voorbeeld dienende hieron- I der volgende beschrijving met verwijzing naar de bijgevoegde I tekeningen waarin: I -Figuur 1 schematisch de inrichting toont die wordt I gebruikt voor het vervaardigen van producten in overeenstem- I 35 ming met de onderhavige vervaardigingswerkwijze; I Figuur 2 schematisch een deel toont van de vervaardi- I gingsinrichting van Figuur 1;

Figuur 3 een vooraanzicht toont van een product dat kan worden vervaardigd met de werkwijze in overeenstemming met 40 de uitvinding; I 1013868" I.

- 3 -

Figuur 4 een schematisch zijaanzicht toont van het product van Figuur 3;

Figuur 5 een schematisch en gedeeltelijk weggesneden vooraanzicht toont van het product van Figuur 3; 5 Figuur 6 een vooraanzicht toont van een verder pro duct dat kan worden vervaardigd met de onderhavige vervaardi-gingswerkwij ze;

Figuur 7 een zijaanzicht toont van het product van

Figuur 6; 10 Figuur 8 een schematische en gedeeltelijk weggesneden vooraanzicht toont van het product van Figuur 6;

Figuur 9 een vooraanzicht toont van een ander product dat in staat is om te worden vervaardigd met de onderhavige werkwij ze; 15 Figuur 10 een zijaanzicht toont van het product van

Figuur 9;

Figuur ll een schematisch en gedeeltelijk weggesneden vooraanzicht toont van het product van Figuur 9;

Figuur 12 een schematisch en gedeeltelijk weggesneden 20 vooraanzicht toont van een ander product dat kan worden vervaardigd met de onderhavige werkwijze;

Figuur 13 een zijaanzicht toont van het product van Figuur 12;

Figuur 14 een vooraanzicht toont van een ander pro-25 duet dat is verkregen met de werkwijze in overeenstemming met de uitvinding;

Figuur 15 een schematisch en gedeeltelijk weggesneden bovenaanzicht toont van het product van Figuur 14;

Figuur 16 een zijaanzicht toont van een ander product 30 dat kan worden vervaardigd met de onderhavige werkwijze;

Figuur 17 een schematisch en gedeeltelijk weggesneden bovenaanzicht toont van het product van Figuur 16.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en op een inrichting voor het vervaardigen van pro-35 ducten van verschillende soort, door gebruik te maken van af-valmaterialen van verschillende soort zoals bijvoorbeeld hout, mineralen, metallische materialen, heterogene plastic materialen verkregen uit afvalverzamelingsprocessen voor vast huisvuil met uitsortering, uitval van industriële processen, recy-40 clingprocessen en dergelijke waarvan de samenstelling hoofdza- 1013868- Η

