NL1013206C2 - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1013206C2 NL1013206C2 NL1013206A NL1013206A NL1013206C2 NL 1013206 C2 NL1013206 C2 NL 1013206C2 NL 1013206 A NL1013206 A NL 1013206A NL 1013206 A NL1013206 A NL 1013206A NL 1013206 C2 NL1013206 C2 NL 1013206C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- type
- mold
- fish
- filling
- pieces
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23L—FOODS, FOODSTUFFS, OR NON-ALCOHOLIC BEVERAGES, NOT COVERED BY SUBCLASSES A21D OR A23B-A23J; THEIR PREPARATION OR TREATMENT, e.g. COOKING, MODIFICATION OF NUTRITIVE QUALITIES, PHYSICAL TREATMENT; PRESERVATION OF FOODS OR FOODSTUFFS, IN GENERAL
- A23L17/00—Food-from-the-sea products; Fish products; Fish meal; Fish-egg substitutes; Preparation or treatment thereof
- A23L17/75—Coating with a layer, stuffing, laminating, binding or compressing of original fish pieces
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Marine Sciences & Fisheries (AREA)
- Zoology (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Nutrition Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
Description
Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis, in het bijzonder zalm, waarbij de vis in zijden wordt gesneden en verder wordt verdeeld in stukken die in een vorm worden gebracht om zonder 5 vorming van luchtinsluitsels en met behoud van de kenmerkende visstructuur, onder toepassing van een hechtmiddel hechtend met elkaar te worden verbonden.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9302194 (Nidera). In deze bekende werkwij-10 ze is het mogelijk vaak kostbare vissoorten zoals zalm in een zodanige vorm te brengen dat deze doelmatig kunnen worden ge-portioneerd, en wel op zodanige wijze dat een constant pro-dukt met constante kwaliteit kan worden verkregen. In de bekende werkwijze wordt de vis in zijden of moten in een vorm 15 op elkaar gestapeld. De zijden of moten worden dan op de beoogde aanrakingsvlakken bespoten met fibrinogeen en thrombi-ne, zodat de stukken door inwerking daarvan aan elkaar kunnen hechten.
Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9401943 20 (Van Wijnen I) is een werkwijze bekend voor het hecht met elkaar verbinden van delen vis, waarbij de delen vis behandeld worden met een hechtmiddel bestaande uit een mengsel van fibrinogeen en thrombine, waarna de te verbinden delen vis in een vorm gelegd worden en tijdens het leggen de tussen de 25 delen vis en tussen de vis en de begrenzingen van de vorm ontstane ruimtes opgevuld worden met een vermalen deel van de vis, waarbij het vermalen deel van de vis eveneens is behandeld met het hechtmiddel.
In het Nederlandse octrooi 1000026 (Van Wijnen II) 30 is met betrekking tot de zojuist genoemde octrooiaanvrage nr. 9401943 opgemerkt dat deze relatief veel stappen bevat en daardoor bewerkelijk is, hetgeen de daarin beschreven werkwijze vanuit economisch oogpunt minder interessant maakt. Zo dient een deel van de vis te worden vermalen, het vermalen 35 deel te worden behandeld met het hechtmiddel, om vervolgens de ontstane ruimtes tussen de delen vis en tussen de vis en 101 3206 2 de begrenzingen van de vorm op te vullen met het behandelde mengsel- In octrooi 1000026 wordt een minder stappen vergende werkwijze voorgesteld, welke erdoor gekenmerkt is dat de vis wordt gesneden in plakken met een zo weinig per plak vari-5 erende dikte dat bij het op elkaar in een vorm leggen van de plakken telkens onder tussenaanbrenging van het hechtmiddel door vervorming onder behoud van de structuur van de plakken een massieve viskolom wordt gevormd. Door volgens octrooi 1000026 zalmplakken met relatief geringe afmetingen in een 10 vorm op elkaar te leggen, zullen de plakken zonder vorming van tussenruimtes volledig tegen elkaar aanliggen doordat elke plak vanwege de geringe variërende dikte daarover enigszins vervormt zonder overigens de visstructuur daarin te beschadigen.
15 In de Nederlandse octrooiaanvrage 1009498 (Foppen I) is ten opzichte van de hiervoor besproken stand van de techniek een verder verbeterde werkwijze voorgesteld, die zich kenmerkt door nog minder stappen, waardoor het mogelijk is | fabrieksmatig op efficiëntere en goedkopere wijze geportio-20 neerde plakjes zalm te vervaardigen, met vaste afmetingen en met een instelbaar gewicht, zonder dat tijdens de vervaardiging van de plakjes luchtinsluitsels ontstaan of de kenmerkende visstructuur wordt aangetast.
In deze werkwijze wordt iedere zijde van de zalm 25 voor plaatsing in de vorm ingesneden en gevouwen over de insnijding in de vorm gelegd.
Problematisch aan alle uit de stand van de techniek bekende werkwijzen is dat deze toch zeer arbeidsintensief zijn, doordat praktisch iedere vorm van automatisering ont-30 breekt, hetgeen het nadelige gevolg heeft dat de kwaliteit van de met de bekende werkwijzen vervaardigde zalm sterk afhankelijk is van de aandacht en zorg van de arbeidskrachten.
