NL1012494C2 - Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil. - Google Patents
Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1012494C2 NL1012494C2 NL1012494A NL1012494A NL1012494C2 NL 1012494 C2 NL1012494 C2 NL 1012494C2 NL 1012494 A NL1012494 A NL 1012494A NL 1012494 A NL1012494 A NL 1012494A NL 1012494 C2 NL1012494 C2 NL 1012494C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- air
- door
- air passage
- room
- assembly
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F13/00—Details common to, or for air-conditioning, air-humidification, ventilation or use of air currents for screening
- F24F13/24—Means for preventing or suppressing noise
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24F—AIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
- F24F11/00—Control or safety arrangements
- F24F11/0001—Control or safety arrangements for ventilation
- F24F2011/0002—Control or safety arrangements for ventilation for admittance of outside air
- F24F2011/0004—Control or safety arrangements for ventilation for admittance of outside air to create overpressure in a room
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Ventilation (AREA)
Description
Titel: Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil.
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, van de in de aanhef van de hoofdconclusie beschreven soort. Een dergelijk samenstel is uit de praktijk bekend.
5 Het is bij gebruik van clean rooms zoals operatiekamers gebruikelijk om tijdens gebruik daarin een overdruk aan te brengen en in stand te houden ten opzichte van een aansluitende ruimte. Daarbij wordt zuivere, gereinigde lucht via specifieke inlaatmiddelen in de 10 betreffende ruimten gebracht, terwijl tegelijkertijd ten minste een deel van de lucht uit de ruimte wordt gevoerd, zodanig dat continu lucht wordt ververst. De overdruk in de betreffende ruimte biedt daarbij het voordeel dat wordt verhinderd dat vanuit aangrenzende ruimten lucht in de 15 clean room stroomt, met welke lucht stofdeeltjes, bacteriën en andere vervuilingen zouden kunnen worden meegenomen. Op deze wijze kan worden verhinderd dat vervuiling, in het bijzonder besmetting van zich in de clean room bevindende personen en/of producten optreedt.
20 Bij het bekende samenstel is in het plafond van de clean room een luchtinlaat voorzien, terwijl nabij de hoeken van de clean room luchtafvoermiddelen zijn voorzien, in het plafond. Bovendien is in elk van de aangrenzende ruimten een afzuiging voorzien van lucht.
25 Luchtoverstroominrichtingen zijn voorzien voor het uit de ruimte met overdruk afvoeren van lucht naar de betreffende aangrenzende ruimte. Dergelijke luchtoverstroominrichtingen worden gebruikelijk uitgevoerd als in het plafond opgenomen kanalen met open einden in beide aansluitende ruimten. Aan 30 elk einde van deze kanalen is een rooster aangebracht. Deze kanalen zullen eenvoudig vervuilen, met name de roosters, waarbij het gevaar bestaat dat bij drukverandering die vervuiling loskomt en in de luchtstroom wordt meegenomen, 101 2494 2 waarbij deze bijvoorbeeld kan terugstromen in de clean room. Voorgesteld is reeds een opening te voorzien in een deur tussen beide ruimten, in welke opening aan weerszijden een rooster wordt vastgezet. Een dergelijke 5 luchtoverstroominrichting heeft als nadeel dat een dergelijk rooster tot geluidsoverlast zal kunnen leiden doordat geluid via deze luchtoverstroominrichting van de ene ruimte in de andere zal raken, nagenoeg zonder demping. Bovendien zal hierdoor een rechte luchtstroom worden 10 verkregen door de luchtoverstroominrichting, hetgeen tot tocht zal leiden in de ruimte met de laagste druk, terwijl bovendien een relatief grote kans op backflow zal optreden, bijvoorbeeld door aanzuiging wanneer een persoon aan de hoge druk zijde langs de luchtoverstroominrichting zal 15 passeren, bijvoorbeeld met een wagentje of dergelijke, waardoor het gevaar bestaat dat alsnog vervuiling van de clean room, althans van de ruimte met de relatief hoge druk zal optreden.
De uitvinding beoogt een samenstel van de in de 20 inleiding beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
Toepassing van een luchtoverstroominrichting welke 25 is opgenomen in een element in of van de scheidingswand tussen twee aaneensluitende ruimten, waarbij de luchtoverstroominrichting in beide ruimten een luchtdoorlaatelement omvat, welke luchtdoorlaatelementen ten opzichte van elkaar zijn verschoven wordt eenvoudig 30 verhinderd dat een directe, rechte luchtstroom door de luchtoverstroominrichting wordt verkregen tussen de beide ruimten. Koppeling van de beide luchtdoorlaatelementen door een luchtkanaaldeel draagt er zorg voor dat lucht via een der luchtdoorlaatelementen en het luchtkanaaldeel naar het 35 andere luchtdoorlaatelement kan stromen, zodanig dat lucht vanuit de ruimte met tijdens gebruik hogere druk naar de 1012494 3 aangrenzende ruimte met tijdens gebruik lagere druk kan stromen, waarbij de door de luchtoverstroominrichting stromende lucht ten minste twee richtingveranderingen zal ondergaan. Hierdoor wordt een relatief goede geluidsdemping 5 verkregen, met name ook doordat het kanaaldeel aan de binnenzijde is bekleed met akoestisch materiaal. Bovendien zal de luchtoverstroominrichting stabiliserend werken op de optredende drukverschillen, waardoor wordt verhinderd dat te hoge luchtsnelheden worden verkregen bij bijvoorbeeld 10 kieren, welke tot verdere geluidsoverlast zouden kunnen leiden en bovendien tot ongewenste luchtstromingen in de verschillende ruimten. Opname van een luchtoverstroominrichting volgens de onderhavige uitvinding in een element van een scheidingswand tussen twee ruimten 15 in het samenstel biedt daarbij het voordeel dat dit relatief eenvoudig bereikbaar is voor reiniging.