I - 4 - I

I kelijk bestaat uit polyolefinen (PE-LD, PE-LLD, PE-HD, PE-MD, I

I PPO-PPC), die ongeveer 80% vormen van het totale afval alsmede I

een heterogene samenstelling van PET, PA, PVC, ABS, PS, POM en I

I verschillende polymere legeringen die ongeveer 20% vormen van I

5 het afval. De uitvinding heeft tevens betrekking op de produc- I

I ten die worden verkregen met deze vervaardigingswerkwijzen en I

I op de inrichting, die met voordeel bestaan uit structurele de- I

len en uitwendige afwerkingen voor stoelen en zittingen voor I

I kantoorbureaus, voor het publiek, voor filmtheaters, concert- I

I 10 gebouwen, huishoudingen etc., meubels van verschillende soort I

I en soorgelijke onderdelen zoals deuren, luiken, frames, etc., I

maar het product kan natuurlijk ook van ieder ander type zijn I

I en voor de meest gevarieerde toepassingen, aangenomen dat deze I

I compatibel zijn met de onderhavige vervaardigingswerkwijze, I

I 15 dus zonder de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding I

I te verlaten. I

Deze afvalmaterialen kunnen ofwel apart of eventueel I

I in combinatie worden gebruikt met ruwe materialen van traditi- I

I oneel type (hout, plastics, metallische materialen en daarmede I

20 samenhangende legeringen, etc.), welke laatste bij voorkeur I

I met verminderde percentages in vergelijking met de ruwe mate- I

rialen, teneinde op aanmerkelijke wijze het verbruik en de I

I daarmede samenhangende kosten daarvan te verminderen. I

I Volgens de onderhavige werkwijze worden de gebruikte I

I 25 afmaterialen tezamen met de eventuele ruwe materialen van te- I

I voren versnipperd tot kleine deeltjes met een afmeting van on- I

I geveer 1-10 mm en op toereikende wijze met elkaar gemengd door I

I gebruik te maken van apparatuur van traditioneel type, waar- I

door een samenstelling wordt gevormd waaraan tevoren bepaalde I

I 30 hoeveelheden van op zichzelf bekende warmtestabiliserende sub- I

I stanties worden toegevoegd, in het geval zich in de samenstel- I

I ling PVC-delen bevinden. Aangezien in de praktijk de beschik- I

I bare afvalmaterialen voor een groot deel bestaan uit PE en PP I

in verschillende percentages is het duidelijk dat dergelijke I

35 plastic materialen tevens in overwegende mate aanwezig zullen I

I zijn in de samenstellingen die worden gebruikt voor het uit- I

I voeren van de vervaardigingswerkwijze volgens de uitvinding. I

I Bij de aldus gevormde samenstelling wordt vervolgens I

een gereduceerd percentage van een zwelmiddel toegevoegd dat I

I 40 ten gevolge van de reactie die wordt veroorzaakt door de aan- I

I >1013868' I

f - 5 - wezigheid van warmte in het daaropvolgende stadium van de onderhavige werkwijze actief zal worden door het opschuimen te veroorzaken van de opgewarmde samenstelling om redenen die hieronder worden beschreven.

5 Als zwelmiddel kan ieder zwelmiddel worden toegepast dat traditioneel wordt gebruikt voor het bewerkstelligen van een opschuimingseffeet in verwerkt plastic zoals bijvoorbeeld bij de verwerking van polyurethaan schuim en een dergelijk zwelmiddel kan, uitsluitend bij wijze van voorbeeld, bestaan 10 uit POAZCD in percentages die bij voorkeur zijn gelegen in het bereik vanaf ongeveer 0,2% tot 1% betrokken op de samenstelling.

De zo verkregen samenstelling vormt een eerste component die geschikt is om het niet-zichtbare binnenste deel te 15 vormen van ieder product dat wordt vervaardigd met de onderhavige werkwijze, welke component wordt toegevoerd naar een traditionele plasticverwerkingsmachine zoals een extruder waarin een dergelijk mengsel wordt opgewarmd teneinde het selectieve smelten te verkrijgen van de plastic materialen die zoals 20 reeds bekend verschillende smelttemperaturen bezitten gelegen tussen ongeveer 110°C en 140°C voor LDPE, PPE/LLD, MDPE, HDPE, ongeveer 160°C en 170°C voor PP, ABS, PS en PVC, en ongeveer 270°C/280°C voor PA en PET.

In het bijzonder wordt in het onderhavige geval deze 25 samenstelling opgewarmd tot een temperatuur die bij voorkeur is gelegen tussen 180°C en 210°C waardoor het selectief smelten wordt verkregen van de plastic materialen met een progressief toenemende smelttemperatuur totdat daarvan een geplasti-ceerde massa is gevormd in welke toestand het resterende deel 30 van de plastic materialen met smelttemperaturen die hoger zijn dan deze verwarmingstemperatuur wordt verzacht maar niet gesmolten, waardoor deze worden vermengd met de genoemde gesmolten massa en daarin worden opgenomen en zodoende fungeren als inerte vulmaterialen.