Bovendien is nadelig aan de stand van de techniek zoals gevormd door het Nederlands octrooi 1000026 (Van Wijnen II) en 35 daarmee corresponderende octrooirechten EP-B-0 818 959 en EP-B-0 716 814, dat hierin een gecompliceerd uitgevoerde vorm met beweegbare respectievelijk losneembare zijwanden dient te worden toegepast, met voorzieningen om de zijwand die het bovendeksel vormt in de lengterichting van de vorm te ver 1013206 3 plaatsen naarmate de vorm gevuld wordt. Een dergelijke inrichting is bijzonder gevoelig voor vervuiling en is om de mogelijkheid te bieden deze vervuiling te bestrijden, volledig demontabel uitgevoerd.
5 Met de uitvinding is beoogd deze uit de stand van de techniek bekende problemen te verhelpen en een werkwijze te verschaffen die zich in hoofdzaak automatisch laat uitvoeren in een geautomatiseerde productiestraat, en waarin het niet nodig is een demonteerbare vorm toe te passen, of een vorm 10 met beweegbare zijwanden, en welke bovendien een grote robuustheid heeft en weinig onderhoudsgevoelig is. Volgens de uitvinding wordt daartoe in de werkwijze gebruik gemaakt van ten minste twee van elkaar te onderscheiden typen vormen, die beide zijn uitgevoerd met onderling gefixeerde zijwanden, 15 waarvan een eerste type vorm is ingericht voor tijdelijke opname van stukken vis zonder dat deze aan elkaar hechten; een tweede type vorm in hoofdzaak dezelfde 20 dwarsdoorsnedemaat als het eerste type vorm heeft, maar een inhoud welke een veelvoud bedraagt van de inhoud van het eerste type vorm, en waarbij het tweede type vorm uit een serie vormen van het eerste type wordt gevuld, onder toepassing van een druk op de 25 viskolom die in het tweede type vorm wordt opgebouwd.
De aandacht van de arbeidskracht kan zich dan concentreren op het vullen van de relatief klein uitgevoerde vorm van het eerste type. Van dit type vorm bestaat er bij voorkeur een veeltal, welke volgtijdelijk dienen te worden gevuld en welke 30 vervolgens dienen voor het vullen van de vorm van het tweede type. Dit laatste geschiedt bij voorkeur zonder enige menselijke tussenkomst.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is het daarbij voordelig dat het 35 tweede type vorm uit het eerste type vorm van bovenaf wordt gevuld om te bevorderen dat op de in het tweede type vorm groeiende viskolom een toenemende druk wordt uitgeoefend. In de praktijk is gebleken dat de kwaliteit van de geportioneer-de zalm ermee gediend is dat druk op de viskolom wordt uitge- 1013206 4 oefend. Dit heeft, anders dan een vooroordeel zoals dat uit de stand van de techniek gevormd door het Nederlands octrooi 1000026 (= EP-B-0 716 814), EP-B-0 734 210 en EP-B-0 818 959 blijkt, niet alleen geen enkele nadelige invloed op het be-5 houd van de kenmerkende visstructuur van de geportioneerde zalm, de druk is bovendien kwaliteitsverhogend doordat eventuele resterende luchtinsluitsels effectief door de druk kunnen worden tegengegaan.
Het is gebleken dat in de zojuist besproken uitvoe-10 ringsvorm de automatisering van het productieproces ermee gediend is wanneer het tweede type vorm na vullen vanuit het eerste type vorm geroteerd wordt naar een afwerkstand.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is erdoor gekenmerkt, dat het tweede 15 type vorm bij het vullen vanuit het eerste type vorm in hoofdzaak horizontaal is opgesteld, waarbij de zijde van het tweede type vorm die zich nabij het eerste type vorm bevindt, relatief hoger is opgesteld dan de daarvan afgekeerde zijde van het tweede type vorm. Verrassenderwijs blijkt de werkwij-20 ze volgens deze uitvoeringsvorm nog beter en eenvoudiger de doeleinden te verschaffen die de uitvinding nastreeft. Met name het ontstaan van luchtinsluitsels wordt effectief tegengegaan, terwijl opmerkelijk is dat hiermede een ander vooroordeel uit de stand van de techniek verlaten kan worden, 25 namelijk de wens om de vorm verticaal te vullen.
Effectief laat zich de werkwijze dan toepassen wanneer het tweede type vorm bij het vullen vanuit het eerste type vorm licht hellend is opgesteld, bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van de horizontaal welke ten hoogste circa 30 25° bedraagt.
In een ander aspect van de uitvinding is het wenselijk dat het eerste type vorm tijdens het vullen daarvan enigszins schuin is opgesteld, en met de open zijde is gericht naar een de vorm met visdelen vullende arbeidskracht.
35 Dit biedt belangrijke ergonomische voordelen. De werkwijze volgens de uitvinding biedt ten eerste de mogelijkheid dat de arbeidskracht het vullen zittend uitvoert. Dit is niet mogelijk in de stand van de techniek volgens het Nederlandse octrooi 1000026 (= EP-B-0 716 814). De schuine opstelling van 1013206 5 de vorm van het eerste type draagt bovendien verder bij aan de verbetering van de arbeidsomstandigheden doordat de werkhouding geoptimaliseerd kan worden.
De werkwijze die volgens de uitvinding wordt ver-5 schaft, onderscheidt zich verder kenmerkend van de stand van de techniek doordat de vormen van het eerste en tweede type zijn opgenomen in een geautomatiseerde productiestraat.