Het akoestisch materiaal in het luchtkanaaldeel is bij een overstroominrichting volgens de onderhavige uitvinding bij voorkeur relatief glad en stof en vuil 20 werend zodat eenvoudig reiniging mogelijk is. Bovendien zijn de luchtdoorlaatelementen bij voorkeur losneembaar met de luchtoverstroominrichting gekoppeld, zodat deze eenvoudig kunnen worden weggenomen voor reiniging.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een samenstel 25 volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Opname van de luchtoverstroominrichting in dan wel direct naast een deur tussen de aan weerszijden van de scheidingswand gelegen twee ruimten, zodanig dat 30 doorstroming van lucht door de luchtoverstroominrichting bij geopende deur althans nagenoeg wordt verhinderd, althans wordt beperkt biedt het voordeel dat gedeeltelijk wordt gecompenseerd voor de doorstroomopening van de geopende deur. Hierdoor zal het debiet lucht hetwelk zich 35 verplaatst vanuit de ruimte met hoge druk naar de ruimte met lagere druk relatief weinig worden beïnvloed wanneer de 1012494 4 deur wordt geopend. Bovendien wordt hiermee althans gedeeltelijk verhinderd dat een persoon bij openen of sluiten van de deur last van tocht zal ondervinden als gevolg van door de overstroominrichting stromende lucht.
5 Immers, wordt de deur geopend dan zal deze doorstroming althans grotendeels worden verhinderd.
Bij een samenstel volgens de onderhavige uitvinding is de luchtoverstroominrichting bij voorkeur aangebracht in de deur. Dit is constructief eenvoudig en vergt relatief 10 weinig aanpassing bij gebruik in bestaande samenstellen van de onderhavige soort.
In nadere uitwerkingen wordt een samenstel volgens de onderhavige uitvinding voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 4.
15 Gebruik van schuifdeuren bij een samenstel volgens de onderhavige uitvinding, in het bijzonder met een beschreven overstroominrichting biedt het voordeel dat dergelijke deuren relatief weinig ruimte innemen tijdens gebruik, relatief eenvoudig bedienbaar zijn, ook voor 20 minder validen en bovendien tijdens openen en sluiten voor relatief weinig luchtverplaatsing zorgen. Dit betekent dat het luchtstromingspatroon tijdens openen en sluiten van de deur bij een schuifdeur relatief weinig wordt beïnvloed, waardoor vervuiling nog verder wordt verhinderd. Met name 25 wordt verhinderd dat bij openen van de deur een zodanige luchtverplaatsing wordt verkregen dat de lucht uit de ruimte met relatief lage druk in de ruimte met relatief hoge druk wordt gezogen.
Door gebruik van een nagenoeg luchtdicht sluitende 30 deur, afgezien van de eventueel daarin opgenomen luchtoverstroominrichting, biedt het voordeel dat een bijzonder goede definitie van het overstroomdebiet wordt verkregen, doordat wordt verhinderd dat lucht langs de deur kan stromen. Hierdoor kan op bijzonder goede wijze voor de 35 gewenste drukverschillen worden zorggedragen. Het gehele 101 2494 5 druk- en stromingspatroon kan relatief eenvoudig worden vastgelegd.
De luchtoverstroominrichting is bij een samenstel volgens de onderhavige uitvinding bij voorkeur zodanig 5 gepositioneerd dat het luchtdoorlaatelement in de ruimte met tijdens gebruik relatief hoge druk verder van de aangrijpmiddelen voor het openen en sluiten van de deur is gelegen dan aan de tegenovergelegen zijde van de deur. Dit biedt het voordeel dat tijdens openen en sluiten van de 10 deur nog beter wordt verhinderd dat een gebruiker last van tocht zal ondervinden als gevolg van door de luchtoverstroominrichting stromende lucht.
De luchtoverstroominrichting is bij voorkeur zodanig aangebracht dat deze zich dichter bij de vloer dan bij het 15 plafond van de betreffende ruimte bevindt, zodanig dat deze zich althans in hoofdzaak binnen het bereik van een op de grond staande volwassen persoon bevindt. Hierdoor wordt reiniging nog verder vereenvoudigd.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt 20 een samenstel volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9.