35 In het geval dat een dergelijke samenstelling delen bevat uit PVC die bij de bovengenoemde verwarmingstemperatuur van ongeveer 180°C - 200°C zouden worden aangetast onder de vorming van chloor dat reageert met de andere substanties uit de samenstelling van de plastic materialen met vorming van on-40 gewenste samenstellingen en die de ander plastic materialen in 1013868-

I - 6 - I

I de samenstelling zouden doen verkolen, wordt dit PVC gesmolten I

I zonder aanleiding te geven tot de genoemde nadelen dankzij de I

I aanwezigheid van de bovengenoemde warmtestabiliserende sub- I

I stanties. I

I 5 Bij het einde van deze verwerkingsfase wordt de ge- I

I plasticeerde massa voorzien van de nog niet gesmolten vullende I

I plastic materialen afgeleverd uit de gebruikte verwerkingsma- I

chine en is beschikbaar voor het vormen van de gewenste pro- I

ducten zoals hieronder zal worden beschreven. I

I 10 De onderhavige werkwijze omvat tevens dat een tweede I

I component van de te fabriceren producten wordt vervaardigd die I

geschikt is om het voorgaande binnenste deel te bedekken voor I

I het vormen van het zichtbare buitenste deel van ieder product I

dat ook in dit geval wordt verkregen in de vorm van een samen- I

I 15 stelling die bestaat uit afvalmaterialen en eventueel gebruik- I

I te ruwe materialen die wederom van tevoren worden versnipperd I

I en met elkaar worden vermengd net als voorheen, echter zonder I

I toevoeging van warmtestabiliserende substanties en zwelmidde- I

I len en met toevoeging van op zich bekende kleuringsmiddelen I

I 20 (hoofdcharges) in de gewenste tinten, in hoeveelheden die zijn I

I gereduceerd ten opzichte van de hoeveelheden van de samenstel- I

I ling en voldoende om de vervaardigde producten effectief te I

H kleuren. I

I Deze samenstelling wordt toegevoerd naar een conven- I

25 tionele verwerkingsmachine voor plastic materialen zoals een I

I extruder die anders is en gescheiden is ten opzichte van de I

I voorgaande machine, waarin de samenstelling wordt opgewarmd I

I teneinde het selectief smelten te bewerkstelligen van de plas- I

I tic materialen met verschillende smelttemperaturen die zich I

30 bevinden binnen de bovenaangeduide bereiken. I

Zelfs in dit geval wordt de samenstelling opgewarmd I

I tot een temperatuur gelegen tussen ongeveer 180°C en 210°C, I

die zich zodoende precies hetzelfde gedraagt als de reeds eer- I

der beschreven samenstelling en bij het einde van dit bewer- I

I 35 kingsstadium is wederom een geplasticeerde massa beschikbaar I

I voor het vormen van de gewenste producten. I

I Bij het nu volgende bewerkingsstadium volgens de on- I

derhavige werkwijze wordt de laatstgenoemde geplasticeerde I

I massa afgeleverd vanuit de gebruikte verwerkingsmachine en in- I

I 40 gespoten in de matrijsholte van ten minste één aparte matrijs I

I 101386»- - 7 - die is gevormd in de vorm van de respectievelijke delen die moeten worden vervaardigd en op hetzelfde moment wordt in de genoemde holte de geplasticeerde massa gespoten van het eerste componentdeel van het product dat hierboven werd beschreven 5 komende uit de andere verwerkingsmachine en in deze toestand worden de beide geplasticeerde massa's op hetzelfde moment homogeen met elkaar gemengd, zodat de samenstelling met de lagere dichtheid en de hogere vloeibaarheid de neiging zal hebben om zich af te zetten tegen de binnenwanden van de genoemde ma-10 trijsholte waardoor een dunne uniforme laag wordt gevormd die bestaat uit de buitenste bedekking van ieder gereed product terwijl op zijn beurt de samenstelling met de hogere dichtheid en lagere vloeibaarheid (als gevolg van de inerte vulmaterialen die aanwezig zijn in de samenstelling) zich zal positione-15 ren in de ruimte die aanwezig is tussen de inspuitplunjer en de matrijs die niet wordt ingenomen door de voorgaande samenstelling zodat daardoor de compacte centrale kern van ieder gereed product wordt gevormd.