De uitvinding is tevens belichaamd in een inrichting voor het verwerken van vis, in het bijzonder zalm, welke een 10 vorm heeft voor opname van de in stukken gesneden vis, en welke zo is uitgevoerd dat de inrichting ten minste twee van elkaar te onderscheiden typen vormen omvat die beide zijn uitgevoerd met onderling gefixeerde zijwanden, waarvan een eerste type vorm is ingericht voor het afpassen 15 van een vooraf bepaalde hoeveelheid stukken vis; een tweede type vorm in hoofdzaak dezelfde dwars-doorsnedemaat heeft als het eerste type vorm, en een inhoud die een veelvoud bedraagt van de inhoud van het eerste type vorm, zodat het tweede type vorm 20 gevuld kan worden uit een serie vormen van het eer ste type.
Bij voorkeur is de inrichting zo uitgevoerd dat van het eerste type vorm een aantal exemplaren zijn voorzien die successievelijk langs een vulplaats leidbaar zijn alwaar de 25 stukken vis al dan niet onder toepassing van druk in het eerste type vorm worden aangebracht. Dit heeft het grote voordeel dat de werkhoogte bij het vullen van de vorm van het eerste type constant blijft en ergonomisch optimaal kan worden ingesteld.
30 Voor een verdere verbetering van de arbeidsomstan digheden is het nuttig dat de vorm van het eerste type althans in de omgeving van de vulplaats een schuine opstelling heeft, waarbij de open zijde van de vorm is gericht naar de vulplaats. Het kan zinvol zijn om bij het vullen van het eer-35 ste type vorm reeds druk op de vis uit te oefenen. Dit is echter geen vereiste, aangezien deze druk in ieder geval in een later stadium op de viskolom zal worden uitgeoefend, namelijk tijdens het vullen van de vorm van het tweede type, dat hierna nog zal worden toegelicht.
T0T32Ü0 ' 6
Voor een effectieve afloop van het productieproces is het wenselijk dat de vormen van het eerste type zijn geplaatst op of gekoppeld met een in zichzelf gesloten beweegbare baan.
5 Daarbij is verder wenselijk dat het tweede type vorm is opgesteld nabij de baan van de vormen van het eerste type, dat telkens een vorm van het eerste type in het verlengde plaatsbaar is van de vorm van het tweede type, en dat voorzien is in middelen voor het overbrengen van de inhoud van de 10 vorm van het eerste type naar de vorm van het tweede type.
Verder is daarbij voordelig dat de middelen voor het overbrengen van de inhoud van de vorm van het eerste type naar de vorm van het tweede type ten minste een orgaan omvatten welke is ingericht om een open verbinding te realiseren 15 tussen de in eikaars verlengde geplaatste vormen van het eerste en het tweede type, en een eerste stempel om de inhoud van de vorm van het eerste type te drukken in de vorm van het tweede type.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de in-20 richting heeft het de voorkeur dat de vorm van het eerste type een verwijderbare bodem omvat, en het eerste stempel een oppervlak heeft dat past binnen de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de vorm van het eerste type, en dat het orgaan is ingericht voor het verwijderen van de bodem van de vorm 25 van het eerste type voordat het eerste stempel actief is, en nadat de inhoud van de vorm van het eerste type is gedrukt in de vorm van het tweede type, voor het weer herplaatsen van de bodem van de vorm van het eerste type.
Deze maatregelen dragen ten zeerste bij aan de ef-30 fectieve en storingsongevoelige afloop van de vulling van de vorm van het tweede type.
Voor de kwaliteit van het proces en het daarmee te realiseren product is het wenselijk dat voorzien is in een tweede stempel dat nauwkeurig passend in de vorm van het 35 tweede type opneembaar is, en dat het tweede stempel en het eerste stempel gesynchroniseerd zijn voor het neerwaarts vanuit de vorm van het eerste type in de vorm van het tweede type verplaatsen van een viskolom onder het gelijktijdig aanleggen van een druk op de viskolom.
1013206 7
Een bijzonder aspect van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is dat deze een om een dwarsas roteerbare houder omvat voor het opnemen van een vorm van het tweede type, en dat de houder roteerbaar 5 is tussen een laad- en lospositie voor de vorm van het tweede type en een vulstand voor het vanuit een of meer vormen van het eerste type beladen van de vorm van het tweede type. Met deze bijzonder inventieve maatregel is het mogelijk de inrichting niet alleen geschikt uit te voeren voor het automa-10 tisch vullen van een enkele vorm van het tweede type, maar laat zich ook het vullen van een serie vormen van het tweede type effectief realiseren.
Daartoe is verder wenselijk dat de inrichting een aan- en afvoerband omvat voor aanvoer van lege vormen en af-15 voer van volle vormen van het tweede type naar en van de laad- en lospositie van de roteerbare houder en dat voorzien is in een indrukorgaan voor het in de houder brengen van een lege vorm van het tweede type.
Verder is hierbij voordelig de uitvoering van de 20 inrichting volgens de uitvinding die erdoor gekenmerkt is dat de houder samenwerkt met het daarin verplaatsbaar opgenomen tweede stempel, dat met het roteren van de houder telkens mee roteert, en dat is ingericht voor het op de aan- en afvoerband drukken van een volle vorm van het tweede type. Het 25 tweede stempel dat zich in de houder bevindt, heeft daarmee een tweeledige functie; enerzijds draagt deze bij tot het uitoefenen van een druk op de viskolom, anderzijds heeft zij de functie om een volle vorm van het tweede type vanuit de houder naar de aan- en afvoerband te verplaatsen.