In een dergelijk samenstel kan op bijzonder eenvoudige wij ze in elke ruimte voor de gewenste werkdruk worden gezorgd, zonder dat daartoe bijzonder ingewikkelde 25 en kostbare drukregelinrichtingen behoeven te worden voorzien. Immers, als gevolg van de luchtoverstroominrichtingen kan bijzonder eenvoudig en nauwkeurig het debiet van tussen elk van de ruimten wegstromende lucht eenvoudig worden bepaald. Hiermee wordt 30 bovendien het voordeel bereikt dat eenvoudig aan de richtlijnen van het CVZ (noot: waarvoor staat de afkorting CVZ) kan worden voldaan zodat de uit de schone ruimte stromende lucht kan worden gebruikt voor luchtverversing in de aansluitende ruimten. Normaliter zal dit bij een 35 samenstel als hier beschreven betekenen dat lucht uit de opdekruimte ten minste in de operatiekamer zal stromen, 101 2494 6 terwijl lucht uit de operatiekamer ten minste in de wasruimte zal stromen. Bovendien zal lucht vanuit de opdekruimte naar een aangrenzende gang kunnen stromen, waardoor eenvoudig wordt verhinderd dat vervuiling vanuit 5 genoemde gang in de operatiekamer kan stromen. Eventueel kan nog een patiëntensluis zijn voorzien met een zodanige druk dat daarin lucht zal stromen vanuit de operatiekamer terwijl lucht vanuit de patiëntensluis naar de gang zal wegstromen. In de opdekruimte is in dit samenstel bij 10 voorkeur een steriele luchtinvoer voorzien, evenals in de operatiekamer.
De uitvinding heeft voorts betrekking voor een schuifdeur voor gebruik bij een samenstel volgens de uitvinding, in het bijzonder voor gebruik bij een clean 15 room, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 10.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een samenstel volgens de onderhavige uitvinding, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
20 Met een dergelijke werkwijze kan op bijzonder eenvoudige en goede wij ze een drukregime worden bepaald en in stand gehouden in aan elkaar grenzende ruimten, waarbij vervuiling van ten minste één en bij voorkeur elk der ruimten eenvoudig kan worden verhinderd terwijl bovendien 25 lucht uit ten minste één der ruimten kan worden gebruikt voor luchtverversing in ten minste één van de aangrenzende ruimten.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een luchtoverstroominrichting voor gebruik bij een samenstel, 30 schuifdeur of werkwijze volgens de uitvinding.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een samenstel, schuifdeur en werkwijze volgens de uitvinding zijn gegeven in de verdere volgconclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen 35 uitvoeringsvoorbeelden van een samenstel, een schuifdeur, 1012494 7 een werkwijze en een overstroominrichting nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 een plattegrond van een samenstel volgens de uitvinding; 5 figuur 2 een schuifdeur voor gebruik in een samenstel volgens figuur 1, in vooraanzicht; figuur 3 een detail van een deur volgens figuur 2 met daarin een overstroominrichting volgens de uitvinding; figuur 4 eén deur in doorgesneden bovenaanzicht 10 volgens de lijn IV-IV in figuür 3; en figuur 5 een deur in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn V-V in figuur 3.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende 15 verwijzingscijfers.
Figuur 1 toont een plattegrond van een samenstel volgens de uitvinding, omvattende twee clean rooms in de vorm van operatiekamers 2A, 2B, twee steriele opdekruimten 4A, 4B, twee patiëntensluizen 6A, 6B en een wasruimte 8.
20 Met de eerste operatiekamer 2A staan een eerste steriele opdekruimte 4A en een tweede patiëntensluis 6A, alsmede de wasruimte 8 in verbinding, met de tweede operatiekamer 2B, de steriele opdekruimte 4B, de patiëntensluis 6B en de wasruimte 8. Langs de steriele opdekruimten 4A, 4B, de 25 patiëntensluizen 6A, 6B en de wasruimte 8 strekt zich een gang 10 uit. In deze beschrijving zullen de eerste operatiekamer 2A, de steriele opdekruimte 4A, de patiëntensluis 6A en de wasruimte 8 en de gang 10 worden besproken. De samenhang tussen de tweede operatiekamer 2B, 30 de tweede steriele opdekruimte 4B, de tweede patiëntensluis 6b en de wasruimte 8 komt daarmee overeen.
In de operatiekamer, welke relatief groot is is in het plafond een luchtinlaat 12 voorzien, bij voorkeur zodanig centraal opgesteld dat deze zich ongeveer boven een 35 niet getoonde operatietafel bevindt. Op afstand daarvan is in de operatiekamer een luchtafvoer 14 voorzien. De 1012494 8 luchtinlaat 12 is ingericht voor toevoer van steriele, althans gezuiverde lucht, de luchtafvoer 14 voor afvoer van lucht. De operatiekamer staat via een eerste schuifdeur 16A in verbinding met de steriele opdekruimte 4A, via een 5 tweede schuifdeur 16B met de eerste patiëntensluis 6A en via een derde schuifdeur 16C met de wasruimte 8. De steriele opdekruimte 4A, de patiëntensluis 6A en de wasruimte 8 staan via respectievelijk een vierde schuifdeur 16D, een vijfde schuifdeur 16E en een zesde schuifdeur 16F 10 in verbinding met de gang 10.'De schuifdeuren 16 zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat deze in hoofdzaak luchtdicht kunnen afsluiten, afgezien van een in elke schuifdeur 16 opgenomen luchtdoorlaatinrichting 18, welke nog nader zal worden beschreven. In de plattegrond van 15 figuur 1 zijn de luchtdoorlaatinrichtingen 18 niet getoond.