Bij het einde van de vormbewerking zwelt de dichtere 20 samenstelling die het binnenste deel vormt van het product steeds verder op ten gevolge van de aanwezigheid van het zwel-middel dat zoals reeds bekend reageert bij de aanwezigheid van hoge verwarmingstemperaturen, waardoor een progressieve samendrukkende werking optreedt die wordt uitgeoefend vanuit het 25 inwendige naar het uitwendige van het product dat wordt vervaardigd en daardoor een hechting van de buitenste bedekking van het betreffende product tegen de wanden van de inwendige holte van de matrijs, welke hechting bestand is tegen de onvermijdelijke krimp van de massa van de materialen van een 30 dergelijk product die optreedt gedurende het daaropvolgende afkoelingsstadium en die daardoor praktisch vervorming en variaties in de afmetingen van de gerede producten belet bij het einde van de vormbewerking, terwijl op hetzelfde moment een uitermate bevredigend uiterlijk van de betreffende producten 35 wordt verkregen. Opgemerkt dient te worden dat dankzij de aanwezigheid van de twee eerdergenoemde componenten die worden gevormd uit plastic materialen en andere uit afval of niet uit afval afkomstige materialen, die onvermijdelijk verschillende dichtheden en vloeibaarheden bezitten, bij het vormen daarvan 40 volgens de bekende stand van de techniek binnen de gebruike- 101386#- I - 8 - I lijke matrijzen altijd een verschillende verdeling zal worden I veroorzaakt van de betreffende materialen binnen iedere ma- I trijs, afhankelijk van de respectievelijke dichtheid en vloei- I baarheid daarvan, hetgeen op zijn beurt onvermijdelijk de vor- 5 ming zal veroorzaken van een minder dichte en meer vloeibare I buitenste laag en een meer dichte en minder vloeibare binnen- I ste laag die zich perfect zal vermengen en zal samenvoegen met I een dergelijke buitenste laag en een dergelijke verdeling van I de materialen zal altijd worden veroorzaakt ongeacht de ge- I 10 bruikte materialen en ongeacht het feit dat de samenstellingen van de twee componenten op willekeurige wijze worden geïntro- duceerd in één van de gebruikte bewerkingsmachines.

Figuren 1-2 tonen een inrichting die wordt verschaft voor het vervaardigen van producten in overeenstemming met de I 15 onderhavige uitvinding, op te merken valt dat deze in hoofd- zaak bestaat uit een eerste plasticerings-/inspuiteenheid 10 voor het prepareren van de geplasticeerde samenstelling van de eerste component en een tweede plasticerings-/inspuiteenheid 11 apart van en nabij de voorgaande eenheid voor het prepare- 20 ren van de geplasticeerde samenstelling van de tweede compo- nent, waarbij ten minste een inspuitkanaal 12 gemeenschappe- lijk is voor de beide plasticerings-/inspuiteenheden 10 en 11 H voor het vermengen en gelijktijdig inspuiten van de samenstel- ling, alsmede een stel matrijzen 13 voor het vormen van de te 25 fabriceren producten met de betreffende gewenste vormen, afme- tingen en uiterlijke eigenschappen door middel van het gebruik van de aldus vermengde samenstellingen, welke matrijzen in het onderhavige geval bij voorkeur zijn uitgevoerd als een rote- H rende carrousel 14 maar ook kunnen zijn uitgevoerd in andere 30 configuraties die uit de stand van de techniek bekend zijn.