30 In een ander aspect van de uitvinding is de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting erdoor gekenmerkt dat is voorzien in plaatsingsmiddelen voor een bovendeksel op de vorm van het tweede type wanneer de houder voor deze vorm in de vulstand is geroteerd en het vullen gereed is, en dat 35 voorzien is in plaatsingsmiddelen voor een onderdeksel op de vorm van het tweede type wanneer de houder voor deze vorm tegengesteld aan de vulstand is geplaatst en het tweede stempel de viskolom heeft samengedrukt. Op deze wijze verschaft de inrichting volgens de uitvinding telkens onder druk gevul- 1013206 8 de vormen van het tweede type met stukken vis die tezamen een viskolom vormen onder vermijding van luchtinsluitsels en met behoud van de kenmerkende visstructuur.
Een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrich-5 ting volgens de uitvinding, waarmee verrassenderwijs zeer goede resultaten bereikt worden, is erdoor gekenmerkt, dat de vorm van het tweede type in hoofdzaak horizontaal is opgesteld bij het vullen vanuit het eerste type vorm. Nadat de vorm van het tweede type volledig gevuld is, kan op overeen-10 komstige wijze als in de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting geschiedt, een bovendeksel en een onderdeksel op de vorm van het tweede type geplaatst worden.
Een geschikte en effectieve uitwerking van de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvin-15 ding is erdoor gekenmerkt, dat de vorm van het tweede type geplaatst is op een onder een hoek instelbare heftafel, en dat tijdens het vullen de hoek die de heftafel en de daarop rustende vorm van het tweede type met de horizontaal maakt, minder dan circa 25° bedraagt.
20 Bijzonder werkzaam is de inrichting volgens de uit vinding in de uitvoering met een kantelstation voor de vormen van het eerste type zodanig dat een in het kantelstation geplaatste vorm van het eerste type in het verlengde plaatsbaar is van de vorm van het tweede type. In de op deze wijze uit-25 gevoerde inrichting is het niet nodig om nog een bodem aan de onderzijde van het eerste type vorm toe te passen, zoals dat wel vereist is in de hiervoor besproken eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. De tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 30 uitvinding laat zich derhalve eenvoudiger realiseren, zodat een storingsvrijer productieproces mogelijk wordt, terwijl tegelijkertijd de investeringskosten lager zijn.
Het is voordelig om het kantelstation uit te voeren met een kanteltafel welke scharnierend bevestigd is aan de 35 heftafel, terwijl op de kanteltafel een bedieningsorgaan is gemonteerd voor de eerste stempel, waarbij het verder wenselijk is dat het eerste stempel verplaatsbaar in de vorm van het eerste type is opgenomen.
1013206 9
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, welke in fig. 1 en 2 een boven- en zijaanzicht toont van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uit-5 vinding; in fig. 3 het inbrengen van een vorm van het tweede type in de houder welke deel uitmaakt van een eerste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding toont; in fig. 4 schematisch aanduidt hoe de in fig. 3 ge-10 toonde houder met de daarin geplaatste vorm van het tweede type naar een vulstand wordt geroteerd; in de fig. 5-8 diverse stadia toont van het vullen van de vorm van het tweede type vanuit vormen van het eerste type; 15 in fig. 9 een fase toont nadat het vullen van de vorm van het tweede type is beëindigd; in de fig. 10 en 11 het uitdrukken van de gevulde vorm van het tweede type op de aan- en afvoerhand toont; en in fig. 12-18 een zijaanzicht toont van enkele op-20 eenvolgende productiestadia tijdens het vullen van de vorm van het tweede type in een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.
25 De inrichting voor het verwerken van vis is in de fig. 1, 2 en 12 in het algemeen met verwijzingscijfer 1 aangeduid. Deze inrichting is bij uitstek geschikt voor het fabrieksmatig verwerken van vis, in het bijzonder zalm, waarbij de vis nadat deze in zijden is gesneden en verdeeld is in 30 stukken, automatisch wordt verwerkt tot geportioneerde stukken vis van hoge kwaliteit, waaraan luchtinsluitseis ontbreken en waarvan de visstructuur herkenbaar aanwezig is. De inrichting 1 omvat daartoe twee van elkaar te onderscheiden typen vormen die beide zijn uitgevoerd met onderling ge-35 fixeerde zijwanden. Het eerste type vorm 2 is bevestigd aan een in zichzelf gesloten beweegbare baan 3. Ieder van de vormen 2 van het eerste type wordt, zoals is aangegeven bij pijl B in fig. 1 voor wat betreft de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, met de hand 1013206 10 gevuld met stukken vis die met een lopende band 4 worden aangevoerd. Bij dit vullen van de vormen 2 van het eerste type kan al dan niet reeds druk op de vis worden uitgeoefend. Een en ander geschiedt op een overeenkomstige en daarom verder 5 niet getoonde wijze in de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding volgens fig. 12-18. De gevulde vormen 2 van het eerste type worden door de baan 3 verder geleid naar een positie alwaar een tweede type vorm 5 is opgesteld. Voordat op het vullen van de vorm 5 van het 10 tweede type nader zal worden ingegaan, zal nu eerst een ander aspect van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de uitvinding worden toegelicht, mede onder verwijzing naar fig. 3.