In de steriele opdekruimte 4A is een tweede luchtinlaat 20 voorzien voor het daarin voeren van steriele, althans gezuiverde lucht. De luchtinlaat 12 en de tweede luchtinlaat 20 kunnen onderling zijn verbonden en 20 bijvoorbeeld zijn aangesloten op dezelfde luchttoevoerinrichting (niet getoond).
Tijdens gebruik wordt in elke steriele opdekruimte 4A, 4B een druk tot stand gebracht en in stand gehouden die relatief hoog is, in figuur 1 weergegeven door drie 25 kruisjes. In de operatiekamer wordt een enigszins lagere druk in stand gehouden, weergegeven door twee kruisjes. In de patiëntensluis 6A wordt een nog lagere druk in stand gehouden, weergegeven door één kruisje. In de gang 10 wordt een druk aangehouden die lager is dan de druk in de 30 patiëntensluis 6A, aangegeven door een "0". Dit is bijvoorbeeld ongeveer de atmosferische druk. In de wasruimte 8 wordt ten opzichte van de gang 10 een onderdruk in stand gehouden, weergegeven door een Deze drukken zijn relatief ten opzichte van elkaar weergegeven. De 35 overstroominrichtingen 18 in de verschillende deuren 16 zijn voor elke deur specifiek gedimensioneerd, zoals nog 1012494 9 nader zal worden beschreven, waardoor specifieke debieten worden verkregen.
In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm zijn als voorbeeld de debieten ingeschreven als m3 lucht per 5 tijdseenheid, waarbij positief de in de betreffende ruimten stromende lucht en negatief de uit de ruimten stromende lucht zijn weergegeven per genoemde tijdseenheid, bijvoorbeeld per uur. In de operatiekamer stroomt derhalve per uur 2000 m3 lucht via de luchtinlaat 12 terwijl per 10 zelfde tijdseenheid 1775 m3 lucht via de luchtafvoer 14 wordt afgevoerd. In de steriele opdekruimte wordt per zelfde tijdseenheid 100 m3 toegevoerd via de luchtinlaat 20. Door de luchtoverstroominrichting 18 in de deur 16A stroomt in deze tijdseenheid 50 m3 lucht vanuit de steriele 15 opdekruimte 4A naar de operatiekamer 2A, terwijl door de overstroominrichting 18 in de deur 16B 200 m3 lucht in dezelfde tijdseenheid vanuit de operatiekamer naar de patiëntensluis 6A stroomt. In dezelfde tijdseenheid stroomt 75 m3 via de overstroominrichting 18 in de deur 16C vanuit 20 de operatiekamer 2A naar de wasruimte 8. Dit betekent dat per tijdseenheid dezelfde hoeveelheid lucht in de operatiekamer wordt gevoerd als daaruit wordt weggevoerd. Vanuit de steriele opdekruimte 4A stroomt per genoemde tijdseenheid 50 m3 lucht door de overstroominrichting 18 in 25 de deur 16D naar de gang 10, terwijl daarbij vanuit de patiëntensluis 6A in die tijdseenheid 200 m3 lucht door de overstroominrichting 18 in de deur 16E naar de gang 10 stroomt. Vanuit de gang 10 stroomt 50 m3 lucht per tijdseenheid door de overstroominrichting 18 in deur 16F 30 naar de wasruimte 8. Hierdoor wordt ook in de steriele opdekruimte 4A, de patiëntensluis 6A en de wasruimte 8 steeds per tijdseenheid evenveel lucht toegevoerd als daaruit wordt afgevoerd. Uit dit voorbeeld, hetwelk geenszins als beperkend dient te worden opgevat, blijkt dat 35 in de steriele opdekruimte 4a slechts lucht wordt ingevoerd door de luchtinlaat 20, waarbij de lucht wordt afgevoerd 101 2494 10 door de luchtoverstroominrichtingen 18. Vanuit de operatiekamer 2A stroomt een gedeelte van de lucht weg via de overstroominrichtingen 18 in de deuren 16B en 16C, welke lucht wordt gebruikt voor ventilatie -van de patiëntensluis 5 6A en de wasruimte 8. In de wasruimte 8 is een tweede luchtafvoer 22 aangebracht, zodanig dat daaruit per tijdseenheid 200 m3 kan worden afgevoerd. Bij deze drukhiërarchie wordt ervoor zorggedragen dat steeds wordt verhinderd dat eventueel vervuilde lucht vanuit de 10 wasruimte 8 naar de gang 10 of, van meer belang, naar de operatiekamer 2A kan stromen. Immers, vanuit de wasruimte 8 wordt de lucht slechts afgevoerd via de luchtafvoer 22. Op vergelijkbare wijze wordt verhinderd dat lucht vanuit de gang 10 naar de patiëntensluis 6A kan stromen, dat lucht 15 vanuit de patiëntensluis 6A naar de operatiekamer 2A kan stromen en wordt bovendien verhinderd dat lucht vanuit de operatiekamer 2A naar de opdekruimte 4A kan stromen. Ook kan geen lucht vanuit de gang 10 in de steriele opdekruimte 4A stromen. Dit heeft als voordeel dat de lucht uit de 20 steriele opdekruimte gebruikt kan worden voor ventilatie van de operatiekamer en lucht uit de operatiekamer kan worden gebruikt voor ventilatie in de patiëntensluis en de wasruimte. Hierdoor kan op eenvoudige wij ze het benodigde kanalensysteem voor luchttoevoer en -afvoer in de 25 verschillende ruimten aanmerkelijk worden beperkt, hetgeen kostenbesparend is en tot relatief weinig onderhoud leidt. Bovendien wordt hierdoor eenvoudig verhinderd dat in een van de ruimten een ongewenste druk, in het bijzonder een ongewenste overdruk zal ontstaan, hetgeen schadelijk kan 30 zijn voor bijvoorbeeld apparatuur en gebouw.