In het bijzonder bestaat de eerste plasticerings- /inspuiteenheid 10 bij voorkeur uit ten minste een extrusie-

schroef 15 met een variabele rotatiesnelheid, met een L/D

H (lengte/diameter)verhouding van ten minste 20 op 1 en een com- 35 pressieverhouding in het bereik van 1,2 tot 2,8/3, welke schroef is ondergebracht in een langwerpige rechte cilinder 16 waarvan de ingangszone in verbinding staat met een vultrechter 17 van grote capaciteit waarin de afvalmaterialen en eventuele ruwe materialen die worden gebruikt worden toegevoerd, vol- H 40 doende vermengd en versnipperd, en waarin enkele elektrische I 1013868- - 9 - verwarmingselementen van geschikt vermogen zijn ondergebracht voor het tot aan plasticering opwarmen van de samenstelling die wordt gevormd door de genoemde afvalmaterialen en ruwe materialen gedurende de voortdurende rotatie van de extrusie-5 schroef 15, terwijl de eindzone van de genoemde cilinder 16 is voorzien van een injector 19 die in verbinding staat met het inspuitkanaal 12 voor het daaraan afleveren van de geplasti-ceerde samenstelling die wordt bepaald door de continue rotatie van de genoemde schroef en dit inspuitkanaal 12 wordt op 10 zijn beurt voorzien van een co-inspuitkop 20 voor de selectieve inspuiting van deze geplasticeerde samenstelling in ieder van de matrijzen 13 die op hun beurt worden gepositioneerd in een aansluitende stand ten opzichte van de genoemde kop.

Aan de samenstelling worden stabiliserings- en zwel-15 middelen toegevoegd, op de wijze en met het doel zoals eerder werd beschreven, en opgewarmd tot een temperatuur van ongeveer 180°C-210°C zodat het smelten en plasticeren wordt bewerkstelligd van alle afvalmaterialen die smelttemperaturen bezitten die gelijk zijn aan of lager zijn dan deze temperaturen, als-20 mede het insluiten van de overige afvalmaterialen met hogere smelttemperaturen, alsmede de vorming van inerte vulmaterialen die daarvan het gevolg is die zullen bijdragen tot het verstijven en stabiliseren van de samenstelling wanneer deze afkoelt na te zijn verwijderd uit de betreffende vormmatrijs 13. 25 Zodra de genoemde plasticeringstemperatuur is bereikt is de samenstelling gereed om te worden ingespoten door het inspuitkanaal 12 in de inwendige holte van de matrijs 13 die op dat moment in uitgelijnde positie is opgesteld ten opzichte van het kanaal.

30 De tweede plasticerings-/inspuiteenheid 11 wordt bij voorkeur gevormd door ten minste een extrusieschroef 21 met een variabele rotatiesnelheid en met een L/D(lengte/diameter)-verhouding en compressieverhouding die identiek zijn aan die van de voorgaande schroef 15, welke schroef eveneens is opge-35 nomen in een langwerpige rechte cilinder 22 die parallel is opgesteld naast de voorgaande cilinder 16 en daarmede is verbonden door middel van een lastendragende constructie 23 die gemeenschappelijk is voor de beide plasticerings-/inspuiteenheden, waarbij de ingangszone van de cilinder 22 is 40 verbonden met een vultrechter 24 van grote capaciteit waarin 10138©»' I -ιοί de afvalmaterialen en eventuele ruwe materialen die worden ge- I bruikt worden toegevoerd, op de juiste wijze vermengd en ver- I snipperd, en waarin enkele elektrische verwarmingsweerstanden I 25 van geschikt vermogen zijn ondergebracht met dezelfde reeds I 5 eerder beschreven functie en de eindzone van de cilinder 22 is I voorzien van een injector 26 die in verbinding staat met het I inspuitkanaal 12 voor het daarin inspuiten van de geplasti- ceerde samenstelling afkomstig van de continue rotatie van de schroef 21.

I 10 Deze samenstelling die algemeen hoofdzakelijk wordt I gevormd door PPE en PE dat in grote hoeveelheden kan worden I aangetroffen in de bovengenoemde afvalmaterialen wordt voor- I zien van kleurstoffen (hoofdcharges) van bekend type en met de gewenste tinten en vervolgens opgewarmd tot een temperatuur 15 van ongeveer 180°C-210°C teneinde dezelfde functies uit te voeren als de eerder genoemde samenstelling.