Deze fig. 3 toont in een detail van de in de fig. 1 15 en 2 getoonde inrichting 1 dat deze verder voorzien is van een aan- en afvoerhand 6 voor aanvoer van lege vormen en af-voer van volle vormen 5 van het tweede type naar en van de in fig. 3 getoonde laad- en lospositie van een roteerbare houder 7, welke is ingericht voor opname van een vorm 5 van het 20 tweede type. Fig. 3 toont het inschuiven van een lege vorm 5 van het tweede type vanaf de aan- en afvoerband 6 in de houder 7, hetgeen wordt uitgevoerd met het indrukorgaan 13. Nadat de lege vorm 5 in de houder 7 is gebracht, kan deze houder 7 roteren van de in fig. 3 en 4 getoonde laad- en lospo-25 sitie voor de vorm 5 van het tweede type, naar een vulstand welke ligt aan het einde van de driekwartcirkel C, die in fig. 4 (en overigens ook in fig. 2 en 3) is aangegeven. In laatstbedoelde vulstand kan de vorm 5 van het tweede type vanuit vormen 2 van het eerste type beladen worden met op 30 elkaar geplaatste lagen vis.
Het vullen van de vorm 5 van het tweede type zal nu verder worden toegelicht onder verwijzing naar de fig. 5-8 voor wat betreft de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding. De fig. 5-8 tonen in verder 35 detail de houder 7 in de vulstand. In fig. 5 is getoond dat een in de houder 7 verplaatsbaar opgenomen tweede stempel 8 dat met het roteren van de houder 7 telkens mee roteert, eerst naar een positie wordt gebracht nabij de omgeving waar telkens een vorm 2 van het eerste type in het verlengde wordt 1013206 11 geplaatst van de vorm 5 van het tweede type die zich in de houder 7 bevindt. De vormen 2 van het eerste type zijn daarbij ingericht met een verwijderbare bodem, waarbij op niet getoonde maar voor de vakman bekende wijze voorzien is in een 5 orgaan waarmee de bodem uit de vorm 2 van het eerste type verwijderd kan worden, zodat een open verbinding ontstaat tussen de in eikaars verlengde geplaatste vormen 2 en 5 van het eerste en tweede type.
De inrichting omvat verder een eerste stempel 9 10 waarmee, zoals in fig. 6 getoond, de inhoud van de vorm 2 van het eerste type gedrukt kan worden in de vorm 5 van het tweede type. Bij deze actie is de beweging van het eerste stempel 9 gesynchroniseerd met de beweging van het tweede stempel 8, zodat een gecontroleerde neerwaartse beweging van de vislagen 15 vanuit de vorm van het eerste type in de vorm 5 van het tweede type plaatsvindt, en waarbij deze verplaatsing van de eerste stempel 9 en tweede stempel 8 zo wordt uitgevoerd dat tijdens deze verplaatsing een druk op de viskolom 10 wordt uitgeoefend. Nadat op deze wijze de vorm 2 van het eerste 20 type geleegd is, wordt het eerste stempel 9 teruggetrokken en kan de bodem van de vorm 2 van het eerste type herplaatst worden.
Fig. 7 toont vervolgens de afvoer van de op deze wijze geleegde vorm 2' van het eerste type en de aanvoer van 25 een nieuw te legen vorm 2" van het eerste type. De herhaalde leging van dergelijke vormen 2 van het eerste type in de vorm 5 van het tweede type resulteert uiteindelijk in de situatie getoond in fig. 8, waarin de vorm 5 van het tweede type volledig is gevuld. Niet getoond maar op voor de vakman bekende 30 wijze is de inrichting voorzien van plaatsingsmiddelen voor het plaatsen van een bovendeksel 11 op de gerede viskolom die zich in de vorm 5 van het tweede type bevindt, zoals getoond in fig. 8.
Nadat de plaatsing van het bovendeksel 11 is uitge-35 voerd kan, zoals fig. 9 toont, de houder 7 met de zich daarin bevindende vorm 5 van het tweede type naar een positie worden geroteerd die tegengesteld is aan de vulpositie, welke fig.
5-8 toont. In de in fig. 9 getoonde positie vindt dan vervolgens aandrukken van de viskolom plaats met behulp van de 101 3206 12 tweede stempel 8, waarna op eveneens voor de vakman bekende wijze een onderste deksel 12 (in de getoonde situatie dan bovendeksel) op de vorm 5 van het tweede type wordt geplaatst .
5 De houder 7 wordt daarna naar de in fig. 10 getoonde laad- en lospositie geroteerd, waarna het tweede stempel 8 effectief wordt voor het uit de houder 7 en op de aan- en af-voerband 6 drukken van de volle vorm 5 van het tweede type, zoals ten slotte getoond in fig. 11.
10 Nadat de volle vorm 5 op deze wijze uit de houder 7 is gedrukt, herhaalt zich de productiecyclus met het inbrengen van een lege vorm 5 van het tweede type in de houder 7, zoals hierboven toegelicht onder verwijzing naar fig. 3.