De deuren 16 kunnen zijn uitgevoerd als draaideuren, in het bijzonder luchtdicht afsluitende draaideuren, afgezien van de luchtdoorlaatinrichting 18 daarin, doch bij voorkeur zijn de deuren 16 uitgevoerd als schuifdeuren in 35 figuur 2. Een dergelijke deur 24 is nabij het boveneinde 26 opgehangen met behulp van niet getoonde en op zichzelf 101 2494 11 bekende wielen en looprails of dergelijke geleidingssystemen. De deur 24 is bijvoorbeeld van het sandwichtype en omvat een voorblad 28, een achterblad 30 (figuur 4 en 5), rondom gesloten met elkaar verbonden door 5 daartoe geschikte profielen 32, waarbij afdichtrubbers 34 rondom langs het profiel 32 zijn voorzien, welke bij gesloten deur rondom afdichtend aanliggen tegen de wand 36 en de vloer 38, zodanig dat de deur rond zijn langsrand luchtdicht afsluit in gesloten stand. In de deur 24 is een 10 raam 40 voorzien waardoorheen in de aangrenzende ruimte kan worden gekeken. Onder het raam 40 is een luchtdoorlaatinrichting 18 voorzien, welke nog nader zal worden beschreven. De deur 24 is voorzien van aangrijpmiddelen 42 waarmee de deur geopend en gesloten kan 15 worden. In figuur 2 is de deur 24 om nog nader te beschrijven redenen getoond vanaf de zijde welke tijdens gebruik is gelegen in een ruimte met relatief lage druk gemeten ten opzichte van de druk in de ruimte aan de tegenover gelegen zijde van de deur 24. Ter illustratie, 20 wanneer de deur 16 de deur 16A is tussen de steriele opdekruimte 4A en de operatiekamer 2A is in figuur 2 de zijde getoond welke is gelegen in de operatiekamer 2A. Gebruik van een luchtdicht afsluitende deur 16 binnen een samenstel 1 volgens de uitvinding biedt het voordeel dat 25 het debiet lucht dat van een ruimte aan de eerste zijde van de deur 16 naar de ruimte aan de andere zijde van de deur 16 kan stromen geheel wordt bepaald door de in de betreffende deur opgenomen overstroominrichting 18, terwijl bij openen en sluiten van de deur nagenoeg geen 30 beïnvloeding van de stromingspatronen van de lucht wordt verkregen. Immers, bij gesloten deur zal het stromingspatroon ook gericht zijn naar of vanaf de overstroominrichting 18 in de deur, terwijl bij geopende deur de lucht door het deurgat zal stromen. Bovendien wordt 35 verhinderd dat lucht door kieren langs de deur kan stromen, waardoor tocht en hoge luchtsnelheden in dergelijke kieren 101 2494 12 nog beter wordt verhinderd en daarbij optredend geluid wordt vermeden.