De samenstelling is vervolgens gereed om te worden ingespoten via het inspuitkanaal 12 in de inwendige holte van I de matrijs 13 die op dat moment in uitlijning is gepositio- 20 neerd ten opzichte van het kanaal.

Wanneer de beide geplasticeerde samenstellingen ge- H reed zijn wordt de gelijktijdige inspuiting daarvan bewerk- stelligd vanuit het inspuitkanaal 12, via de gemeenschappelij- ke co-inspuitkop 20 in de matrijs 13 die met de kop is uitge- 25 lijnd door het roterend bedienen van de extrusieschroeven 15 H en 21, waardoor de samenstellingen van de beide componenten van ieder product worden gemengd en geamalgameerd en daardoor H het zwellen van de samenstelling die het binnenste deel van het product vormt vanwege de reeds genoemde redenen, waarbij 30 ten gevolge van de verschillende dichtheid en de vloeibaarheid van dergelijke samenstellingen de verdeling van de verschil- lende materialen wordt veroorzaakt op de wijze en voor het doel die reeds eerder werden beschreven.

Tot slot dient te worden opgemerkt dat de matrijzen 35 13 kunnen zijn vervaardigd uit verschillende materialen zoals bijvoorbeeld aluminium, staal, speciale legeringen, etc. en zullen worden voorzien van geschikte koelkanalen (niet ge- toond) of andere koelopstellingen die zijn ingericht om het afkoelen te bewerkstelligen van de matrijs na het vullen van 40 de inwendige holte met de genoemde samenstellingen, teneinde

I 1013868- I

t - 11 - het afkoelstadium van de producten die uit de matrijs worden genomen aanmerkelijk te verkorten na de vormbewerking.

Op geprefereerde wijze worden de samenstellingen gebruikt in de carrouselvormige opstelling die bestaat uit meer-5 dere matrijzendragende stations, waarbij ieder station de apparatuur bezit om in staat te zijn om de matrijs af te koelen nadat de samenstellingen daarin zijn ingespoten en zo wordt ingericht dat het mogelijk is om het voltooide product daaruit te verwijderen na de beëindiging van de afkoelingsfase.

10 Het verwijderen van het voltooide product uit iedere matrijs en de afwerking van de betreffende producten zal het verwijderen omvatten van bramen en aanspuitingen die aanwezig zijn op ieder product en eventueel zo nodig embossering of een andere afwerking vanwege esthetische of structurele redenen.

15 Het gebruik van de onderhavige uitvinding en de in richting voor het vervaardigen van producten maken het zodoende op eenvoudige wijze mogelijk om effectief de heterogene af-valmaterialen te herwinnen en te hergebruiken en deze homogeen met elkaar te vermengen zonder problemen van incompatibili-20 teit, mengbaarheid en beschadigbaarheid van de betreffende materialen en zonder de ontwikkeling van giftige en schadelijke substanties gedurende de verwerking, waardoor aanmerkelijke reducties ontstaan in de totale kostenlast als gevolg van de lage kosten van dergelijke afvalmaterialen, door tevens het 25 probleem van de afvalwegwerking te vermijden.

In de Figuren 3 tot 17 kan worden waargenomen dat daarin producten worden weergegeven van verschillende soort die in staat zijn om te worden vervaardigd met de werkwijze en met de inrichting volgens de uitvinding en die kunnen bestaan 30 uit structurele delen en uitwendige afwerkingen voor kantoormeubilair, meubilair voor het publiek, filmtheaters, concertgebouwen en dergelijke, uit meubilair van verschillende soort en daarmee samenhangende componentdelen zoals deuren, luiken, frames, etc. of ook uit producten van de meest verschillende 35 soorten en toepassingen.