Het vullen van de vorm 5 van het tweede type in de 15 tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 volgens de uitvinding zal nu verder worden toegelicht onder verwij-zing naar fig. 12-18. Het vullen van de eerste type vormen 2 en de wijze waarop deze langs een vulplaats worden bewogen, is in de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 20 op overeenkomstige wijze uitgevoerd als in de hiervoor besproken eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting. Kortheidshalve wordt daarom naar de hiervoor gegeven bespreking van de fig. 1 en 2 verwezen. Ook de aan- en afvoer van vormen 5 van het tweede type geschiedt in de tweede voor-25 keursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 op overeenkomstige wijze als in de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, zie de bespreking bij fig. 3.
Fig. 12 toont het gedeelte van de inrichting 1 met de aan- en afvoerhand 6 voor aanvoer van lege vormen en af-30 voer van volle vormen 5 van het tweede type. De tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 1 onderscheidt zich van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm doordat de vorm 5 van het tweede type relatief stationair is opgesteld en geen ro-tatiebeweging ondergaat. Nadat een lege vorm 5 van het tweede 35 type is aangevoerd, wordt deze met behulp van een heftafel 14 in hoofdzaak horizontaal opgesteld door plaatsing van de hef-tafel 14 zodanig dat deze met de horizontaal een hoek maakt die minder dan circa 25° bedraagt. In de in de figuur getoon- 1013206 13 de stand bedraagt deze hoek circa 20°. Dit is meer in detail in de fig. 13-18 getoond.
Eveneens duidelijk zichtbaar in deze fig. 13-18 is getoond dat de inrichting 1 is uitgevoerd met een kantelsta-5 tion 15 voor de vormen van het eerste type zodanig dat een in het kantelstation 15 geplaatste vorm 2 van het eerste type vanuit de in de fig. 13 en 14 getoonde stand eenvoudig in het verlengde plaatsbaar is van de vorm 5 van het tweede type, zoals getoond in de fig. 15, 16 en 17. Het kantelstation 15 10 is daartoe uitgevoerd met een kanteltafel 16 die scharnierend bevestigd is aan de heftafel 14. Op de kanteltafel 16 is verder een bedieningsorgaan 17 gemonteerd. Dit bedieningsorgaan 17 heeft de functie om de eerste stempel 9 te bedienen die verplaatsbaar is opgenomen in de vorm 2 van het eerste type. 15 De procesafloop voor het vullen van de vorm 5 van het tweede type zal nu aan de hand van de fig. 13-18 kort worden toegelicht .
Nadat een vorm 5 van het tweede type met de heftafel 14 in de gewenste nagenoeg horizontale positie is gebracht, 20 wordt het tweede stempel 8 in de vorm 5 van het tweede type verplaatst tot het uiteinde dat bestemd is om tijdens vullen aan te liggen tegen de vorm 2 van het eerste type. Deze stand is getoond in fig. 14. Vervolgens wordt de hefcilinder 18 geactiveerd, zodat de kanteltafel 16 door scharniering om 25 scharnierpunt 19 in het verlengde komt te liggen van de heftafel 14. Hierdoor komt de vorm 2 van het eerste type in het verlengde te liggen van de vorm 5 van het tweede type (zie fig. 15). Door activering van het bedieningsorgaan 17 wordt het in de eerste vorm 2 opgenomen eerste stempel 9 in de 30 richting van de vorm 5 van het tweede type gedrukt, en verplaatst de inhoud van de vorm 2 van het eerste type naar de vorm 5 van het tweede type. Hierbij is de beweging van het eerste stempel 9 gesynchroniseerd met de beweging van het tweede stempel 8, zodat het vispakket dat zich in de vorm 2 35 van het eerste type bevindt, gecontroleerd en onder druk naar de vorm 5 van het tweede type wordt verplaatst. Opgemerkt kan worden dat in de onderhavige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding een bodem aan de vorm 2 van het eerste type geheel ontbreekt. De situatie dat de inhoud van * 1013206 14 de vorm 2 van het eerste type volledig verplaatst is naar de vorm 5 van het tweede type is getoond in fig. 16.
Fig. 17 toont de situatie dat een viskolom 10 in de vorm 5 van het tweede type geheel vanuit successievelijke 5 vormen 2 van het eerste type is gevormd. Nadat de in fig. 17 getoonde laatste vorm 2 van het eerste type is geleegd en de inhoud daarvan is overgebracht in de vorm 5 van het tweede type, wordt de kanteltafel 16 door de hefcilinder 18 in de in fig. 18 getoonde basispositie teruggebracht, en kan de vorm 5 10 van het tweede type met een deksel 11 worden afgesloten.
Op verder voor de vakman duidelijke en daarom niet getoonde wij ze wordt de heftafel 14 daarna volledig horizontaal gesteld, en kan het tweede stempel 8 na plaatsing van een afsluitend deksel op de vorm 5 geheel worden teruggetrok-15 ken.
Opmerkelijk aan deze tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is dat de vorm 5 van het tweede type in de gehele productiecyclus ten naaste bij horizontaal is opgesteld. In de praktijk is gebleken dat deze 20 opstelling niet alleen een productietechnisch zeer robuuste werkwijze mogelijk maakt tegen ten opzichte van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting verlaagde investeringskosten; bovendien is gebleken dat de kwaliteit van de vulling van de vorm 5 van het tweede type beantwoordt aan 25 alle eisen die aan het eindproduct gesteld worden. De uitvinding geeft een verbeterd productierendement ten opzichte van de stand van de techniek van ten minste 25 %.