Een luchtoverstroominrichting 18 als getoond in figuur 3-5 omvat een eerste luchtdoorlaatelement 42, een 5 tweede luchtdoorlaatelement 44 en een de luchtdoorlaatelementen 42, 44 verbindend kanaaldeel 46. Het kanaaldeel 46 heeft een relatief kleine breedte in verhouding tot de lengte en hoogte en is in de getoonde uitvoeringsvorm opgenomen tussen het voorblad 28 en 10 achterblad 30 van de deur 16. In figuur 3 is het eerste luchtdoorlaatelement 42 in volle lijnen weergegeven, het kanaaldeel 46 en het tweede luchtdoorlaatelement 44 in onderbroken lijnen daar deze in vooraanzicht niet zichtbaar zijn. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 3 en 4 is het 15 eerste luchtdoorlaatelement 42 ten opzichte van het tweede luchtdoorlaatelement 44 zijdelings verschoven, gezien haaks op het voorblad 28 van de deur 16. Dit betekent dat door de luchtdoorlaatinrichting 18 stromende lucht, waarvan in figuur 4 het stromingspatroon P schematisch is ingetekend 20 twee haakse richtingsveranderingen ondergaat, direct na instroming en direct voorafgaand aan uitstromen. De binnenzijde van het kanaaldeel 46 is bekleed met relatief glad akoestisch materiaal 50, waardoor geluid wordt geabsorbeerd, terwijl het akoestisch materiaal 50 bij 25 voorkeur enigszins vuilafstotend is (noot: kunt u aangeven welk akoestisch materiaal hiervoor wordt gebruikt). De luchtdoorlaatelementen 42, 44 omvatten verticale lamellen 52 met een enigszins gebogen dwarsdoorsnede. Voor elke deur is de doorlaat van elke luchtdoorlaatinrichting exact 30 afgestemd op het gewenste debiet dat tijdens gebruik door de betreffende doorstroominrichting 18 dient te worden geleid. De luchtdoorlaatelementen 42, 44 zijn vastgezet in openingen 56 in het voorblad 28 respectievelijk het achterblad 30, althans in het kanaaldeel 46 vastgeklemd, 35 zodanig dat deze daaruit eenvoudig kunnen worden verwijderd voor reiniging van de doorlaatelementen 42, 44, in het 1012494 13 bijzonder de lamellen 52 en het kanaaldeel 46. Na reiniging kunnen zij eenvoudig worden teruggezet. De overstroominrichting 18 bevindt zich relatief dicht bij de vloer 38, waardoor deze eenvoudig bereikbaar is voor een 5 gebruiker.
Het aan de zogenaamde lagedrukzijde van de deur 16 gelegen eerste luchtdoorlaatelement 42 ligt op relatief grote afstand van de bedieningsmiddelen 42 voor de deur 16, zodat een persoon die de bedieningsmiddelen 42 wil 10 gebruiken zich op afstand bevindt van het betreffende luchtdoorlaatelement 42. Hierdoor zal de persoon zich althans in hoofdzaak niet in de stromingsbaan van de lucht bevinden, waardoor hij geen last zal hebben van tocht. Bovendien wordt het stromingspatroon daardoor door een 15 dergelijke persoon nagenoeg niet nadelig beïnvloed. Bij nagenoeg volledig openen van de deur zal het tweede luchtdoorlaatelement 44 worden afgedekt door de wand 36 waardoor doorstroming van lucht nagenoeg volledig wordt geblokkeerd. Alsdan zal het volledige debiet lucht door de 20 deuropening vanuit de ene ruimte in de andere ruimte stromen. Zolang het betreffende luchtdoorlaatelement 44 nog niet wordt afgedekt zal ten minste een gedeelte van de lucht nog door de doorlaatinrichting 18 stromen. Indien gewenst kan de openschuifrichting T als getoond in figuur 2 25 worden omgekeerd, zodanig dat nagenoeg direct na openen stroming van lucht door de luchtdoorlaatinrichting 18 wordt verhinderd, ter beperking van de doorstroming. Dit zal voor een vakman direct duidelijk zijn.
In een alternatieve, niet getoonde uitvoeringsvorm 30 kan een luchtdoorlaatinrichting 18 zijn opgenomen in een wandpaneel in de scheidingswand 36, bijvoorbeeld direct naast de deur 18, bijvoorbeeld in een positie corresponderend met die als getoond in figuur 2. Wordt de luchtdoorlaatinrichting 18 direct naast een deur 16A 35 aangebracht dan zal deze bij geopende deur door de deur 16 worden afgedekt, terwijl tocht nog verder wordt verhinderd.
1012494 14
Evenwel is een luchtdoorlaatinrichting 18 relatief eenvoudig in de deur 16 op te nemen. Met een overstroominrichting volgens de onderhavige uitvinding kan geluidsoverlast eenvoudig worden beperkt. Zo kan een 5 dergelijke inrichting bijvoorbeeld eenvoudig worden uitgevoerd zodanig dat minder dan 40, in het bijzonder minder dan 30 en nog meer in het bijzonder minder dan 28 Decibel geluid overgedragen wordt.
De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot 10 de in de figuren en de beschrijving gegeven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kan een overstroominrichting volgens onderhavige 15 uitvinding anders zijn gedimensioneerd, waarbij de luchtdoorlaatelementen bijvoorbeeld onderling een hoek in kunnen sluiten en anders ten opzichte van elkaar kunnen zijn gepositioneerd. Voorts kan een samenstel van ruimte anders zijn opgebouwd, bijvoorbeeld met meer of minder 20 ruimten en kunnen de ruimten voor andere toepassingen worden gebruikt, bijvoorbeeld als clean room in elektronica productie, testruimten en dergelijke. De luchtdooorlaatelementen van een overstroominrichting volgens de uitvinding kunnen tijdens gebruik zich ook 25 bijvoorbeeld in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekken, althans een hoek met de verticaal insluiten. Uiteraard kunnen deuren volgens de onderhavige uitvinding op andere wijze worden vormgegeven, afhankelijk van de gewenste toepassing, waarbij de overstroominrichting ook 30 zodanig kan zijn uitgevoerd dat het kanaaldeel zich althans gedeeltelijk buiten de deur uitstrekt, in of voor een der dekbladen. Ook kan een kanaaldeel van een overstroominrichting volgens de uitvinding in meerdere compartimenten zijn verdeeld en kunnen de 35 luchtdoorlaatelementen anders zijn gevormd, op andere wijze in de luchtoverstroominrichting zijn aangebracht en daarin 1012494 15 zijn vastgezet. Het akoestisch materiaal kan in principe op elke gewenste wijze worden uitgevoerd in elk daarvoor geschikt materiaal, zolang dit reinigbaar is en toelaatbaar is in de gewenste gebruiksomgeving.