In de Figuren 3 tot 5 wordt in het bijzonder bij wijze van voorbeeld een zitoppervlak 27 voor een stoel getoond of voor een stoel met armleuningen voor een kantoorbureau met aangebrachte nokken van praktisch vierkante vorm en geredu-40 ceerde dikte (zie Figuur 4) en bestaande uit een gelaagde 1013860- I - 12 -

I structuur gevormd door een dun buitenste bedekkingsdeel 28 uit I

de samenstelling van de eerder genoemde tweede component en I

I een dikker binnenste deel 29 uit de samenstelling van de eer- I

I der genoemde eerste component. I

I 5 In de Figuren 6 tot 8 wordt een rugleunign 30 getoond I

I voor kantoormeubilair, wederom van praktisch vierkante, in I

I neerwaartse richting taps verlopende vorm, bestaande uit een I

I gelaagde structuur gevormd uit dezelfde delen als in de voor- I

I gaande Figuren en die daarom worden aangeduid met dezelfde I

I 10 verwijzingsnummers. I

I In de Figuren 9 tot 11 wordt een armleuning 31 van

I een ruitvormige vorm getoond voor kantoormeubilair, waarvan de I

I gelaagde structuur identiek is met die van de Figuren 3 tot 17

I en daarom wordt aangeduid met dezelfde verijzingsnummers. I

' 15 Tot slot worden zelfs de overige producten die uit- I

I sluitend worden getoond bij wijze van voorbeeld gevormd met I

I een gelaagde structuur op dezelfde wijze en daarom aangeduid I

I met dezelfde verwijzingsnummers en in het bijzonder de Figuren I

I 12 en 13 tonen een deurframe 32 voor meubilair van verschil- I

I 20 lende soort, Figuren 14 en 15 tonen de basis 33 voor de stoel I

met armleuningen als kantoormeubilair gevormd door een stel I

I spaken 34 in een stervormige opstelling en de Figuren 16 en 17 I

tonen de schaal 35 van een stoel met armleuningen voor gebruik I

I in een directeurskantoor. I

25 Met voordeel worden al deze samenstellende delen voor I

meubilair gevormd met matrijzen die worden gedragen door een

I roterende carrouselvormige opstelling van het eerder genoemde I

type, doordat de dikte van deze producten (meestal ten minste I

I 6 mm) een afkoelingstijd vereist die niet korter kan zijn dan I

I 30 een bepaalde limiet (ongeveer 150 sec.), waarmee wordt reke- I

ning gehouden aangezien de warme gevormde producten in de car- I

I rouselvormige opstelling worden geroteerd vanaf het spuitsta-

I tion via het ontladingsstation, aangezien anders permanente I

I vervormingen zouden optreden bij de producten waardoor de I

I 35 structuur daarvan zou worden veranderd. I

I Met een dergelijke limiet van de afkoelingstijd kan I

ook worden rekening gehouden bij spuitgietmachines met een I

I traditioneel enkel station, in dat geval evenwel met vervaar- I

digingskosten die hoog zijn en van een absoluut niet vol te I

I 40 houden niveau. I

I 1013888"

Claims (5)