1013206
Claims (25)
1. Werkwij ze voor het verwerken van vis, in het bij -zonder zalm, waarbij de vis in zijden wordt gesneden en verder wordt verdeeld in stukken die in een vorm worden gebracht om zonder vorming van luchtinsluitsels en met behoud van de 5 kenmerkende visstructuur, onder toepassing van een hechtmid-del hechtend met elkaar te worden verbonden, met het kenmerk, dat gebruik gemaakt wordt van ten minste twee van elkaar te onderscheiden typen vormen, die beide zijn uitgevoerd met onderling gefixeerde zijwanden, waarvan 10 - een eerste type vorm is ingericht voor tijdelijke opname van stukken vis zonder dat deze aan elkaar hechten; een tweede type vorm in hoofdzaak dezelfde dwarsdoorsnedemaat als het eerste type vorm heeft, 15 maar een inhoud welke een veelvoud bedraagt van de inhoud van het eerste type vorm, en waarbij het tweede type vorm uit een serie vormen van het eerste type wordt gevuld, onder toepassing van een druk op de viskolom die in het tweede type vorm wordt opgebouwd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede type vorm uit het eerste type vorm van bovenaf wordt gevuld om te bevorderen dat op de in het tweede type vorm groeiende viskolom een toenemende druk wordt uitgeoefend.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat het tweede type vorm na vullen vanuit het eerste type vorm geroteerd wordt naar een afwerkstand.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede type vorm bij het vullen vanuit het eerste 30 type vorm in hoofdzaak horizontaal is opgesteld, waarbij de zijde van het tweede type vorm die zich nabij het eerste type vorm bevindt, relatief hoger is opgesteld dan de daarvan af-gekeerde zijde van het tweede type vorm.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, 35 dat het tweede type vorm bij het vullen vanuit het eerste type vorm licht hellend is opgesteld, bij voorkeur onder een 1013206 hoek ten opzichte van de horizontaal welke ten hoogste circa 25° bedraagt.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het eerste type vorm tijdens het vullen daarvan 5 enigszins schuin is opgesteld, en met de open zijde is gericht naar een de vorm met visdelen vullende arbeidskracht.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de vormen van het eerste en tweede type zijn opgenomen in een geautomatiseerde productiestraat.
8. Inrichting voor het verwerken van vis, in het bijzonder zalm, welke een vorm heeft voor opname van de in stukken gesneden vis, met het kenmerk, dat de inrichting ten minste twee van elkaar te onderscheiden typen vormen omvat die beide zijn uitgevoerd met onderling gefixeerde zijwanden, 15 waarvan een eerste type vorm is ingericht voor het afpassen van een vooraf bepaalde hoeveelheid stukken vis; een tweede type vorm in hoofdzaak dezelfde dwars-doorsnedemaat heeft als het eerste type vorm, en een 20 inhoud die een veelvoud bedraagt van de inhoud van het eerste type vorm, zodat het tweede type vorm gevuld kan worden uit een serie vormen van het eerste type.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, 25 dat van het eerste type vorm een aantal exemplaren zijn voorzien die successievelijk langs een vulplaats leidbaar zijn alwaar de stukken vis al dan niet onder toepassing van druk in het eerste type vorm worden aangebracht.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 30 dat de vormen van het eerste type zijn bevestigd aan of geplaatst op een in zichzelf gesloten beweegbare baan.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de vorm van het eerste type althans in de omgeving van de vulplaats een schuine opstelling heeft, waarbij 35 de open zijde van de vorm is gericht naar de vulplaats.
12. Inrichting volgens een der conclusies 8-11, met het kenmerk, dat het tweede type vorm is opgesteld nabij de baan van de vormen van het eerste type, dat telkens een vorm van het eerste type in het verlengde plaatsbaar is van de 101 3206 vorm van het tweede type, en dat voorzien is in middelen voor het overbrengen van de inhoud van de vorm van het eerste type naar de vorm van het tweede type.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het ken- 5 merk, dat de middelen voor het overbrengen van de inhoud van de vorm van het eerste type naar de vorm van het tweede type ten minste een orgaan omvatten welke is ingericht om een open verbinding te realiseren tussen de in eikaars verlengde geplaatste vormen van het eerste en het tweede type, en een 10 eerste stempel om de inhoud van de vorm van het eerste type te drukken in de vorm van het tweede type.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de vorm van het eerste type een verwijderbare bodem omvat, en het eerste stempel een oppervlak heeft dat past 15 binnen de afmetingen van de dwarsdoorsnede van de vorm van het eerste type, en dat het orgaan is ingericht voor het verwijderen van de bodem van de vorm van het eerste type voordat het eerste stempel actief is, en nadat de inhoud van de vorm van het eerste type is gedrukt in de vorm van het tweede ty-20 pe, voor het weer herplaatsen van de bodem van de vorm van het eerste type.
15. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat voorzien is in een tweede stempel dat nauwkeurig passend in de vorm van het tweede type opneembaar is, en dat 25 het eerste stempel en het tweede stempel gesynchroniseerd zijn voor het vanuit de vorm van het eerste type in de vorm van het tweede type verplaatsen van een viskolom onder het gelijktijdig aanleggen van een druk op de viskolom.