5 1012494
Claims (14)
1. Saraenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, waarvan ten minste één ruimte is ingericht als clean room, in het bijzonder als operatiekamer, waarbij middelen zijn voorzien voor het opbouwen en onderhouden van 5 een drukverschil tussen de ruimten, welke middelen ten minste één luchtoverstroominrichting omvatten tussen genoemde ruimten, dat is opgenomen in een element in of van een scheidingswand tussen de genoemde ruimten en in elke ruimte een luchtdoorlaatelement omvat, met het kenmerk dat 10 in aanzicht ongeveer haaks op het betreffende deel van de scheidingswand de luchtdoorlaatelementen ten opzichte van elkaar verschoven, in het bijzonder naast elkaar zijn aangebracht, welke luchtdoorlaatelementen onderling zijn verbonden door een zich in of langs het element in de 15 scheidingswand uitstrekkend luchtkanaaldeel, aan de binnenzijde bekleed met akoestisch materiaal.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de luchtoverstroominrichting is aangebracht in of direct naast een deur tussen de aan weerszijden van de scheidingswand 20 gelegen twee ruimten, zodanig dat bij geopende deur ten minste één der luchtdoorlaatelementen is afgedekt door genoemde deur en/of een zich daarnaast uitstrekkend wanddeel.
3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de 25 luchtoverstroominrichting in de deur is aangebracht.
4. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de deur is uitgevoerd als schuifdeur, in het bijzonder een schuifdeur welke in hoofdzaak luchtdicht sluitbaar is, afgezien van de luchtdoorlaatinrichting.
5. Samenstel volgens een der conclusies 2-4, waarbij de deur is voorzien van aangrijpmiddelen voor het openen en sluiten van de deur, waarbij het luchtdoorlaatelement in de ruimte met hoge druk relatief ten opzichte van de 1012494 naastgelegen ruimte is gelegen op een afstand van de aangrijpmiddelen die kleiner is dan de afstand tussen het luchtdoorlaatelement en de aangrijpmiddelen in de betreffende naastgelegen ruimte.
6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de beide luchtdoorlaatelementen onderling zijn verbonden door een in hoofdzaak recht luchtkanaal, aan de binnenzijde voorzien van relatief glad afgewerkt, akoestisch materiaal, waarbij door de 10 luchtdoorlaatinrichting stromende lucht slechts twee richtingveranderingen ondergaat, in hoofdzaak haakse richtingveranderingen.
7. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk luchtdoorlaatelement is voorzien van een 15 afneembaar rooster, zodanig dat het tussengelegen luchtkanaal eenvoudig reinigbaar is.
8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk luchtdoorlaatelement öp een zodanige hoogte boven de vloer van de betreffende ruimte is aangebracht dat 20 dit door een op de vloer staande volwassene relatief eenvoudig bereikbaar is.
9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, omvattende ten minste een opdekruimte, een operatiekamer en een wasruimte, waarbij tijdens gebruik de druk in de 25 opdekruimte hoger is dan de druk in de operatiekamer en de druk in de operatiekamer hoger is dan de druk in de wasruimte, waarbij tussen de opdekruimte en de operatiekamer een eerste schuifdeur en tussen de operatiekamer en de wasruimte een tweede schuifdeur is 30 aangebracht, welke schuifdeuren in hoofdzaak luchtdicht sluitbaar zijn en zijn voorzien van een luchtdoorstroominrichting, zodanig dat tijdens gebruik tussen de ruimten door natuurlijke stroming door de verschillende luchtdoorstroominrichtingen luchtverplaatsing 35 wordt verkregen tussen de verschillende ruimten. 1012494
10. Schuifdeur voor gebruik bij een cleanroom, in het bijzonder een operatiekamer, voorzien van een luchtdoorstroominrichting, welke doorstroominrichting aan weerszijden een luchtdoorlaatelement omvat, onderling 5 verbonden door een in de deur opgenomen luchtkanaal, zodanig dat door de luchtstroominrichting stromende lucht ten minste twee richtingveranderingen ondergaat, in het bijzonder ongeveer haakse stromingsrichtingveranderingen.