1. Werkwijze voor de vervaardiging van producten door gebruik te maken van heterogene afvalmaterialen zoals plastics, hout, mineralen, metallische materialen, etc., verkregen uit recyclingprocessen, afvalverzamelingssystemen met uitsor-5 tering, vast huishoudelijk afval, uitval van industriële productieprocessen en dergelijke, welke afvalmaterialen verschillende smelttempëraturen bezitten en in hoofdzaak bestaan uit polyolefinen (PE-LD, PE-LLD, PE-HD, PE-MD, PPO, PPC) en een heterogene samenstelling van PET, PA, PVC, ABS, PS, POM en 10 verschillende polymere legeringen met verschillende en variabele percentages van de individuele componenten en door gebruik te maken van vormmiddelen (matrijzen) (13) en ten minste een eerste en een tweede plasticerings/inspuiteenheid (10, 11) die apart zijn van elkaar, voorzien van verwarmingsmiddelen 15 (18; 25) en respectievelijk voorzien van vultrechters of iets dergelijks (17; 24, althans een respectievelijk vat (16; 22) voorzien van een corresponderende roterende extrusieschroef (15; 21) met variabele rotatiesnelheid en ten minste een in-spuitkanaal (12) dat gemeenschappelijk is voor de beide plas-20 ticerings-inspuitingseenheden (10, 11) en is voorzien van ten minste een co-inspuitingskop (20) die is ingericht om selectief samen te vallen met één van de genoemde (matrijzen 13) , welke genoemde afvalmaterialen achtereenvolgens worden versnipperd tot deeltjes van kleine afmetingen en onderling wor-25 den vermengd met apparatuur van traditioneel type, waardoor een eerste samenstelling wordt gevormd, bestaande uit een eerste component van ieder product, aangepast om het niet zichtbare binnenste gedeelte van ieder product te verschaffen, alsmede een tweede samenstelling die apart is van de voorgaande 30 samenstelling en bestaat uit een tweede component van ieder product, ingericht om het binnenste gedeelte te bedekken en het zichtbare buitenste gedeelte van ieder deel te verschaffen, welke eerste en tweede samenstellingen vervolgens worden toegevoerd naar de genoemde hoppers (17; 24) en vanuit de ge-35 noemde hoppers (17; 24) respectievelijk worden toegevoerd naar de genoemde eerste plasticerings/inspuiteenheid (10) en de ge- 1013868- Η I I - 14 - I noemde tweede plasticerings/inspuiteenheid (11) en daarin wor- I I den verwarmd, waarbij de werkwijze tevens warmtestabiliserende I I middelen, zwelmiddelen, alsmede kleuringsmiddelen omvat, met I I het kenmerk, dat de genoemde eerste samenstelling wordt toege- I I 5 voegd aan de zwelmiddelen POAZCD en aan de warmtestabiliseren- I de middelen en de genoemde tweede samenstelling wordt toege- I I voegd aan de kleuringsmiddelen, waarbij de genoemde eerste en I I tweede samenstellingen worden opgewarmd tot aan een tevoren I bepaalde verwarmingstemperatuur, waardoor respectievelijk een I I 10 eerste en een tweede geplasticeerde massa tot stand wordt ge- I bracht, waarvan de ruwe materialen met smelttemperaturen die I hoger zijn dan de genoemde verwarmingstemperatuur worden ver- I I zacht maar niet gesmolten en worden opgenomen in dezelfde mas- I I sa, daarbij zich gedragend als inerte vulmaterialen, welke ge- I I 15 noemde eerste en tweede geplasticeerde massa's op hetzelfde I moment worden geïnjecteerd vanuit de respectievelijke eerste I en tweede plasticerings/inspuiteenheden (10, 11) via het ge- I I noemde gemeenschappelijke inspuitkanaal (12) in de genoemde I I matrijs (13), zodat de samenstelling die de geringere dicht- I I 20 heid heeft en de grotere vloeibaarheid het buitenste gedeelte I I vormt van het genoemde product en de samenstelling die de I hoogste dichtheid heeft en de kleinste vloeibaarheid het ge- I I noemde binnenste gedeelte vormt van het product. I

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, I I 25 dat de genoemde zwelmiddelen POAZCD worden gebruikt in percen- I I tages gelegen tussen ongeveer 0,2 en 1% in verhouding tot de I I betreffende samenstelling. I

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, I I dat de genoemde eerste en tweede samenstellingen worden ver- I I 30 warmd tot aan een temperatuur die bij voorkeur is gelegen tus- I I sen 180° en 210°C. I

4. Product verkregen met de werkwijze volgens conclu- I I sies 1-3, gekenmerkt doordat dit is samengesteld uit een ge- I laagde structuur gevormd door een dun buitenste coatinggedeel- I I 35 te (28) met de genoemde tweede samenstelling en een dikker I I binnenste gedeelte (29) met de genoemde eerste samenstelling. I

5. Product volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat I I dit bestaat uit structurele delen en buitenste afwerkingen I I voor kantoormeubilair (zitoppervlak 27, rugleuning 30, arm- I I 1013868- - 15 - steun 31), algemeen meubilair (deurframe 32), meubilair voor groepen, filmtheaters, concertzalen en dergelijke. 101386«-