16. Inrichting volgens een der conclusies 8-15, met 30 het kenmerk, dat deze een om een dwarsas roteerbare houder omvat voor het opnemen van een vorm van het tweede type, en dat de houder roteerbaar is tussen een laad- en lospositie voor de vorm van het tweede type en een vulstand voor het vanuit vormen van het eerste type beladen van de vorm van het 35 tweede type.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat deze een aan- en afvoerband omvat voor aanvoer van lege vormen en afvoer van volle vormen van het tweede type naar en van de laad- en lospositie van de roteerbare 1013206 » houder en dat voorzien is in een indrukorgaan voor het in de houder brengen van een lege vorm van het tweede type.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de houder samenwerkt met het daarin verplaats- 5 baar opgenomen tweede stempel, dat met het roteren van de houder telkens mee roteert, en dat is ingericht voor het op de aan- en afvoerband drukken van een volle vorm van het tweede type.
19. Inrichting volgens een der conclusies 8-18, met 10 het kenmerk, dat is voorzien in plaatsingsmiddelen voor een bovendeksel op de vorm van het tweede type wanneer de houder voor deze vorm in de vulstand is geroteerd en het vullen gereed is.
20. Inrichting volgens een der conclusies 8-19, met 15 het kenmerk, dat voorzien is in plaatsingsmiddelen voor een onderdeksel op de vorm van het tweede type wanneer de houder voor deze vorm tegengesteld aan de vulstand is geplaatst en het tweede stempel de viskolom heeft samengedrukt.
21. Inrichting volgens een der conclusies 8-13 of 20 15, met het kenmerk, dat de vorm van het tweede type in hoofdzaak horizontaal is opgesteld bij het vullen vanuit het eerste type vorm.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de vorm van het tweede type geplaatst is op een on- 25 der een hoek instelbare heftafel, en dat tijdens het vullen de hoek die de heftafel en de daarop rustende vorm van het tweede type met de horizontaal maakt, minder dan circa 25° bedraagt.
23. Inrichting volgens conclusie 21 of 22, met het 30 kenmerk, dat deze is uitgevoerd met een kantelstation voor de vormen van het eerste type zodanig dat een in het kantelstation geplaatste vorm van het eerste type in het verlengde plaatsbaar is van de vorm van het tweede type.
24. Inrichting volgens conclusie 23, met het ken- 35 merk, dat het kantelstation is uitgevoerd met een kanteltafel welke scharnierend bevestigd is aan de heftafel, en dat op de kanteltafel een bedieningsorgaan is gemonteerd voor de eerste stempel. 1013208
25. Inrichting volgens een der conclusies 8-13, 15, 21-24, met het kenmerk, dat het eerste stempel verplaatsbaar in de vorm van het eerste type is opgenomen. 1013206
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1013206A NL1013206C2 (nl) | 1999-06-09 | 1999-10-04 | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1012282 | 1999-06-09 | ||
NL1012282A NL1012282C2 (nl) | 1999-06-09 | 1999-06-09 | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. |
NL1013206 | 1999-10-04 | ||
NL1013206A NL1013206C2 (nl) | 1999-06-09 | 1999-10-04 | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1013206C2 true NL1013206C2 (nl) | 2000-12-12 |
Family
ID=26642996
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1013206A NL1013206C2 (nl) | 1999-06-09 | 1999-10-04 | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1013206C2 (nl) |
-
1999
- 1999-10-04 NL NL1013206A patent/NL1013206C2/nl not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1031292C1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het faciliteren bij de oogst van gewassen. | |
RU2412887C1 (ru) | Устройство для упаковки предметов на приводном конвейере | |
CA1232423A (en) | Extractor for objects obtained using a thermoforming apparatus | |
KR100995483B1 (ko) | 로딩 레지의 적용 | |
US5943842A (en) | Adjustable suction head apparatus for packaging articles | |
JP3367952B2 (ja) | シート状原料の圧縮成形品をスライスするための装置及び分割ナイフ | |
JPH06293303A (ja) | 異なった特性を有する化粧品を容器に充填する方法および機械 | |
US20150284193A1 (en) | System, method and apparatus for destacking stacked articles | |
NL1013206C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. | |
BE1010944A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verouderen van stenen. | |
NL1012282C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verwerken van vis. | |
JPH03219662A (ja) | プレス装置 | |
NL1007600C2 (nl) | Inrichting voor het vervaardigen van vormlingen voor de steenindustrie. | |
BE1014894A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het kunstmatig verouderen van stenen. | |
US6413568B1 (en) | Method and apparatus for producing cut fresh curd blocks | |
EP1043555A1 (en) | Freezing and conveyor apparatus for nutrients | |
US4578930A (en) | Yeast cake loading device | |
JPH0318076Y2 (nl) | ||
NL9201286A (nl) | Inrichting voor het uitpakken van een in een verpakking opgenomen longitudinale rij schijfvormige voorwerpen. | |
JP3333436B2 (ja) | シート状原料の分割積付装置 | |
EP1327585A1 (en) | Arrangement for filling and emptying boxes | |
NL2029237B1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het ontkorsten van kazen. | |
JPH0755709B2 (ja) | 大型魚の凍結・搬出方法および凍結用ボックスパレット | |
WO2003095166A1 (en) | Apparatus and method for production of boxes, primarily for wine bottles | |
NL1015424C2 (nl) | Inrichting bestemd voor het persen van blokken uit schuimvlokken, alsmede een werkwijze voor het persen van blokken uit schuimvlokken. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20060501 |