11. Schuifdeur volgens conclusie 10, waarbij het 10 luchtdoorlaatelement aan een eerste zijde van de deur is geplaatst op een eerste afstand van de tijdens gebruik in openschuifrichting achterliggende zijde, terwijl het aan de tegenovergelegen zijde van de deur aangebrachte luchtdoorlaatelement is geplaatst op een tweede afstand van 15 genoemde in openschuifrichting achterliggende langsrand, waarbij de eerste afstand ten minste ongeveer de breedte van een luchtdoorlaatelement kleiner is dan de tweede afstand.
12. Werkwijze voor de vervaardiging van een samenstel 20 van ten minste twee aan elkaar grenzende ruimten, voorzien van een tussengelegen deur, waarbij de tussengelegen deur luchtdicht wordt uitgevoerd, waarbij voor elke ruimte de werkdruk wordt bepaald, alsmede de verversingsgraad, waarbij vervolgens voor elk der ruimte de gewenste 25 luchtaanvoerinrichting en/of luchtafvoerinrichting wordt gedimensioneerd, waarbij in de scheidingswand tussen de betreffende luchtdoorlaatinrichting wordt aangebracht, waarbij voor de of elke luchtdoorlaatinrichting de luchtdoorlaat per tijdseenheid wordt afgestemd op genoemde 30 werkdrukken en verversingsgraad.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de luchtdoorlaatinrichting in de deur wordt aangebracht, welke deur in het bijzonder wordt uitgevoerd als schuifdeur.
14. Luchtoverstroominrichting voor gebruik in een 35 samenstel volgens één der conclusies 1-3, schuifdeur of 101£484 werkwijze volgens conclusies 12 of 13 volgens één der voorgaande conclusies. 1012494
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1012494A NL1012494C2 (nl) | 1999-07-02 | 1999-07-02 | Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1012494 | 1999-07-02 | ||
NL1012494A NL1012494C2 (nl) | 1999-07-02 | 1999-07-02 | Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1012494C2 true NL1012494C2 (nl) | 2001-01-03 |
Family
ID=19769492
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1012494A NL1012494C2 (nl) | 1999-07-02 | 1999-07-02 | Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1012494C2 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3085846A1 (de) * | 2015-04-23 | 2016-10-26 | Werner Strähle | Überströmelement und wandelement |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2704504A (en) * | 1950-02-02 | 1955-03-22 | Arthur O Wilkening | Sound trap and air transfer device |
GB2121451A (en) * | 1982-06-01 | 1983-12-21 | Sound Engineering Limited | Sound insulating structures |
JPH10132346A (ja) * | 1996-10-25 | 1998-05-22 | Aoki Corp | クリーンルーム・システム及びその管理方法 |
-
1999
- 1999-07-02 NL NL1012494A patent/NL1012494C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2704504A (en) * | 1950-02-02 | 1955-03-22 | Arthur O Wilkening | Sound trap and air transfer device |
GB2121451A (en) * | 1982-06-01 | 1983-12-21 | Sound Engineering Limited | Sound insulating structures |
JPH10132346A (ja) * | 1996-10-25 | 1998-05-22 | Aoki Corp | クリーンルーム・システム及びその管理方法 |
Non-Patent Citations (1)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1998, no. 10 31 August 1998 (1998-08-31) * |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP3085846A1 (de) * | 2015-04-23 | 2016-10-26 | Werner Strähle | Überströmelement und wandelement |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4967645A (en) | Air shower with directed air flow | |
US5827118A (en) | Clean storage unit air flow system | |
US4427427A (en) | Vertical laminar flow filter module | |
US4902315A (en) | Negative pressure asbestos removal with localized make-up air | |
FI96839C (fi) | Laite nopeasti kulkevien hissikorien matkustajatilan tuulettamiseksi | |
WO1993008934A1 (en) | Smoker's booth, modular wall, and furniture ventilation | |
US5074897A (en) | Particulate contamination control system enclosure | |
JPH09222247A (ja) | 無菌治療室ユニット | |
KR102199003B1 (ko) | 덕트 장치 및 이를 포함하는 환기 시스템 | |
NL1012494C2 (nl) | Samenstel van ten minste twee naast elkaar gelegen ruimten, voorzien van middelen voor het daarin opbouwen en onderhouden van een drukverschil. | |
JP4708075B2 (ja) | 喫煙室換気方法および喫煙室 | |
NL2028139B1 (en) | Raised ventilation flooring structure | |
JP3851355B2 (ja) | 異質環境の二領域を分離するための装置 | |
JP7039123B2 (ja) | クリーンブース | |
WO2022124181A1 (ja) | 住宅 | |
JP4842596B2 (ja) | 喫煙室 | |
JP2008185265A (ja) | エアシャワー装置 | |
US4626262A (en) | Exhaust air system for electrostatic air cleaner | |
JP3388458B2 (ja) | クリーンエレベータ | |
JP2536188B2 (ja) | 空気清浄装置 | |
GB2126333A (en) | Ventilators | |
JPH04327743A (ja) | エアシャワー装置 | |
JP7133768B1 (ja) | 店舗用局所換気システム | |
JP4087170B2 (ja) | 空気清浄装置 | |
GB2314922A (en) | Apparatus for producing an air curtain |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20100201 |